«-■ IV '\'U De Voorpost -16-8-77 -17 V flÈ I pi ««UB VIS: EEN BROK OP ZICHZELF i ephina urn lie De Vis-De Cock op het iv 'luirlt'S De Vis aan de tof eau Door Cock - dat zij met een volkse bijnaam zouden toebedacht zijn ge weest. DE BOER, Leon, is de oudste en de enige nog in leven zijnde der Kinderen De Vis. Zoals trouwens zijn ganse leven lang reeds woont hij nog steeds op het familiegoed, het Kasteel Ten Berg, dat de «Campagne» werd genoemd. Leon De Vis zou «Ingenieur Agricole» zijn waardoor zijn bijnaam «den boer» te verklaren moet zijn. Hij had, en heeft nog, een zeer grote belanstelling voor alles wat leeft en groeit en steeds is hij doende geweest met dieren allerhande. Vooral zijn aparte liefde voor pauwen is bekend en nu nog lopen er zeker nog een twintigtal van deze «pronk- vogels» in het park van het kes- teel Ten Berg vrijrond. Zelfs nu Leon De Vis de negentig nadert is hij het die elke dag zijn lieve lingsdieren gaat «voeren» al thans tot hij heel onlangs op een ongelukkig wijze zijn schouderblad heeft gebroken was dit nog zó. Dagelijks zit hij uren bij de vijver het bonte wilde leven er omheen gade te slaan. In het verwilderde park krioelt het van wilde eenden, konijnen, fazanten en in de zol derverdieping van het kastel zelf hebben zeker 'n honderd tal duiven een onderkomen gevonden. Het kasteel zelf biedt een desolate aanblik, midden in dit domein van zowat 22 ha, en naar wordt beweerd zou het onveranderlijk nog in zijn geheel bemeubeld staan. Aangezien noch van onder houd noch van herstellingen sprake is kan men zich licht voorstellen hoe 't met deze waardevolle irvboedel intussen gesteld is geraakt. Leon De Vis zelf woont, samen met de huis houdster Zulma, die reeds vanaf haar 14e jaar bij de fami lie De Vis «dient» nu zowat een 40- a45 - tal jaar in twee kamers. Daarnaast is er nog een keukenmeid die de huis houdster helpt;dit is meer dan nodig nu deze reeds verschil lende jaren zelf moeilijk te been is. Voor het hoogstnoodzake lijke zware we/k, binnen en bui ten het kasteel zelf, wordt haast continu beroep gedaan op de broer van de huishoudster. Er wordt ook nog beroep gedaan op anderen, meestal huurders van Leon De Vis, om nu en dan 'n helpende hand toe te ste ken. Zo wordt hij o.a. sinds zijn ongelukkige val, met schou derblad breuk als gevolg, door eenzelfde persoon elke dag in bed gestopt en uit bed gehaald. Dit vertrouwen kreeg deze man, nu een vijftal jaar gele den, toen hij het was die na lange bange nachtelijke uren zoeken de vermiste broer Leon de juffrouw leefde toen nog in de bijgebouwen had gevonden waar hij bij het vallen de heup had gebroken. Taai en hard als geeneen kwam Leon De Vis dit te boven en slaagde erin om weer te gaan lopen mp* behulp van twee wandelstok ken. Leon De Vis is «potdoof» en alle kommunikatie dient te gebeuren langs geschreven weg als hij niet vertrouwd is met do persoon in kwestie. Zijn hoorapparaat is meestal zoek zodat in feite alles via de huis houdster zijn beslag krijgt. De eerste vrijdag van elke maand wordt door de paters Jezuiten, aan de zich zeer Katoliek noe mende «boer» De Vis, «Ons Heer» gebracht. Alleen bij deze gelegenheden trekt hij een nieuw hemd aan en doet zijn gouden manchetknopen in;voordien moest hij netjes gladgeschoren worden. «Ge moet toch alleen maar voor ons heer proper zijn» zegt Leon De Vis hierbij. Katholiek van de oude stempel die hij is, blijft hij den ook nuchter tot hij gekom- municeerd heeft. Momenteel ziet het er naar uit dat deze eenzame «hereboer», indien mogelijk, nog meer geïsoleerd raakt van wat hem ooit met de buitenwereld heeft verbonden. Het lijkt er zelfs op dat de huis houdster hierbij een zeer ingrij pende rol heeft gespeeld. Mo menteel heeft Leon De Vis al leen nog kontakt met de wein ige hoger genoemde mensen die hem dagelijks bijstaan en krijgt hij af en toe nog bezoek van zijn huisarts en van kloos terlingen uit de verschillende Aalsterse kloosters. Ook de huidige burgemeester was reeds enkele keren op bezoek. Voor andere kennissen uit vroegertijd lijkt het of de deur van Kasteel Ten Berg nu voor goed gesloten werd;de perso nen in kwestie wijzen hiervoor met de vinger naar de huis houdster Zulma. Of Leon «den boer» die vroeger alleen maar zijn pachters had op te eisen om zijn «boerenwerk» te doen nog weet wat er pre cies gebeurt is moeilijk met ze kerheid na te gaan. Wat er, na hem, met zijn onmetelijk ver mogen, met zijn nalatenschap, gaat gebeuren is met even weinig zekerheid te zeggen. Dat diegenen welke nu dicht bij hem staan of trachten in zijn nabijheidin zijn gezichts veld te blijven ergens duide lijke verwachtingen koesteren is zonder meer een feit. Wie al leszins met het grootste stuk van de nalatenschap gaat lo pen is «vadertje staat» via de erfenisrechten Intussen leeft Leon De Vis, als rijkste man van de streek, zijn armoedig bestaan verder als gevangene van zichzelf in twee kamers van hetook nu nog, sierlijke ouder lijke kasteel. DE ADVOKAAT, Joseph, werd geboren in 1888 te Aalst en overleed er in 1952. Hij is de enige der kinderen De Vis die op een bepaald moment in zijn leven daadwerkelijk zijn eigen weg ging. Terwijl het notariaat De Vis in het begin gezamelijk door beide broers, Albert en Joseph, werd beheerd, ging Joseph De Vis uiteindelijk zijn eigen weg, kocht een grote herenwoning aan 't stations plein nu nog een der vele leegstaande en ven/allen ge bouwen der familie De Vis en vestigde zich geheel zelf standig als advokaat. Hij was het eveneens die het kasteel kocht, met 30 ha park, bos en land er omheen, aan 't «Hou ten Hand» te Erembodegem. Naar wordt beweerd zou dit kasteel hebben toebehoord aan een notaris die plots was «doodgevallen» op de Kasteel- trap. Dit prachtige kasteel zou het geliefkoosde buitenverblijf worden van Joseph De Vis en niets had hij onverlet gelaten om het er naar zijn zin te heb ben. Hij moet er bovendien zeer toegenegen bedienden hebben gehad en vooral de dienstmeid Germaine moet voor Joseph De Vis een echte troosteres in nood zijn ge weest. Zij zou aan deze goed willige gedienstigheid dan ook een dochter overhouden die sprekend op Joseph geleek. Bij het overlijden van Joseph De Vis had deze, zijn inmiddels in alle eer en deugd, gehuwde meid, bij testament een groot gedeelte van zijn goederen en bezitten overgemaakt, waar onder het kasteel te Erembo degem. Dat .dit niet naar de zin was van de andere kinderen De Vis, vooral dan Leon, zou spoedig blijken. Ineens bleek er een later testament van Joseph De Vis te bestaan, dat uiteraard alle vorige vernietigde, en waarin alles werd overgemaakt aan zijn jongste zuster, Irma, die zijn oogappel was geweest zoals iedereen wist. Om een lang verhaal kort te maken, de zaak kwam voor het gerecht en in eerste instantie werd Irma De Vis schuldig bevonden aan «Valsheid in Geschriften», i.a.w. het testament op haar naam zou dus niet geldig zijn geweest. Dan kwam ineens een reddende engel opduiken, in de persoon van de echtge note van een vroegere vriend van de familie De Vis, vriend die vanaf de jaren twintig tot met de tweede wereldoorlog ontvanger van de registratie was geweest te Aalst. Deze ar tistiek aangelegde, als kunst schilderes niet 'onbelangrijk geachte dame, was destijds via de kontakten welke haar man beroepshalve met het notariaat lees de familie De Vis had gehad, een vriend aan huis geworden en roemt zich nu nog op de persoonlijk vriendschap pelijke relatie die ze met de fa milie De Vis heeft gehad, in het bijzonder met de jongste doch ter lrma;«Matje», zoals zij werd genoemd. Wij willen hier haar getuigenis ten gunste van Irma De Vis, die intussen in de Brugse vrouwengevangenis opgesloten zat, niet in twijfel trekken, maar een erg toeval lige samenloop lijkt het ons al leszins te zijn geweest. De ge tuigenis van deze vriendin gaf de doorslag en in «Verbreking» werd dus het testament op naam van Irma De Vis toch nog echt bevonden en Irma De Vis kon de gevangenis verlaten. Toen de echtgenoot van deze vriendin, enkele jaren terug overleed is zij, samen met haar ongehuwde zuster, nog een hele tijd te gast geweest bij Irma De Vis op het vroegere Kasteel van Joseph dat nu haar eigendom was. Bif hét overlij den van Irma in 1975 zouden beide dames dan hun intrek nemen in dit kasteel, zoals door juffrouw Irma was toegezegd. Er werden wel voorbereidingen getroffen en er werden zelfs noodzakelijke herstellingswer ken overwogen, maar uiteinde lijk bleef het kasteel onbe woond tot op heden. Na de brand, die begin vorig jaar het gebouw teisterde, staat het meer nog dan voordien ten prooi van weer en wind en mo menteel is ook dit 19e eeuwse «landhuis» ten dode opge schreven. Samen met het al even desolaat aandoende im posante herenhuis aan het sta tionsplein, waar Joseph De Vis zijn advokaten praktijk was ge vestigd en waar hij steeds ver bleef gedurende de winter maanden, is het vervallen bui tengoed te Erembodegem nog het enig wat ons aan deze al bij al toch merkwaardige man her innert. Diegenen welke Joseph De Vis van nabij hebben ge kend schenen hem zeker niet over dezelfde kam als beide andere broers. Het is ook de enige geweest die er min of meer ingeslaagd is om zijn ei gen identiteit te vinden en te beleven zonder al te groot schandaal te verwekken bin nen de familie, dit in tegenstel ling met de oudste zuster, Ma rie. Nochtans had hij eveneens, in laatste instantie, onder druk van de familie moeten afzien van zijn trouwplannen al had hij hiertoe het huis aan het station reeds geheel nieuw ingericht en bemeubeld. ALBERT DE VIS,«de notaris», zou, althans naar door verschil lende geloofwaardige perso nen wordt beweerd, geheel on bekwaam zijn geweest om dit beroep uit te oefen. Sommigen zeggen vlakaf dat hij niet eens zou hebben voldaan als 1e beginneling-klerk. Bovendien zou hij op een ongewoon slor dige wijze met alles en nog wat zijn omgesprongen. Zo bleven erwel honderden trouwboekjes bij hem rondslingeren, na het verlijden van akten, en vele zijn wel nooit meer ter bestemming geraakt. Het is dus helemaal niet te venwonderen dat deze, zeker niet schitterende notaris, was aangewezen op de hulp van anderen. Vanaf dé heltt der twintiger jaren zou hij in niet geringe mate zijn bijgestaan door een pas te Aalst nieuw aangestelde ambtenaar van de registratie. Het is zelfs zo ver gegaan dat men deze ambte naar de notaris van de notaris ging noemen en insiders bewe ren zonder meer dat deze hulp vaardige ambtenaar gewoon «baas» speelde over Albert De Vis als het notariële aangele genheden betrof. Vanaf het einde der twintiger jaren tot de eerste jaren van de tweede we reldoorlog zou deze «rechter hand» van de notaris er in sla gen om, in dezer kielzog, zich ongewoon vlug op te werken langs de maatschappelijke ladder. Op deze wijze zou bo vendien een haast noodzake lijke vriendschapsrelatie ont staan waarbij wederzijds beide familie's geheel betrokken raakten, zij het dan op een offi- ceel afstandelijke wijze. Dat zowel de notaris als de andere familieleden veel te danken hebben gehad aan de «wijze raad» en de «deskundigheid» van deze ambtelijk «streber» laat zich makkelijk raden als men weet dat, na zijn overlij den, zijn weduwe samen met haar ongehuwde zuster verschillende maanden op het toen terug in familiebezit ge raakte erfgoed van advokaat Joseph De Vis hebben verble ven. Er zou zelfs sprake zijn geweest, een tweetal jaren te rug, dat beiden op het Erembo- degemse kasteel definitif hun intrek zouden nemen. Zeer on langs kwam dan een even on verwacht als plots einde aan -De Campagne of buitengoed van de familie De Vis, gekend als het kasteel Ten BergHier leeft nog, wereldvreemd en volledig overgeleverd aan de goede wil van enkele vreemden, de nu haast 90 jarige Leon De Vis. Het buitenverblijf aan het «Houten Handte Erembodegem, ooit bezit van advokaat Joseph De Vis. De vroegere sTudie van notaris Charles De Vis en nadien van notaris Albert Dé Vis, ooit een imposante herenwypng, nu het verval nabij. deze oude vriendschap ook met Leon De Vis hadden zij nog regelmatig kontakt en wer den beide dames als het ware aan de deur gezet op het kas teel «Ten Berg». Dat hierbij de onmetelijke nalatenschap, waar velen op belust zijn, om het hoekje komt kijken is zeker niet verwonderlijk, 't Is dus evenmin verwonderlijk datïfr deze situatie de ene de ander met de vinger aanwijst. Aan de instandhouding en uitbreiding van de bezittingen moet, on danks alles, ook Albert De Vis terdege zijn steentje hebben bijgedragen. Na het overlijden van de oude notaris, Charles De Vis, had Joseph zich dus meteen afzonderlijk gevestigd als advokaat en bleef Albert, op wiens naam het notariaat reeds voordien was overgegaan, al leen achter in de studie aan de Molenstraat. De enige der kin deren De Vis die vrij regelmatig uitging en rondliep in de stad was notaris Albert, dit in tegen stelling met de andere broers en zusters. Na de tweede we reldoorlog zou zowel Albert als Joseph in konflikt raken met het gerecht en beide zouden voor geruime tijd gratis logies krijgen in een «staatspension» Vol gens sommigen zou dit te ma ken hebben gehad met moei lijkheden welke waren ontstaan bij de beruchte grote «Gütt»- geldinzameling;volgens ande ren had dit veeleer te meten met het op «bepaalde» manie ren «verwerven» van eigen dommen. Schuldig of niet, het is een feit dat dit voorval diep heeft ingeslagen en er zit méér dan alleen maar een grond van waarheid in de bewering dat deze opsluiting zowel het leven Vdn Josepn als dat van Albert aanzienlijk heeft ingekort. MARIE DEVIS, «de zotte», was helemaal niet zó «zot» als uit deze aan duidelijkheid niets ontbrekende bijnaam zou moe ten blijken. Zoals door vele tijd genoten wordt beweerd zou deze oudste dochter van nota ris Charles De Vis door haar eigen familie «zot» zijn ver klaard om aldus de jarenlange eenzame opsluiting van Marie te kunnen verantwoorden. Doordat nu eenmaal de on blusbare bezitsdrang de oor zaak was geweest dat de kin deren De Vis zich tegenover mekaar hadden verplicht waarschijnlijk onder druk van de ouders of van de meest autoritairen der kinderen (hier bij valt meestal de naam Leon en Madeleine) nooit uit on verdeeldheid te treden, dien den zich dan toch heel wat moeilijkheden aan toen som migen hun eigen weg dachten te gaan en o.a. aan liefde en huwelijk gingen denken. Zoals uit hardnekkige geruchten nu eenmaal kan worden opge maakt zou Marie De Vis met alle middelen verhinderd zijn geworden om de weg van haar hart te olgen. Toen toch de schande over de familie dreigde te komen, zoals dat destijds werd geheten, waren alle middelen goed om te belet ten dat de buitenwereld daar van zou afweten. Jarenlang tientallen jaren zou Marie De Vis aldus in eenzame op sluiting hebben doorgebracht tot ze inderdaad «gek» is gewor den en door haar agressiviteit binnenshuis uiteindelijk voor voldoende «burengerucnt» te hebben gezorgd dat de familie verplicht werd om aan deze on menselijke behandeling een einde te maken. De toen reeds ouder geworden Marie zou dan de rest van haar ongelukkige leven worden opgenomen door een «vriend». Hoogstwaar schijnlijk zijn deze jaren, toen ze uit de greep der familie was geraakt en liefdevol werd bijge staan door mensen met ge wone menselijke gevoelens, uiteindelijk nog de gelukkigste jaren van haar ganse leven geweest. Marie zou die laatste jaren gewoond hebben, in een speciaal voor haar ingericht appartement, boven 't. toen malige café Central aan de Vlaan derenstraat, dat toen' werd uitgebaat door Victor Van Impe. De vroegere meisjesschool aan de bergemeersen- Moorselbaan eveneens eigendom van de erfgenamen De Vis. Hier wat er overblijft van de kloosterkapel. Vervolg toekomende week

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1977 | | pagina 17