FILM BIJ ONS 1
MET ANGELE DE BREMAECKER
WOORDEN UIT DE BOMEN PLUKKEN
GROEP 75 PROBEERDE
«EEN ONDER ONS»
VAN E.W. COX
OP TE VOEREN
ZJEF TE AALST,
ANDERMAAL
Met een vers als een kers
24 - 1-4-77 - De Voorpost
Het kan niet alle weken feest zijn, dus moet U zich deze
week maar tevreden stellen met een aantal vrolijke herne
mingen, zoals daar zijn:
MY NAME IS NOBODY
een film van Tonino Valerii (1973)
met Terence Hill, Henry Fonda en Jean Martin
vrolijke one-man western la Sergio Leone, kompleet met
Ennio Morricone muziekjes. Het kompleet uit de lucht ge
grepen verhaal van de stoere (pardon) held die het op zijn
dooie eentje opneemt tegen een legertje schurken: en geen
enkele overlevende natuurlijk.
(cinema Feestpaleis)
LADY AND THE TRAMP
een tekenfilm van Walt Disney.
Het vrolijke, ontroerende, spannende en ontspannende
vertiaal van een sjiek hondje dat verliefd wordt op een
straathond.
Voor de allerkleinsten en andere lichtgelovigen.
(cinema Palace)
COLPO IN CANNA
een film van Fernando Di Leo (Italië, 1974)
met Ursula Andress (Undress?) Woody Strode, Marc Porei
en Aldo Giuffré.
Vorige week reeds aangekondigd, maar wegens program
mawijziging op het laatste nippertje verschoven. Voor meer
(summiere) inlichtingen: zie vorige week.
(cinema Alfa)
Op televisie deze week:
VERA CRUZ: een film van Robert Aldrich, met Gary Cooper
en Burt Lancaster. Spanning en lol gegarandeerd. (BRT,
vrijdag 1 april om 20.40 uur)
L'INVITATION: Zwitserse film van Claude Goretta, met
Jean-Luc Bideau, Michel Robin, Jean Champion en Pierre
Collet. Knappe film die ondanks (of dank zij?) zijn eenvoud
enorm weet te boeien. (RTB, vrijdag 1 april om .22.25 uur)
CHARLOT SOLDAAT en DE PELGRIM: twee ouwe krakers
van en met Charles Chaplin (zaterdag 2 april om 14.30 uur
op de BRT)
UN NUAGE ENTRE LES DENTS: betere, uitmuntende!
zelfs, Franse film met Philippe Noiret en Pierre Richard.
Knappe kijk op de sensatiejoumalistiek. (RTB, maandag 4
april om 19.50 uur)
D'R IS GEEN TIJD VOOR LIEFDE, CHARLIE BROWN:
tekenfilm op basis van de beroemde Charles M. Schulz-
strips. (Nederland 2, maandag 4 april om 19.05 uur)
LE VOYAGE: een film van Vittorio de Sica (Italië), metl
Sophia Loren en Richard Burton. (RTB, donderdag 7 april
om 20.10 uur)
A MAN FOR ALL SEASONS: prachtige film van Fred Zin-
neman, met Robert Shaw en Paul Scofield. Het levensver
haal van Thomas More, Engels filosoof, schrijver van «Uto-|
pia», tijdgenoot van Erasmus en Macchiavelli. Aanrader!
(Nederland 2, donderdag 7 april om 21.55 uur)
Zjef Van Uytsel, de bard met de intimistische liederen over lief,
leed, lente en nog van die inspirerende fenomenen was op woens
dag 23 maart voor de zoveelste keer te gast in Aalst.
Op te merken in het H.R.I.T.O. was zijn nieuwe begeleidings
groep die vooral in zijn nieuwe nummers neem pakweg
••Vroegerde nodige popgeluiden aan zijn gitaarspel voegden.
Opnieuw de grootste Zjef gehoord die zoveel jaren terug samen
met onze streekgenoot Jan De Wilde, de tweede klcinkunstgcnc-
ratie inluidde om later van liedjes als -Zotte Morgen» en Ik weet
wel mijn lief» echte Vlaamse evergreens te maken.
(JM-RDW)
tuurlijke zegging. opge
schroefde mimiek, pijnlijk verlo
ren lopen op zoek naar de juiste
plaats.
De ene zegging klonk geaffek-
teerd, de andere weer onver
staanbaar. Het funktionele op
treden van de poppen bleek
een karikatuur, het dilettantisch
geknoei met een over zeer
weinig mogelijkheden beschik
kende lichtinstallatie, een de-
kor dat nog niet eens het peil
haalde van een dorpspoppen-
kast, de storende geluiden ach
ter de scène en achterin de
zaal, een zichtbare gitaarspeler
(eerste bedrijf) en het absoluut
ontbreken van enige harmonie
tussen muziekspel, toneelspel
en poppenspel vormen een ple-
iade van negatieve elementen
die de ganse toneelavond tot
een bijna belachelijk-vervelend
schouwspel maakten.
Wat mag Regisseur Jef Borms
er toe aangezet hebben om zijn
spelers (hijzelf ook) in die «stijl»
te laten evolueren?
We noemen verder geen na
men van medewerkers want
«niet één onder hen» akteerde
op een behoorlijk tornooipeil.
Laten we over de ganse avond
en de prestatie maar zo vlug
mogelijk het toneeldoek der
vergetelheid vallen.
K.De NAEYER
THE GRADUATE
een film van Mike Nichols (vsa, 1967)
met Dustin Hoffman, Anne Bancroft, Katherine Ross, Mui
ray Hamilton, William Daniels en Buck Henry,
muziek: Dave Grusin en Paul Simon (Mrs. Robinson, w«
je wel oudje).
Mike Nichols is de jonge Amerikaanse regisseur die oj
vijfendertigjarige leeftijd grote sier maakte met zijn vertil"
ming van Edward Albee's toneelstuk «Who's afraid of Virgi
nia Woolf». Een jaar later maakte hij alweer een voltreffe
van jewelste, deze «The Graduate». Zijn eerste film was ii
feite zijn «ingangseksamen» voor Holly ;ood - hij slaagdi
prachtig. Nichols is tevens aktief bezig in de AmerikaansL ec
toneelwereld. Zijn latere films («Carnal knowledge». «Th^d
Day of the Dolphin», «The Fortune») kenden hier mindr
sukses, ten onrechte want zij biijven typerend voor ee
bepaalde kritische instelling tegenover de Amerikaans
samenleving. «The Graduate» is het tragi-komische veif aPI
haal van een jong student (Dustin Hoffman, die hier de kanLe
van zijn leven kreeg) die zijn eigen schuchtere manier veir
liefd is op -uiteraard- het meisje van zijn dromen. Hij wor<j.cen 1
echter getreiterd (nou ja) door haar moeder, waar hij ee y,,e
uitzichtloze verhouding mee heeft. Op een mooie dag konardc
alles aan het licht, het meisje wordt naar een verre scho(w ,c
gestuurd en Dustin ziet zijn mooie plannen in rook opgaar
Hij laat zich echter niet ontmoedigen en wanneer hij vei g
neemt dat zijn schone in andermans huwelijksbootje z<r von
stappen onderneemt hij een laatste poging die ondanks all
mogelijk tegenslagen lukt. "rd
Warm aanbevolen! ove'
(filmklub Pan, CSV - Wellekensstraat Aalst, zondag 3 apif 'n d
om 20 uur) ,r>'d
de zi
CABARET [cdcn
een film van Bob Fosse :rs °P
met Liza Minnelli, Michael York, Helmut Griem en Jo [°ld
Grey. belanl
Bijzonder knappe musical, een verbijsterend visue^vp"'
schouwspel, waarbij men toch niet kan voorbijgaan aan c e™rni
achtergronden van de periode waarin de film zich afspee
In het Berlijn van 1930 groeit immers het Nazisme, aanval J
kelijk een gevreesd zuiveringsapparaat, doch later in ea
massale hysterische toestand toegejuicht. De sekwentj
die dit het best illustreert is die van het dorpsfeest, waar ei
jong lid van de Hitlerjugend een propagandalied inzet (Tl
World belongs to me), waarin hij aanvankelijk slechts aarzj
lend gevolgd wordt door de jongeren, doch enige matt
verder wordt iedereen meegesleept door zijn jeugdig ei1
thousiasme. Bob Fosse's personnage's zijn stuk voor sti
karakters die iets te vertellen hebben in die prachtige sf<
van het kabaret. Vooral de ceremoniemeester, de man
de stukjes aan elkaar praat is fascinerend en soms zei
huiveringwekkend. In tegenstelling tot de meeste musici
waarin de lieajes en de baletten enkel als bindend of oi
spannend element worden gebruikt zijn de sketches
«Cabaret» tot een zinvol geheel verwerkt. ie-Mc
(Jeugdklub Kreja, zondag 3 april om 20 uur) j Pode
rnbad
tien he
'I scht
lopen i
ORGK
ig jaar
de deel
1976.
J aan
leentru
:li hier
irklarin
Ode aan de lente
Gegroet, o lente van mijn land!
Gij, lichtbaak met uw helle kleur.
Oase, met al fijne geur,
Gij zijt mijn schoonste diamant!
Gij zijt het god'lijk morgenrood
Dat ik eerbiediglijk begroet.
De avondster die dromen doet.
Gij zijt de klaterende sloot.
Gij zijt het vroege lijsterlied.
De zachte tortel die mij roept,
De koekoek die geen nest behoeft
Gij zijt des merels melodie!
Gij zijt het steeds hernieuwd festijn
Dat God weleer in 't leven riep
En naar zijn eigen wensen schiep.
Gij zijt het god'lijk hooggetij!
Angèle De Bremaecker. (JM)
Geboren te St.-Ulriks-Kapelle op
3 januari 1893, vindt Angèle de
Bremaeker in het landelijke en
vooralsnog ongedeerde Aaigem
de tijd om in het rusthuis terug te
blikken op een bewogen leven aan
het dichtersfront en prat te gaan op
de wijze waarop zij door zelfstudie
tot de schare der gewaardeerde
woordenkunstenaars ging beho
ren.
Ook al omdat zij slechts na ellen
lang aandringen van haar vrien
denkring toelating gaf tot het uit
geven van één enkele bundel «Zie-
lezangen»is Angèle geen literaire
prijsgeverij te beurt gevallen. Niet
dat haar bedrijvigheid in de poëzie
onopgemerkt bleef, talrijke be
langrijke Vlaamse toondichters
om er enkele te noemen: Emiel
Hullebroeck, Mark Liebrecht,
Arm and Preud'homme, Lodewijk
Mortel, Marinus De Jong en haar
eigen zoon, Victor Van Frachen
hebben dankbaar gebruik ge
maakt van haar werken om hun
muzikale kronkels te leiden. An
gèle schreef ook tal van vertalin
gen, men herinnere zich het radio
fonisch en geteleviseerd spel «Pie-
ter Breughel de Oude», met haar
vertaling naar de tekst en het sce
nario van René Lys en op muziek
van Jean Absil. René Lys over
haar inbreng: «Gans de poëzie
werd nauwkeurig omschreven en
beklemtoond in de taal van Breug
hel. Ik kan de Vlaamse dichteres
A.d.B. geen grotere lof toe
zwaaien dan door haar te zeggen
dat ikzelf soms de indruk heb een
Franse vertaling van een Vlaamse
tekst geschreven te hebben.»
Niet voor niets dus dat men in het
Koninklijk Paleis met bloemen
heeft gegooid. Angèle de Bre
maeker werd immers voor haar
verdienstelijkheid beloond en bij
Koninklijk Besluit benoemd tot
Ridder in de Orde van Leopold II.
Ze mocht gelukwensen in ont
vangst nemen van koning Boude-
wijn, koning Leopold III en ko
ningin Elisabeth. Van Kardinaal
Suenens ontving ze het gouden
Sint-Romboutskruis.
Angèle's poëzie is nog uit het oude
Vlaams-romantische hout gesne
den. Ze getuigt van die gekende
verknochtheid aan de heimat, de
natuur, de rust van het landelijke
en verraadt die ijver om ambachte
lijke vaardigheid, om met veel de-
likatesse tot stemmige beeldspra
ken te komen, de snaren van de
lyriek in alle eenvoud betokke-
lend. Geen bloem, of Angèle heeft
die gezien om ernaar te luisteren,
om ze te betasten en om de Schep
per ervan met een vers te vereren.
Men leze «'t Boterbloempje»,
«Bosviooltje» en zovele andere.
En dan die zachtheid van de harte
lijke vrouw die zonder zeemzoete-
rijen de weemoed weet op te roe
pen in stukken als «Zieledorst»,
«Zielerust», «Eens leek mijn hart»
e.a.
Nu nog al is het minder fre
quent is de muze bij haar te
gast.
Tot slot één harer laatste gedichten
dat verscheen in «Het Rijk der
Vrouw» (weekblad waarin over
igens regelmatig bijdragen van
haar hand zijn opgenomen).
Afscheid van mijn heimat
Moet ik mijn leven dan verdromen
En hunkren naar wat nimmer komen zal?
Kan ik dan nooit meer tot me-zelve komen
En steeds verbeiden mijn verloren dal?
Zal ik het al nu moeten derven.
Ik, die de bloei van elke lente wist.
Van ieder najaar het versterven
Van bloem en blad, bij uitgestrekte mist?
Mijn blik ziet ieder beeld verijlen
Vergeten ben ik haast elk slingerpad
De tijd vliegt snel en om te verwijlen
Vergeefs! mijn arme smartenziele bad.
'k Begin, langs ongekende wegen.
De aanhef van mijn laatste levenslied,
In vreugd en smart aaneengeregen:
Mijn heimatach! mijn hart vergeet u niet
LIEFDE
Wie zou u niet beminnen
U, liefde, hier op aard'?
Geen mens kan 't woord ontginnen
Want God heeft u gebaard.
De liefde streelt de zinnen
In vreugd' en in verdriet;
Steeds is zij de godinne
Van alwie gaarne ziet.
De liefde kan niet sterven
Men draagt ze meê in 't graf;
Maar 't beeld moet men hier derven
Tot op de laatste dag.
«Volgens de bijbelverklaarders is het niet recht duidelijk welke motieven bij Judas gespeeld
hebben om Kristus aan diens vijanden over te leveren. Hebzucht, door de duivel gedreven?»
Welke motieven, de verantwoordelijken van Groep 75 mogen gedreven hebben om dit «mu-
ziekteaterstuk met figuren en poppen» te spelen en deel te nemen aan het Renaat Ravijtstor-
nooi zal voor ons wel een onopgeloste vraag blijven.
EEN ONDER ONS
In een poging om muziek, bijbe
lse scènes, levende figuren tot
muzikaal totaalteater te laten
uitgroeien deed E.W.Cox «een
verdienstelijke en ernstige po
ging om een SPEELBAAR stuk
te schrijven» aldus Dom De
Gruyter (KNS -Antwerpen). Het
bijbelverhaal met Judas als
centrale toneelfiguur is genoeg
gekend zodat het volstaat mee
te delen dat de auteur zich en
kele vrijheden veroorloofde om
aan het hele verhaal een per
soonlijk cachet, een nieuwe
dimensie een aktueler binding
te geven. In hoeverre de auteur
slaagde in zijn opzet laten we
liever aan het oordeel van de
schaarse toneelbezoekers van
die avond of aan het oordeel
van de toevallige brochurelezer
over.
EEN STUKJE SPELEN
Zelden, ja nog nooit, kregen we
zo'n opeenstapeling van ama
teuristisch gedoe, over-acting,
regiefouten, dilettantisme en
noem maar op te horen en te
zien. Het spijt ons, maar Groep
75 scheen ditjaar dan toch niet
over de zo noodzakelijke dosis
zelfkennis en zelfkritiek te be
schikken Het is niet gemakke
lijk om een toneelgroep te stich
ten in een wat ver afgelegen
zaal (alhoewel...) publiek te
lokken, financieel overeind te
blijven, over de nodige akko-
modatie te beschikken enzo
voort, maar dit was werkelijk te
bar.
«Allen onder hen» gaven blijk
van een te trage en zeer onna-
De akteursploeg van groep 75. (EL)
Toen was het koud buiten, een grillige decemberdag en een schuchtere termometer om naar de eerste
zwaluw uit te zien en om in de warme armen van de riante villa van het gezin Van Frachen-Bosteels de
geestrijke lente in 'n borrel te zoeken. Het is toen dat we 'n praatje geslagen hebben met Victor's
moeder, de dichteres Angèle de Bremaeker, de herfstige rimpels in haar handen, hebben gedrukt en de
natuur uit haar rijmen hebben geplukt.