BALINESE BELGIAN PRINTER TROTTERS WEER OP REIS t 24 - 17-6-77 - De Voorpost Na de onvergetelijke ontvangst door de nationale persorgani satie in Jakarta - de Serikat Penerbit Suratkabar - vlogen de Printer Trotters naar het van oudsher onvergetelijke Bali. Wie ooit gedroomd heeft van vuurspuwende draken, mooie meis jes als feeën, van bloemen, goud, zilver en liefde, dacht minstens één keer aan Bali, het kleine eiland van Indonesië, gelegen langs de Indische Oceaan over een oppervlakte van amper 120 km x 70. Tussen oktober en maart heeft het af te rekenen met felle stortregens maar die zijn zo door de streek en de pracht van het land gecharmeerd dat ze na tien minu ten telkens ophouden. De heersende religie, het hindoeïsme, geen uitgesproken goddelijke openbaring zoals het Kristen- dom of de Islam, is ontsproten uit de Indische geest. In de meest gevallen beperken de Belgian Printer Trotters zich tot bewondering en geestdrift, en tot het nemen van ontelbare foto's en films. Ditmaal voer in hun midden een poëtische ziel - een dame natuurlijk - die trouw nota's heeft genomen terwijl anderen uitrustten, hun dorst laafden, of naar de zonsondergang keken. Over Bali schrijft deze dame Mevrouw Caessens o.m. het volgende: «Men vindt er sporen van men senleven en beschaving uit de achtste eeuw, kleine bouw werken van in de zon gedroogde klei. Men noemt ze «stoe- pas», opgetrokken om de herinnering aan een heilige plaats of een religieuze spreuk te bewaren. In enkele stoepas wer den zegels gevonden met boedhistische geloofsbelijdenis sen of toverspreuken waaraan men genezende krachten toe schrijft.» In het oosten dus ook in Bali, waar de zon dichter bij de we reld staat en waar derhalve droom en mijmering de mens meer bezig houden dan in onze kontreien, heeft het eenvou digste wezen door de eeuwen heen, gelaten en gelouterd, gedacht over de zin van het leven en de toekomst van al wat rondom ons zo vluchtig voorbij snelt. In Bali is het leven als een bloem, kort, heerlijk, geparfumeerd, geheimzinnig maar steeds in de hand van een of andere godheid. Onze ver haalster schrijft er zake: «In Bali meent men dat Boedha de jongere broer is van Shiva, zodat Boedhisme en Shivaïsme innig met mekaar werden vermengd. Goden en godinnen, draken en hemelse geesten hebben door de eeuwen heen zo vaak met mekaar gekampt, gestreden of gemind dat hun macht, hun invloed en hun onderscheiden verhoudingen voor de gewone man niet altijd duidelijk uit mekaar te hou den zijn, maar eenieder is het eens dat koning Rama destijds de ideale belijder van de heersende geloofsuitingen was. Daarom prijkt zijn beeltenis overal naast die van zijn vorstin ne, Sit. Ze wordt hoog in ere gehouden zoals allerlei oeroude gewoonten en tradities. Zo wist een van de lieve vrouwelijke gidsen te vertellen dat het niet netjes staat iets of iemand aan te wijzen...met de wijsvinger. Er is iets beledigends aan die wijsvinger; hij heeft de kracht van een verwijt, van een veroordeling. Het is derhalve beter, wijzer, wellevender iets aan te wijzen met de duim! Misschien ligt daarin veel wijs heid vervat. De tempel van Bedugul in Bali. KASTEN In het oosten staat naast de zon ook de dood dichter bij de mensen. Ze is er een gezel van alle dag, ze velt de mensen in de straten, in de armoe; méér dan bij ons is zij een onvermijde lijke overgang naar een nieuw ge heim, dat van het andere leven waar van niemand iets precies kent. Mal- raux was getroffen over het feit dat westerlingen meer schrik en angst hebben tegenover de dood dan afrika nen en oosterlingen. «Ik heb dit ver schil pas begrepen, zei Malraux, toen ik ontdekte dat voor de oosterlingen en de afrikanen, na de dood het lichaam niet meer behoort tot het ei gen wezen. Wij Europeanen vooral denken in onze hoogmoed dat wan neer wij dood gaan en ons lijk daar ligt ook wij daar liggen en de grond in gaan. De oosterlingen zien het anders het lichaam van de dode is niet meer het ik, het menselijke, het behoort niet meer tot het wezen van degene die eens tot de onzen behoorde. En in die gedachte is het makkelijker af scheid te nemen. Zo denkt men waar schijnlijk in Bali waar men ook de to rens vindt waar de doden worden ver brand. Aan de voet van die dodento- rens prijken de wereldslangen en Be- dawang, de schildpad die de wereld op haar rug torst. De bevolking op Bali telt nog altijd vier kasten, alle evolutie en modernis- den ginder vooral in de rivieren wo nen het is er zoveel frisser - en het gebeurt wel dat tijdens een of ander bad een ziel eindelijk de kans krijgt langs die weg de betere hemelwegen te betreden. In alle geval worden na de plechtigheid alle figurines weer de voot naar de tempels gebracht. Het geloof in de dood, in het betere hier namaals voor hen die hun taak goed vervulden en in de goden schraagt het hele leven, bepaalt handel en wandel van machtigen en kleinen, van rijken en groten; men eert de go den met bloemen en eetwaren als of fergaven, met dans, muziek en kunst. TEMPELS Diezelfde, reeds genoemde mevrouw Caessens vertelt ver over Bali: «Al- de tempels zijn in eenzelfde stijl ge bouwd in haar reisverhaal met pavil joenen waar men kan samen komen, vergaderen, diskussiéren, musiceren, offeren en bidden. Ook zijn plaatsen voorbehouden aan de hanegevechten. Elke tempel heeft ettelijke binnenkoe ren waarvan de laatste voor de toerist gesloten blijft. Een ijzeren deur, (be waakt door twee stenen reuzen die half mens en half dier zijn), sluit voor vreemdelingen en nieuwsgieringen al le toegang af. Er is geloof en eerbied nodig om in overtuiging achter de deur te treden want daar pas ligt de eigenlijke tempel. Niemand mag bin nen zonder eerst rond de lenden een sjerp te hebben gebonden die symbo lisch het goede van het kwade scheidt. Ook deze verplichting geldt nu nog voor toeristen al is hier geloof en eerbied soms ver zoek! De goden, zeiden wij, worden vereerd met muziek, levensmiddelen kunst werken en dans. Alle dansen hebben een religieuze of erotische betekenis. Erotiek en religie zijn hier nauw met mekaar verbonden omdat erotiek- symbool is van leven, toekomst, ver nieuwing. De meest belangrijke dans is de Ra- mayana waarbij de kleren van de dan sers rijk versierd zijn met goud, zilver en stenen, die schitteren van rode en groene kleuren. Licht als veertjes, lief als broze poppetjes, de ogen draaiend op het ritme van de muziek zweven de danseresjes met hun hele sierlijke lichaam: hun handen, hun vingers, hun voeten, het zweeft en speelt en weeft in één geheel van symbolen. Tij dens deze dansen krijgt het lichaam van de danser de lenigheid, de zuiver heid de pracht en het eterische van de muziek. Kunstenaars beginnen zeer jong in Bali. ROES Wanneer mannen dansen komt de kris, de sabel met krom mes, als een onmisbaar element op de voorgrond. Weg van alles en allen, wild, woest zijn de dansen en de dansers. Zichzelf niet meer meester, zwaaien, draaien, wentelen en springen ze. Daarbij zwie ren ze vervaarlijk met de messen tot zij opgaande in een roes, verdwijnen in een korte bewusteloosheid...ter ere van de goden. Laat het waar zijn dat, gezien het groeiend aantal bezoekers, sommige dansen een kommercieel kleurtje hebben gekregen en dansers meer in trance schijnen te gerakend dan de goden lief is, het blijft een feit dat de overgrote meerderheid van dit volk de godsdienst, de traditie, de ou deren, de ziel, de goden zo trouw is gebleven dat het de dans en de mu ziek met grote ernst beoefent. Een ernst die niet te betalen is. Mevrouw Caessens vertelt verder: Ik heb samen met de Printer Trotters, de Ketak- dans, of de dans der Apen bijge woond. Deze moderne dans vindt zijn oorsprong in een oude ritus die met zang, muziek en beweging het de be- voordeligde mens mogelijk maakte in kontakt te treden met de godheid. De Apendans vertelt van prins Rama die met zijn broer en de mooie prinses Si- ta in de wouden verdwaalt, wordt be laagd en aangevallen door de koning van de duivels en het monster aller monsters en ondeugden, die het spe ciaal op de schoonheid en de zuiver heid van Sita hebben gemunt. Rama en de zijnen zullen ten slotte worden gered door Sugru Sugiwa, de koning van de Apen die met zijn sluwheid, zijn macht en zijn apenleger alle vijan den zal verslaan. En onze getuige beschrijft die dans verder als volgt «Het is ongelooflijk! De Apendans wordt vooral 's avonds gedanst en al tijd op het voorplein van de tempel. Honderdvijftig mannen met ontblote borst zitten rondom fakkels die hun bruine gezichten geheimzinnig ver lichten. Een lange poos blijft alles zeer rustig en stil. Dan komt de priester met de offergaven en het ge wijde heilige water. Plots scheurt een kreet de stilte en gaan de mannen langzaam ritmisch bewegen, begeleid door de gamelan-muziek. Eerst traag en stil, dan luider en sneller roepen ze Ketak...Ketak. Ze worden steeds geweldiger, uitbun diger, stoutmoediger, heroïscher, wilder: ze dansen weg in een roes waar ze niemand meer kennen of zien, waar ze niets meer weten dan het zali ge geluk van te dansen, te zweven, te zingen ter ere van de goden wie dit al les zeer welgevallig moet zijn»... En het gebeurde die avond ook ter ere van de Belgian Printer Trotters, die van eerbied, ontzag en emotie er stil bij werden. wordt voortgezet me ten spijt. De Brahmanen vormen de hoogste kaste; uit hun geslacht en uit hun rangen komen de priesters. De tweede kaste is die van de militaire adel, gevolgd van de kaste der land bouwers of de Vayas. Ten slotte zijn er de talrijke leden van de dienende klasse. De bevolking is zeer godsdienstig zo dat de invloed van de Brahmanen groot is en het niemand zal verwon deren dat men tot in de kleinste dor pen talrijke tempels vindtover het al gemeen minstens drie per dorpsge meenschap. Zo is de Pura Desa, de tempel der gro te feestelijkheden; de Pura Puseh, de tempel van de voorouders en ten slot te de Pura Dalem of de tempel van de doden en de zielen: hier kunnen de zielen van de overledenen wachten op de overgang naar een beter en mooier nieuw leven. Men Is vol zorg en kommer voor de zielen van de doden: de tempels zijn heerlijk versierd met allerhande mo tieven en torentjes (met steeds onpa re verdiepingen) die stuk voor stuk ge heimzinnige figuurtjes vormen. Som mige dagen weet men dat de zielen in die figuurtjes zijn gekropen en dan worden die, op de tonen van de mu ziek, naar de rivier gedragen om er in het water te worden gedompeld en van een verfrissend bad te genieten. Het is algemeen aanvaard dat de go- De Hindoetempel van Loro Jonggrang in Centraal-Java.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1977 | | pagina 24