MN HEKSEN,TOVERESSEN,KLEDDES, 1IPENESSEN, DE MMR, DE ZWARTE HAND EN ANDER DDIVEISDERRDED... F.E.N. BELGIE SPLITST IN VLAAMSE EN WAALSE VLEUGEL Sagen in het land tussen Schelde en Dender JAN FRAIPONT DE OUDSTE MARKTKRAMER OP DE AALSTERSE MARKT O - 9-8-77 - De Voorpost Nadruk verboden. Verboden, zelfs gedeeltelijk, over te nemen. P.J.Henderickx AFL. XV (SLOT) Wij willen deze reeks sagen, een selektie uit de studie van Lie. Germ. Fil. P. Jules Henderickx, afronden met Duivelssagen, een vijftal sagen over verborgen schatten en enkele over uiteenlopende onderwerpen. Daarmee hebben wij zowat het hele gamma van sagen die in onze kontreien werden verteld en waaraan onze streek rijk blijkt te zijn geweest, behandeld. Sagen worden niet meer verteld, sagen zijn onze huidige generaties onbekend. Diegenen die er nog kennen zijn wel uitzonderingen. Dat laatste stukje volks patrimonium mag niet verloren gaan. Noteer wat u nog weet. En wie er wat voor voelt, mag ze ons altijd bezorgen via het adres van dit blad. DUIVELSSAGEN De duivel speelt eigenlijk de voornaamste rol in alle sagen: in de sagen over heksen, tovenaars, de maar enz., krijgen de perso nen of de dieren of de voorwer pen macht van de duivel. Vooral in de kristelijke landen neemt de duivel een belangrijke plaats in als de verpersoonlijking van het kwade. Hij is een boosaardig wezen die de mensen kwelt. In de volgende sagen treedt de dui vel persoonlijk op, komt per soonlijk tussenbeiden, in allerlei gedaanten. Het grote aantal sa gen die werden opgetekend en waaruit wij een selektie brengen, waarin mensen duivels ontmoe ten of hen aan het werk zien, moet ons doen veronderstellen dat het hier in onze streken 's nachts wemelde van duivels. Duidelijk blijkt dat de nacht voorbehouden is aan de duivel en zijn trawanten. En waar zij vergaderen, laten zij verschroeid gras achter. Tenzij zij gauw gauw een zaal bouwen en die nadien doen verdwijnen om hun nachtelijke bijeenkomsten te verdoezelen... -r- Ursula ging eens naar Zonne- gem al de Keistraat. Daar juist voorbij de Vaag staat daar mee ne keer een grote reuzehoge plek tarwe. Ze wist niet meer hoe zich te keren of te draaien. Ze ziet daar precies een konijntje in het graan en ze zet een stap vooruit en mee ne keer was dat weer een gewone plek tarwe. Ze keert zich om en zij ziet daar een lange man, wel zo lang als de kerk hoog is. Dat was de duivel in persoon. Dat heeft ze wel dui zend keer verteld. (Van den Eeckhoudt A., Vlekkem, 59 j.) In Lede was er een heel ge mene herberg. Alle gemeen volk dat van God noch zijn gebod moest weten kwam daar bijeen. Ook onder de mis. Op een zekere zondag verscheen er onder de mis een grote hond met aan ie dere poot een slinger vuur. Allen die in de herberg waren, waren met schrik bevangen. De hond verliet de herberg zoals hij ge komen was, maar al dat volk ver liet dadelijk dat huis en ver scheidene gingen direkt naar de mis. Ze zeggen dat dat de duivel was. (De Vuyst J., Smetlede, 36 j) Als er hier iemand van het kwaad bezeten was, gingen ze ermee naar Affligem naar de pa ters. Het is hier ne keer gebeurd dat er ne pater gevraagd werd. Op nen nacht werd de pater wak ker. Voor hem stond een heer in 't zwart gekleed mee een witte kol aan (halsboord). De pater vroeg hem «Alwaar zijt gij bin nengekomen?» Want alles was op slot. De duivel zei: «Ik heb geen sleutels of grendels van- doen, en», zei hij «ge moet die bezwering doen, maar het zal niet gaan, want er zit wel een heel legioen duivels in hem». Daarop was hij weg. Het heeft niet gegaan ook. Ze zijn dan naar Parijs geweest, maar hoe dat daar afgelopen is, weet ik niet. (Bosman B., Erpe, 80 j.) Op de Kleine Steenweg stond er een kafee «In Romen». Ze dansten daar en er werd vrese lijk gevloekt. Op nen avond zei er iemand -Dat zal hier duren tot de duivels zelf zullen komen». «Laat ze maar komen»riepen ze allemaal. En plots komt er daar een heer binnen. Hij was in het zwart gekleed en hij had een buishoed op en hij had een grote zwarte hond mee. Ze dansten en vloekten voort. Maar ineens za gen ze dat die heer paardepoten had en ze vluchtten allemaal weg. Die heer vloog met zijn hond de lucht in en een hele hoop honden kwamen ze tegen (tege moet). (Duquet J., Erpe, 66 j.) Hier op de Leedse Steenweg was er een staminee en die heette «In Romen». Die stami nee bleef 's nachts lang open en alle gemeen volk kwam daar- naartoe. Ze is dan onbewoond geraakt en vervallen. Niemand wilde er gaan inwonen om de slechte naam. Er waren daar duivels op de muren getekend en ze zeggen dat de duivels daar nog geweest zijn en dat daar aar dige (rare) dingen gebeurd zijn. Ikzelf heb die staminee daar nog weten zetten. (De Geyter C., Erpe. 66 j.) In dat kafee dat daar nog ge staan heeft op de Oude Baan, daar kost dat toch spoken. «In Romen» heette dat. Er woonde daar aardig (raar) volk. De men sen zeggen dat de duivels daar in de tijd nog geweest zijn en dat ze daar op ne keer de boel kapot gesmeten hebben. (Boelaert G., Erpe, 83 j.) J.D.M. heeft me verteld dat zijn vader eens ging kaarten. Er kwam een onbekende heer bin nen en hij speelde mee. Ze verlo ren altijd tegen die vent. Maar er was een kaart op de grond geval len en er bukte zich iemand om die kaart van onder de tafel op te pakken. En mee ne keer ziet hij dat die vent bokkepoten heeft. Die mens maakte een kruis. Die vent gaf een vreselijke schreeuw en hij Was weg. Ze zeggen dat dat den duivel was. (De Vuyst C., Vlierzele, 44 j.) Begin 1800 was er op de ge meente een heel slechte wijk, de Kamdries, mee op den uithoek een slechte herberg «De Zand- put»Daar is naar het schijnt den duivel verscheidene keren bin nen geweest en hij heeft er zijn klauw eens op de schouw gezet. Ze hebben er nooit niemeer den indruk van weggekregen. Er moet iets van waar geweest zijn want de toenmalige paster, nen heiligen mens, weigerde nog langer mee de processie al «den Ongewijden»zo heette die weg, te gaan. Hij zei «De Kamdries is verdoemd». (V. Hauwermeiren F., Hof stade). In Vlierzele was er een huis waar de zwarte hand op lag. Ze haalden er nen duivelbezweerder bij. Op nen avond kwam hij af. Niemand mocht buiten gaan, behalve de boer. Die moest mee een lantaarn voor de duivelbe zweerder gaan en hij mocht niet omkijken. De vrouw was nogal nieuwsgierig en was ook buiten gekomen en had zich achter 'n re genton weggestoken. Ze zag de twee mannen rond het hof gaan, en achter die twee kwam er een zwarte gestalte, zeker de duvel, en die sleepte een naakt lijk met een keten voort. Als zij bij de ton passeerden, haalde de vrouw een vreselijke schreeuw op en de duivel en dat lijk waren weg. (Bosman B., Erpe, 80 j.) Op den 't Hont te Zonnegem woonde boerke V.G. Hij heeft mij verteld dat hij op een avond enige duivels tegengekomen was. Hij was nog bezig mee werken op de kouter. Er kwamen daar enige mannen voorbij. Ze waren in 't zwart gekleed met een bolhoed op. Ze zeiden hem: -Man, ge moet ophouden mee ploegen, de dag is voor u, maar de nacht is voor ons». Hij zag toen dat die heren bokkepoten hadden en hij haastte zich dat hij thuis was, want dat waren de duivels in levenden lijve. (Van Boxstael, St., Vlekkem, 76 j.) Er was een boer bezig mee te ploegen op zijn land op d'Hei. *1 Begost al redelijk avond te wor den. Mee ne keer komen er daar een groep heren af, allemaal in 't zwart gekleed. Ze zeiden tegen de boer dat hij moest naar huis gaan. «Want- zeiden zij, «de dag is voor u, maar de nacht is voor ons.» Dat waren heel zeker de duivels die op ronde waren. (Van den Eeckhoudt A., Vlek kem, 59 j.) Levien kwam eens van Hof- stade. In den Oonegemmeers zag hij een vuur branden. Levien trok erop af en hij zag daar alle maal heren rond het vuur zitten Ze warmden zich en ze rookten een pijp. Ze vroegen aan Levien wat hij kwam doen. «Mijn pijp ontsteken en mij warmen», zei hijMaar hij kreeg als antwoord «Ontsteke die pipe en maket u vort» de dag is voor u en de nacht is voor ons «Dat waren de dui vels en hun helpers die daar sa menkwamen in die meers. (Du quet J., Erpe, 66 j.) Jefke O. moest eens paarden wachten daar beneen aan het bos. 's Nachts zag hij daar een licht branden in het bos en hij trok erop af. Hij zag daar heren rond een vuur zitten en die sche nen nogal veel plezier te hebben. Jefke trok zijn stoute schoenen aan en trok er naar toe. Hij vroeg vuur om zijn pijp aan te steken. Hij kreeg dat, maar ze zeiden: «Ontsteke die pipe en maket u vort, of ik breek uw nek, want de dag is voor u en de nacht is voor ons»Het schijnt dat het duivels waren, die daar hun bijeenkomst hadden. (De WolfWJ.,Lede,59 j-) Jefke O, werkte bij nen boer. Hij was nog jonkman, en dronk soms nogal goed. Op een late avond kwam hij langs de Koe- brugge (Erpe), naar huis. Daar aan de beek zag hij een vuur branden in een meers. Hij ging eens zien wat dat was. Rond dat vuur zaten grote heren in 't zwart. Jefke vroeg of hij zijn pijp mocht aansteken. Dat mocht, maar ze zeiden hem «Ontsteek die pipe, maket u vort. De dag is voor u en de nacht is voor ons» Dat was waarschijnlijk een ver gadering van tovenaars met dui vels. (De Wolf J. Lede, 59 j.) Op den Oonegemmeers wa ren er 's mijrgens dikwijls plek ken die zo rond waren als ne cir kel. Het gras was er helemaal geel. Ze zeggen dat dat van de duivels was die daar 's nachts bijeenkwamen. Ge kost daar alle nachten schoon muziek horen. En 't halvent van die plekken was er een plaats waar dat er precies een vuur gebrand had. (Duquet J., Erpe, 66 j.) Remi en nog iemand, ik ben zijn naam vergeten, gingen de duiven inkorven naar Ooster- zele. 's Nachts om een uur of drij kwamen ze weer naar huis. Daar op de «Ronde» stond er een zaal en daar dansten de duivels, en zingen en springen dat ze deden, 's Anderendaags vertelden ze dat. Wc zijn 's mijrgens nog gaan kijken, maar daar was niets niemeer te zien. (Impens O., Oordegem, 67 j.) Hier op nen hoek heeft er nog een schuur gestaan, ze is nog niet zo lang afgebroken. Ze noemden ze de Duivelsschuur, omdat de duvels daar samenkwamen. (Cammerman Fr., Mespelare, 72 j.) Een vrouw van Lede had ru zie mee hare man. In zijn koleire zei de man: «Ik wilde dat de du vel mij in een ezel veranderde, want ik moet toch dom geweest zijn om mee u te trouwen». En mee ne keer veranderde hij in een ezel. Zijn vrouw is dan aan het lezen (bidden) gegaan en op den duur is haar man weer ne mens geworden. (Duquet J., Erpe, 66 j.) Om tovenaar te worden moest ge 's nachts om twaalf uren op de Kruisstraat met een zwarte hoender onder de arm gaan staan. Dan kwam de duivel om u de macht te geven waarmee ge kunt toveren. (Schouppe, Erondegcm, 73 j.) Op de Kruisstraat kost ge 's nachts om twaalf uren met de duivel in kontakt komen. (Van Hauwermeiren F'r.Hofstade, 64 j) VERBORGEN SCHATTEN Verhalen over verborgen schat ten zijn eerder zeldzaam. En die enkele die konden worden opge tekend handelden over slechts twee schatten DE GOUDEN MAHOMET VAN WANZELE Ge hebt toch al horen spre ken van de «Gouden Mahomet van Wanzele? Dat is een gouden beeld dat ievers (ergens) in nen onderaardsen gang begraven ligt. Dal moet daar door de Tur ken weggestoken zijn. Er heb ben hier al veel achter gezocht, maar tot hiertoe hebben ze toch niets gevonden. (Grepdon F., Wanzele, 72 j.) In Wanzele wordt er veel ge sproken over de «Gouden Ma- hornet». Dat was een groot beeld, zo groot als ne mens. 't Was heiegans van goud. Het stond in nen onderaardse gang en als de mensen iets moesten heb ben, gingen ze eten dragen aan dat beeld en 's anderdaags was dat eten allemaal weg Dat beeld had dat opgegeten. De mensen aanzagen dat als ne god. Nu nog wordt er naar dat kostelijk beeld gezocht. Maar ik peins niet dat ze dat nog zullen vinden. (Ver- eecken C., Lede, 71 j.) DE GOUDEN WIEG VAN MESPELARE Ik heb altijd horen vertellen dat er hier een gouden wieg be graven zou liggen. Dat moet uit de tijd van de Turken zijn, en ze ligt begraven in de schaduw van de toren. Maar ze zeggen niet of die schaduw 's morgens of noens is, of hoe dat in de winter of in de zomer is. Ze hebben er al dikwijls naar gezocht, 't Is nog niet zolang geleden dat er enen van Oudegem is komen zoeken, op ons hofstee. (Cammerman F., Mespelare, 72 j.) Ja ze zeggen dat de «Gouden wieg» in de schaduw van de to ren weggestoken zit. Dat moet uit de tijd van de Romeinen zijn, want de toren van de kerk was ne wachttoren voor de Dender, Van M. van Oudegem is er naar ko men zoeken, maar hij heeft toch niets gevonden. (Van Zande F., Mespelare, 78 j.) De «Gouden Wieg» dat was eigenlijk geen wieg. Dat was ne schat, en hij is gestolen. Er werkte nen Brusseleer aan 't or gel in de kerk te Mespelare. Op nen balk stond er in 't Latijn ge schreven waar ze die schat kos ten vinden en hij had dat ontcij ferd. Hij overnachtte in die her berg voor de kerk «St.- Alde- gonde» en al twee keer was hij mee een volle valies naar huis gegaan. Maar als hij mee de gouden ciborie wou gaan lopen werd hij in het portaal tegen ge- houdeh en hij heeft ze moeten laten staan. Ze wordt nu nog al tijd in de processie meegedra gen, maar als de prcoessie ge daan is, doet de paster ze mee naar de pastorij. (De Kimpe O.. Oudegem, 82 j.) VARIA Amandus Roels, die in de Hofstraat woonde en tegen wie dat ze Muntje zegden, was de sterkste man van uren in de om trek. Zijn vader gaf hem speciaal alem (alaam) en een kruiwagen met tremen (handboom) als van een treemkar (kar getrokken door paarden of ossen). Een brouwer van Wichelen had hem eens dronken gemaakt. Een van zijn bierwagens was in de gracht vastgeraakt. Mun zette er zich onder en mee zijn schouders hief hij de wagen uit de gracht. (Huy- lebroeck J., Wanzele, 100 i.) Snelloper Ariantje liep voor zijnen noen om een stenen pijp naar Gent, 's Zondags liep hij naar Lede naar de late mis (in Wanzele was er maar één mis). Hij vertrok bij de laatste klokslag en hij kwam in de kerk als de paster nog van achter in de kerk het wijwater uitstrooide. (Huy- lebroeck J.) Het spookkasteel van Oor degem heeft gestaan waar nu die diepe meers is op de weg naar Massemen. 't Halvent (in 't midden) ligt er een partij land. De meers errond moet de kas teelgracht geweest zijn. Tijden? de Franse Revolutie is daar nen Fransen doktoor komen Dat kasteel heeft een ro speeld in de strijd tegen de ste «binders van Vlaande Jan Clercken heeft dat verdi en is met de dochter van doktoor getrouwd. Dien d gracht noemden ze de (Keppens P., Aalst, 33 j.) Te Mespelare moet keer nen bos verzonken zij zijn hier komen graven haalden hele bomen boven recht in de grond stonden takken waren er nog aan. merman F. Mespelare, 72 Als ge van Gijzegem hier komt. passeert ge daai brugsken. Hewel, als die bi gebouwd werd, was dat da< lemaal turfgrond, en daar ben ze wel zevenhonderd h< zers gevonden. Dat moeten ten zijn van de Romeinen v: ze hier langst (over) de he nen trokken. (Cammerman Van in het Romeins Hui: er nen onderaarden gang mc lopen naar 't Kasteel te G gem of naar 't Sas in Wieze dat waar is, weet ik niet, daar mag niemand in de k< van dat huis gaan. (Van Z F.. Mespelare .78 j.) Vanaf zijn 16' jaar is Jan Fraipont een Marktkramer. Met zijn hondenkar, volgeladenmet bloemkolen ging hij indertijd op stap. Vele jaren geleden op 14-jarige leeftijd lanceerde hij zich in de verkoop van bloemkolen. Zijn vader ging ze opkopen in de buurt van Mechelen. Ondertussen heeft hij zowat alles gedaan: hij was marktkramer, hij leurde met zijn overschotten, hij is akrobaat geweest en wielrenner. Meteen is hij de oudste marktkramer ge worden op de Aalsterse Markt. De markten van Aalst en van Lede vindt Jan Fraipont de beste: de verkoop ligt er het hoogst en de mensen zijn er het minst kieskeu rig. Jan Fraipont: «Jan Paraplu» in de volksmond, verkoopt wat hem opdat moment het beste ligt. Want hij doet het voor zijn plezier. Hij is al enkele jaren met pensioen en zijn vrouw, met wie hij vroeger op de markten stond, is al een tijdje geleden gestorven. Nu verkoopt hij als vast verkoopsprodukt de echte welriekende Brusselse stinkkaas die in Buggenhout-Bos speciaal voor hem gemaakt wordt. Daarnaast verkoopt hij alnaarge- lang het seizoen sinaasappelen, ci troenen, aardappelen, sla enz. Hij houdt zich nog slechts bezig met enkele produkten. Het hele gamma aan groenten kan hij op z'n eentje niet meer aan. Want ondertussen is hij de oudste marktkramer geworden: al vanaf zijn 16e jaar komt hij naar de Aals terse markt. Indertijd vertrok hij om 4 uur in de ochtend in Baas rode en trok met zijn volgeladen hondekar naar Aalst. Toendertijd stonden zij met z'n drieën op de markt Alhoewel. Er kon moeilijk ge sproken worden van 'n markt. Hij verkocht vooral bloemkolen en dc twee andere «marktkramers» pro beerden vooral planten aan de man te brengen. Hun standplaats was in de nabijheid van de ingang aan de Grote Kerk. Vandaar is hij ver huisd naar de Markt en via het Keizerlijk Plein is hij uiteindelijk beland op zijn welbekende plaats: het hoekje van de Trapkes op en het Vredeplein. Als je Jan vraagt zelf wat te vertel len over zijn toch wel gevulde le ven, heeft hij het vooral over de tijd «toen het nog allemaal anders was». Om vier uur was hij al op stap, lopend naast zijn volgeladen hondenkar. Hij stelde zich op in dc buurt van de kerken. En wanneer de belangrijkste missen gedaan waren trok hij naar huis, al leurend met de overgebleven waren, roe pend, zijn waren aanprijzend als een echte marktkramer. In zijn le ven heeft hij zowat alles gedaan. Hel liefste vertelt hij over zijn op treden, als akrobaat voor de ko ning, Hij was immers lid van dc turnklub van de Scheepswerven Van Dam in Baasrode. En als lid van die vereniging heeft hij ooit eens opgetreden voor de koning. En in de omgeving van Baasrode, en vooral in Dendermonde was «Jan Paraplu ofte Jan de klown» een bekende figuur. Ook al omdat hij het indertijd geprobeerd heeft op de fiets. Maar een klasse- renner is hij toh nooit geworden. Hij miste de nodige ernst. Hij ging al gauw recht staan op zijn trapper en haalde dan een of andere klow- ncrie uit. •Als marktkramer ben ik geboren,hoor je de heer Fraipont zo zi Nou, dat zal misschien wel zo niet zijn, maar hij is toch de trouwsti al. Tenminste toch in Aalst (EL) Als je Jan vraagt hoelang hij het nog wil trekken, antwoordt hij spontaan «Nog vele jaren, tot wanneer ik niet meer kan». En dat geloven wij: Jan kan van de markt niet weg. Hij is ermee vergro De markt is zijn leven. Wij sen hem nog vele jaren op vertrouwde hoekje. Gh De Belgische afdeling van F.E.N., de Federatie van Europese Narren, hield op 27 augustus II. een algemene vergadering te Leuven. Tijdens deze vergadering werd naar aanleiding van betoelagingsmoeilijkheden de beslissing genomen om het F.E.N. te splitsen in een Vlaamse en Waalse vleugel. Toen verantwoordelijken van de Federatie van Europese Narren bij het Ministerie van Nederlandse Kuituur gingen aankloppen om subsidies los te krijgen kregen zij bij monde van de hr. Aelbrecht te horen dat dit onmogelijk was wegens het na tionale karakter van de organi satie. Om toch geld los te krij gen deed men wel de sugges ties de federatie te splitsen. Zo zouden beide vluegels elk bij hun ministerie kunnen te rade gaan. Tijdens de algemene vergadering te Leuven werd de knoop doorgehakt en besloot men de splitsing doorte drijven. Volgens de heer William He remans, provinciaal voorzitter van de provincie Oost- Vlaanderen, heeft deze split sing geen enkele invloed op de regionale werking van de fe deratie. Op nationaal vlak tre den er wel enkele veranderin gen op. jaaiujus zaï aeri nationaal KOn- gres gehouden worden, om beurten in Vlaanderen en Wal lonië. Op papier staat alles vast, en is alles geregeld. Ob- jektief bekeken neemt men echter aan dat de Vlaamse vleugel heel wat meer gewicht zal kunnen in de schaal werpen wanneer er beslssingen dienen genomen te worden, aange zien de Duitstaligen voor de Vlaamse vleugel gekozen heb ben. Door de splitsing is het ook dat er twee plaatsen van vo zitter vrijkomen, een Waalse een Vlaamse. Door deze splitsing werd een stap gezet in de nieu richting van de F.E.N.nl. karnavalgebeuren een ku reel karakter bezorgen en aksent verschuiven naar vrijetijdsbesteding. Of de beide ministeries hiel zullen inhaken blijft echter een open vraag.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1977 | | pagina 10