i
OP EEN HELLEND VLAKT ZOEKT DE
SCHAKEL WANHOPIG NAAR EVENWICHT
LEONARD DUWARD
ROMANTIKUS VAN ONZE TIJD
DAN VAN SEVEREN IN GALERIJ S
IN DE BEPERKTHEID KENT MEN DE MEESTER
TONEEL OP LAAG PEIL
28
bete-*!
leder- n
it Van
nooi a(
i menngi
Seve
Severei
le best
hebbent
Groev
geschiedeni
Ais in de interne keuken van een toneelvereniging, waar wij overigens niets te zoeken hebben, het zout in
de suikerpot ligt; als wij ons permitteren het deksel van die pot even op te lichten om gewag te maken van
een akteur die zoek is dan kan een wijsneuzige jongeling ons best nog eens van het mis- of gebruiken van
roddel beschuldigen. Zo blijft het nieuws in de wereld.
Als een toneelgezelschap als «De Schakel», dat reeds heel wat deftige vermeldingen en dito prijzen in de
wacht sleepte, heden ten dage zijn sterkte moet gaan zoeken in de bereidwilligheid van akteurs van andere
gezelschappen dan voorspellen wij, wijsneuzen als wij zijn, deze groep een weinig roemrijk einde met als
dooddoende stempel «patronagetoneel». Tenware... het illustratief nieuw embleem op hun
programmaboekje de foetus van een nieuwe aanpak zou betekenen, waarmee wij dan even rad van pen
deze hergeboorte zouden toejuichen.
PECH...
Nu blijven we echter realistisch
bij de feiten en konstateren:
vorig stuk: Helena of een jonge
aktrice geeft een maand vóór de
opvoeringen haar brochure bin
nen en bedankt. Frangine De
Bolle van «Arbeid en Kunst» valt
in. Redden wat er te redden valt!
Roger De Wilde doet onmoge
lijke pogingen met als resultaat
«amper bevredigend», (officiële
melding: ziekte van de aktrice).
De tweede produktie loopt
weerom niet naar wens. Een
maand vóór de opvoeringen
geeft de hoofdrolspeler Tuur
Callens er de brui aan, regisseur
Tuur Van Den Brulle neemt
deze vertolking voor zijn re
kening en doet beroep op Paul
Seghers van «Arbeid en Kunst»
om zijn rol over te nemen,
(officiële melding: onvoorziene
omstandigheden).
Maar al te graag zouden wij
rekening willen houden met alle
pech waarmee De Schakel af te
rekenen heeft ware het niet dat
een galmgat in hun ivoren toren
die pech met heel andere
woorden omschrijft. Maar daar
belanden wij in de interne
keuken, waar we liefst niet van
de hutsepot proeven.
HET LUK IS ZOEK
Na Baardegem en Hofstade,
dit populair stuk te Aalst. De
voltallige ploeg van Baardegem
onder leiding van Mare De Bie
was op een voorstelling aanwe
zig. kwestie van te kunnen
vergelijken! Dit stuk is erg in
trek. Ressegem voert het ook
nog eens op voor de Renaat
Ravijts wedstrijd. Wat het zo
aantrekkelijk maakt blijft ons
een raadsel. Misschien omdat
het dusdanige situaties bevat die
het mogelijk maken, heel wat
gags in te schakelen die het
publiek aan het lachen brengen.
Misschien ook omdat er die
belachelijke figuur van de half
gare notaris inkomt, die goed
vertolkt inderdaad wel tot
lachen kan leiden of lijden-
want heb je niet gelachen dan is
je avond verknoeit is de doorde
weekse opmerking van de ge
middelde toneelbezoeker. Dat
lijk is dus inderdaad zoek en een
heel spel door wordt een
oplossing voor dat mysterie
gezocht. De dochter van de
overledene erft een fortuin, moet
aan de bedienden een deel
afstaan, sterft ook, haar lijk is
eveneens zoek, de tweelingzuster
komt opdagen en sterft ook.
Ondertussen is er een dove en
halfblinde dokter op de proppen
gekomen en zijn de twee
natarissen, oom en neef ver
plicht in het huis te verblijven
omdat een ingestorte brug hun
de reis naar Londen verhindert.
Er is ook nog een verkeerd
testament, maar verder ver
klappen wij niets meer, het stuk
mocht nog eens op het pro
gramma prijken van andere
verenigingen...
Het zou zonde zijn van de
belangstelling.
Kort en bondig, zijn er echt geen
andere stukken meer? Van
koördinatie tussen de diverse
groepen maar gezwegen. Wie
nam bij De Schakel de verant
woordelijkheid van de keuze van
het stuk dat vooreerst een grote
bezetting - heeft, spelerspoten-
tieel dat de toneelvereniging
momenteel niet meer kan le
veren, en verder als komische
triller ons en nog veel anderen
kippevlees bezorgt bij de cere
monie van dit gedwongen huwe
lijk tussen komedie en triller.
Alvast met reserve nemen be
roepsgezelschappen dit genre
tot hun repertoire, waarom?
Omdat het moeilijk juist te
spelen is!
NIET HOMOGEEN
De toneelspelers en speelsters
die zich voor dit spel hebben
ingezet krijgen geen loon naar
werken. Jammer voor het talent
van Kris Verhoeven, die in haar
dubbelrol veruit de beste was,
jammer voor de geleverde in
spanningen van een sterke Jo
Van Den Brulle, een goed
typerende Leo Huylebroeck (van
Het Land Van Riem) een zich uit
de slag trekkende Tuur Van Den
Brulle, die dank zij zijn toneel
ervaring en de sterke stem van
Suzanne Cassiman, zijn geërfde
hoofdrol toch kon spelen. Alle
achting ook voor Paul Seghers
die zijn invallerstaak tot een
goed einde bracht. Franklin De
Meersman gaf een schoolvoor
beeld van over-acting, weet met
zijn handen geen blijf of meent
dat zenuwachtige types uitge
beeld worden door de uitdruk
king van de handen. Uit deze
debutant zien wij echter een
volwaardig akteur groeien mits
passende rol en volledige inzet.
De overige aktrices zetten hun
zwakste beentje voor. Het geheel
was niet homogeen. Wij konden
ons niet van de indruk ontdoen
dat alle spelers met een zekere
angst op scène stonden, niet te
wijten aan de inhoud van het
stuk.
NIET ORIGINEEL
Hoewel het dekor mooi was
deed het toch niet typisch Engels
aan. liet een slordige indruk na
en sommige panelen waren
foutief opgesteld. Tuur Van Den
Brulle, regisseur, bracht geen
originele vondsten, beperkte
zich tot afgezaagde gags; per-
fekt uitgevoerd zouden ze het
misschien nog doen. Ook ston
den de spelers meer dan eens
foutief opgesteld, gedoubleerd.
Goede belichtingen, goede
keuze van de muziek. Samen
vattend zien wij deze trieste
belevenis liefst als een spanning
loos, onkomisch intermezzo van
een toneelgroep die heel wat
beter kan.
ROEL VAN DE PLAS
PERSONEN
Kris Verhoeven: Faith en Hope
Barraclough
Gudrun Sonck: sekretaresse
Anne Beale
Nild Van Overstraeten: Agnes
de keukenmeid
Katrijn De Rijck: Mabel het
kamermeisje
Jo Van Den Brulle: chauffeur
Johnson
Tuur Van Den Brulle: notaris
Blundell
Franklin De Meersman: notaris
Mickleby
Leo Huylebroeck: Dr. Brown
Paul Seghers: begrafenisonder
nemer Sorel.
Regie: Tuur Van Den Brulle
Produktieleiding: Suzanne
Cassiman
Geluid: Jozef Philips
Dekor: L. Van De Velde, D. Van
Herzele. B. Van Der Borght.
Belichting: Hubert Janssens
Tot en met 21 februari 1977 is in Galerij Valerius De Saedeleer (Keizerlijk Plein 53) werk te
zien van Leonard Duward.
De kunst van Duward wortelt qua realisatie in de negentiende eeuw. De tematiek is van
onze tijd: hekeling van toestanden als milieuvervuiling, ondoordachte urbanisatie enz.
Daarnaast tracht Duwad door het tegenover mekaar stellen van extreme situaties,
toestanden of ideeën de toeschouwer tot nadenken te stemmen.
Het is overduidelijk dat Du
ward in zijn schilderwerk
een boodschap wil bren
gen. Hij maakt het zijn pu
bliek gemakkelijk door in
een klassieke, akademische
stijl te werken en de voor
opgestelde idee zo duidelijk
mogelijk uit te werken. Op
zichzelf hebben we hierte
gen geen bezwaren, maar
ergens doet het bij Duward
zeer onpersoonlijk aan om
dat hij er niet voor terug
schrikt Seurats (Frans
schilder, negentiende
eeuw) pointiïsme (punttech-
niek) te imiteren, en een van
Rembrandts zelfportretten
als onderwerp te nemen,
wat we onlangs ook Jan
Burssens kwalijk namen.
n»t pointiïsme is weliswaar
symbolisch bedoeld; hij
wendt deze techniek aan,
samen met de realistische
stijl om de dualiteit die in
de meeste werken aan de
haak wordt geslagen te be
klemtonen. Ons inziens kon
dit wel op een meer per
soonlijke wijze gebeuren.
Wat ons echter meest ont
goochelde was de tematiek
zelf. Men hoeft niet perse
r aar een schilderijtentoon
stelling te gaan om een
bourgoisgezelschap naast
een (even arm) burgerlijk
gezelschap te zien staan,
om een vervuilde beek te
zien met fabrieken op de
achtergrond, naast een
beek die nog leven kan her
bergen. Even weinig zeg
gend is de grijsaard met het
kleine kind; we geloven dat
de tegenstelling oud-jong
voor iedereen duidelijk ge
noeg is.
Spijtig, maar de inhoud van
Duwards werk leek ons te
rudimentair. Nergens kon
den we het gevoelsmatige
aspekt, dat toch voor een
zeer groot gedeelte het we
zen van elke kunstvorm be
paalt, terugvinden. We
konden ons niet ontdoen
van de indruk van «gezocht
heid» van gemis aan spon
tane zeggingskracht.
Duward brengt geprogram
meerde kunst; kunst die
buiten het persoonlijke be
leven staat, die enkel een
visie wil weergeven. Mis
schien is dit wel een reaktie
op de verregaande ab
strahering of pseudo-ab-
strahering waaraan velen
zich de laatste tijd hebben
bezondigd. We kunnen ech
ter geen van beide houdin
gen goedkeuren. De kunste
naar moet vanuit zichzelf
naar de buitenwereld toe
treden en niet omgekeerd.
Werken waarin de toe
schouwer het «beleven» van
de kunstenaar niet kan on
dergaan is als kunst waar
deloos.
De tentoonstelling is toe
gankelijk tot en met 21 fe
bruari alle dagen Van 10.00
tot 12.00 en van 14.00 tot
19.00 uur. Gesloten op
dinsdag.
André De Groeve
In galerij Valerius De Saedeleer stelt Leonard Duward tentoon (jm)
Leonard Duward stelt tot 21 februari tentoon in galerij Valerius De
Saedeleer (jm)
JAGDSZENEN AUS NIEDERBAYERN
De akteursploeg van De Schakel (sj)
een film van Peter Fleischman
Dat mensen zich niet altijd zo humaan gedragen als zou
moeten toont Fleischman in zijn debuutfilm duidelijk aan.
-Jagds/.enen aus Niedcrhayern- is het wrange verhaal van twee
vogelvrijverklaarden die door de dorpsgemeenschap waar
zich hebben gevestigd niet worden geaksepteerd. Zij
eerst voorzichtig de raad elders te gaan wonen, doch slaan
waarschuwing achteloos in de wind. Vermits een
waarschuwing blijkbaar niets uithaalt worden de
stilaan stoutmoediger. Wat een anekdote had kunnen
groeit op de duur uit tot een ware mensenjacht, vandaar
de titel: jacht-sccnes.
Fleischman benadert deze wrede episode uit de
vaneen klein Beiers dorpje op een haast dokunientaire n
die goed uit de verf komt. Interessant, doch met enkele
debuutfoutjes.
(vrijdag 4 februari om 20 uur in zaal Rubens, Ninovestraat
Erembodcgem-Terjoden, inrichters: jeugdklub Ijaco - en
zondag 6 februari om 20 uur in jeugdklub K
Dricsleutelstraat te Aalst).
frappante resultaten echter,
want die navolgers hebben
niet beseft dat de Van Seve-
ren van nu het stadium is
van een zeer lange (geeste
lijke) evolutie.
Van Severen lijkt ons ie
mand te zijn die enkel voor
zichzelf schildert, die geen
rekening houdt met een pu
bliek. Het is wel zo dat zijn
werken enorm veel aan
dacht en vooral bezinning
vraaen. In de kern is het
werk van Dan Van Severen
naar onze mening- meer een
filosofische studie, een
zoeken naar de zin en de
Artistiek tot in de puntjes van zijn haren: Dan Van Severen (el)
Eens te meer pakt galerij S65 uit met een kunstenaar die we tot de buitenbeentjes in het
hedendaagse artistieke leven mogen rekenen. Dan van Severen werd geboren te Lokeren
op 8 februari 1927. Van 1941 tot 1948 studeerde hij aan het Hoger Sint-Lukasinstituut te
Gent en van 1951 tot 1954 aan het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten te
Antwerpen. Hij is lesgever aan het Hoger Sint-Lukasinstituut te Gent.
Het is geen gemakkelijke
taak om binnen te dringen
in de leefwereld van Dan
Van Severen, althans niet
via zijn artistieke produktie.
Een der grote principes
hieromtrent, die hij zichzelf
oplegde is het vermijden
van alles wat overtollig of
bijkomstig is. Laten we
hem zelf aan het woord«Al
zeer jong heb ik een hekel
gehad aan die overvloed van
materialen die we kennen.
Men zou alles opnieuw
moeten kunnen herleiden
tot het aller-noodzakelijkste
wat onvermijdelijk een
nieuw respekt voor het eer
lijke materiaal meebrengt.
(Uit een intervieuw met
Yves Gevaert).
Die drang naar minimalisa
tie van de materie, om aldus
de geestelijke aspekten van
het werk zo ongekonditio-
neerd mogelijk te laten
overkomen heeft zich ge
manifesteerd in een jaren
lange evolutie. In 1970 zeg
de Dan Van Severen vaarwel
aan de olieverf omwille van
het materiale karakter ervan
waarmede hij zich niet meer
kon verzoenen. Hij ging
over naar caseïnetempera
om nadien te werken met
oostindische inkt en pot-
loofl op doek. Niet de ons
bekende oostindische inkt,
maar wel inkt die bekomen
wordt met water en een
blokje.
Tegenwoordig werkt hij op
een speciaal papier af
komstig uit Indië. Het wordt
gemaakt uit lompen en
wordt met de hand gerold
en gescherpt. Dit papier
heeft een zeer speciale
tekstuur.
Met zeer eenvoudige, of be
ter, met zeer beperkte
middelen poogt Dan Van
Severen uiting te geven aan
zijn scheppingsdrang. Even
beperkt als de materialen is
ook zijn figuratie. Het werk
van Van Severen bestaat uit
enkele lijnen. Vaak wordt
een idee gerealiseerd op
twee of drie afzonderlijke
bladen. Niet omwille van
een cyklisch verloop, maar
wel omdat het niet anders
kan.
Het is onmogelijk om Dan
Van Severen in een of ander
«-isme» onder te brengen.
Hij is noch konstruktivis-
tisch, noch abstrakt. Wel
heeft de stijl-Van Severen
veel navolging gekend;
vooral bij jongeren. Zonder
onzin van het materiële, dan"
kunst in de gangbare bete-
kenis van het woord, leder 111
een kan realiseren wat 1
Severen doet, maar nooi^a
kan het dezelfde geestelijke ntjr
waarde hebben omdat
werk van Van Severen he hep
resultaat is van een
rig denk- en voelproces,
resultaat van een hyper-perii li
soonlijke zoektocht.
Slechts in die zin kan
het werk van Dan Van Sevej
ren interpreteren. We
men dat Dan Van
zou behoren tot de
tekenaars die we
Deze gave «misbruikt»
echter nooit in zijn werk. H
leert ons dat het denken
het aanvoelen
André De