ALS EEN PRINS TE Rl
Z0NNEPRINS DON MARCO
Van toen Henri Arijs nog
Hendrik was, drie dagen de prins van;
duizend en één nacht
LOUIS VAN POTTELBERGH
WAS PRINS VOOR IEDEREEN
KARNAVALEXPLORATIE...
6 - 18-2-77 - De Voorpost
Zoals de Oilsterse goegemeente nu onderhand wel al weet gaat
er dit jaar op initiatief van de Jong-PVV-mutualisten een
heuse karnavalkursus door in deze keizerlijke karnavalstede.
Vandaag vrijdag begint die vier dagen lopende stage die we als
kultureel ontwikkelingswerk kunnen bestempelen. Wat
gebeurt er nu eigenlijk precies?
Het wordt een ernstige kursus in verband met Aalsterse
karnaval. Hij heeft een dubbel doel: (verslik je niet):
lste: een kreatief informatief doel en secundo een explorerend
doel. Wat betekent dit?
2de: de stagiaires krijgen de opdracht een manuele
verwerking te geven van een bep. tema (dus hier: karnaval).
Hiervoor beschikken ze over materiaal en een handje
toestekende begeleider. De opdracht is dus dit tema te
verwerken in een praalwagentje en in kostumes. De
praalwagen wordt gekonstrueerd en ontworpen in dezelfde
Fiberfleet als waar de Aalsterse karnavalgroepen gehuisvest
zijn.
3de: ook wordt de karnaval geëxploreerd. Dit door samen met
die Aalsterse karnavalscheppers te gaan werken en zo kennis
te maken. Er werd dan ook ter gelegenheid van het bezoek van
de Schotse delegatie een receptie en een rondleiding doorheen
de openingsaktiviteit (de karnavalzitting) aangeboden door
het stadsbestuur. Deze blijk van waardering wordt
vanzelfsprekend erg geapprecieerd door de Jong-PVV-mu-
tualisten. Natuurlijk stappen deze stagiairs op in de grootste
karnavaloptocht van Europa!
De stage loopt van vrijdag te 10 uur tot maandag om 16 uur.
Er wordt geslapen (waarom zeg je nu «kom, kom»?) in de
abdijhoeve van Affligem in peis en vree, ver van alle
karnavalgewoel. Kijken op zondag naar de wagens tussen
reklame- en karnavalstoet!
P.D.
op de tonen van de hem
trouw volgende accord io-
niste, een vriendelijke dame
die zich (via André Nootens)
tijdens zijn Prinsenschap
overal vergezelde net zoals
Keizer Fransky.
Marcel Henninck nam het
ook op zich om zieke men
sen die thuis verbleven, een
bezoek te brengen en op te
beuren en hen aldus een
stukje karnaval mee laten
genieten. Een ander zeer
trouwe gezel was fotograaf
Robert De Decker, die na
afloop van de vele plicht
plegingen Marcel een kom-
plete fotoreportage gratis
ter beschikking stelde, van
af zijn eerste speech op 3
maart 1957 bij de officiële
aanstelling, via de karna-
valslotdag op dinsdag 5
maart en de verdere evene
menten ten lande. Want ook
20 jaar geleden stond rond
reizen op het programma,
een jaar dat de Aalsterse
karnaval nog meer bena
drukte, omdat toen ook het
allereerste plaatje «prins
karnaval» via de luidspre
kers te beluisteren was.
Nu nog is Marcel entoesiast
over de ontvangst bij zijn
bazen in de electriciteits-
centrale van Intercom. De
ploeg «onderhoud» hield
die karnavaldinsdag zelfs
een uur op met werken om
samen met direktie en Mar
cel Henninck zijn heugelijk
ambt te vieren.
Een ander fenomeen dat
Marcel bijblijft is zijn be
zoek aan Hamme, toen hij.
op de eretribune gezeten,
samen met Burgemeester,
schepenen en de vele geno
digden nader kennis maakte
met moeder aarde omdat de
tribune gewoon doorzakte.
Gelukkig zonder ge
kwetsten en meteen op de
lachspieren werkte van Don
Marco, die ijverig meehielp
om de wriemelende massa
weer op de been te helpen.
Of het avontuur dat hij mee
maakte bij Perle Caulier te
Brussel en er een cafébaas
als industrieel introduceer
de.
Marcel heeft, eens op dreef,
niet de minste moeite meer
om steeds maar nieuwe be
levenissen te vertellen. Zo
te zien een goedgevuld
heuglijk jaar waar hij met
plezier aan terugdenkt.
Momenteel is Marcel aan
gesloten bij de Prinsen-
caemere en die in feite bij
de vader van Marcel ge
sticht werd en namens Si
mon D'Hondt Deken werd
van deze ondertussen ver
maarde en zeer gewaardeer
de caemere.
Het initiatief werd rond
69/70 genomen door ex-
prins karnaval Simon
D'Hondt tijdens een prin
senverkiezing in de bloe
menveiling. Sindsdien is
Marcel een trouw lid. Even
terugkomend op de huidige
malaise om aan kandidaten
te geraken zegt Marcel, dat
ditzelfde fenomeen zich
reeds eerder voordeed. Zo
werd hem gevraagd om in
61 of 62, nog eens mee te
doen aan de verkiezing, om
dat er toen geen kandidaten
genoeg waren.
Inmiddels leeft Marcel met
karnaval erg mee en is een
van de beste propagan
disten. Het karnavalgebeu-
ren krijgt men te bekijken
en tc lezen in Marokko,
waar een familielid werk
zaam is op de Belgische
ambassade aldaar en een
ander familielid verbonden
is aan het Marokkaanse hof.
Marcel hoopt ze, zo moge
lijk op 20 februari a.s., in
ons land op bezoek te krij
gen en hen laten meegenie
ten van de Aalsterse sfeer
en karnaval, waar hijzelf 20
jaar geleden de skepter over
zwaaide.
Niet van de kleinsteen niet van het leger der grijze bureelmensenmet versleten kraag en administra
tieve grappen. Henri Arijs, dertig plusser, zoon van gewezen gemeenteraadslid en momenteel door de
Aalsterse wereld gaande als stadsfotograaf, is niet de man om zwaar te tillen aan het karnavaleske
reilen en zeilen rondom hem. Hij pakt karnaval bij de feestneus, met hart en ziel en zonder veel
woordelijk omhaal. Dit was althans de indruk die we kregen toen we hem 1964 in herinnering brachten:
Henri als Hendrik I, de karnavalprins.
Prinsencaemere zullen zetten
heeft hij immers onlangs met
wezen prins Michel ten berde
bracht. Intussen eerst maar ka
val '77 met volle teugen tot
nemen... (R|
Als achtste prins in een rij van elf
prins-karnavalverkiezingen (Ro
bert Rencourt werd de eerste prins
in 1953, Frans De Boitselier werd
na hem drie maal achtereenvol
gens prins, een prestatie die en
kele Kamiel Sergeant hem nadeed
en die Karei De Naeyer en Robert
Waterschoot op één titel na niet
haalden) heeft Henri Arijs heel
wat vergelijkingen te maken met
de huidige gang van zaken.
Aldus spreker: «Het ging er toen
nogal anders aan toe. Geen formi
dabele prijzen als nu en ook geen
massa supporters om de uitslagen
op voorhand al te bepalen. Ik her
inner me dat we met z'n zessen
waren om naar de titel te kampen.
Kamiel Van Droogenbroeck was
volgens de meesten- en ook vol
gens mij de grote kanshebber
en in feite begon ik aan dat verkie-
zingsavontuur vooral omdat m'n
kollegas hierop het stadhuis nogal
op mijn deelname waren gebranti.
Ik dacht helemaal niet te zullen
winnen, ook al omdat het feit dat
ik bij «'t stad» werkte niet nood
zakelijk in mijn voordeel kon spe
len. Afijn, in de halle aan de
Schoolstraat werd ik dan toch
tegen mijn verwachtingen in, eer
ste en ik herinner me dat mijn eer
ste prijs een stel lepels en vorken
was. 't Ging er toen allemaal veel
rustiger aan toe. Veel show moes
ten we niet brengen, alleen een
goeie tekst en een beetje vertellen
wie je waart en welke hobbies je
had, je weet wel, en dan zei je toch
nog wat je wou...»
Of je toen ook een heel jaar met je
prinsenplunje van stad tot stad
ging om Aaslt op andere bierfesti
viteiten te vertegenwoordigen?
«Wel nee,» vertelt Henri: «er be
stond toen ook niets als de Prin
sencaemere. Je werd prins Karna
val voor drie dagen, dus met kar
naval zelf, en daarmee was het
gedaan en wasje bedankt. Natuur
lijk waren er wel de bloemenfee-
verkiezingen en de nieuwe prins
verkiezing, maar daarmee was het
echt gedaan, je droeg dan je prin
senkostuum over aan de vol
gende. Voor mij was dat kostuum
gedragen geworden door K arel De
Naeyer (twee jaar na mekaar) en
Kamiel Sergant. Ik geloof dat
mijn kostuum toen nog gedragen
is door Simon D'Hondt». Iets dat
ondertekende niet zo direkt ziet
gebeuren, maar goed... Voor
Henri leek alles formidabel ge
weest te zijn, hij heeft het nog
even over de twee bloemenfeeën
die hij gekend heeft: Yvette (De-
prez) met wie hij de drukte van de
karnavaldagen beleefde en Ingrid,
de enige niet-Aalsterse in de
bloemenfee-historiek. Kortom,
mensen en gebeurtenissen die
hem als-jonge twintiger vele goeie
herinneringen hebben bezorgd en
hem straks na door toevallige
omstandigheden telkens afwezig of
bezet geweest te zijn misschien
op de weg van de jonge Aalsterse
In het jaar dat men te Brussel aan de opbouw timmerde van de expo, de Boudewijnlaan
aanlegde en de vismijn aan de P. Corneliskaai openstelde, regeerde over Aalst Prins
Karnaval Don Marco. De zonneprins, die bij zijn blijde intrede ook de zon meebracht. We
schreven toen 1957 en sinds 1951 was het goed weer alsmaar achterwege gebleven om
feestvierend Aalst nog intensiever te laten deelnemen.
Marcel Henninck moet in
het verre terugzoeken om
zijn heugelijk karnavaljaar
terug uit te diepen. Een
grooi aantal krantenknip
sels en foto's zijn hierbij het
onvermijdelijk geheugen
steuntje. Het gebeurde im
mers allemaal twintig jaar
geleden en bij een echte
karnavalist gebeurt er in die
tijdspanne tijds heel veel.
Zeker als onze gastheer, ak-
tief bezig is in de later op
gerichte Prinsencaemere
onder de dynamische lei
ding van Deken Simon
D'Hondt.
In de Zomerse winter van
1957 bestond er nog geen
Prinsencaemere en zelfs
geen bloemen of andere of
ficiële fee en de prinsen
verkiezingen verliepen
enigszins anders. Marcel
Henninck is een van de
oudste prinsen. Voordien
was het Fransky die drie
maal prins werd en vervol
gens keizer. Marcel en
Fransky waren zeer goede
vrienden en het is dank zij
deze legendarische keizer,
dat Marcel zich prins-kan
didaat stelde. Marcel die
voordien intens aan het kar-
navalgebeuren deelnam en
alhoewel niet met een kar-
navalgroep, toch met een
achttal verkleden vóór de
stoet opstapte voor de lol
en het plezier.
Uiteindelijk liet hij zich
overhalen en inschrijven.
Het komitee voor de verkie
zing van Prins Karnaval (een
Komitee onder bescher
ming van het feest komitee
van de stad Aalst), liet bij
monde van sekretaresse Cl
Pietsier op 16.2.57 de aan
vaarding van zijn kandi
daatstelling weten.
Vier mede-kandidaten ver
schenen samen op het po
dium voor de prinsenverkie
zing. Een verkiezing die
toen enigszins anders ver
liep, omdat de kandidaten
toen geen persoonlijke
show weggaven. Het vol
stond om zich te laten zien
aan het publiek, die bij mid
del van een stembrief de
meest geschikte kandidaat
kon kiezen.
De te verdienen prijzen lo
pen ook een ietsje anders.
De hoofdprijs was een
«vaas» van Het Laatste
Nieuws. Marcel sleepte ver
der een strandzetel, een bo
kaal pikkels, een vloermat,
een fles champagne en 100
naamkaartjes mee naar huis
en kon aan zijn officiéél
ambt beginnen. Hiervoor
moest hij op eigen kosten
zorgen voor zijn prinsen
kostuum volgens een eigen
ontwerp. De opdracht werd
toevertrouwd aan Valentine
Rogghé, die er in slaagde
om tijdig klaar te komen en
er voor de grote dag er niets
anders meer restte dan zich
onder de bekwame handen
van Van Nuffeltaire te laten
schminken.
Omdat de prinsen ook nog
onder een schuilnaam dien
den op te treden koos Mar
cel de toepasselijke naam
van Don Marco en tot een
van zijn zeer opvallende at
tributen behoorde een ver
vaarlijk uitziend mes. Een
werkstuk van Marcel zelf,
dat in feite niets anders ,vas
dan een...snor en ba rd-
borstel. Aldus kon Don
Marco zijn aangeplakte
sieraden en deze van ande
ren verzorgen
Om karnaval én het ganse
jaar rond te komen beschik
te de Prins karnaval over de
som van vijftienhonderd
frank subsidie.
In dit Karnavaljaar waar het
Ros Balatum voor de eerste
maal z'n intreden deed en
de rest van de stoet vooral
bestond uit groepen uit dir
verse steden en gemeenten
van het land, beschikte Don
Marcol wel over een prin
senwagen van de stad
Aalst. De ajuinen mochten
hem bewonderen gezeten
op een reuzehand en een
enorme kroon die zijn waar
digheid benadrukte.
Vanzelfsprekend stonden er
ook toen de reeks bezoe
kers op het programma. Het
ziekenhuis het bejaarden
tehuis in de Kattestraat
waar hij met een 98 jarig
vrouwtje een dans waagde
Maanstraat nr. 14. Daar woont Louis Van Pottelbergh: Prins Karnaval 1960. De Voorpost had graag Cantinière van de Oude
geweten hoe hij het er toen als prins vanaf bracht. Ons bezoek begon met 't doorkijken van een massa a vond één ding spijtig:
foto's, waarbij ons opviel welke prachtige kleren er in die tijd door prinsen en kandidaat-prinsen gedragen haar groep «de
werden. Louis en zijn echtgenote Emilienne Brulin (jawel, nog familie van Tone Brulin) genoten (allemaal meisjes) heeft
merkbaar nog van die verre herinneringen die op foto's en in albums waren bijeengebracht. opgeven. Meneer Louis
kwetste zijn slachtoffers nooit.
Hij vertelde ons heel wat
anekdotes over hun grappen
waar we hartelijk moesten om
lachen. Hij en zijn echtgenote
waren bij deze karnavaleske
bezigheid vergezeld van Edgard
Van Den Abbeele en Maria
Sonck (beiden nu in de groep
d'Elementen). Vlak na de oorlog
mocht men echter geen maskers
dragen. Dit belette echter niet
dat het gezelschap ook toen veel
plezier had.
Louis zal het ons echt niet
kwalijk nemen dat we hier eerst
even zijn echtgenote op het
voorplan schuiven.
Tenslotte lag zij voor een groot
stuk aan de basis van zijn
prins-zijn. Zij heeft een bijzon
der mooie verzameling klederen
die ze stuk voor stuk zelf
gemaakt heeft naar echte mo
dellen. In de jaren dat Louis
prins werd. was het kostuum dat
de prins droeg nog van groot
belang. Zoontje Freddy en
dochtertje Marie-Rose (intussen
al zoon en dochter!) werden op
het jaarlijks kinderbal trouwens
meerdere keren koning of
koningin, ook met kostumes
door moeder gemaakt. Verbluf
fend mooi, dit privé museum.
Vakwerk tot in het kleinste
naadje verzorgd
Het lag voor de hand dat Louis
dus ook eenmaal prins zou
worden. Op aandringen van de
heer en mevrouw Raymond
Steleman stelde Louis zich in
1957 voor de eerste keer
kandidaat. In 1960 volgde hij
dan Robert Waterschoot op als
Prins Karnaval. Zijn naam was
Sir Orlandy. het personnage dat
hij dus met veel sukses had
voorgesteld. De heer en mev.
Van Pottelbergh hadden in
Londen het museum van
Madame Tussaud bezocht en
daar het beeld van Sir Orlandy
bewonderd (Sir Orlandy moest
voor de Engelse koningin ju
welen ophalen, maar hield er af
en toe wat achter. Als straf
moest hij op het appèl ver
schijnen in een kostuum waarop
al die achtergehouden juwelen
waren vastgenaaid). Achtereen
volgens was Louis eerst
Casanova. Due Delcarno, Car-
navalito. en de laatste keer dus
Sir Orlandy. In kostumes die
werkelijk bijzonder mooi en echt
waren. Zoals Louis ons zei was
hij het «slachtoffer van het
hobby van zijn echtgenote».
Het spreekt vanzelf dat Louis
Van Pottelbergh al een duchtig
karnavalvierder was vóór hij
prins werd. Reeds van voor de
laatste oorlog. Karnaval verliep
toen in een heel andere sfeer.
Men kon elkaar toen nog
duchtig naar hartelust «verwij
ten». Louis hield er echter aan
dat dit menselijk gebeurde. Hij
Toen hij in 1960 prins was
gebeurde het allemaal toch een
beetje «serieuzer». Alles moest
op uur en tijd gebeuren. Er
hadden toen nog veel bals
plaats. (Volharden: Club 13,
Oude Garde, Taal en Vrijheid,
Catharinisten, Generale Bank),
waarvan de meeste nu ver
dwenen zijn. Soms was het
onderling afspreken wanneer
men hier of daar het défilé zou
houden, want dan moest de
prins toch aanwezig zijn.
Wat de prinsenverkiezing zelf
betreft, hij was de laatste
«verklede prins». Achteraf was
het gedaan met de zelf gekozen
kostuums. Dit vonden Louis en
Emilienne zeer spijtig. Een
verkiezing verliep trouwens nog
niet met supporters zoals nu.
Een prins was toen minder een
showman, zoals dat de laatste
jaren wel het geval wordt. Het
beeld van een karnavalprins is
met de jaren heel wat gewijzigd.
In die tijd kreeg een prins nog
geen (financiële) steun van de
stad. Tenzij dan, in het geval van
Louis, 1500F nè karnaval. Maar
hiermee kwam men uiteraard
alleminst uit de kosten. Prins
zijn was toen nog meer een zaak
van prestige. Louis Van Pottel
bergh vond het dan ook jammer
dat er momenteel zulke dure
prijzen aan een karnavalprins-
verkiezing verbonden zijn. Hij
ziet veel liever een prins die
geeft. Het bedrag van de prijs
kon de stad veel beter omzetten
in dingen die de prins kon
uitdelen (in de stoet bijvoor
beeld). In die zin deed Louis
trouwens later nog een eksperi-
ment dat verrassend goed slaag
de: snoep en speelgoed uitdelen
in de stoet. Het was een enorm
sukses! Louis Van Pottelbergh
leerde ook veel mensen waar
deren die hard werkten achter
de schermen: Raymond Stele
man (Oude Garde). Panne
Albert Waegenian (Taal en
Vrijheid), Van Cleemput (Club
13). Hemmeryckx (Generale
Bank) en zeker ook Staaf
Stobbeleir. Maar ook buiten de
stad is er Sir Orlandy bedrijvig
geweest. Aarschot, Zaventem,
Bredene. Moorsel, Wetteren.
Natuurlijk ook in Aalst zelf (o.a.
Vola-kermis). Hij ging de zieken
(kinderenen volwassenen) in het
hospitaal bezoeken (een traditie
die Keizer Franski had inge
voerd). Ook bij partikulieren
ging hij zieken bezoeken. Hij
was werkelijk 'n prins voor alle
mensen. Emiel Bogaert (van de
Catharinisten) hielp hem hierbij
heel goedkoop aan snoep- en
speelgoed. Het was alsof Sir
Orlandy wou zeggen: «ik ben
prins karnaval, maar ook met U.
zieken die niet kunnen meedoen
voel ik mee».
Mevrouw Van Pottelbergh.
op de duur niet meer aa
alleen de karnavalwagt
maken voor deze groep vu
dat is toch mannenwerk f*
groep moest dus tot zeei
spijt van mevrouw ontb
worden. Het echtpaar dy<
Pottelbergh vond het verd ?si
jammer dat de Oude Galmde
weinig werd uitgenodigd aal
feestelijkheden in de sta )n i
Cantinières met hun uik
gevuld met drank zouden i aat
wel een heel gewaari m
attraktie kunnen vormen, as
de
Tot slot zei sir Orlandy oi kc
dit: men mag met karnav |ge
blijven staan waar men sta !2j(
zijn mensen nodig met z
ideeën. (Eens karnaval, en
men ook de politiek verj an
Er zijn goeie elementen s
te vinden die er kunnerUur
zorgen dat het prestige valJre'
karnavalstad omhoog gaa S j
dis
WILFRIED Lil ore