Vrije Tribune
JONG SOCIALISTEN
DEBATEREN MET
SCHEPEN MONSIEUR EN DE
JEUGDSEKRETARIS
2 - 3-6-77 - De Voorpost
de redaktie heeft het recht deze teksten in te korten.
HET REGEERAKKOORD
KRITISCH BEKEKEN
Het voorliggend regeerak
koord vormt een belangrijk
en evenwichtig dokument,
op basis waarvan een dy
namisch en progressief re-
geerbeleid mogelijk wordt.
Het bevat niet enkel belang
rijke opties in de richting
door de socialisten steeds
bepleit, maar laat zich ook
inschakelen in een bredere
europese context, en het is
toch op dat niveau dat de
economische en sociale po
litiek moet kunnen gecoör
dineerd worden. Als dusda
nig werd het dan ook una
niem goedgekeurd door de
B.S.P. afdeling Aalst en
door de Federatie Aalst. De
ze goedkeuring van het
voorliggend pakt en pro
gramma, betekent niet dat
wij over alles even voldaan
zijn, maar wel dat het ge
heel onze visie voldoende
dicht benadert, opdat wij
met het geheel onze in
stemming zouden kunnen
betuigen. Het is ook klaar
dat de prioriteiten in dit
programma nog nader te
bepalen zijn en dat deze
moeten gaan in de richting
van de meest dringende
problemen.
HETGEMEENSCHAPS-
PAKT
Positief alvast aan dit pakt
is dat, nadat de BSP en het
ABVV reeds eerder tot een
globaal akkoord waren ge
komen, nu ook de toe
komstige regeringspartijen
erin geslaagd zijn een defi
nitieve regeling te vinden
voor een kanker die ons
land reeds al te lang aan
vreet.
Eens dit akkoord gereali
seerd, zal het land al zijn
energie kunnen besteden
aan de oplossing van zijn
economische en sociale
problemen.
SOCIAAL-ECONOMISCH
BELEID
De grote verdienste van het
sociaal-economisch pro
gramma is dat het absolute
prioriteit geeft aan de op
lossing van de tewerkstel-
lingensproblemen. Voor het
eerst sinds 3 jaren wordt nu
afgestapt van de traditione
le economische politiek die
wilde dat men alleen door
een bestrijding van de infla
tie de werkloosheid kan te
lijf gaan. Het huidig pro
gramma koppelt de twee
problemen van mekaar los
en wil voor beiden tegelij
kertijd een oplossing bie
den. Bijzonder verheugend
hierbij is dat voor het werk
loosheidsprobleem geen
oplossing gezocht wordt in
repressieve zin, maar door
een positieve en actieve te
werkstellingspolitiek. Er zal
immers een speciaal tijde
lijk kader van het tewerk
stellen van werklozen wor
den opgericht. Deze werk
lozen zullen worden belast
met bijzondere opdrachten
op maatschappelijk gebied.
Het feit dat men nu ook de
verplichte schoolleeftijd op
16 jaar wil brengen en het
stelsel van het brugpen
sioen wil uitbreiden is toe
te juichen.
KRITISCHE
BEMERKINGEN
Het verbeteren van het fris-
caal statuut van de investe
ringen der ondernemingen
mag er niet toe leiden dat
men terug zoals in het Eg-
mont-plan afschrijvingsfa
ciliteiten gaat toestaan tot
110% in 1 jaar! Er moet
tevens op toegezien dat
geen aanvang gemaakt
wordt met het invoeren van
inflatie-boekhouding.
Dit zou de inflatie alleen
maar institutionaliseren en
de vennootschapsbelasting
met meer dan de helft doen
afnemen! De stelling dat
meer winst van de onder
nemingen automatisch leidt
tot meer werk is een mythe.
De ondernemingen hebben
behoefte aan een normaal
rendement, maar ook de
werknemers moeten hun
rechtmatig aandeel in de
vruchten van de onderne
ming krijgen.
In dit verband weze aange
stipt dat de interenering van
de werknemers in de resul
taten van de onderneming
alleen aanvaardbaar is on
der het gezichtspunt van de
economische democratie,
wat betekent dat investe-
ringsloon of bedrijfsin
vesteringsfondsen door de
arbeiders niet gewenst
wordeniets anders zijn de
centrale of bedrijfstaksge-
wijze investeringsfondsen
hierover valt wel te discute
ren.
Dringend is ook dat de
lasten van de sociale zeker
heid herverdeeld worden
over het bedrijfsleven, re
kening houdende, niet lan
ger enkel met het aantal
werknemers maar tevens
met de omzet, het geïn
vesteerde kapitaal, etc...
Belangrijk is tevens dat een
eerste stap wordt gezet in
de richting van meer arbei
derscontrole langs het
vormgeven van de toezicht-
of controleraad. De over
heidssteun in het kader van
de expansiewetgeving moet
in belangrijker mate ook de
KMO's ten goede komen,
voor zover zij een (relatief)
belangrijke bijdrage leveren
tot de tewerkstelling. Ook
de sociale investeringen
moeten voor overheids
steun in aanmerking komen
(dit punt betreft ons arron
dissement in het bijzonder).
De multinationale onder
nemingen moeten aan een
bindende reglementering
onderworpen worden.
Onze tewerkstelling moet
beschermd worden tegen
buitenlandse dumping
praktijken en andere vor
men van oneerlijke konkur-
rentie. De fiscale advies-be-
voegheid zou dienen on
verenigbaar verklaard met
deze van revisor. De steun
aan culturele verenigingen
van diverse ideologische of
filosofische strekking zou
dienen geglobaliseerd te
wordende kredieten zou
den volgen een nationaal af
te spreken sleutel dienen
verdeeld te worden.
De vakbondsdelegaties
moeten ze spoedig mogelijk
gelijke informatie krijgen
van de directie als de verte
genwoordigers van de kapi
taalverschaffers, o.a. op net
vlak van de overheidssubsi
dies.
De Belgische regering dient
alle insgelijke steun te ge
ven aan de realisatie van
een democratisch en so
ciaal Europa. De recht
streekse verkiezingen voor
het Europees Parlement
moeten georganiseerd wor
den overeenkomstig het
plan Galle, t.t.z. op basis
van de 2 volksgemeen
schappen in ons land.
Martin Hutsebaut
DE REGERINGSPORTE
FEUILLES WORDEN DUUR
BETAALD
De onderscheidelijke partij
organen van de onderhan
delende partijen hebben het
licht op groen gezet voor de
regeringsvorming. De strijd
voor de ministerportefeuille
is begonnen.
Uiteindelijk zullen we over
een regering beschikken,
nadat formateur Tindemans
zeer dringend een regering
had voorspeld!
Dat alles is niet zo vlot ver
lopen en vooral doordat
men tot een gemeen
schapsakkoord wenste te
komen. Uiteindelijk is dan
een dergelijke partijover
eenkomst tot stand geko
men, maar ten koste van
wat?
Niemand zal ontkennen dat
algemeen gehoopt werd op
een communautair akkoord
om dit land de gelegenheid
te geven nieuwe structuren
uit te bouwen en de ge
meenschappen de kans te
geven zich volop te wijden
aan hun economische, so
ciale en culturele uitbouw
binnen de grootste zelf
standigheid. Maar zodra het
akkoord was gekend, werd
het bij de vlaamse gemeen
schap onthaald op wrevel
en verzet, hoe ook de on
derhandelaars, de partijbe
sturen, partijraden en kon-
gressen zich uitspreken. De
ontgoocheling van de
Vlaamse kiezer is begrijpe
lijk. Na de onderhandelin
gen van Hertoginnendal,
Steenokkerzeel, Lamber-
mont, had men gehoopt dat
de Vlaamse onderhande
laars nu voet bij stek zou
den hebben gehouden en
beginselvast elke toegeving
zouden hebben geweigerd,
vooral wanneer daardoor de
toekomst zou worden ge
hypothekeerd. En dat juist
is wat de laatste dagen
werd gedaan en waarom?
Men vraagt zich af waar de
slogan«gedaan met geven
en toegeven» is gebleven.
Wij weten allen dat het ak
koord een aantal positieve
punten bevat waarvan mis
schien de splitsing van het
arrondissement Brussel het
belangrijkst is. Maar wordt
dat niet tenietgedaan door
de kiesmogelijkheid die aan
de Franstaligen wordt ge
boden. Een kiessysteem
dat de uitzwerming van
Franstaligen over meerdere
en nieuwe Vlaamse ge
meenten mogelijk maakt
met daarbij de zekerheid dat
binnen die gemeenten de
Franstaligen een cultureel
leven kunnen uitbouwen.
Het gevaar van verdere ver
fransing binnen de Vlaamse
gemeenschap is zodoende
niet denkbeeldig. Daarnaast
wordt de Vlaamse aanwe
zigheid te Brussel herleid
tot deze van een vreemde
volksgemeenschap, want
het is niet te ontkennen dat
Brussel in het akkoord be
schouwd wordt als een
Franstalige stad. En hier
gaat de Vlaamse eis van een
evenwaardige behandeling,
van een gelijkberechtiging
van een volwaardige Vlaam
se gemeenschap in een
tweetalige hoofdstad volle
dig teloor. Datgene waar
voor jaren werd gestreden,
waarvoor marsen werden
georganiseerd werd prijs
gegeven door de Vlaamse
onderhandelaars van V.U.,
C.V.P. en B.S.P. Is dat niet
de kiezer bedriegen? Van bij
aanvang voelde men dat de
CVP de andere Vlaamse on
derhandelaars zou misbrui
ken om haar eigen doel te
bereiken namelijk een rege
ring te vormen met Tinde:
mans als eerste minister eri
de zo door de socialistische
afgeschilderde C.V.P. staat
verder te zetten. Ook op het
sociaal economische vlak
geeft het regeerakkoord
geen voldoening, en wor
den eisen in de kiesstrijd
gesteld door de partijen en
o.m door de BSP niet inge
willigd en ik denk maar aan
de indexatiepolitiek.
Deze week zal ons land dan
met een regering vertrekken
waarin de tegenstellingen,
water en vuur, zowel op het
gebied van de taalgemeen
schappen, V.U. en FDF, als
op sociaal-economisch
vlak, CVP en BSP, verenigd
zitten. De toekomst zal uit
wijzen wat van het akkoord
tot stand zal komen. Als
enige oppositiepartij in
Vlaanderen zal de PVV haar
taak waakzaam opnemen en
verder strijden voor haar
idealen van vrijheid en
vooruitgang. De PVV zal de
ze oppositiestrijd voeren
trouw aan haar beginselen,
Vlaams, sociaal, vooruit
strevend en volksgebonden.
Het zal een harde strijd
worden. De PVV is zich be
wust de enige verdediger te
zijn van al deze kiezers die
zich ontgoocheld en bedro
gen voelen door een regeer
akkoord dat al de jaren
Vlaamse en sociale strijd
teniet doet. De PVX' zal nu
meer dan ooit dv. grootste
waarborg zijn. In het belang
van de Vlaamse gemeen
schap, van daadwerkelijke
vrijheid en vooruitgang,
maak de P.V.V. nog sterker.
Diane D'Haeseleer
WAT IS EEN DEMOKRATI-
SCHE STAD
In de wekelijkse BSP-tribune
van «De Voorpost» op 20.5.77
haalt Martin Hutsebaut uit met
een titel als een klok «Aalst
een demokratische stad.»
Deze kloeke bewering wordt
dan gestaafd met enkele voor
beelden van de aanpak door de
nieuwe bestuursmeerderheid
(waar nu ook de BSP weer aan
deelneemt) die moeten bewij
zen dat Aalst in amper vijf
maand tijd is uitgegroeid tot
een demokratisch paradijs. Er
wordt geschermd met de grote
inspanningen die worden ge
daan om het kontakt bestuur-
bestuurde te verbeteren via
hoorzittingen, konsultaties van
de bevolking en van diverse
groepen, de dienstverlening in
alle fusiegemeenten, de ad
viesraden, komitees en be-
stuurskommissies, waarbij de
adviesraden en kommissies in
handen worden gegeven van
bevoegde mensen met sprei
ding van de verantwoordelijk
heden, met taken en opdrach
ten hand in hand met het
stadsbestuur uit te voeren in
het kader van een gekoördi-
neerd beleid. De minderheid
mag daarin ook meedoen en de
frakties van de meerderheid
hebben hierbij de zeer belang
rijke rol van demokratische
kontrole. Gezonde en positi-
tieve kritiek op fundamentele
punten is belangrijk en met het
woord demagogie moet zeer
voorzichtig worden omge
sprongen. Tenslotte, aldus M.
Hutsebautmoeten echte be
leidsmensen er niet voor terug
schrikken, indien nodig, te be
kennen dat ze ongelijk hadden.
Het venijn zit in de staart.
In het teken van enkele gebeur
tenissen van de laatste weken
krijgen deze laatste zinnen wel
een heel speciale betekenis.
Zonder precies te durven zeg
gen waarover het gaat, wat nu
niet helemaal met een eerlijk
beleid strookt, wordt een en
ander geïnsinueerd i.v.m, de
gemeenteraad en bepaalde
kleine of grotere schermutse
lingen ook binnen de be
stuursmeerderheid. We heb
ben daar helemaal niets tegen
dat het er ook tussen de meer
derheidsleden eens duchtig
stuift. Tenslotte zijn het ook niet
allemaal engeltjes van geduld
en verdraagzaamheid en kan
een gezonde botsing soms
heel wat opklaren. Wanneer
daar de mistige sluier van de
geheimzinnigheid moet wor
den overtrokken klopt dat niet
met de zo sterk gestelde «eer
lijkheid» De «eenheid» en de
«eendracht» van de bestuurs-
ploeg werd al te dikwijls be
klemtoond om als volledig ge
loofwaardig over te komen.
Een kinderhand is rap ge
vuld.
M. Hutsebaut is trouwens vlug
tevreden met onze demokratie.
Blijkbaar volstaat het dat hijzelf
er wat dichter dan vroeger bij
betrokken is, dat hij zichzelf kan
rekenen bij die bevoegde men
sen die de touwtjes van een
adviesraad in handen krijgen
om niets anders meer te zien
dan rozegeur en maneschijn.
We zouden hem trouwens wil
len vragen wat dieper in te gaan
op de echte betekenis van het
woord «demokratie» en dan
eens rustig en zonder vooroor
delen te gaan afwegen wat het
met demokratie te maken heeft
als, ten eerste, het bestuursak
koord tussen BSP-PVV-VU al
getekend was lang voor de ver
kiezingen en hij daarzelf duch
tig heeft aan meegetimmerd,
ten tweede, de burgemeester
op de veertiendaagse perskon-
ferenties iemand weigert en
geen enkel schepen de moed
opbrengt om daartegen op het
ogenblik zelf te reageren, ten
derde, zonder dat iemands
mening wordt gevraagd de so
ciale voordelen in de gemeen
tescholen worden afgeschaft,
ten vierde, wanneer de
feestkomitee-ondervoorzitters
worden verkozen en dat niet
overeenstemt met de plannen
van het kollege er direkt met
grove woorden wordt geslin
gerd, ten vijfdeten zesde...,
de reeks kan worden voortge-
zet.
Ook daaraan moet eens ge
dacht worden als men in de eu
forie van «mee aan de pot te
zitten» de formele demokratie
gaat verwarren met de echte,
de werkelijke met de bevolking
levende demokratie
J.D.G.
derhalve eeuw heeft haa. poli
tieke uitdrukking altijd een op
positionele opstelling gekend.
De staat was een vijandige
macht die moest bestreden
worden;de eigen kracht was
steeds ontoereikend om deze
staat te dwingen zich aan te
passen aan de levensvereisten
van het Vlaamse volk.
Vanaf deze week moet het par
lement het, voor de allereerste
keer in zestig jaar, stellen zon
der de steevaste aanwezigheid
van een Vlaams-nationale op
positiepartij. Deze plotse om
schakeling van funktie bezorgt
heel wat mensen in de Volksu
nie een schok: er is onzeker
heid, en is de moeilijkheid om te
aanvaarden dat men voortaan
een beslissende rol zal spelen
niet tegen de staat maar bij de
opbouw van de staat.
Deze mentale omschakeling
wordt nog bemoeilijkt door de
traumatische situatie waarin de
Vlamingen zich te Brussel en
rond Brussel bevinden.
Onze Brusselse en Brabantse
Vlamingen zijn het zodanig
gewoon uitgeleverd en in de
steek gelaten te worden, dat zij
ook thans niet kunnen geloven
dat er een goede regeling uit de
bus is gekomen. Dit is nochtans
't geval. Het gemeenschaps
pact betekent noch min noch
meer het definitieve einde van
de unitaire staat. De Vlaamse
onderhandelaars zijn er daar
enboven, dank zij de hardnek
kigheid en de doelbewustheid
van de Volksunie, in geslaagd
de slechte drieledige gewest
vorming om te buigen tot een
federale structuur-met-twee.
Daarover bestaat niet de
minste twijfel. De toekomstige
senaat zal bestaan uit de ver
gadering van de twee gemeen-
schappen;van Brussel is daar
bij geen sprake. Op nationaal
vlak bestaat Brussel niet eens.
Ook op het vlak van de gewes
ten is Brussel een stadsgewest
dat, in vergelijking met de ge
westen Vlaanderen en Wallon-
nië, slechts zeer beperkte be
voegdheden heeft. De Brusse
laars zullen voortaan zelfs
moeten gedogen dat de
Vlaamse gemeenschap recht
streeks, via een door haar aan
gestelde Vlaamse minister van
het gewest Brussel, de zorg
overneemt voor de levensbe
langen van de Vlamingen te
3russel. Vlaanderen krijgt een
vinger in de Brusselse pap.
maar het omgekeerde is niet
waar.
Er is voor deze zeer grote ver
worvenheden een prijs betaald
moeten worden in Vlaams-
Brabant: het behoud van de fa
ciliteiten en het zogenaamd in-
schrijvingsrecht.
Deze prijs valt zwaar, vooral op
het morele en psychologische
vlak. Maar zelfs in Vlaams-
Brabant zal de Vlaamse ge
meenschap voortaan beter
gewapend zijn dan vroeger om
de verfransing tegen te gaan.
Om maar één voorbeeld te
noemen: binnenkort zal een
Vlaams gezag, met eigen rege
ring en met eigen geld de uit
sluitende bevoegdheid hebben
over het grondbeleid in
Vlaams-Brabant Een drasti
sche bodempolitiek zal dan
verhinderen dat de franstalige
grondspekulatie en verkaveling
voortgezet wordt.
Eigen Vlaamse macht, een ei
gen Vlaams parlement, een
Vlaamse regering en Vlaams
geld om de Vlaamse mensen in
Vlaanderen, in Vlaams-
Brabant en te Brussel te be
schermen, hun welzijn te be
hartigen, hun levensbelangen
te verdedigen: ziedaar wat
thans bekomen werd.
Bij vroegere onderhandelingen
zonder de VU werd steeds een
zware prijs betaald voor een
slechte regeling. Thans krijgen
we een goede regeling voor
een aanvaardbare prijs.
Meteen kan de Vlaamse Be
weging een nieuwe start ne
men. Want dit is niet het eind
punt: het zal er nu op aanko
men de veroverde strukturen te
vullen en zinvol te gebruiken.
Dit is de nieuwe taak van de
VU.
Wij zijn er van overtuigd dat,
van zodra de strukturen van de
nieuwe federale staat in voege
zullen komen, ook de allerlaat
ste Vlaming zal erkennen dat
het degelijke en doelmatige
strukturen zullen zijn.
De VU heeft goed werk ge
daan. D3t zal weldra iedereen
inzien.
JAN CAUDRON
Kamerlid.
DE ZORGEN
VAN DE
LANDELIJKE BEVOLKING
Als boerenkandidaat heb ik in
de maand februari, bij de be
spreking van de beleidsnota
van de meerderheid, de vraag
gesteld: is dat alles wat U te zeg
gen hebt over de landbouw
problemen. De gemeente
raadscommissie voor econo
mische expansie, midden-
stadn. land- en tuinbouw en
feestelijkheden heeft, gezien
de uitgebreidheid van haar be
streken gebied, nog niet de ge
legenheid gehad om aandacht
te hebben voor de problemen
van land- en tuinbouw in Groot
Aalst.
Het is daarom dat het nuttig is
te wijzen op de noodzaak van
meer aandacht voor de land
en tuinbouwbelangen in het
bizonder en de landelijke be
langen in 't algemeen.
Het stadsbestuur zou om ver
trouwen te winnen, spoedig
haar waardering moeten laten
blijken voor de bestaande land-
tuinbouwbedrijven in alle c
gemeenteneet gaat hier I
gezonde en leefbare bedrijvï
nodig voor net algemeen
lang (voeding-milieu)
Voor een goede aanpak
Commissie is het geboden
inventaris te maken van
zorgen van de boeren opdaj
zouden gekend zijn en op^
men er rekening zou kuniLg
mede houden. Zo doe ik
gestie om na te denken
het onteigeningsbeleid:
onteigening dient groi
overwogen en ook bekekeit
worden vanuit het standp|'ed
van land- en tuinbouw, del
genomen oppervlakten moef L
verantwoord zijn en aan de
eigenden (pachten en eiEe
naar) moet een billijke vergca|
ding uitbetaald worden. H^d)
het schepencollege hieranc
trent gedragsregels voor
eerstkomende jaren? Lj.
Omdat wij een stad zijn en
omdat bij het opmaken vanvc
gewestplannen geen rekeijsl-
werd gehouden met het |dc
staan van bedrijven, kwar
veel landuitbatingen voli
de plannenmakers in de
zones terecht. Wij verdedi
het standpunt dat hij die er
eerst vestigde voorrang
krijgen op diegenen die nat
gekomen zijn. Deelt het st<
bestuur deze soejaele
ding? Het is een bespre
waard.
In dat verband zou het zijn
hebben een inventaris opo
stellen van de beschikttlijl
bouwgronden. Het is een «st
vangrijk werk maar er mrk.
eenmaal een aanvang rriis
gemaakt worden. Als er uitn m;
ding van bouwgrond genorf vi
wordt moeten wij met de invr—
taris in de hand, die kans K-
ben om te zeggen: handel
van onze mooie en orj
schonden akkers en stop i
de speculatie. ,t c
Als nieuwe stad zijn er nieii, r
globale opdrachten:
van waterzieke gronden,
zaak van minderproduktiefilijl
veeziekten;reinigen van rg<
ken en grachten; verbetelad
van de landbouwwegen loc
Groot-Aalst. Kan men onsji c
rust stellen dat het gaiaa
grondgebied omtrent daat
problemen met aandacht I ui
keken wordt? ike
zei
Men mag het ons ook nietl w
kwade duiden als wij stefc c
maar opnieuw zullen vrafe r
wat men intentioneel gaatu s
dernemen om de integiU,,
van onze landelijke dee(,tS|
meenten te bewaren. 4
Zoals ge ziet, veel werk o£er
winkel. Wanneer beginner^
er aan? k<
Julien V^t c
CVP rsatlje
I k
irpi]
De laatste dag van mei op dinsdag dus ging er in het
Volkshuis een info- en debatavond door met als sprekers
schepen van Jeugdbeleid Monsieur en jeugdsekretaris
Moens. Organizatoren waren de jongsocialisten van wie be
weerd wordt dat zij een nieuwe start nemen om dra op volle
toeren te draaien. Schepen Monsieur bedankte hen voor de
nieuwe aanpak en bleek er stellig van overtuigd te zijn dat de
jong-socialisten binnen de partij heel wat zullen kunnen (en
moeten) doen.
Hoofdbrok van de vergadering was evenwel een gesprek met
voornoemde stadhuislui.
Als kersvers parlementslid be
leef ik van dichtbij, zo mag ik
wel zeggen, een uniek ogen
blik. Inzake afstamming en in
zake persoonlijke opvattingen
behoor ik tot de politieke spits
van de Vlaamse beweging, het
Vlaams-nationalisme De
Vlaamse Beweging zal straks
150 jaar oud zijn. In deze an-
In zijn inleiding had de schepen
het over het jeugdbeleid, meer
bepaald in de ruime betekenis,
want het beleid in de enge zin
liet hij over aan Guido Moens.
Volgens spreker is het duidelijk
dat men het jeugdbeleid niet
uitsluitend mag zien als een
element van het kultuurbeleid
(zoals de wet meent) Neen,
men moet dat allemaal ruimer
zien. Zo zijn er raakpunten met
het jusitiebeleid. Overigens ook
met het hedendaags leger (vb
dienstweigering) en met de al
gemene ekonomische toe
stand.
De schepen verbijzonderde
zijn vizie dan op lokaal vlak
waar hij ook een aantal raak
punten meende te zien. Zo had
hij het over de geboortepre
mies (kent men die toe op
progressieve, degressieve of
op gelijke basis?), de jeugdbi-
blioteken, de huisvesting, de
sportinfrastuktuur, enz. Pra
tende over jeugdbeleid in de
enge zin. stelde hij duidelijk dat
hij het belangrijker vindt dat de
stad zorgt voor een degelijke
infra-struktuur dan wei zich
blind te staren op de subsidies.
Tussen de regels door werd het
de toehoorder duidelijk ge
maakt dat deze subsidiëring
voor de verenigingen dit jaar
geen vette kluif zal zijn.
Toch vond hij het niet onmoge
lijk dat een begrotingswijziging
in die zin zou qedaan worden.
Guido Moens had het over hoe
men in het Stadhuis denkt over
jeugdbeleid. Essentieel stelde
hij dat men zich inzake jeugd-
vorming de vraag moet stellen,
hoe moeten wij dit met onze
beperkte middelen optimalize-
ren?
Een antwoord is naar verluidt
afhankelijk van enkele voor
waarden: men moet de jeugdsi-
tuatie grondig kennen, wat men
doet moet planmatig zijn en
men moet vertrekken vanuit
een vizie op de mens, de jeugd
en zelfs de hele samenleving.
Vragen die men zich vroéjer
niet gesteld heeft. lar
Nu, zo zei hij, gaat men erLW
uit dat de huidige situatie L
bevredigend vindt, men hC.
meer belang aan insprt
overleg en betrokkenheicL
men wenst een sterke jeiL
raad. Kortom, aanwijzigint
op een aktief jeugdbeleid, m
slot had Guido Moens het d 1
de mogelijkheden om dit te i
lizeren. Ondermeer had hij
over het polyvalent gebruik i
de bestaande infra-struk
(vb. in Baardegem), hetzor
voor een adekwate kader
ming, enz. enz.
Een slotbemerking, missci
was dergelijke infoavond f
ook eens georganizeerd in|
«neutraal» lokaal zodat i
enkele drempel in de wegl
staan van een heterogenerf
bliek om te praten over del
lijk onderwerp.
R.[