KUNSTENAARS VERZAMELEN AALST ZIT AL IN 1978: JAAR VAN HET DORP k STAD LONKT NAAR (DE) BUITEN [TORNOOI VAN DE ÉCRAVAALRUITERS De Voorpost.,- 26-8-77 - 9 Jan de Nijs uit Aalst is ook geen stil-zitter! Jarenlang was hij aktief als sekretaris van Bolaska, onlangs was hij de mede initiatiefnemer van het tentoonstellingspro ject «Andy Cap S», en net vorige week keerde hij terug van een zes weken lange reis doorheen de Verenigde Staten. En alsof hij dan nog niet voldoende was, is hij nog bezig als beeldende kunstenaar, heeft hij zijn dagelijks brood te verdienen op het werk, verzorgt hij nog bijdragen voor kleinere Aalsterse initiatieven en sinds enkele tijd werkt hij aan een expositie met als idee omschrijving 'kunstenaars welke in hun werken verzamelen als onderswerp hebben'. Oef! Een wat rauwe benade- ring van een idee dat, in feite, gemakkelijk te be- schrijven wordt wanneer men het als gerealiseer de tentoonstelling zal kunnen zien... Kunstenaars die in hun werk het onderwerp ver zamelen aansnijden is niet nieuw. Welbekend is de Franse 'assembla ge kunstenaar' César die al in de zestiger jaren overgaat tot het samen persen van afval. ProT dukten gaande van auto- schroot, tot schrijfma chines, ledige Coca-Cola blikken enzoverder. Cé- sar verzamelde zo de restanten van de kon- sumptiemaat schappij. Ook Daniel Spoerri en Arman zijn hiermede be zig geweest. Een ander treffend voor beeld is Christian Boi- tanski, eveneens uit Frankrijk. Hij verzamelt foto's goederen welke zijn verleden dokumente- ren. Zo heeft hij als het ware zichzelf verzameld en is tot het onderzoeken van zijn eigen gedrag kunnen overgaan. Men leert hier ondermeer uit dat het mooie jongetje van vroeger de lelijke man van nu is geworden. Voor Boltanski houd ver zamelen meer in dan zijn eigen identiteit in de openbaarheid gooien. De Italiaan Achille Cavel- lini werkt omgekeerd aan dezelfde idee. Cavellini sleutelt dagelijks aan het imago dat men,-hem-, na zijn dood zal meege ven. hDaarom stelt hij nu al zijn eigen affiches die hem voorstellen in de grote musea nagst Van Gogh, Cezanne, Picasso e.a. Cavellini zelf zegt hierover dat hij niet zin nens is te wachten op de roem die hem na zijn dood te beurt zal vallen en die meteen ook zijn marktwaarde zal bepa len. Een zer konsekwent voorbeeld zijn Bernd en Hilda Becher uit de Bondsrepubliek Duits land. Sinds een tiental jaren fotograferen zij indu striële inrichtingen zoals water- en koeltorens, mijnschachten, gasop- slagplaatsen en fabrieks schouwen. Bij een eerste blik blijft het pure foto grafie. Maar ze onder scheiden zich daarvan door bepaalde ingrepen die meer met 'kunst' te maken hebben. En hoe merk je dat? Wel, zo ziet men bijvoorbeeld dat ze montages van fotos sa menbrengen in herhalin gen van eenzelfde tema, bijvoorbeeld gasopslag- plaatsen (foto). Op het eerste zicht is niet veel onderscheid te bespeu ren maar wanneer men goed toekijkt bemerkt men minieme verschillen Dit facet opzichzelf is al boeiend. Maar hun uit gangspunt is om ons via nauwlettend toekijken tot waarnemen aan te zetten. Wel, ook bij het bekijken van een zelfs traditioneel kunstland schap merken de men sen niet alle details op. Ze zien uitsluitend op pervlakkig. Verder vertoont het on derwerp dat Bernd en Hilda Becher verkozen een nauwe betrokken heid met de industriële archeologie. In feite gaan in hun werk ver schillende tema schuil. Een variante die ook al veel vroeger werd aange wend. Jan De Nijs is dit alles niet ontgaan. Ook in zijn eigen 'kunst-stukjes' heeft hij getracht zijn smaak voor vrouwen slipjes te laten herhalen. Zodat er op een zekere dag een kollektie is ont staan. Dit alles is spon taan tot stand gekomen. En ook om deze reden is hij bij sommige kunste naars die. hij voor zijn projekt heeft aangespro ken op vraagtekens ge lopen. Want het herhalen van een onderwerp, zo als bijvoorbeeld bij el kaar gehaalde waterto rens, betekent nog niet dat de kunstenaar er op uit was een kollektie daarvan aan te leggen. En zeker niet o.m het als één globaal kunstwerk voor te stellen. Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen opzette lijke en toevallige verza melende kunstenaars. In dit geval is het wel best mogelijk dat Becher en Cesar niet als verzame laars kunnen worden ge- katalogeerd wat wel kan gezegd worden van Bol tanski en Cavellini. Jan De Nijs hoopt met zijn tentoonstelling bin nen enkele maanden klaar te zijn. Kontakten werden gelegd met be voegde instanties om zo wel ruimte als financies vrij te maken. Als hij het werkelijk tot op niveau wil uitbouwen wordt het een financiële vlek. Maar er bestaat ook nog een kans, voor wanneer het niet zou gebeuren, om het in zijn stadium van ontwerp te tonen. Zon der dat dit minderwaar dig moet worden voor gesteld. In elk geval ver richt Jan De Nijs een on derzoek dat nu al zo ver staat dat het spijtig zou zijn moest het niet aan ons oog voorbij kunnen gaan. Roger D'Hondt Het gaat stilaan tot de vaste (inter-) nationale gebruiken behoren, een jaar lang aandacht te besteden aan dingen waarmee iets grondig is misgelopen. Zo kregen we al een jaar van de vrouw, een van de monumenten, en nu een jaar van het dorp, zoals men wel al zal weten. Ook Aalst, dat door de fusie heel wat groen binnen zijn grenzen heeft bijgekregen, is van plan de nodige aandacht te geven aan haar nieuwe pleegkinderen, vroeger dorpen. De industriële opmars stelde de dorpen in de vernedering. Men kwam in de steden wonen en maakte er zich het leven vaak onmogelijk. Nu loopt men er weer weg om adem te krijgen. Uit levensbelang. Maar er zitten gevaren aan vast. Veel landelykheid is trouwens al ongeneesbaar weggekankerd. Niet alleen door de industrie, maar ook door rekreatie. Industriële vooruitgang vraagt offers. Maar men moet de dorpskerk toch in het midden houden. Het licht dat op groen werd gezet voor het jaar van het groen, is er dus een met een oranje knipperlicht eronder. TOU rion ik in de paardensport is men in de Falluintjes blijkbaar zeer ;tief. Het Gewestelyk Ruitertornooi van de «Denderruiters» ge- luden te Herdersem is nog maar enkele dagen achter de rug en nu >mt Meldert aan de beurt met een Ruitertornooi van de Landelijke luiteryverenigingen van de K.L.J. gen voor individuele dressuur en >c Domentstraat in de richting an de Grote Steenweg stond in- erdaad reeds van 's morgens vol ■c ware transporters die de paarden anbrachten uit de streek, uit het ajottenland en ook van veel ver- er. )p de middag even druilerig wer- en de «Kravaalruiters» met ooral de families De Baerdemae- er uit de Hoogstraat en De Block lit de Huyveldstraat als trekpaar- en gezegend met een aangenaam leertje en haalden hierbij eer van lun organisatie. Er waren inder- id ruim zevenhonderd paarden ;eschreven en het leeuwenaan- daarvan kwam dan ook opda- Ruimte was er, veel, maar het zeggen van enkele ruiters nog te weinig om op voor- 1 wat te kunnen oefenen. Er immers een plaats van 2 hek vrij doch de andere twee hek- i niet tijdig vrij kunnen ;n gemaakt wegens de weers- itandigheden. waren niet minder dan 2b rin- vier voor groepsdressuur, dus vol gens hetzelfde schema als verle den week te Herdersem. RUBENSJAAR Ook hier stond het gebeuren o.a. in het teken van het Rubensjaar dat in de ruiterij onvergetelijk zal blij ven doordat als onderwerp van de trofeeën een ruiter werd gekozen, uiteraard te paard, in de «levade- houding- zoals hij door Rubens, waarvan dit jaar de vierhonderdste verjaardag van zijn geboorte wordt herdacht, destijds werd ge schilderd. Het paard, type Vlaams ridderpaard, is bereden door bur gemeester Rockox van Antwerpen waarbij we in de achtergrond de O.L.V.-kerk van de metropool zien opdagen. Geweten is dat Rubens een ruiter was, zelfs geridderd, en dat hij paarden bezat. Hij hield inderdaad van mooi geappeldc schimmels («pommelés») WAT overeen stemt met zijn voorliefde voor le vendige kleuren en tinten Hij reed paard niet alleen om zich te ver plaatsen maar ook, tussen zijn drukke bezigheden door, als af wisseling en ontspanning. Hij leefde in een periode waarin de hogere rijkunst beoefend werd in de ruiterakademie te Napels wiens invloed zich verspreidde langs de Duitse, Engelse, Franse en Spaanse renaissance-rij meesters tot in de lage Landen bij de zee. Rubens konterfeitte in zijn vele doeken zowel het werk- en trelT" .paard als 't rij- en krijgspaard. Hij was inderdaad een waar paarden liefhebber, zegt ons Kanunnik De Mey. HET TORNOOI De wedstrijd verliep volgens het gebruikelijk schema met in de voormiddag na enige opwar- mingsoefeningen groepsdressuur en individuele dressuur in de 25 voorziene ringen en 's namiddags de spektakulaire spring wedstrij den, voltige en piramide en andere varianten. Voor de Meldertse «Kravaalrui ters» een mooie dag en een propa ganda voor de ruiterij. L.H. plant men in de verschillende deelgemeenten een kontaktverga- dering waarop de nodige informa tie zal gegeven worden, en waartoe alle betrokken personen en ver enigingen zullen worden uitgeno digd. Deze kunnen zich dan orga niseren, hun kommissies samen stellen, projekten uitwerken en dit alles terug doorgeven aan het kemkomitee voor verdere admini stratie en organisatie. Het kem komitee zal ook voor de nodige finantiële tegemoetkomingen zorgen. Dit is trouwens de reden waarom men zo snel wil vergade ren: volgende maand moet de be groting hiervoor binnen zijn. WERKGROEPEN De taak van de werkgroepen zal erin bestaan: 1te zien: opsporen van behoeften op het platteland en opmaken van inventaris; 2.. te oordelen: bepalen van waarde volle dorpseigen elementen en 3. te handelen: planning en uitwer king. De aktiemogelijkheden zijn onbe grensd groot. Toch wil men zich konsentreren op deze vier punten: 1. het herwaarderen van het waardevolle dorpseigen (herstel of behoud) 2. het uitbouwen van een vol waardige dorpsgemeenschap (socio-kulturele infrastruktuur) 3. het ijveren voor een dorpsge- richt gemeentebeleid (informatie en inspraak) 4. bijdragen tot een deskundig plattelandsbeleid (gewest- en struktuurplannen) Het is dus duidelijk dat de aktie op de eerste plaats voor de dorpsbe woners zelf bedoeld is. Schepen De Maght gaf enkele voorbeelden van mogelijke aktiviteiten: school wedstrijden, wandelingen, toneel, herkenningstekens aan ge klasseerde gebouwen, fanfares, sportverenigingen enzoverder. De schepen legde er de nadruk op dat men nu reeds moest beginnen. Ze besloot door de hoop uit te spreken dat de aktiviteiten over een gans jaar zouden worden ge spreid (met hoogtepunt in de zo mer) om er een volwaardig jaar van het dorp van te maken. In elk geval: in Aalst staat het licht op groen voor het jaar van het groen. Wilfried Lissens ren en herwaarderen). We kregen een reeks landelijke dia's te zien die, volgens schepen De Maght. «een middel waren om ons te doen nadenken over wel en wee van de buiten» De reeks dia's waren door het ministerie van kuituur ter beschikking gesteld. De eerste beelden die op het scherm vielen waren begeleid door het enig- mooie «Dorp.» van Wim Sonne- veld (Jean Ferrat). Een mannelijke en een vrouwelijke stem gaf af wisselend kommentaar bij de prachtige dia's. Je kreeg inder daad heimwee zoals de stem zei naar wat je zag. «Behoefte drijft de stedeling naar buiten, naar waarden die in de vergetel heid zijn geraakt». Er werd ons een kort verloop van de evolutie op het platteland gege ven: van het dorp naar de stad van de stad moest het komenen toen (berouw na de zonde) van de stad terug naar het dorp. Het plat teland moet maar weer zijn rol gaan spelen. Zijn eigen gelaat be- Tiidens de voorlichtingsavond over Het iaar van het dorplichtte schepen De Maght het projekt toe. <SJ) Het was schepen De Maght die op het startknopje drukte, maandaga vond 22 augustus in het stadhuis. Uitgenodigd waren enkel de ver antwoordelijken van socio- en kul- turele verenigingen. Schepen De Maght lichtte deze beperking toe: wie kon zij beter uitnodigen voor deze eerste voorlichtingsvergader ing dan hen die er ook reklame konden voor maken. Zij zette de bedoeling van dit jaar uiteen: het ons bewustmaken van de waarde van de buiten (waarde- sentieel met de buiten verbon den: voedselwinning, groenvoor ziening en rekreatie. Het licht viel ook op de volksge bruiken en -feesten, op de bewo ners van het platteland zelf. Want voor hen is dit woon- en werkmi lieu en natuurgebied samen. We staan duidelijk op een keerpunt in de verhouding tussen platteland en stad, zoals de stem verkondigde. Hieruit volgt dat er tot aktie moet overgegaan worden om de dorpen leefbaar te houden of te maken. houden in een eigen woonkader, en de opkomende industrie in de gaten houden. Nog immer is es- Want op vele plaatsen is het agra risch karakter ai verdwenen door «woekerende industrie en honge rig verkeer». En wordt ook daar reeds de samenleving in beton ver stikt. Het is deze zeer belangrijke aktie die men met het jaar van het dorp op het oog heeft. DOELSTELLINGEN STRUKTUUR Het jaar van het dorp wil vereni gingen, evengoed als individuën vóór de kar spannen om voor dit gemeenschapsprojekt gemeente lijke werkgroepen op te richten. Er wordt voorgesteld om open informath- en kontaktvergaderin- gen te organiseren. In Aalst be staat op het stadhuis reeds een kemkomitee waarvan de bij de zaak betrokken schepenen deel uitmaken. Dit komitee verzamelt de nodige gegevens. Over zowat één week (en op één week tijd) Na de dia-vertoning gaf schepen De Maght nog enige toelichting omtrent een dokument dat ons bij de ingang was overhandigd: «Praktische informatie over de kampagne: Jaar van het Dorp-, Hierin worden de doelstellingen uiteengezet: zelfwerkzaamheid van de bevolking bij de herwaar dering van het platteland, promo tie en uitbouw van een volwaardig leefkader aldaar. De publieke opinie en de beleidsinstanties be werken voor de ontplooiingskan sen van deze kleinere leefgemeen schappen. En tijd, middelen en mensen vrijmaken om de dorps- en plattelandsvernieuwing op gang te brengen en blijvend te promoveren.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1977 | | pagina 9