VANAF 1 JULI BESCHIKT AALST OVER TWEEDE DIERENASIEL REGIONAAL-EKONOMISCHE POLITIEK ANDERS BEKEKEN De Voorpost - 17-6-77 - 9 Voor de Dierenbescherming Groot-Aalst is het eindelijk zover. Na veel over en weergeloop en zoeken her en der hebben zij eindelijk een geschikte plaats gevonden waar zij de toestemming krijgen een dierena siel op te richten. Het probleem van een dierenasiel voor de vzw. Dierenbescherming Groot-Aalst dateert reeds van een goed jaar terug. Dikwijls bleek het niet alleen een kwestie te zijn van een geschikte plaats te vinden, maar was het financieel onhaalbaar. TWEEDE ASIEL Dat er in Groot-Aalst twee dieren beschermingen zijn zal de dieren- vrienden wel niet onbekend zijn. De oudste, de vzw. Dierenbe- I scherming Groot-Aalst, werd ge- i sticht op 29 maart 1976 en de sta tuten verschenen in het Staatsblad van 20 mei 1976. Van recentere datum is het Stedelijk asiel St.- Hubertus dat gesticht werd op 24 september 1976. In haar driemaandelijks tijdschrift I «Mens en Dier» nr. 2 schrijft de vzw Dierenbescherming van j Groot-Aalst op p. 10 het volgende: «Deze vereniging is gesticht door dierenvrienden uit het arbeidsmi lieu, wat niet wegneemt dat de le den het goed menen.» Ook voor de leden van de beheer raad van het Stedelijk Dierenasiel Sint Hubertus staat het dier op de eerste plaats, dit niettegenstaande aan deze vereniging het verwijt gemaakt wordt dat zij bourgeoisge richt zijn en graag met titels schermen. Hierbij verwijst men dan ook gewoonlijk naar de adver tenties die een tijdje geleden in «De Aankondiger» verschenen. Welke de polmieken tussen deze twee dierenbeschermingsvereni gingen ook mogen zijn interes seert ons voor het ogenblik niet. Feit is echter dat St. Hubertus reeds van in den beginne over een asiel beschikte. Het Hof Cannoot gelegen aan de Restertstraat nr. I te Nieuwerkerken en eigendom van notaris Breckpot. De vzw. Groot-Aalst moest het ondertus sen stellen met de drie hokken in haar bureel aan de Moorselbaan nr. I96 te Aalst. Voor het bekomen van een diere nasiel zal de invloedssfeer van beide dierenbeschermingsvereni gingen wel primerend geweest zijn. Sint Hubertus had zijn asiel, maar de vzw Groot-Aalst zocht verder. De beloften bleven niet uit de lucht. Op 13 juli 1976 komt bij de hr. De Backer een brief toe uit Brussel, waarin toenmalige staats- sekretaris L. D'haeselee'r schrijft: «Ik ben er zeer gevoelig voor en ik zal aan het Comité belast met het kiesprogramma voor de e.k. ver kiezingen voor Groot-Aalst ver zoeken de oprichting van een ste delijke bewaarplaats voor dolende dieren op eigendom van Groot- Aalst te voorzien. In afwachting dring ik echter aan bij de vertegenwoordigers van de PVV in het huidige bestuur van Aalst, om alles in het werk te stel len opdat reeds voldoening zou bekomen worden voor Aalst. P.S. Ook heb ik heden mijn bij drage als ere-lid van uw vereni ging gestort.» Op 1 oktober 1976 mocht de hr. nog overwoekerde boomgaard zal worden afgespannen om als loopruimte voor de dieren dienst te doen laèi'T, Onder deze titel bracht Martin Hutsebaut, lid van de Raad van Beheer van het Aktiekomitee ter bevordering van de Ekonomische Expansie van het Arrondissement Aalst een werkje uit. Het betreft de sociaal-ekonomische toestand van het arrondissement Aalst in het Ucht van 15 jaar regionale ekonomische expansie: evaluatie van de resultaten en opties voor de toe komst. Een en ander, lichten we uit dit frappant dossier. ALGEMENE APPRECIATIE De ernst van de sociaal-ekonomische problematiek in het gewest Aalst is er sinds de vorige studiebijeenkomst van het expansiekomitee van 19 februari 1971, tijdens dewelke wij ons even eens in aanwezigheid van de staatsse- krctans voor Vlaamse Streekekono- mic Luc Dhoore bezinden over de lo kale toestand, alle ontwikkelings plannen en verdienstelijke akties ten spijt, niet geringer op geworden, nc Gezien wij te Aalst geen zwartkijkers zijn, konden w:j in 1972 akkoord gaan met de heer staatssekretaris wanneer deze verklaarde dat de toestand alhier niet dramatisch was: de heer staatsse- '9j krctans wees er immers bij die gele genheid op dat het gemiddeld inko- lei men in de streek toch 85% van het Dpi rijksgemiddelde haalde. Als realisten hebben wij er toen echter voor onszelf de bedenking aan vastgeknoopt dat dit cijfer zeker geen reden was om bij te jubelen: immers, dit betekent in con- creto dat onze mensen het gemiddeld met 15% minder inkomen moeten stel- LJ len dan de doorsnee Belg. In een tijd van hollende inflatie is juist deze 15% determinerend vooreen bevolking om deel te hebben aan de moderne wel vaart. Op vandaag is aan de welvaartspositic van de doorsnee Aalstenaar (in ruime zin dan) nauwelijks iets veranderd: de mensen van onze streek hebben nog steeds in ruim onvoldoende mate deel aan de nationale welvaart. Meer nog dan vroeger moeten onze mensen bui len hun arrondissement hun brood gaan verdienen; met een licht gestegen aktieve bevolking van om en bij de 10.000 eenheden is de pendel van 1961 tot 1970 gestegen met maarliefst 5.800 eenheden, zodat het trieste re- kord van meer dan 41.000 eenheden werd bereikt! De objektieven van het ontwikkelingsplan voor het gewest Aalst, waarvan in 1972 zoveel weid verwacht, werden niet gerealiseerd: de vooropgestelde 2.000 nieuwe ar beidsplaatsen per jaar, later gebracht op 3.000 eenheden, werden op verre na niet gehaald! Hc, aantal te krcërcn nieuwe arbeidsplaatsen binnen het jp toepassingsveld van de expansiewet ten bedroeg in 1972 voor het arrondis sement Aalst amper 922; in 1973 liep dit op tot 1265 om tijdens dé eerste 6 gf maanden van 1974 te dalen tot het Ali absolute minimum van 238 eenheden 3e Wanneer wij daarbij de woorden van oud-minister Vlerick indachtig zijn, namelijk «dat de aangekondigde vooruitzichten inzake personeelsbe zetting niet steeds verwezenlijkt wor den» menen wij reden tot klagen te hebben. Deze betreurenswaardige vaststellingen, alsmede de weinig rooskleurige vooruitzichten inzake tewerkstelling in het algemeen, is het uitgangspunt voor deze aktie. Dit is de reden waarom wij ons nader willen bezinnen over de problematiek van onze streek en waarom wij vastbeslo ten zijn met alle mogelijke middelen hierin verandering na te streven. Het verheugt ons dan ook ten zeerste dat wij voor onze aktie een basis vinden in de jongste regeringsverklaring van 30 april 1974, waarin wordt gesteld «dat een absolute voorrang moet verleend worden aan een reeks akties in ver band met het verwezenlijken van een volledige, betere en regionaal even wichtige gespreide tewerkstelling» en in de bijlage bij diezelfde regerings verklaring. waarin wij verder lezen dat. en ik citeer: «het investeringsbe leid zal gericht zijn op de gebieden die de grootste ekonomische moeilijkhe den ondervinden op het vlak van werkgelegenheid of van het regionaal inkomen- Onze aktie ligt tevens in de lijn van het Europees regionaal beleid: in het voorwoord van het Verdrag van Rome lezen wij immers dat één van de doelstellingen van de E.G. is: het verminderen van het verschil in le vensstandaard tussen de gebieden on derling en de ekonomische achter stand van de minder begunstigde ge bieden KENMERKEN VAN DE SOCIAAL-EKONOMISCHE PROBLEMATIEK VAN HET GEWEST AALST: PROBLEEMSTELLING Over de problematiek van onze streek kunnen wij kort zijn; hij werd immers reeds meermaals grondig geanaly seerd. Deze problematiek centreert zich hoofdzakelijk rond enkele strukturele tekorten: onvoldoende werkgelegen heid in eigen streek; nog een te sterke mono-struktuur; totaal gebrek aan grote ondernemingen; nog steeds on voldoende uitgebouwde infrastruk- tuur, onvoldoende kollektieve voor zieningen. Hieruit vloeien alle andere problemen voort, we denken hier meer bepaald aan de sterke pendelbeweging, hoge werkloosheid en steeds opnieuw drei gende werkloosheid tengevolge van de grote kwetsbaarheid van de pende laars (inherent aan de rol van arbeids- reservoir), uitwijking van onze intel- ligentia, laag inkomenspeil, benade ling van onze plaatselijke midden stand tengevolge van de afschuiming van de koopkracht van onze pende lende beroepsbevolking elders ten lande, vervreemding van onze pende lende bevolking van het sociaal en kul- tureel icvol m „nze streek. Gaan wij nu even nader in op de voor naamste problemen, dan dienen wij vooreerst te wijzen op het belangrijk kwantitatief tekort aan werkgelegen heid Hoofd-indicator hiervoor is het werkgelegenheidskoëfficiënt (aantal arbeidsplaatsen in de streek vergele ken met de aktieve bevolking in de streek): met een werkgelegenheids koëfficiënt van amper 63% halen wij op twee arrondissementen na het trieste nationaal rekord van de ge ringste werkgelegenheid: dit betekent dat er op federe 100 werknemers uit het Aalsterse 37 buiten het arrondis sement werk moeten roeken. Knopen wij daaraan het rekoidpendelcijfer van 41.387 eenheden vast, dan hebben wij een volledig beeld van de. deficiënte werkgelegenheidssituatie in ons ar rondissement. Erger nog dan deze momentopname is de vaststelling dat deze toestand het jongste decennium alleen maar verergerd is! Het enig po sitief aspekt aan dit alles is het verheu gende feit dat de sociaal onverant woorde lange afstandspendel (3 uuren meer verplaatsing per dag) in belang rijke mate is teruggedrongen! Niette min dienen nog steeds meer dan 20.000 werknemers uit het Aalsterse zich meer dan 30 km. en meer dan 17.000 zich meer dan 2 uur (ong. 4.000 meer dan 3 uur) te verplaatsen om hun werk te bereiken. In zijn hogergeciteerd antwoord op een interpellatie van volksvertegen woordiger W. Vemimmen moest mi nister Vlerick dan ook toegeven dat het Aalsterse in grote mate een slaap- gewest of arbeidsreservaat blijft ten bate van de Brusselse agglomeratie. En de minister vervolgde letterlijk: «Erger nog is het feit dat deze pendel die wij aanklagen, dit regionaal on evenwicht, in een zekere zin door de regering gesubsidieerd wordt, vermits hij mogelijk is dankzij zeer goedkope werkliedenabonnementen, die mede oorzaak zijn van het deficiet van de Belgische spoorwegen dat door de staat wordt gedragen» (ter informatie kunnen wij hier aan toevoegen dat volgens een recente berekening van de NMBS deze pendel aan de Belgische spoorwegen 600 miljoen frank kost). Deze pendel kost echter niet alleen enorm veel geld aan de gemeenschap, maar wordt tevens door de betrokke nen doorgaans niet gewenst! (de resul taten van een recente studie door het expansiekomitee ondernomen bij onze pendelaars toont aan dat 75% onder hen zelfs 82% van de jonge pendelaars liever in eigen streek zou werken: zij werden immers principieel bereid gevonden werk te aanvaarden in eigen streek zo hen dat zou worden aangeboden). Tenminste zouden wij er moeten in slagen de nieuwe genera ties afgestudeerden ter plaatse werk aan te bieden, zodat ook zij de pendel- stroom niet moeten gaan vervoegen. Onze ekonomische struktuur is bo vendien nog te sterk monogericht (tex tiel en kleding) en er is een totaal ge brek aan grote ondernemingen. Het De Backer eveneens een briefje ontvangen van Bert Van Hoorick: Ik stuur U ingesloten het volledig programma van de BSP, huis aan huis verspreid door de post, waarin wij wel degelijk steun aan een huisdierenasiel hebben voor zien (zie blz. 1 rechts). De dierenvrienden mogen wel de gelijk op de BSP rekenen. Maar bij deze vage kiesbeloften bleef het. Een ander facet kwam echter reeds duidelijk naar voor, ert dat was de verwarring die er was en die er nu nog is tussen beide verenigingen. Door vele mensen worden zij onder een noemer geplaatst terwijl het twee zelfstandige verenigingen zijn die zo weinig mogelijk met elkaar wil len te maken hebben. Als illustratie een brief daterende van 29 december 1976 die door volksvertegenwoordiger L. D'haeseleer géschreven werd aan Fr. De Backer als antwoord op een brief van 22 december en waarin nogmaals werd aangedrongen op een asiel en tevens gevraagd werd of de hr. D'haeseleer wou be- schermlid worden van de vereni ging. «Graag antwoord ik op de mij ge stelde vragen: ik vemam van derden op een niet-officiële wijze dat door de vereniging St. Hubertus een ge bouw in huur werd genomen van een privé-persoon dienstig tot een dierenasiel. Hel gaat hier om een privée-initiatief. er werd mij gevraagd of ik als beschermlid van de vereniging wou fungeren. Mijn antwoord was positief en ik betaalde mijn bijdrage. Mag ik tenslotte uw bijzondere aandacht vestigen op het feit dat ik dus geen enkele diskriminatie en noch minder welke vereniging ook heb benadeligd. Trouwens ik ben nog niet in funktie getreden en na 11.1977 zal ik ook niet aan dis kriminatie doen. Ik zal niettemin een onderscheid weten te maken tussen verenigin gen en personen die het ernstig of minder enrstig opnemen met het doel die ze zich hebben gesteld». Op 21 januari 1977 werd van de dienst Huisvesting, leefmilieu en grondbeleid der stad Aalst een schrijven gericht naar de v.z.w Dierenbescherming van Aalst: «Mijne heren. Wij hebben uw vraag tot het in bruikleen of huur krijgen van een stadseigendom ernstig onderzocht en zijn tot de bevinding gekomen dat het werkelijk onmogelijk is om U één of ander gebouw, dat dien stig zou kunnen zijn als dierena siel, toe te vertrouwen. Zoals wij hebben vernomen, ho pen wij dat het terrein dat U door de heer Breckpot werd ter be schikking gesteld, aan uw meest direkte verlangens zal kunnen voldoen. Gelieve er voldoende rekening mede te houden dat het in gebruik nemen van een gebouw, dienstig als dierenasiel, onderworpen is aan de bepalingen opgelegd in het Algemeen Reglement op Arbeids bescherming en dienvolgens een voorafgaande vergunning van wege het schepencollege vereist is. Namens het College, stadssecreta ris Chr. Willems en burgemeester L. D'haeseleer. Aangezien men niet meer moest rekenen op stadshulp ging de vzw Groot-Aalst het eveneens zoeken in privé-initiatiefZo werd o.a. een aanvraag gedaan om het leeg staande domein De Vis te Erem- bodegem te kunnen huren. Het antwoord was echter klaar en dui- Xv Aan de stallingen is men volop aan het werk om er nette hokken van te maken (SJ) Deze nog niet zo oude hoeve. Kortenbos Iop de grens Erembodegem-Hekelgem. wordt het dierenasiel van de VZW Dierenbescherming Groot-Aalst (SJ) delijk: «Ik wil mijn domein niet verhuren, en ZEKER NIET aan een dierenbescherming». Momenteel is het echter zover. Men heeft een geschikte hoeve gevonden op de grens van Erem- bodegem met Hekelgem, Korten bos nr. 1. Vanaf 1 juli ek. zal daar het asiel van de vzw Groot-Aalst geopend worden, 's Avonds en in de week ends wordt daar voor het ogen blik door een acht man druk ge werkt om alles in orde te brengen. Voorzien wordt in 50 hokken waarin de dieren zullen onderge bracht worden. Verder is cr dc nu nog overwoekerde boomgaard die zal afgemaaid worden en afge spannen. Deze ruimte is uitste kend geschikt als loopruimte voor dc in het asiel ondergebrachte die ren. De bedoeling is dolende dieren een onderdak te verschaffen. Tij dens het jaar zal eveneens logies verstrekt worden aan kostgangers wiens baasje op verlof is. Dit tegen de demokratische prijs van 100 F. per dag. Mensen die vanaf I juli hun huis dier kwijt willen kunnen zich rich ten tot het bureel, Moorselbaan 196 te Aalst. Mensen die een huis dier willen adopteren doen er best aan een uitstapje te maken naar het eerste huis van Hekelgem, Kor tenbos nr. Iwaar ze het gewenste huisdier kunnen uitkiezen. Indien zij menen niet te moeten kiezen kunnen zij zich voor adoptie even eens wenden tot het bureel op de Moorselbaan. GELD Voor het onderhoud van en de ver zorging in het asiel zal de eigenaar van de hoeve instaan. Momenteel is het grote probleem van de vzw Dierenbescherming van Groot- Aalst echter: GELD. Het inrichten van het asiel vraagt veel geld. Mensen die deze ver eniging willen helpen kunnen al tijd een gift storten op rekening 439-4122069-50 met vermelding «Gift dierenasiel Groot Aalst». Voor het onderhoud en de verzor ging rekent men verder nog op de gelden afkomstig van logies en adopties. Waarschijnlijk zal men 150 F vragen voor het adopteren van een hond. DISKRIMINATIE Voor de vzw Dierenbescherming Groot-Aalst is het lang een doom in het oog geweest dat het Stede lijk Dierenasiel Sint Hubertus over een eigen asiel beschikte. Hieraan is momenteel een eind gekomen. Eveeneens een doom in het oog is de benaming «Stedelijk»', een be naming die nog voor meer verwar ring zorgt. Oningewijden veron derstellen maar al te dikwijls dat het hem hier om een stedelijk in itiatief gaat. Niets is minder waar. Uit de brieven blijkt het. Een paar maal wordt gezinspeeld op het asiel Sint Hubertus en wordt erop gewezen dat het hem om een privé-initiatief gaat. Hierbij kun nen wij ons de vraag stellen hoever het niet-diskriminatievermogen van burgemeester D'haeseleer, aangehaald in de brief van 29 de cember 1976. gaat. Tot op heden werd er tegen het dragen van deze naam nog niets ondernomen. Wel zijn er de geruchten dat de juridi sche dienst van de stad Aalst mo menteel aan een procedure zou werken tegen 't «Stedelijk dieren asiel Sint-Hubertus». Bij het ter perse gaan hadden wij daarvan nog geen bevestiging. De proce dure kan in elk geval nog niet officieel gestart zijn aangezien zij nog niet werd voorgelegd op het schepenkollege, iets wat ons door een paar schepenen bevestigd werd. S.J. ontwikkelingsplan voor het Aalsterse wees dan ook terecht op de behoefte van rekonversie voor onze streek. Tot op heden is deze rekonversie echter totaal onvoldoende, en wel om twee redenen: a. waar het vooral middel grote ondernemingen waren die hun deuren sloten (denken we maar aan de sluitingen van L'Eolienne, La Cou verture. de Cottinière d'Erembode- gem, de Filature Impériale, La Geor gië, Roos-Geerinckx De Naeyer, de Filature du Canal, e.d. waardoor meer dan 3.000 betrekkingen teloor gingen), kregen wij hiervoor voorna melijk kleine ondernemingen in de plaats. Ter illustratie kan hier vermeld worden dat van de 35 ondernemingen die zich per mei 1974 op het industrie terrein Erembodegem III bevonden er 22 minder dan 50 werknemers in dienst hadden, 8 tussen de 51 en 100, 5 tussen de 101 en 250 en geen enkel méér dan 250 werknemers! En had minister Vlerick niet verklaard dat Erembodegem III juist wend aange legd om te Aalst een grote stuwende onderneming, in een andere sektor dan de textiel, te kunnen vestigen? Jammer genoeg diende minister Vle rick bij diezelfde gelegenheid reeds te betreuren «dat een bepaalde grote bui tenlandse onderneming zich daar niet gevestigd heeft». Wij zouden er kunnen aan toevoegen dat hoofdzakelijk tengevolge van een gebrek aan samenwerking tussen de lokale bevoegde instanties recentelijk andermaal de kans werd verkeken om een grote binnenlandse onderneming in ons arrondissement te krijgen. Wij zouden er hier wilien op wijzen dat, hoe valabel de aanwinst van kleine ondernemingen voor onze streek ook is. deze laatste noch in staat zijn om de ekonomische achteruitgang van de streek op te vangen, noch om het ver trouwen in het lokale bedrijfsleven te herstellen, laat staan te verstevigen Ter informatie willen wij hier signale ren dat ons arrondissement per 1972 volgens de R.M .Z -statistieken amper 6 ondernemingen telde die tussen de 500 en 1.000 werknemers tewerkstel den (dit is 1,5 van hei totaal aantal ondernemingen) en geen enkele on derneming van meer dan 1.000 werk nemers: voor het njk bedragen deze cijfers respektievelijk 361 (500 1.000 werknemers) en 235 (1.000 werknemers en meer) hetzij samen 3% van het totaal aantal ondernemingen. Wat het aantal tewerkgestelden in de middelgrote en grote ondernemingen betreft, vinden wij in het arrondisse ment Aalst 8% van de werknemers in bedrijven tussen de 500 en 1.000 werknemers: voor het rijk bedraagt dit percentage 28%. b. Een tweede punt betreft de nog steeds te sterk monogerichte struktuur van onze ekonomic. De opening van nieuwe bedrijven en de uitbreiding van bestaande vestigingen, behorende tot andere dan de klassieke sektoren, die dankzij het ondernemersschap en het doorzettingsvermogen van dyna mische patroons en andere verant woordelijke mensen konden gereali seerd worden, hebben niet kunnen verhinderen dat in 1972 nog steeds bijna 30% van het aantal arbeidsplaat sen in onze streek zich in de textiel- of kledingssektor situeerde. Met dit do minerend overwicht van textiel- en kledingnijverheid blijft de tewerkstel ling in onze streek zeerkwetsbaar (wat 1974 andermaal bewees) en is de di- versifikatic van onze lokale ekonomie nog verre van afgerond. DE AANPAK VAN ONZE STREEKPROBLEMATIEK Voor de aanpak van onze streekpro- blematiek bestaan geen wondermidde len: geen enkele maatregel is op zich zelf voldoende om het getij in gunstige zin te doen keren. Al evenmin kan éénmanswerk hier slagen. Alleen een eensgezinde en globale aanpak, zowel op lokaal, regionaal als nationaal vlak, waarbij alle kleingeestige per soonlijke rivaliteiten en partij politieke berekeningen ondergeschikt worden gemaakt aan het streekbelang kan borg staan vooreen suksesrijk re sultaat. Alle politieke macht die in het arrondissement aanwezig is, dient hierbij eendrachtig gemobiliseerd en in dezelfde richting aangewend. O.i. zouden in het raam van een globaal aktieprogramma (o.a.) volgende ak- tiepunten dienen te fungeren: herziening van vigerende regio nale ekonomische politiek in de richting van een meer planmatig en op industriële decentralisatie afgestemd beleid, zodat de over verhitting in de natuurlijke groei-ool afgekoeld wordt en de werkelijke probleemgebieden, o.a. het Aalsterse, hun achter stand kunnen inlopen; het in dit kader ten uitvoer leggen van de in de regeringsverklaring voorziene maatregelen i.v.m. bet overheidsinitiatief, o.a. ten bate van het Aalsterse; het voorbehouden van de nodige ruimten op onze industrieter reinen voorde vestiging van grote ondernemingen en van research- firma's; hierbij aansluitend een aktieve promotiepolitiek teneinde dergelijke ondernemingen naar ons arrondissement te krijgen; een werkelijke administratieve decentralisatie en dekoncentratie ten bate van de ekonomische pro bleemgebieden; de verplichte vestiging van de maatschappelijke zetel van on dernemingen bij de exploitatieze tel; het tot stand brengen van krachtige nieuwe gemeentelijke entiteiten binnen ons arrondissement door een vooruitstrevende fusie- politiek en het uitdunnen van de administratieve pyramide; een volwaardige infrastniktuur voor ons arrondissement, waarbij vooral het zuiden van het arron dissement uit zijn isolatie dient gehaald.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1977 | | pagina 9