GESPREK MET
GUSTAAF
DE STOBBELEIR
12 -19-8-77 - De Voorpost
Enkele zonnestralen wriemelen zich een gaatjke in het asgrauwe wolkendek. Capucienenlaan
79, vijf over twee op een weer eens regenbrengende augustusdag. Een papiertje boven de
deurknop: ben terug tegen halfdrie, Staaf! Nog even een halfuurtje verpozing dan maar bij een
fris pilsje, ergens in de omgeving. Tegen twintig voor drie staan we weer op dezelfde stoep. Het
papiertje is weg. Nou, bellen dan maar. En ja, daar zwaait de deur open en staan we oog in oog
met een nu reeds legendarische alhoewel nog levende Aalstenaar. Wie kent hem niet? Gustaaf
De Stobbeleir, Staaf voor de vrienden, 77 jaar levend Aalsters wel en wee. Eenvoudig, vlot
pratend en een geheugen waar vele jongeren hem nog zouden mogen om benijden. Voor we 't
beseffen zit, zeg ook maar Staaf, achter zijn bureau. Wij nemen plaats aan de andere zijde.
Massa's vergeelde fotootjes liggen er slordig over verspreid, proberend als 't ware 'n brug te
slaan tussen verleden en heden, tussen de man op de praatstoel en de interviewer. Gustaaf
sleept er nog snel een flesje Jagermeister bij. Zo gauw ieders laarsje tot aan de rand gevuld
staat, kan het vraag- en antwoordspel met onze gastheer in de beste voorwaarden van start
gaan.
Het begin...
Ik heb nochtans niet al te veel
tijd, werpt Gustaaf op in het be
gin van ons gesprek. Ik ga im
mers morgen of overmorgen
voor enkele dagen logeren bij
vrienden aan de kust. Dat is
sedert jaren de gewoonte.
Toen mijn echtgenote nog leef
de, trokken we elk jaar met Half-
oogst naar zee. Ik verjaar im
mers op vijftien augustus, en
die dag wilden we steeds zo
aangenaam mogelijk door
brengen. Mijn echtgenote is nu
reeds 30 maanden overleden,
maar nog steeds heb ik de
zelfde gewoonte.
Gustaaf De Stobbeleir zegt het
zelf: op 15 augustus verjaart hij.
Hoe oud? 77, zucht hij, de tijd
gaat zo snel! Ik was de zoon
van Richard De Stobbeleir en
moeder De Grauwe. Mijn moe
der is nog niet zo heel lang
overleden. In 1976 werd ze nog
door burgemeester Blanckaert
ontvangen op het stadhuis ter
gelegenheid van haar honderd
ste verjaardag. Toen ik gebo
ren werd, baatte vader Richard
een herberg uit op de Grote
Markt, daar waar nu kafee De
Tiger is. In 1911 verhuisden wij
en vader begon een handel in
scheikundige meststoffen te
drijven. Toen in 1926 de eerste
Aalsterse jaarbeurs georgani
seerd werd, mede door mijn
toedoen, richtte hij, om mij ple
zier te doen, ook een stand in
op de binnenplaats van de Pu
pillenschool die de eerste pleis
terplaats was van die jaar
beurs.
In feite begon alles voor mij
rond mijn achttiende. Toen
werd ik stichter en tegelijkertijd
sekretaris van de voetbalklub
Eendracht Aalst. Zelf heb ik
echter nooit tegen het leder ge
trapt! In 1922 ben ik dan mijn
vaderland gaan dienen. Het
jaar daarop kwam ik naar Aalst
terug. Samen met Alfred Kel
ders, die later ereburger van de
stad zou worden, Felix De
Loose, de direkteur van de
stadshopwaag, en Albert Van
der Voort en Jozef De Mol,
richtte ik toen de eerste karna-
valstoet in. We schrijven 1923.
Kort daarop kwam ik dan in de
politiek terecht. Dit was niet
zo'n abnormale zaak als je
weet dat mijn vader gemeente
raadslid van de liberalen was.
Notaris De Wint en hij waren de
twee liberale en het
schismaspook klopte op de
deur. De gemeenteraadsver
kiezingen van 1926 naderden
snel. Ik kwam op de eerste
plaats van de liberale lijst te
recht. Door de scheuring die er
geweest was, leden de libera
len een gevoelig verlies, maar
ik werd gelukkig toch verkozen.
Zes jaar lang moest ik, de 26
jaar jonge Gustaaf De Stobbe
leir, «de» oppositie spelen! Op
mezelf na zat immers iedereen
in de bestuursmeerderheid, de
katolieken, de Daenisten en
de socialisten. Romain Moyer-
soen, die later baron zou wor
den, was toen burgemeester.
In 1926 organiseerden de
zelfde mensen die de eerste
kamavalstoet in elkaar getim
merd hadden voor de eerste
maal een jaarbeurs. Alles ging
er nog heel primitief aan toe,
maar het begin was er toch. La
ter werd de organisatie van de
jaarbeurs dan overgenomen
door het stadsbestuur. Hiertoe
werd er tegen het einde van de
twintiger jaren een stedelijk
feestkomitee gevormd, waar
van ook ik deel uitmaakte.
Mijn eerste schepenambt...
Dit is het verhaal van één van
de meest bewogen periodes uit
de Aalsterse politieke geschie
denis. De verkiezingen van
1932 kondigden zich aan. Vijf
partijen, de katolieken, de so
cialisten, de frontpartij, de libe
ralen en de kommunisten leef
den naar de elfde oktober toe.
De katolieken behaalden acht
verkozenen, de socialisten ze
ven, de frontpartij vijf, de libera
len drie en de kommunisten
hadden er geen. Na rijp beraad
kwamen katolieken, socialisten
en frontpartij overeen om de
nieuwe koalitie te vormen, met
de socialist Alfred Nichels als
burgemeester. Een tijd lang
was er geen vuiltje aan de
lucht. Op een dag in 1934 liep
het echter mis. Het Vlaams lo
kaal in de Molenstraat kreeg
het bezoek van de leider van
het nieuwe V.N.V., Staf De
Clercq. Dit was niet naar de zin
van de jong-socialisten en de
kommunisten die op hun beurt
naar het Vlaams huis togen ei t
er de ruiten lieten sneuvelen.
Staf De Clercq voelde dit aan
als een kaakslag en eiste on
middellijk het ontslag van de
Vlaams-nationalistische sche
penen. Op deze wijze spatte
het schepenkollege toen uit el
kaar. Bert van Hoorick, De
Neve en dr. Gravez trapten het
inderdaad af. Alfred Nichels,
die door de koning benoemd
was, bleef uiteraard wel bur
gemeester. Je kan je waar
schijnlijk wel voorstellen welk
een bewogen periode we hier
toen meemaakten. Na heel wat
kontakten ben ik er toen in ge
slaagd de partijen terug bij el
kaar te brengen. En wat er op
die vergadering gebeurde, was
misschien nog wel het meest
fantastische!
Gustaaf De Stobbeleir nipt
even aan zijn glaasje. Schenk
nog maar 'ns in, vraagt hij de bij
ons gesprek aanwezige vriend
des huizes. Je bemerkt het
onmiddellijk, Gustaaf beleeft
nog steeds een pak genoegen
aan de wijze waarop hij de hin
dernissen genomen heeft om
een eerste schepenambt te
kunnen bekleden. Ervaren poli
tieke mannen, zoals Romain
Moyersoen, diende hij ervoor
uit te tellen!
Ja, glundert hij, die avond zal ik
wel nooit vergeten. Tussen de
partijen was men overeenge
komen om om beurten een
schepen voor te dragen. De ka
tolieken plaatsten onmiddellijk
Bastiaens op Openbare Wer
ken. De Frontpartij mocht als
tweede kiezen en hier opteerde
men voor Onderwijs. Toen was
het de beurt aan ons, liberalen
Ik kon enkel nog kiezen tussen
Financiën en Burgerlijke Stand.
Voor dit laatste schepenambt
had ik echter te weinig tijd, ter
wijl ik me voor Financiën nog
wat te jong voelde. Gelukkig zat
toen Pierre Comelis naast me.
«Ik zal je helpen», fluisterde hij
in mijn oor. Goed, zo gezegd zo
gedaan Ik koos Financiën.
Romain Moyersoen die juist na
mij mocht kiezen zag er bleek
van! Hij was immers verplicht
Burgerlijke Stand te nemen.
Een paar maanden later legde
hij er echter het bijltje bij neer,
en werd opgevolgd door Dan-
ckaert. Beeld je 'ns in: koppels
trouwen!!
De Concentratie...
Én zo werd ik dan de eerste
keer schepen van Financiën.
Stilaan naderden echter de
zwarte jaren. Ook te Aalst vond
men er de weerslag van: sta
kingen en straatrumoer waren
schering en inslag. En in deze
omstandigheden stonden we
dan aan de vooravond van de
gemeenteraadsverkiezingen
van 1939. Deze verkiezingen
zullen te Aalst steeds bekend
blijven als de nederlaag van de
Concentratie. Dit was nl. een
koalitie van de katolieken, het
V.N.V. en Rex van Leon De-
grelle. De verkiezingskampgne
was een strijd op leven en
dood. Het ging er hard aan toe.
Ik herinner me zo'n memora
bele meeting in zaal de Rink.
Mensenlief, wat 'n volk en wat
'n sfeer! De verkiezingen zelf
leverden toen een daverende
overwinning op voor de twee
partijen die geen deel uitmaak
ten van de Concentratie, nl. de
socialisten en wij, de liberalen.
Soms vormden wij dan ook de
nieuwe koalitie. Alfred Nichels
werd met zijn 7000 voorkeur
stemmen opnieuw burgemees
ter. Verder'hadden de socialis
ten nog één schepen, terwijl wij
er drie kregen. Was me dat een
feest bij de beide partijen in die
dagen!
De oorlog onderbrak op ab
rupte wijze deze koalitie. In ok
tober 1940 werden de twee so
cialisten, Nichels en Berg
mans, en ikzelf uit onze funk-
Een glunderend feestkomitee, zo
veel jaar terug voor de eerste
beurs in het uteneum. Achtste van waarmee elders in deze editie een
links: Gustaaf De Stobbeleir interview.
ties gezet. Burgemeester Al
fred Nichels moest op bevel
van de Duitse bezetter opkras
sen zodat Victor Bocqué, een
Vlaams-nationalist, de nieuwe
Aalsterse burgemeester kon
worden. Ikzelf kwam tijdens de
tweede Wereldoorlog o.a. te
recht in de gevangenis «De
Nieuwe Wandeling» te Gent. Ik
heb er 37 dagen opzitten als
politiek gevangene. Over Victor
Bocqué moet ik zeggen dat ik
hem steeds gekend heb als
een oprecht en goed man. Ik
ben later trouwens nog aanwe
zig geweest op zijn begrafenis.
Tenslotte, na die lange donkere
jaren, kwam er dan eindelijk de
bevrijding. Het oude Kollege
van Burgemeester en Schepe
nen trad terug in de plaats van
het bezetterskollege. Toen ben
ik trouwens als eerste schepen
nog een paar dagen waarne
mend burgemeester geweest,
omdat Alfred Nichels nog niet
terug te Aalst was.
Donkere wolken aan de
blauwe lucht...
Politiek was de situatie onmid
dellijk na de bevrijding nogal
gekompliceerd voor Gustaaf
De Stobbeleir, In zijn partij
stond hij in feite helemaal al
leen als grote man. Op Aalsters
vlak was er niemand die zich
kwa populariteit met hem kon
meten.
Ik mag wel zeggen dat de ver
warde situatie die er zich voor
deed tussen 1945 en 1949 in
feite haar verre oorsprong vond
in 1926, vertelt hij ons. Dat
zelfde jaar deed er zich in de
partij op nationaal vlak een
scheuring voor. Door deze ge
beurtenis verloren de liberalen
hun volksvertegenwoordigers.
In 1929 werden er nieuwe ver
kiezingen gehouden, met het
resultaat dat de burgemeester
van Ninove, dr. Behn, verkozen
werd als nieuwe volksverte
genwoordiger. Ik was toen eer
ste plaatsvervanger. En dat
bleef ik gans de tijd. Bij iedere
nieuwe parlementsverkiezin
gen zei dr. Behn tegen mij: «De
volgende keer is 't voor u,
jong!» Doch het bleef steeds bij
die woorden. Nu waren er in
wat ik i
1946 nieuwe parlementsver
kiezingen. Grote verrassing:
Dr. Behn werd niet meer herko
zen. Bij de senatoren lag de
zaak enigszins anders: senator
Van de Wiele uit Ronse werd
wel herkozen. En notaris Willy
Breckpot was hier eerste
plaatsvervanger. Maar er
kwam ook een rijzende ster
waarmee we stilaan moesten
rekening houden, nl. Louis
D'haeseleer. Voordien had ik
deze jongeman aan het werk
geholpen als bediende. Rond
dat tijdstip begon hij als sekre
taris van de sociale werken
enorm sukses te kennen. Nie
mand was dan ook verbaasd
toen Louis D'haeseleer met die
verkiezingen van 1946 verko
zen werd tot provincieraadslid.
Zo verliepen er toen een paar
jaar en voor we het in feite goed
wisten, stonden we plots voor
de verkiezingen van 1949.
Sinds de verkiezingen van '46
was de situatie gevoelig gewij
zigd door het afstervan van se
nator Van de Wiele. Normaal
kwam nu de plaats van lijsttrek
ker toe aan notaris Willy Breck
pot, als eerste plaatsvervan
ger. Toen kwam echter de kat
op de koord. Louis D'haeseleer
oogstte nog steeds enorm suk
ses met zijn sociale werken en
deze eiste dan ook dat hij door
de partij als lijsttrekker voor de
kamer zou aanvaard worden.
Daar zat echter de knoop van
de ganse historie. Ik zelf
wachtte reeds sinds 1929 op
dezelfde plaats. Er dreigden
moeilijkheden in de partij. Deze
gingen zelfs zover dat indien ze
niet zo snel opgelost zouden
geweest zijn een scheuring on
afwendbaar was. Het kritieke
van de toestand werd echter
aangevoeld door Willy Breck
pot. Dank zij hem geraakten we
uit de impasse. Hij offerde im
mers zijn plaats van lijsttrekker
voor de senaat op aan mezelf.
Op deze wijze konden zowel
Louis D'haeseleer als ikzelf als
lijsttrekkers de verkiezingen
tegemoet. Hiermee waren uit
eraard de moeilijkheden uit de
weg geruimd. De parlements
verkiezingen van 1349 bete
kenden een kompleet sukses
voor de Aalsterse liberalen
Ongeveer 28.000 stemmen
voor mezelf en om en bij de
20.000 voor Louis D'haeseleer,
als ik mij niet vergis.
Het jaar daarop waren van
wege de koningskwestie
reeds nieuwe verkiezingen. Dit
keer haalde ik het niet recht
streeks. Ik werd echter wel ge-
koöpteerd als senator. Een
poosje later werd ik dan Quaes
tor van de senaat.
In die onmiddellijke na
oorlogse periode had ik het te
Aalst op politiek vlak erg rustig.
Sinds 1946 zaten socialisten
en liberalen er opnieuw in de
oppositie. De CVP, met bur
gemeester Jozef Borremans,
had immers de volstrekte
meerderheid.
De motor van het stadsle
ven...
Ik was in al die jaren niet enkel
in de politiek aktief, weet ge!
Gustaaf valt plots aan 't romme
len in de oude foto's. Foto's van
twintig, dertig, veertig en zelfs
vijftig vijf geleden. Een massa
bekende en minder bekende
Aalstenaars die stuk voor stuk
reeds tientallen jaren overle
den zijn, defileren opnieuw
voor onze ogen. Een foto van
een diner met de goeverneur
en zijn dame, foto's van stede
lijke feestkomiteën door de ja
ren heen, eerste steenlegging
van het Koninklijk Atheneum in
1939, een foto van een vooroor
logse kavalkade met Fred Kel
ders en Gustaaf De Stobbeleir
op kop gevolgd door de oude
stadsreuzen, enz. enz... Hier,
kijk ook 'ns hoe de gevel van
ons partijhoofdkwartier inder
tijd tijdens de verkiezingspe
riode bewerkt was. 't Was nogal
wat anders als nu!
Ja, mijmert Gustaaf, in die jaren
was ik zowat overal aktief te
Aalst. Ik was lid van tientallen
verenigingen. In 1945 stichtte
ik de Hopfeestmarkt. En ik
zorgde er mede voor dat de
jaarbeurs opnieuw van start
kon gaan, nu in de nieuwe ge
bouwen van het Koninklijk
Atheneum.
Toen kwamen de gemeente
raadsverkiezingen van 1952.
De CVP werd verslagen en de
vooroorlogse socialistisch-
liberale koalitie kon weer ver
der gezet worden. Oscar De-
bunne, een jonge advokaat van
West-Vlaamse oorsprong,
werd burgemeester voor de
socialistische partij, Gustaaf
De Stobbeleir nam zijn vroe
gere ambt van schepen van fi
nanciën weer op, doch nu nam
hij er ook middenstand bij. De
periode van de grote verwezen
lijkingen brak nu voorgoed aan.
Zo worden er sinds 1953 elk
jaar kerstbomen op de Grote
Markt geplaatst. «De CVP, olv
Gilbert Claus, lachte me uit! Het
jaar daarop liet ik er niet één
maar vier plaatsen, alleen al
om ze te duvelen, grinnikt Gus
taaf.» Eveneens sedert 1953
werd er een hoppeprijskamp
ingericht met de bedoeling de
hoppekweek in het Aalsterse te
laten herleven. Gustaaf De
Stobbeleir breidde als schepen
voorzitter van de marktkom-
missie de Sint-
Maartensjaarmarkt uit tot de
Hoogstraat, de Zonnestruat, de
Watertoren en de Scherreveld-
straat. Hij organiseerde de be
vrijdingsfeesten in 1954 en
1955 en bracht te dezer gele
genheid tienduizenden men
sen op de been;hij liet een Vre
deplein aanleggen en richtte er
een Vredemonument op;hij or
ganiseerde etalagewedstrijden
voor de middenstanders;hij
was stichter-voorzitter van het
stedelijk sportkomitee sinds
1934;hij organiseerde het eer
ste orgelrecital in de Sint-
Martinuskerk;hij was stichter
voorzitter van het komitee voor
de verkiezing van prins karna-
val;hij richtte de eerste verto
ningen van het Arena-theater
in;hij organiseerde in 1956 de
huldiging van Koningin Elisa
beth ;hij..., hij... Het lijkt wel een
onuitputtelijke opsomming!
En dan hebben we misschien
één van de belangrijkste reali
saties van Gustaaf niet eens
vernoemd, omdat we ook zo
graag de anekdote willen
weergeven die eraan vastzit.
Wanneer Gustaaf De Stobbe
leir over de Graanmarkt begint
te praten, vist hij onmiddellijk uit
de stapel foto's er een kiekje
van op. Voila, zegt hij duidelijk
it
alle
vergenoegd, dat is nu
van gemaakt heb. Hij toont
een foto die dadelijk na de
leg van het huidige parkje
nomen werd. Weet ge, die aai3en
leg is niet zonder slag of
kunnen gebeuren. Op
Graanmarkt stonden er
ger enkele linden die hun
jaren gehad hadden en er
tjes stonden weg te
Voor notaris Breckpot maakte1eeft
deze linden een onafscheidelijk^
deel uit van dat oude vejk he
trouwde beeld van de Graa|peve
markt. We mochten er dan ot£usta
onder geen enkel beding ie?'Jn P£
aan veranderen. Nu had ik ecFke
ter het initiatief genomen o^'Qdo
een plan te laten opmaken vaencte
een plein met veel groerfoc^
Breckpot sputterde uiteraaip1^
zoals te verwachten heftig t#at kk
gen. Op een nacht werden toeflacht
alle bomen afgezaagd, uite^'lde
aard tot grote ontsteltenis e|ac,el'
ergernis van de notaris die pcht
ochtends zijn ogen maar ni?e mc
kon geloven. Hij diende stanfP da
pede zijn ontslag in als lïberal1ent
raadslid. En nooit heeft notari^^
Breckpot zich met het nieuwj
beeld van de Graanmarkt kun
nen verzoenen. De jonge nol
ris Pierre Breckpot geeft
echter toch toe dat ik indei
juist gehandeld heb!
En Gustaaf pakte ook al grat
eens een pintje. Regelmal
bracht hij bezoeken aan pr;
tisch alle Grote Marl
herbergen, een «prestatie^
hem toeliet te schrijven in er,
verkiezingspamflet voor d; NI
gemeenteraadsverkiezingen
van 1958: «Wie kent M.CIaii VI
die moet burgemeester worde
van Aalst? Waar was hij? Wa^ «He
hebt gij hem gezien? Eer tien
drankgelegenheid is voor her) zeil'
een ijzerwinkel. Hoe kan zo ie naa:
mand met Aalst meeleven???! Bot
In 1956 geeft burgemeeste wei:
Oscar Debunne zijn ontslag het -
Schepen De Stobbeleir worg een
een tijd lang waarnemend bur
gemeester.
Op de koffie bij Mao en Tjoe..]
Datzelfde jaar komt voor Gusj
taaf De Stobbeleir dan mis
schien wel het hoogtepunt va
zijn karrière. Op uitnodigin
van kommunistisch China vei
trekt hij voor een reis van 3
dagen, samen met vijftien an
dere parlementairen. Eert
verbleef men vier dagen in Rui
land tijdens de heenreis, da
kwam het eigenlijke verblijf
China, en tenslotte deed me
op de terugreis nog eens Rui
land aan opnieuw voor vier da
gen. De delegatie werd gelei
door Kamille Huysmans
Als Quaestor van de Senaa
was ik tweede in rang, herinne
Gustaaf zich. Ik moest steed
naast Huysmans lopen en me
hem over alles akkoord probe
ren te geraken. De bedoelini
van de reis was te trachten poli
tieke en handelsbetrekkingei
aan te knopen met China, li
Did
des
en ;i
bew
bel a
Br
Samen met Marcel De Bisschop in
Stobbeleir enkele lentes terug.
en komisch nummertje. Gustaaf ae b'
ook
Het eerste Aalsters Stedelijk FeestkomiteeStaande van l.n.rWilly Breckpot, Kamiel Guns, mr. Bod;
v.l.n.r. Valerie D'Hondt, Gustaaf De Stobbeleir, schepen De Smedt, Felix De Loose en Alfred.