AALST, DE PRINSENCAEMERE, DE FOOR EN DE GEHANDIKAPTEN De VoorDOSt - 4-3-77 - 15 Toch moet het niet gemakkelijk zijn om zo dicht op elkaar te leven. Steeds andere buren, je weet nooit op voorhand wie het zal zijn. En als het tegenvalt en jullie woonwagens plakken als het ware aan elkaar, dat kan toch tot hevige spanningen lei den! Denk nou nu, dat wij zo dicht te gen elkaar gaan staan omdat wij graag in andermans keuken kij ken! Neen! Wij allen beschouwen het als onze plicht dat wij elk plaatsje optimaal bezetten. Hoe dichter wij met onze woonwagens en ander materiaal staan, hoe meer plaats er is voor onze kolle ga's. Dat is gewoon een kwestie van kollegialiteit. Je drukte daarnet nogal op jul lie eis tot erkenning, tot be scherming van het beroep. Ja er is onze eis tot erkenning van ons beroep en meteen bescher ming. Wij hebben alle plichten van middenstanders. Wij aan vaarden dat wij middenstanders zijn, reizende dan wel, maar wij willen dan ook de eventuele voor delen, maar zeker de waarborgen erbijDat betekent: wij willen een beroepskaart. Zonder die kaart zou je geen beroep mogen doen op de naam foorreiziger. In alle lan den hebben ze dat. Dat beschermt hen. Weet dat in Belgie ook alle buitenlanders mogen komen. Omdat hier geen beroepskaarten bestaan. Op alle grote foren wor den wij opzij gedrukt door buiten landers die maar al te graag naar Belgie afzakken. Voor hen is het hier het landje van belofte. Duit sers en Fransen, zelfs Italianen overspoelen onze foren. Pakken onze boterham af. Dat betekent minder werk voor onze eigen Bel gische foormensen. Maar het zal de regering een zorg zijn! Wij hebben de steekproef gedaan in Duitsland en Frankrijk. Wij heb ben aanvragen gedaan voor grote foren. Met allerlei uitvluchten werd ons duidelijk gemaakt dat wij beter in Belgie konden blij ven. België laat alles en nog wat binnen, maar probeer hetzelfde eens in de buurlanden... Hoeveel kermissen of foren die je zo per jaar? Wij doen er 12. Dat betekent van Karnaval tot november: reizen, opbouwen, ons een thuis inrich ten, werken, afbreken en opnieuw reizen. Dan komt in de winter de «vakantie»: Verven, opkalefate ren, uitkijken naar nieuw materi aal, de verpachtingen in de gaten houden, onze kalender opstellen, een uitstapje maken. In deze pe riode organiseren wij ook een en ander voor de goede werken van onze federatie. Zoals je ziet. een gevuld programma! Het reizende leven stelt voor het familieleven wel enkele proble men. Hoe vangen jouw vrouw en de kinderen dat op! Wat mijn vrouw betreft, zijn er geen problemen. Zij komt zelf uit een familie van foorreizigers. Zij kan zich geen ander leven voor stellen. De kinderen zijn tijdens de schooltijd in een internaat. En of ik nu in Diest of in Oostende sta, elke vrijdagnamiddag ga ik ze halen. En elke maandagochtend voer ik ze weg. Daar houden wij aan. Ben je van plan dit beroep je hele leven uit te oefenen? Of droom je ervan je later nog eens in een huis te kunnen «nes telen». Wat ik later ga doen, daar heb ik nog nooit aan gedacht, eenvou digweg omdat ik niets anders zo' willen doen, dan wat ik nu doe En zo zijn de meeste foormensen. Wij houden van ons leven met zijn moeilijkheden en met zijn betere momenten. Dat is ons leven. Je hebt een schietkraam. Heb je zelf al eens deelgenomen aan een schietwedstijd? Ik ben ooit eens met een van deze karabij ncn naar een schietklub ge trokken. Toen ik zag wat die men sen bedoelen met schieten, heb ik mijn geweer opnieuw ingepakt en ik ben teruggekeerd naar huis. Ze hebben mij nooit meer gezien. Zij gebruiken uiterst nauwkeurige tuigen, en vinden het daarenbo ven nog nodig er allerlei lenzen en andere machinerieën op te monte ren. Laat ze eens schieten met een doodgewoon geweertje van mij Het is al een stuk over de middag. Willy houdt duidelijk van zijn be roep. Hij zou er nog uren kunnen oververtellen. Maar zijn vrouwtje heeft gekookt. Zij wil de familie aan tafel. Dinsdag vertrekt de hele familie Calmain naar Gent, Sint- Pietersplein. Karnaval is voorbij. Een andere foor. Ander publiek. Misschien tot volgend jaar. G.H. mers, verloopt alles in Antwerpen over twee woensdagnamidda gen.Een voor de wezen en kinde ren uit tehuizen en één voor de gehandikapten. Hierbij worden leger en politie ingeschakeld. Hier in Aalst is het allemaal an ders gegroeid. De Prinsencae- mere is de initiatiefneemster en Willy Calmain zorgt voor de kon takten met de foorreizigers. En er komt geen leger bij te pas. Alles gebeurt met de hulp van vrijwilli gers. Dat brengt wel enige impro visatie met zich, maar de inzet is er. En de medewerking van de kant van de foormensen is fantas tisch. Even rekenen: de smoutebollen-kramen schonken elk 125 pakjes vol lekkere smoute- bollen, elke autoscooter gaf 200 ritkaarten, de kindermolens gaven elk 150 ritten, de rups eveneens 150, de twee mastodonten(de pa rachute en de calypso) gaven er ook elk 150 en de miniscooter gaf 100 bonnetjes. De lieve man zou meer geven, maar zijn kleinere in stallatie kan niet meer verwerken. En dat is nog niet alles. Is dat niet fantastisch? Is dat geen unieke ges te voor onze gehandikapten? En de man die daarvoor op stap is gegaan, is Willy Calmain. Met de man die zoiets verwezenlijkt heeft, gaan wij praten. Willy Calmain eksploiteert sa men met sijn vrouw het schiet kraam «Tir Will» (naast de auto scooter op de Hopmarkt). Het is zondagvoormiddag. Het is nog rustig. Willy komt van onder zijn woonwagen gekropen, dik onder de olie en het stof. Zijn vrije mo menten gebruikt hij om alles na te kijken en te repareren. Willy is van Kortrijk. Hij heeft drie doch ters. Hij laat ons binnen in de ge zellige en praktische woonwagen. Een wijntje, een witje, of iets an ders? Willy, je zet je hard in om de gehandikapten van Aalst en omgeving een onvergetelijke namiddag te bezorgen. Heb je een speciale reden om de toch al sporadische vrije tijd op te offe ren om op stap te gaan, bij de kollega's te gaan aankloppen, te gaan bedelen? Wat ik doe voorde gehandikapten van Aalst, wil ik doen voor alle misdeeldcn. Wij, foormensen, vinden zoiets maar normaal. Dat zie je aan wat we bij elkaar ge haald hebben. En vergeet niet, ik ben slechts de verzamelaar, de giften komen van de kollega's, van' allen. Overal word ik met open armen ontvangen. Wat wij hier doen voor de gehandikapten is slechts onze inbreng, ons aan deel bij wat alle mogelijke andere verenigingen, bonden, indivi duele mensen voor hen doen. En voor hen kan er niet genoeg ge daan worden. Ja, wat je doet, is heel mooi. Maar het blijft toch maar een gift. Vind je het niet erg dat onze gehandikapten het nog veelal moeten hebben van lief dadigheid, van initiatieven van groepen en individuen. Ja dat is zo. Er kan zoveel gedaan worden van overheidswege. Maar zo is het nu eenmaal in België. De gehandikapten zijn politiek niet interessant. En in Belgie kom je dan op de tweede plaats. Terwijl die mensen met voorrang zouden behandeld moeten worden. Wij. foorrcizigers zijn zowat in het zelfde geval. Al jaren vrager wij naar een statuut, maar ja wij zijn maar een rondtrekkende min derheid. Een foorman die zijn hele leven buiten zijn eigen kies- distrikt verblijft, is voor geen en kele politikus interessant. Dus. Je zegt wel datje by je koiiega's met open armen ontvangen werd. Maar niet iedereen is zo inschikkelijk en wil bv 150 vrije ritten geven op een drukke zon dagnamiddag. Onze mensen reageren op een dergelijk initiatief positief en zij geven met hun hart. Alleen zijn zij bang voor misbruiken. En dat is, geloof ik wel, hun volste recht. Van profiteurs houdt toch nie mand. En als zij merken dat wat zij doen, geapprecieerd wordt, wel dan mag je ze vragen wat je wil. Let maar eens op hoe zij ge handikapten uit hun stoelen in de autootjes of op de kindertuigen helpen. Dat gebeurt met de glim lach. De brede. Weetje nog ten tijde van de brand in de Innova tion in Brussel? Wel toen heeft de HELE foor in Antwerpen op eigen initiatief een dag gesloten. Wij le ven met de ongelukkigen mee. Niemand heeft ons gevraagd of verplicht te sluiten. Wij doen zo iets spontaan. En tussen haakjes, weet je wat er wel open was in Antwerpen die dag van nationale rouw? Juist. Het warenhuis met die naam. Zie je het verschil? Wij zijn mensen onder de mensen. De wereld van de foorreizigers is voor velen een onbekende we reld. Hoe zijn jullie georgani seerd? Wij hebben twee sterk uitge bouwde organisaties. Alhoewel totaal onafhankelijk van elkaar, werken zij vaak samen. Hier kun nen wij met al onze problemen terecht. Administratie, BTW, fi nanciële, sociale, juridische pro blemen, onderlinge moeilijkhe den. Omdat wij een zo onvast le ven leiden, weten wij dat wij ons moeten organiseren. De federatie waarvan ik sekretaris ben, heeft haar zetel in Brussel. Het bestuur bestaat uit zeven mensen, tegen woordig vooral jonge mensen. Dus dat belooft. Dat bestuur kan nooit ineens helemaal vernieuwd worden. Telkens kunnen slechts vier mandaten ter beschikking ge steld worden. Zo blijft er een kon- tinuiteit bestaan. Dat is van levens belang voor ons. Zo komen de hangende zaken nooit ineens in de handen van een totaal nieuw be stuur. Vele mensen vragen zich wel eens af: hoe komen jullie aan die standplaatsen. In Aalst .gaat dat per openbare aanbesteding. Een standplaats wordt opgeroepen. Als ze je be valt, roep je. Zijn er nog geïnte resseerden, dan wordt er opgebo den. Net zoals op een verkoop of een openbare verpachting. Dit is natuurlijk het financieel meest voordelige systeem voor de stad zelf. Wij zijn soms verplicht om tegen elkaar op te bieden, wat uit eraard meer geld in 't laatje van de stad brengt. Dat leidt vaak tot spanningen onder onze mensen. Wij zijn erg gekant tegen dat sis- teem. Om verschillende redenen. Ten eerste zuiver financieel. Een standplaats kost ons meer. Ten tweede: onze bestaanszekerheid. Ik roep bv. op een standplaats. Ik haal het. Ik verdien er goed mijn boterham. Dus ik reken er op dat ik die volgend jaar weer zal kun nen hebben. Mis. Bij de verpach ting het volgend jaar kan iemand mij afroepen. En waar sta ik dan? Waar moet ik dan naartoe. Het sisteem dat in vele andere steden in gebruik is, betekent voor ons meer zekerheid er wordt ver huurd voor bv. drie of meerjaren. Dan mag er al eens een slecht jaar tussen zitten. Wij weten waar wij staan. Wij durven al gemakkelij ker investeren. Ten derde: Daar we geen beschermd beroep zijn, daar wij geen beroepskaart van foorreiziger hebben -de markt kramers hebben dat wel- kan ie dereen hier maar komen roepen. kan iedereen zomaar een plaats komen huren als hij maar een handelsregister en een BTW nummer heeft. Dat betekent nog niet dat hij een foorkramer is! En hier in Aalst speelt nog een ander element een rol: de stad wil met de opbrengst van de pacht gelden, de onkosten van de karnavals-organisatie betalen. Dus wij moeten de put vullen die de stad maakt. Net of wij AL LEEN profiteren van karnaval! Wij gaan hier geen andere beroe pen noemen die veel rechtstreek ser verdienen aan het kamavals- gebeuren, maar moeten zij niet helpen de put te vullen? Moeten zij niet hun part bijdragen? En sommigen verhogen dan nog spe ciaal hun prijzen. Wij zijn zowat de melkkoe voor karnaval Aalst. Maar er zijn grenzen aan. Als we nu eens allen ergens anders naar toe trekken? In het hele land wordt karnaval gevierd! Waar zal de stad dan haar geld halen? Let op, als ons bestuur zegt: niemand gaat naar Aalst, wel dan komt er nie mand! En wat dan? Hoe is het kontakt met het stadsbestuur? Dat vlot. Natuurlijk er zijn altijd problemen. Wij dringen er steeds op aan om die in een serene sfeer op te lossen, in overleg. Daarom komen wij in de winter met het stadsbestuur samen en bespreken onze problemen. Voor- en nade len worden afgewogen. Eikaars standpunten worden bestudeerd. Buiten het probleem van de open bare verpachtingen zijn alle pro blemen steeds opgelost kunnen worden. Nu is er natuurlijk een ander probleem bijgekomen: nu de fusie er is, zullen de plaatsen op de kermissen in de fusiege meenten ook verpacht worden, net als op de wijkkermissen in de stad. En daar willen wij toch wat aan doe nHet is immers zodat op de gemeentekermisscn steeds de zelfde foormensen kunnen terug komen Dat wordt op verschil lende manieren geregeld, al naar gelang de gemeente. Onze men sen worden die gemeente ge woon, zij voelen er zich thuis en zij houden eraan daar terug te kunnen komen. En de inwoners van de betrokken gemeenten ken nen na enkele jaren die foormen sen. Zij zijn vertrouwd geworden met hen. Nu dreigt daar verande ring in te komen. Daarom stellen wij voor dat de verpachtingen voor de wijkkermissen(stad Aalst) en die voor de kermissen in de fusie-gemeenten, niet per openbare aanbesteding zouden gebeuren. Daar kan, dachten wij, wel over gepraat worden. Jullie leven wel in een wereld apart. Jullie zijn meer dan wie ook op elkaar aangewezen. Hoe is de verstandhouding on derling? Ja, wij vormen een dorp. waarvan de inwoners, na enkele weken te zamen te hebben geleefd, op nieuw uitzwermen. En in andere steden wordt dan, met weer an dere mensen, een nieuw dorp op gericht. De verstandhouding on derling is in het algemeen heel goed. Er zijn natuurlijk al eens wrijvingen en moeilijkheden. Maar wij zijn verplicht morgen opnieuw samen te leven. Wij hebben toch allen dezelfde pro blemen. dezelfde belangen ook. Dus verdeeldheid betekent schade aan onze eigen belangen en aan die van onze kollega's. Daarom, als er ruzie is (er wordt al eens geroepen, gevloekt en getierd - waar niet), betalen wij elkaar een pintje, de ruzie wordt bijgelegd en alles is vergeven en vergeten. Na tuurlijk, er zijn altijd koppigaards en er blijven de familievetes. Maar dat vind je toch overal. Wij zijn genoodzaakt overeen te ko men. De oudjes van St Job waren maar al re blij even een praatje te kunnen slaan met Gilly (SJ) Er kan moeilijk gezegd worden dat Aalst niet aan zyn gehandikapten denkt. En Aalst heeft nogal wat instellingen die zich met gehandikapten bezighouden. Voor deze instellingen is alle steun moreel en financieel welkom. Ook de Prinsencaemere draagt haar steentje by. Het is nu al enkele jaren geleden dat Simon d'Hondt en de heer Barrez van de autoscooter de eerste foornamiddag voor de gehandikapten organiseerden. De gehandikapten kregen een onver- getelyke namiddag aangeboden. En meteen was een traditie geboren. De heer Barrez heeft zijn taak overgedragen aan Willy Calmain, Nationale Sekretaris van de Ver eniging der Belgische Foomijver- aars en Sekretaris van de afdeling Aalst. Willy Calmain is nog jong (37j). Onder zijn impuls hebben initiatieven als de gehandikapten- namiddag de aandacht van de hele foorgemeenschap gekregen. En Aalst is niet de enige stad waar zoiets op het getouw wordt gezet. Er bestaat al jaren iets dergelijks in Antwerpen. Uiteraard niet ge organiseerd door een Prinsen caemere. Maar terwijl het hier een zondagnamiddag betreft, toch de beste namiddag voor de foorkra- Duitse delegatie uit Keulert overhandigde aan burgemeester Dhaeseleer en aan deken Simon DHondt een in-panorama (SJ) ge vol meermaals stoelsg el symputisanten en door delegatie uit binnen- en buitenland trok vorige door de stad (SJ) Een bomvolle zaal voor de Prinselijke karnavalzitting (SJ) moet toch schoon geweest zijn he mijnheer de schepen (SJ)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1977 | | pagina 15