Vrije Tribune JONG SOCIALISTEN DEBATEREN MET SCHEPEN MONSIEUR EN DE JEUGDSEKRETARIS 2 - 3-6-77 - De Voorpost de redaktie heeft het recht deze teksten in te korten. HET REGEERAKKOORD KRITISCH BEKEKEN Het voorliggend regeerak koord vormt een belangrijk en evenwichtig dokument, op basis waarvan een dy namisch en progressief re- geerbeleid mogelijk wordt. Het bevat niet enkel belang rijke opties in de richting door de socialisten steeds bepleit, maar laat zich ook inschakelen in een bredere europese context, en het is toch op dat niveau dat de economische en sociale po litiek moet kunnen gecoör dineerd worden. Als dusda nig werd het dan ook una niem goedgekeurd door de B.S.P. afdeling Aalst en door de Federatie Aalst. De ze goedkeuring van het voorliggend pakt en pro gramma, betekent niet dat wij over alles even voldaan zijn, maar wel dat het ge heel onze visie voldoende dicht benadert, opdat wij met het geheel onze in stemming zouden kunnen betuigen. Het is ook klaar dat de prioriteiten in dit programma nog nader te bepalen zijn en dat deze moeten gaan in de richting van de meest dringende problemen. HETGEMEENSCHAPS- PAKT Positief alvast aan dit pakt is dat, nadat de BSP en het ABVV reeds eerder tot een globaal akkoord waren ge komen, nu ook de toe komstige regeringspartijen erin geslaagd zijn een defi nitieve regeling te vinden voor een kanker die ons land reeds al te lang aan vreet. Eens dit akkoord gereali seerd, zal het land al zijn energie kunnen besteden aan de oplossing van zijn economische en sociale problemen. SOCIAAL-ECONOMISCH BELEID De grote verdienste van het sociaal-economisch pro gramma is dat het absolute prioriteit geeft aan de op lossing van de tewerkstel- lingensproblemen. Voor het eerst sinds 3 jaren wordt nu afgestapt van de traditione le economische politiek die wilde dat men alleen door een bestrijding van de infla tie de werkloosheid kan te lijf gaan. Het huidig pro gramma koppelt de twee problemen van mekaar los en wil voor beiden tegelij kertijd een oplossing bie den. Bijzonder verheugend hierbij is dat voor het werk loosheidsprobleem geen oplossing gezocht wordt in repressieve zin, maar door een positieve en actieve te werkstellingspolitiek. Er zal immers een speciaal tijde lijk kader van het tewerk stellen van werklozen wor den opgericht. Deze werk lozen zullen worden belast met bijzondere opdrachten op maatschappelijk gebied. Het feit dat men nu ook de verplichte schoolleeftijd op 16 jaar wil brengen en het stelsel van het brugpen sioen wil uitbreiden is toe te juichen. KRITISCHE BEMERKINGEN Het verbeteren van het fris- caal statuut van de investe ringen der ondernemingen mag er niet toe leiden dat men terug zoals in het Eg- mont-plan afschrijvingsfa ciliteiten gaat toestaan tot 110% in 1 jaar! Er moet tevens op toegezien dat geen aanvang gemaakt wordt met het invoeren van inflatie-boekhouding. Dit zou de inflatie alleen maar institutionaliseren en de vennootschapsbelasting met meer dan de helft doen afnemen! De stelling dat meer winst van de onder nemingen automatisch leidt tot meer werk is een mythe. De ondernemingen hebben behoefte aan een normaal rendement, maar ook de werknemers moeten hun rechtmatig aandeel in de vruchten van de onderne ming krijgen. In dit verband weze aange stipt dat de interenering van de werknemers in de resul taten van de onderneming alleen aanvaardbaar is on der het gezichtspunt van de economische democratie, wat betekent dat investe- ringsloon of bedrijfsin vesteringsfondsen door de arbeiders niet gewenst wordeniets anders zijn de centrale of bedrijfstaksge- wijze investeringsfondsen hierover valt wel te discute ren. Dringend is ook dat de lasten van de sociale zeker heid herverdeeld worden over het bedrijfsleven, re kening houdende, niet lan ger enkel met het aantal werknemers maar tevens met de omzet, het geïn vesteerde kapitaal, etc... Belangrijk is tevens dat een eerste stap wordt gezet in de richting van meer arbei derscontrole langs het vormgeven van de toezicht- of controleraad. De over heidssteun in het kader van de expansiewetgeving moet in belangrijker mate ook de KMO's ten goede komen, voor zover zij een (relatief) belangrijke bijdrage leveren tot de tewerkstelling. Ook de sociale investeringen moeten voor overheids steun in aanmerking komen (dit punt betreft ons arron dissement in het bijzonder). De multinationale onder nemingen moeten aan een bindende reglementering onderworpen worden. Onze tewerkstelling moet beschermd worden tegen buitenlandse dumping praktijken en andere vor men van oneerlijke konkur- rentie. De fiscale advies-be- voegheid zou dienen on verenigbaar verklaard met deze van revisor. De steun aan culturele verenigingen van diverse ideologische of filosofische strekking zou dienen geglobaliseerd te wordende kredieten zou den volgen een nationaal af te spreken sleutel dienen verdeeld te worden. De vakbondsdelegaties moeten ze spoedig mogelijk gelijke informatie krijgen van de directie als de verte genwoordigers van de kapi taalverschaffers, o.a. op net vlak van de overheidssubsi dies. De Belgische regering dient alle insgelijke steun te ge ven aan de realisatie van een democratisch en so ciaal Europa. De recht streekse verkiezingen voor het Europees Parlement moeten georganiseerd wor den overeenkomstig het plan Galle, t.t.z. op basis van de 2 volksgemeen schappen in ons land. Martin Hutsebaut DE REGERINGSPORTE FEUILLES WORDEN DUUR BETAALD De onderscheidelijke partij organen van de onderhan delende partijen hebben het licht op groen gezet voor de regeringsvorming. De strijd voor de ministerportefeuille is begonnen. Uiteindelijk zullen we over een regering beschikken, nadat formateur Tindemans zeer dringend een regering had voorspeld! Dat alles is niet zo vlot ver lopen en vooral doordat men tot een gemeen schapsakkoord wenste te komen. Uiteindelijk is dan een dergelijke partijover eenkomst tot stand geko men, maar ten koste van wat? Niemand zal ontkennen dat algemeen gehoopt werd op een communautair akkoord om dit land de gelegenheid te geven nieuwe structuren uit te bouwen en de ge meenschappen de kans te geven zich volop te wijden aan hun economische, so ciale en culturele uitbouw binnen de grootste zelf standigheid. Maar zodra het akkoord was gekend, werd het bij de vlaamse gemeen schap onthaald op wrevel en verzet, hoe ook de on derhandelaars, de partijbe sturen, partijraden en kon- gressen zich uitspreken. De ontgoocheling van de Vlaamse kiezer is begrijpe lijk. Na de onderhandelin gen van Hertoginnendal, Steenokkerzeel, Lamber- mont, had men gehoopt dat de Vlaamse onderhande laars nu voet bij stek zou den hebben gehouden en beginselvast elke toegeving zouden hebben geweigerd, vooral wanneer daardoor de toekomst zou worden ge hypothekeerd. En dat juist is wat de laatste dagen werd gedaan en waarom? Men vraagt zich af waar de slogan«gedaan met geven en toegeven» is gebleven. Wij weten allen dat het ak koord een aantal positieve punten bevat waarvan mis schien de splitsing van het arrondissement Brussel het belangrijkst is. Maar wordt dat niet tenietgedaan door de kiesmogelijkheid die aan de Franstaligen wordt ge boden. Een kiessysteem dat de uitzwerming van Franstaligen over meerdere en nieuwe Vlaamse ge meenten mogelijk maakt met daarbij de zekerheid dat binnen die gemeenten de Franstaligen een cultureel leven kunnen uitbouwen. Het gevaar van verdere ver fransing binnen de Vlaamse gemeenschap is zodoende niet denkbeeldig. Daarnaast wordt de Vlaamse aanwe zigheid te Brussel herleid tot deze van een vreemde volksgemeenschap, want het is niet te ontkennen dat Brussel in het akkoord be schouwd wordt als een Franstalige stad. En hier gaat de Vlaamse eis van een evenwaardige behandeling, van een gelijkberechtiging van een volwaardige Vlaam se gemeenschap in een tweetalige hoofdstad volle dig teloor. Datgene waar voor jaren werd gestreden, waarvoor marsen werden georganiseerd werd prijs gegeven door de Vlaamse onderhandelaars van V.U., C.V.P. en B.S.P. Is dat niet de kiezer bedriegen? Van bij aanvang voelde men dat de CVP de andere Vlaamse on derhandelaars zou misbrui ken om haar eigen doel te bereiken namelijk een rege ring te vormen met Tinde: mans als eerste minister eri de zo door de socialistische afgeschilderde C.V.P. staat verder te zetten. Ook op het sociaal economische vlak geeft het regeerakkoord geen voldoening, en wor den eisen in de kiesstrijd gesteld door de partijen en o.m door de BSP niet inge willigd en ik denk maar aan de indexatiepolitiek. Deze week zal ons land dan met een regering vertrekken waarin de tegenstellingen, water en vuur, zowel op het gebied van de taalgemeen schappen, V.U. en FDF, als op sociaal-economisch vlak, CVP en BSP, verenigd zitten. De toekomst zal uit wijzen wat van het akkoord tot stand zal komen. Als enige oppositiepartij in Vlaanderen zal de PVV haar taak waakzaam opnemen en verder strijden voor haar idealen van vrijheid en vooruitgang. De PVV zal de ze oppositiestrijd voeren trouw aan haar beginselen, Vlaams, sociaal, vooruit strevend en volksgebonden. Het zal een harde strijd worden. De PVV is zich be wust de enige verdediger te zijn van al deze kiezers die zich ontgoocheld en bedro gen voelen door een regeer akkoord dat al de jaren Vlaamse en sociale strijd teniet doet. De PVX' zal nu meer dan ooit dv. grootste waarborg zijn. In het belang van de Vlaamse gemeen schap, van daadwerkelijke vrijheid en vooruitgang, maak de P.V.V. nog sterker. Diane D'Haeseleer WAT IS EEN DEMOKRATI- SCHE STAD In de wekelijkse BSP-tribune van «De Voorpost» op 20.5.77 haalt Martin Hutsebaut uit met een titel als een klok «Aalst een demokratische stad.» Deze kloeke bewering wordt dan gestaafd met enkele voor beelden van de aanpak door de nieuwe bestuursmeerderheid (waar nu ook de BSP weer aan deelneemt) die moeten bewij zen dat Aalst in amper vijf maand tijd is uitgegroeid tot een demokratisch paradijs. Er wordt geschermd met de grote inspanningen die worden ge daan om het kontakt bestuur- bestuurde te verbeteren via hoorzittingen, konsultaties van de bevolking en van diverse groepen, de dienstverlening in alle fusiegemeenten, de ad viesraden, komitees en be- stuurskommissies, waarbij de adviesraden en kommissies in handen worden gegeven van bevoegde mensen met sprei ding van de verantwoordelijk heden, met taken en opdrach ten hand in hand met het stadsbestuur uit te voeren in het kader van een gekoördi- neerd beleid. De minderheid mag daarin ook meedoen en de frakties van de meerderheid hebben hierbij de zeer belang rijke rol van demokratische kontrole. Gezonde en positi- tieve kritiek op fundamentele punten is belangrijk en met het woord demagogie moet zeer voorzichtig worden omge sprongen. Tenslotte, aldus M. Hutsebautmoeten echte be leidsmensen er niet voor terug schrikken, indien nodig, te be kennen dat ze ongelijk hadden. Het venijn zit in de staart. In het teken van enkele gebeur tenissen van de laatste weken krijgen deze laatste zinnen wel een heel speciale betekenis. Zonder precies te durven zeg gen waarover het gaat, wat nu niet helemaal met een eerlijk beleid strookt, wordt een en ander geïnsinueerd i.v.m, de gemeenteraad en bepaalde kleine of grotere schermutse lingen ook binnen de be stuursmeerderheid. We heb ben daar helemaal niets tegen dat het er ook tussen de meer derheidsleden eens duchtig stuift. Tenslotte zijn het ook niet allemaal engeltjes van geduld en verdraagzaamheid en kan een gezonde botsing soms heel wat opklaren. Wanneer daar de mistige sluier van de geheimzinnigheid moet wor den overtrokken klopt dat niet met de zo sterk gestelde «eer lijkheid» De «eenheid» en de «eendracht» van de bestuurs- ploeg werd al te dikwijls be klemtoond om als volledig ge loofwaardig over te komen. Een kinderhand is rap ge vuld. M. Hutsebaut is trouwens vlug tevreden met onze demokratie. Blijkbaar volstaat het dat hijzelf er wat dichter dan vroeger bij betrokken is, dat hij zichzelf kan rekenen bij die bevoegde men sen die de touwtjes van een adviesraad in handen krijgen om niets anders meer te zien dan rozegeur en maneschijn. We zouden hem trouwens wil len vragen wat dieper in te gaan op de echte betekenis van het woord «demokratie» en dan eens rustig en zonder vooroor delen te gaan afwegen wat het met demokratie te maken heeft als, ten eerste, het bestuursak koord tussen BSP-PVV-VU al getekend was lang voor de ver kiezingen en hij daarzelf duch tig heeft aan meegetimmerd, ten tweede, de burgemeester op de veertiendaagse perskon- ferenties iemand weigert en geen enkel schepen de moed opbrengt om daartegen op het ogenblik zelf te reageren, ten derde, zonder dat iemands mening wordt gevraagd de so ciale voordelen in de gemeen tescholen worden afgeschaft, ten vierde, wanneer de feestkomitee-ondervoorzitters worden verkozen en dat niet overeenstemt met de plannen van het kollege er direkt met grove woorden wordt geslin gerd, ten vijfdeten zesde..., de reeks kan worden voortge- zet. Ook daaraan moet eens ge dacht worden als men in de eu forie van «mee aan de pot te zitten» de formele demokratie gaat verwarren met de echte, de werkelijke met de bevolking levende demokratie J.D.G. derhalve eeuw heeft haa. poli tieke uitdrukking altijd een op positionele opstelling gekend. De staat was een vijandige macht die moest bestreden worden;de eigen kracht was steeds ontoereikend om deze staat te dwingen zich aan te passen aan de levensvereisten van het Vlaamse volk. Vanaf deze week moet het par lement het, voor de allereerste keer in zestig jaar, stellen zon der de steevaste aanwezigheid van een Vlaams-nationale op positiepartij. Deze plotse om schakeling van funktie bezorgt heel wat mensen in de Volksu nie een schok: er is onzeker heid, en is de moeilijkheid om te aanvaarden dat men voortaan een beslissende rol zal spelen niet tegen de staat maar bij de opbouw van de staat. Deze mentale omschakeling wordt nog bemoeilijkt door de traumatische situatie waarin de Vlamingen zich te Brussel en rond Brussel bevinden. Onze Brusselse en Brabantse Vlamingen zijn het zodanig gewoon uitgeleverd en in de steek gelaten te worden, dat zij ook thans niet kunnen geloven dat er een goede regeling uit de bus is gekomen. Dit is nochtans 't geval. Het gemeenschaps pact betekent noch min noch meer het definitieve einde van de unitaire staat. De Vlaamse onderhandelaars zijn er daar enboven, dank zij de hardnek kigheid en de doelbewustheid van de Volksunie, in geslaagd de slechte drieledige gewest vorming om te buigen tot een federale structuur-met-twee. Daarover bestaat niet de minste twijfel. De toekomstige senaat zal bestaan uit de ver gadering van de twee gemeen- schappen;van Brussel is daar bij geen sprake. Op nationaal vlak bestaat Brussel niet eens. Ook op het vlak van de gewes ten is Brussel een stadsgewest dat, in vergelijking met de ge westen Vlaanderen en Wallon- nië, slechts zeer beperkte be voegdheden heeft. De Brusse laars zullen voortaan zelfs moeten gedogen dat de Vlaamse gemeenschap recht streeks, via een door haar aan gestelde Vlaamse minister van het gewest Brussel, de zorg overneemt voor de levensbe langen van de Vlamingen te 3russel. Vlaanderen krijgt een vinger in de Brusselse pap. maar het omgekeerde is niet waar. Er is voor deze zeer grote ver worvenheden een prijs betaald moeten worden in Vlaams- Brabant: het behoud van de fa ciliteiten en het zogenaamd in- schrijvingsrecht. Deze prijs valt zwaar, vooral op het morele en psychologische vlak. Maar zelfs in Vlaams- Brabant zal de Vlaamse ge meenschap voortaan beter gewapend zijn dan vroeger om de verfransing tegen te gaan. Om maar één voorbeeld te noemen: binnenkort zal een Vlaams gezag, met eigen rege ring en met eigen geld de uit sluitende bevoegdheid hebben over het grondbeleid in Vlaams-Brabant Een drasti sche bodempolitiek zal dan verhinderen dat de franstalige grondspekulatie en verkaveling voortgezet wordt. Eigen Vlaamse macht, een ei gen Vlaams parlement, een Vlaamse regering en Vlaams geld om de Vlaamse mensen in Vlaanderen, in Vlaams- Brabant en te Brussel te be schermen, hun welzijn te be hartigen, hun levensbelangen te verdedigen: ziedaar wat thans bekomen werd. Bij vroegere onderhandelingen zonder de VU werd steeds een zware prijs betaald voor een slechte regeling. Thans krijgen we een goede regeling voor een aanvaardbare prijs. Meteen kan de Vlaamse Be weging een nieuwe start ne men. Want dit is niet het eind punt: het zal er nu op aanko men de veroverde strukturen te vullen en zinvol te gebruiken. Dit is de nieuwe taak van de VU. Wij zijn er van overtuigd dat, van zodra de strukturen van de nieuwe federale staat in voege zullen komen, ook de allerlaat ste Vlaming zal erkennen dat het degelijke en doelmatige strukturen zullen zijn. De VU heeft goed werk ge daan. D3t zal weldra iedereen inzien. JAN CAUDRON Kamerlid. DE ZORGEN VAN DE LANDELIJKE BEVOLKING Als boerenkandidaat heb ik in de maand februari, bij de be spreking van de beleidsnota van de meerderheid, de vraag gesteld: is dat alles wat U te zeg gen hebt over de landbouw problemen. De gemeente raadscommissie voor econo mische expansie, midden- stadn. land- en tuinbouw en feestelijkheden heeft, gezien de uitgebreidheid van haar be streken gebied, nog niet de ge legenheid gehad om aandacht te hebben voor de problemen van land- en tuinbouw in Groot Aalst. Het is daarom dat het nuttig is te wijzen op de noodzaak van meer aandacht voor de land en tuinbouwbelangen in het bizonder en de landelijke be langen in 't algemeen. Het stadsbestuur zou om ver trouwen te winnen, spoedig haar waardering moeten laten blijken voor de bestaande land- tuinbouwbedrijven in alle c gemeenteneet gaat hier I gezonde en leefbare bedrijvï nodig voor net algemeen lang (voeding-milieu) Voor een goede aanpak Commissie is het geboden inventaris te maken van zorgen van de boeren opdaj zouden gekend zijn en op^ men er rekening zou kuniLg mede houden. Zo doe ik gestie om na te denken het onteigeningsbeleid: onteigening dient groi overwogen en ook bekekeit worden vanuit het standp|'ed van land- en tuinbouw, del genomen oppervlakten moef L verantwoord zijn en aan de eigenden (pachten en eiEe naar) moet een billijke vergca| ding uitbetaald worden. H^d) het schepencollege hieranc trent gedragsregels voor eerstkomende jaren? Lj. Omdat wij een stad zijn en omdat bij het opmaken vanvc gewestplannen geen rekeijsl- werd gehouden met het |dc staan van bedrijven, kwar veel landuitbatingen voli de plannenmakers in de zones terecht. Wij verdedi het standpunt dat hij die er eerst vestigde voorrang krijgen op diegenen die nat gekomen zijn. Deelt het st< bestuur deze soejaele ding? Het is een bespre waard. In dat verband zou het zijn hebben een inventaris opo stellen van de beschikttlijl bouwgronden. Het is een «st vangrijk werk maar er mrk. eenmaal een aanvang rriis gemaakt worden. Als er uitn m; ding van bouwgrond genorf vi wordt moeten wij met de invr— taris in de hand, die kans K- ben om te zeggen: handel van onze mooie en orj schonden akkers en stop i de speculatie. ,t c Als nieuwe stad zijn er nieii, r globale opdrachten: van waterzieke gronden, zaak van minderproduktiefilijl veeziekten;reinigen van rg< ken en grachten; verbetelad van de landbouwwegen loc Groot-Aalst. Kan men onsji c rust stellen dat het gaiaa grondgebied omtrent daat problemen met aandacht I ui keken wordt? ike zei Men mag het ons ook nietl w kwade duiden als wij stefc c maar opnieuw zullen vrafe r wat men intentioneel gaatu s dernemen om de integiU,, van onze landelijke dee(,tS| meenten te bewaren. 4 Zoals ge ziet, veel werk o£er winkel. Wanneer beginner^ er aan? k< Julien V^t c CVP rsatlje I k irpi] De laatste dag van mei op dinsdag dus ging er in het Volkshuis een info- en debatavond door met als sprekers schepen van Jeugdbeleid Monsieur en jeugdsekretaris Moens. Organizatoren waren de jongsocialisten van wie be weerd wordt dat zij een nieuwe start nemen om dra op volle toeren te draaien. Schepen Monsieur bedankte hen voor de nieuwe aanpak en bleek er stellig van overtuigd te zijn dat de jong-socialisten binnen de partij heel wat zullen kunnen (en moeten) doen. Hoofdbrok van de vergadering was evenwel een gesprek met voornoemde stadhuislui. Als kersvers parlementslid be leef ik van dichtbij, zo mag ik wel zeggen, een uniek ogen blik. Inzake afstamming en in zake persoonlijke opvattingen behoor ik tot de politieke spits van de Vlaamse beweging, het Vlaams-nationalisme De Vlaamse Beweging zal straks 150 jaar oud zijn. In deze an- In zijn inleiding had de schepen het over het jeugdbeleid, meer bepaald in de ruime betekenis, want het beleid in de enge zin liet hij over aan Guido Moens. Volgens spreker is het duidelijk dat men het jeugdbeleid niet uitsluitend mag zien als een element van het kultuurbeleid (zoals de wet meent) Neen, men moet dat allemaal ruimer zien. Zo zijn er raakpunten met het jusitiebeleid. Overigens ook met het hedendaags leger (vb dienstweigering) en met de al gemene ekonomische toe stand. De schepen verbijzonderde zijn vizie dan op lokaal vlak waar hij ook een aantal raak punten meende te zien. Zo had hij het over de geboortepre mies (kent men die toe op progressieve, degressieve of op gelijke basis?), de jeugdbi- blioteken, de huisvesting, de sportinfrastuktuur, enz. Pra tende over jeugdbeleid in de enge zin. stelde hij duidelijk dat hij het belangrijker vindt dat de stad zorgt voor een degelijke infra-struktuur dan wei zich blind te staren op de subsidies. Tussen de regels door werd het de toehoorder duidelijk ge maakt dat deze subsidiëring voor de verenigingen dit jaar geen vette kluif zal zijn. Toch vond hij het niet onmoge lijk dat een begrotingswijziging in die zin zou qedaan worden. Guido Moens had het over hoe men in het Stadhuis denkt over jeugdbeleid. Essentieel stelde hij dat men zich inzake jeugd- vorming de vraag moet stellen, hoe moeten wij dit met onze beperkte middelen optimalize- ren? Een antwoord is naar verluidt afhankelijk van enkele voor waarden: men moet de jeugdsi- tuatie grondig kennen, wat men doet moet planmatig zijn en men moet vertrekken vanuit een vizie op de mens, de jeugd en zelfs de hele samenleving. Vragen die men zich vroéjer niet gesteld heeft. lar Nu, zo zei hij, gaat men erLW uit dat de huidige situatie L bevredigend vindt, men hC. meer belang aan insprt overleg en betrokkenheicL men wenst een sterke jeiL raad. Kortom, aanwijzigint op een aktief jeugdbeleid, m slot had Guido Moens het d 1 de mogelijkheden om dit te i lizeren. Ondermeer had hij over het polyvalent gebruik i de bestaande infra-struk (vb. in Baardegem), hetzor voor een adekwate kader ming, enz. enz. Een slotbemerking, missci was dergelijke infoavond f ook eens georganizeerd in| «neutraal» lokaal zodat i enkele drempel in de wegl staan van een heterogenerf bliek om te praten over del lijk onderwerp. R.[

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1977 | | pagina 2