SEPTEMBER MAAND DER MUZIKALE HOOGDAGEN
PROGRAMMA
SEPTEMBERKERMIS1977 WANZELE
BEVRIJDING HERDACHT TE AALST
FESTIVAL VAN VLAANDEREN
ENSEMBLE GUILLAUME DE MACHAUT TE MDORSEL
4 - 9-8-77 - De Voorpost
Stoet en talrijke personaliteiten begaf zich naar de St. Martinuskerk om er de H. Mis
wonen ter gelegenheid van de bevrijdingsfeesten (EL)
en het Te Deum bij l
waar hij ondermeer in kontakt
kwam met Marcel Dupré en
Tournemire.
Flor Peeters speelt in het
Vlaamse muziekleven een drie
voudige rol: als kerk- en kon-
sertorganist, als toondichter en
als pedagoog. Het is vooral als
komponist dat hij in het buiten
land grote vermaardheid ver
wierf. Meer speciaal dan zijn
orgelwerk behoort tot het reper
torium van talrijke internatio
naal befaamde organisten. Qua
stijl brengt Flor Peeters in zijn
komposities als het ware een
synthese tussen oud en nieuw.
Zijn melodiek gaat vaak terug
op de gregoriaanse gezangen
en formeel leunt hij aan bij de
polyfonisten uit 15e en 16
eeuw. Zijn harmonieën echter
zijn volledig van onze tijd, uit
gesproken modaal en tevens
maakt hij vaak gebruik van poly-
tonaliteit en polyritmiek. Be
langrijke orgelkomposities van
zijn hand zijn het Concerto voor
orgel en orkest, twee symfo
nieën, meer dan driehonderd
koraalvoorspelen, drie prelu
des en fuga's, Vlaamse Rapso
die, Concerto voor orgel en
piano, Toccata, Fuga en Hymne
over «Ave Maris Stella», en de
Passacaglia en Fuga in e klein:
werk dat door Van Ingelgem
zondag zal gespeeld worden.
Naast zijn orgelmuziek kompo-
neerde hij een tiental missen,
vele liederen op nederlandse en
franse teksten, piano- en ka
mermuziek, wereldlijke en
geestelijke koorwerken en een
concerto voor piano en orkest.
Van 1952 tot 1968 was hij di-
rekteur van het Koninklijk
Vlaams Muziekkonservatorium
te Antwerpen, waar hij tevens
titularis was van de orgelklas.
Van 1935 tot 1948 gaf hij een
meesterkursus orgel en kom
positie aan het Konservatorium
te Tilburg (Nederland).
Tevens schreef hij verschil
lende werken betreffende de
orgelkunst: een driedelige me
thode «Ars Organi» en voor be
ginnelingen het «Little Organ
Book». Tevens is hij de schrij
ver van de «Praktische Me
thode voor de begeleiding van
de Gregoriaanse Zang», werk
dat in het Nederlands, Frans en
Engels te verkrijgen is.
Flor Peeters fungeert tevens als
jurylid in vele nationale en in
ternationale wedstrijden voor
orgelspel en kompositie.
PASSACAGUA EN FUGA
IN E KLEIN OPUS 42
Flor Peeters komponeerde dit
werk in 1938. Net zoals in veie
andere werken valt een syn
these tussen oude muziek en
moderne schrijfwijze te onder
kennen: de streng klassieke
vorm tegenover een modern-
polyfonische schrijfwijze met
gedurfde harmonische kombi-
naties en ver doorgedreven po
lyfonie.
De passacaglia is opgevat vol
gens het klassiek schema. En
kel reeds de driedelige maat
onderstreept dit. Het tema, be
ginnende met een opmaat
wordt aanvankelijk zeven maal
herhaald in het pedaal en na
dien in de manualen als boven-
en onderstem om zo terug te
keren in het pedaal, mét figura
ties.
Deze passacaglia bevat talrijke
modernistische trekken of
schoon het melodische aspekt
nergens verloren gaat.
Het tema van de fuga is afgeleid
uit de passacaglia. In de fuga
wordt het als een zelfstandig
motief verwerkt. Opvallend in
deze fuga is de aanwending van
polyritmiek en polytonaliteit,
eveneens modern aandoende
trekken zijn de kwartengangen
die een merkwaardige sfeer op
roepen Bi] het slot wordt het
tema in vernrntinn nebranht
Vervolg van blz.1
FLOR PEETERS
Flor Peeters hoeven we nauwe
lijks voor te stellen aan de mu
ziekliefhebbers. Ter gelegen
heid van het Dirk Martensjaar
1973 trad hij op in het kader van
de orgelcycli. Een memorabele
aangelegenheid, een hoogte
punt in de nog korte geschiede
nis der Aalsterse orgelkonser-
ten.
Flor Peeters werd geboren te
Tielen bij Turnhout op 4 juli
1903. Hij studeerde aan het
Mechelse Lemmensinstituut
ondersteund door machtige
tutti-akkoorden.
Deze kompositie behoort tot het
mooiste en zuiverste wat Flor
Peeters voor orgel geschreven
heeft.
KRISTIAAN VAN INGELGEM
Het is overbodig Kristiaan VAn
Ingelgem voor te stellen aan het
Aalsterse muziekminnende pu
bliek. Reeds talrijke malen liet
hij van zich spreken: zijn aktivi-
teiten als organist zijn reeds
over de grenzen gekend. Als
komponist liet hij onlangs in
Finland van zich spreken: tij
dens hun konsertreis aldaar
voerden leden van de Schola
Cantorum Cantate Domino on
der leiding van E.H. Michaël
Gheys Van Ingelgems koorwerk
«Een Gracie» uit. Pers en pu
bliek toonden zich unaniem vol
bewondering voor de komposi
tie.
De grote verdienste van Kris
tiaan Van Ingelgem voor onze
stad ligt hem in het feit dat hij
op eigen risiko een jaarlijkse
orgelcyklus programmeert.
Telkens waren de konserten van
een hoog niveau: getuigen
daarvan de in voorgaande jaren
verschenen recenses in dag- en
weëkbladpers. Ook ditmaal
mogen we bij deze zevende or
gelcyklus hoge verwachtingen
stellen.
Programma en uitvoer
ders staan borg voor luisterrijke
manifestaties. Bij ons weten is
het de eerste maal dat Kristiaan
Van Ingelgem voor Aal
sterse publiek 'n eigen orgel
kompositie speelt: zijn Prelude,
Adagio en Fuga, welke we vol
verwachting tegemoet zien.
PRELUDE, ADAGIO
EN FUGA
Kristiaan Van Ingelgem kom
poneerde dit werk een tiental
jaren terug. Het werk zou men
ook een «orgelsonate» kunnen
noemen: het preludium is een
perfekte sonatevorm. Het eer
ste tema is gebouwd op een
ritmische cel. Het tweede tema
is rangerig en breed. Beide
tema's worden in het verloop
van dit preludium ook kano-
nisch aangewend. Lette men op
de briljante doorwerking waarin
in het pedaal de aanhef van het
tweede tema optreedt.
Het mooie adagio is in dialoog
vorm opgevat: kromhoorn en
koraalbas wisselen elkaar af.
De fuga wordt begeleid door
een toccata-achtig tema. Men
zou van een mengvorm kunnen
spreken. Het fuga-tema wordt
geeksposeerd in het pedaal en
onmiddellijk begeleid door eer
der genoemde toccata, die
doorheen gans het stuk loopt.
De fuga, samen met de motori
sche, begeleiding leidt het werk
progressief naar de finale.
Afspraak dus, zondag 11 sep-
is Aj
tember te 15.30 u. in de Sint- eak
Maartenskerk. De toegangs
prijzen zijn vastgesteld op 100 Fl
pef konsert. Houders van eenP
C.J.P. en plus 3-pas kunneijj1^
voor 50 F terecht. Een abonne
ment voor de drie konserten
kost 250 F. Volgende manifes
taties: zondag 18 september:
Klaas Hoek (Nederland) en
zondag 25 september: Edmond
Saveniers (Wijnegem), telken!
te 15.30 u. Over deze konsertei
meer in een volgende editie.
And ré D E Groeve
Isof
alstr
Bij de programmatie der Festival-
konserten heeft men ook rekening
gehouden met de Aalsterse deel
gemeente. Zo gaat woensdag
eerstkomende in de Sint-
Martinuskerk te Moorsel een op
treden door van het Parijse ensem
ble «Guillaume de Machaut». De
formatie bestaat uit Jean Belliard,
slagwerken haute-contrezang, Be
rnard Huneau, blaasinstrumenten
en orgel, Julien Skowron, strijkin
strumenten en Elisabeth en Guy
Robert, fluit, gitaar en slagwerk.
B.R.T. 3 neemt het ganse gebeu
ren op. De uitzending is voorzien
op woensdag 16 november 1977 te
20.30 uur. Het optreden zelf gaat
door op woensdag 14 september te
20.30 uur. Het programma bestaat
uit «Les Miracles de Notre Dame»
een reeks Marialiederen van Gau-
tier de Coincy, trouvère uit Soison
in de dertiende eeuw.
Het geheel bestaat uit vier delen:
1. Een instrumentale inleiding.
2. Liederen uit het Eerste Boek:
Amour qui bien sait enchanter
(chanson)
Qui que fasse Rotruenge novelle
(chanson)
Rayne céleste (lai)
Talent m'est pris (chanson)
Efforcier m'estuet ma voi (chanson
en motet)
Quant ces florettes (chanson)
Pour mon chef réconforter (con
duit)
Pour conforter mon coeur (virelay)
3. Liederen uit het Tweede Boek:
S' amour dont suis épris (conduit)
Mère Dieu (chanson)
Vilaines gents (chanson, refrain en
motet)
Hui matin (motet geschreven op
het Benedicamus Domino)
Ja pour hiver (chanson estampie)
Ma vièle (chanson)
La Fontenelle y sourd claire (rever-
die)
4 Konklusie:
Entendez tuit ensemble (conduit)
ST. - MARTINUSKERK - MOORSEL
Moorsel is een landbouwge-
meente, met snijbloemteelt (rozen,
seringen) en hopkultuur.
De St.-Martinuskerk is laatro-
maans; toren, koor en kruisbeuk
zijn beschermd. Het onderste deel
van de toren en de middenbeuk zijn
romaans (13' eeuw); de zijbeuken
stammen uit de 14* eeuw. Het bo
vendeel van de toren is gotisch, de
bekapping van het schip en de
kruisbeuk dateert uit de 16" eeuw,
het koor is 17" eeuws. De beuken
zijn zeer merkwaardig laag-
gewelfd. Men kan het zeer mooi
houtsnijwerk bewonderen: preek
stoel. muurbekleding en hoogzaal,
alle 18" eeuws. Op het hoogaltaar
bevindt zich een schilderij dat toe
geschreven wordt aan Kaspar de
Crayer, nl. «De aanbidding van het
Kind Jezus door de Drie Konin
gen». In de kerkschat treft men
o.m. een barokkelk uit het midden
der 17* eeuw aan en een zilveren
wierookscheepje dat klassicistisch
is, tweede helft van de 18" eeuw.
Vlakbij deze kerk staat de be
schermde mooie gotische St.-
Goedelekapel (16" eeuw) die door
de kasteelheer in 1660 prachtig
versierd werd.
"ENSEMBLE GUILLAUME
DE MACHAUT»
Het ensemble dat optreedt op 14
september in de St.-Martinuskerk
te Moorsel is genoemd naar de
Franse komponist en dichter Guil
laume de Machaut Deze kompo
nist werd geboren ca. 1300 en
stierf te Reims in 1377. Hij was
een 'der grootste meesters van de
Franse «Ars Nova» Onder de naam
Ars Nova is het tijdperk bekend dat
van ca. 1320 af vrijwel de gehele
14* eeuw omvat en waarin oeiang-
rijke vernieuwingen op het gebied
van de muzieknotatie, de muzikale
vormen, de muziektheorie en de
estetische waardebepaling der mu
ziek zich deden gelden. Eén der
eerste en belangrijkste theoretici
der Ars Nova die tevens als kom
ponist baanbrekend werk heeft ver
richt was Philippe de Vitry (vanaf
1351 bisschop van Meaux).
Op het gebied van de kerkmuziek
zijn de voornaamste voortbreng
selen een anonieme mis uit Door
nik, één uit Toulouse en de Kro
ningsmis van Guillaume de Ma
chaut, waarnaar dit ensemble werd
genoemd. Op het gebied van de
wereldlijke muziek is de Ars Nova
zeer produktief geweest en Guil
laume de Machaut nam hierbij de
eerste plaats in, met zijn talrijke
ballades.
Hoewel dit ensemble dus genoemd
is naar een 14* eeuws komponist,
die bovendien een belangrijke ver
tegenwoordiger is van een nieuwe
muziekrichting voeren ze toch werk
uit van een 13" eeuwse trouvère,
Gautier de Coincy. Deze Noord
franse dichter, geboren in 1178 te
Coinci (dép. Aisne) en gestorven in
1236, trad in 1193 in het Benedik-
tijnenklooster Saint-Médard in
Soissons. Hij werd in 1214 Prior
van het klooster Vic-sur-Aisne (bij
Soissons) en in 1233 Groot-Prior
in Saint Médard. Zijn literaire roem
dankt hij aan de «Miracles
Nostre-Dame», wat door dit en
semble uitgevoerd wordt.
Deze Miracles Noste-Dame vormen
een omvangrijke (ongeveer 30.000
versen) op vers gestelde Franse
bewerking van Latijnse Mariale
genden
De 37 van Gautier de Coincy be
kende liederen zijn inlassingen die
de lopende tekst van de «Miracles»
onderbreken en waarschijnlijk ge
zingen werden bij de lezingen in het
klooster en de kerk. Thematisch
gezien zijn deze liederen van de La
tijnse Marialegenden schatplichtig
aan de kerk, naar de vorm echter
zijn zij ontstaan naar het voorbeeld
van de wereldlijke lyriek. Op de
zelfde wijze is het gesteld met de
melodiën van de liederen, die
waarschijnlijk niet door Gautier ge-
komponeerd zijn, maar die wereld
lijke liederen zijn.
Van de 37 liederen worden er, na
een instrumentale inleiding, 16 uit
gevoerd. Onder deze liederen be
vinden zich chansons, lai's, motet
ten, conduits, virelay's, refrains,
een chanson estampie en een re-
verdie.
Chanson: Tot in de 15" eeuw wordt
de naam chanson gebruikt voor ie
dere compositie op Franse tekst,
ongeacht de zetting, vorm en in
houd De term wordt het eerst ge
bruikt i.v.m. de liederen der trou-
vères, in wiens werken o.m. te on
derscheiden zijn: chanson
d'amour, chanson de geste, chan
son detoile, romance, pastourelle,
aube (dageraadslied), jeu parti
(een redetwistend lied), ballade
(oorspronkeli)k een danslied) en
rondeau
Vrijwel het gehele repertoire der
trouvères is eenstemmig: slechts
enkele trouvères o.a Adam de la
Halle (gest. 1287) hebben ook
meerstemmige werken nagelaten.
Van groot belang voor de ontwikke
ling der muziek met name van de
wereldlijke muziek, is het feit dat de
trouvères een duidelijke voorkeur
hebben getoond voor het gebruik
van de majeur en mineurtoonsoor
ten boven de kerktoonaarden.
Lai: Een lai is een verhalend of ly
risch gedicht in achtlettergrepige
verzen uit de middeleeuwen. Oor
spronkelijk was het niets anders
dan een lied uit de tijd van de Bre
toense harpspelers, vandaar ging
de naam over op de lange vertel
ling, die als inleiding tot zulke liede
ren diende. Later ging de naam
over op de Duitse «Leiche» van de
minne- en meesterzangers. De
«leich» (van het Gotisch: Laikan
dansen) was een zang met onge
lijke strofen, ontstaan uit het se
quensgenre, dat zich op de wijze
van een danssuite met klimaks kon
ontwikkelen. Enige zulke zangen
zijn in notenschrift bewaard geble
ven. o.a. van Frauenlob, Regenbo
gen. Peter von Reichenbach,
Mönch von Salzburg Over het al
gemeen hebben de teksten reli
gieuze thema's (vooral Marialiede
ren. zoals het uitgevoerd werk),
maar ook wereldse thema's
(minne- en herdersliederen).
Motet: Het karakter van het motet
heeft in de loop der tijden merk
waardige wijzigingen ondergaan,
zodat bv. het «motetus» uit de «ars
antiqua» (dit is de periode vooraf
gaand aan de «ars nova» en dateert
uit de 13® eeuw) een totaal verschil
lend beeld oproept als het polyfone
motet uit de 15* en 16® eeuw.
Algemeen beschouwt men noch
tans het motet als een liturgische
kompositie op Latijnse tekst, be
doeld om gezongen te worden tij
dens de liturgische officies van de
rooms katholieke godsdienst, met
uitsluiting van de mis. Van het be
gin der meerstemmigheid af, in de
loop der 12* eeuw, tot op onze da
gen zijn motetten gekomponeerd
die, zoals reeds werd vermeld, /liet
steeds hetzelfde karakter hebben
vertoond. Vooral het motet uit de
ars antiqua der 13* eeuw bezit een
zeer eigen stijl en het is tot deze
periode dat het uitgevoerd motet
(efforcier m'estuet ma voi) mag ge
rekend worden. Wellicht mag in
deze eeuw de oorsprong gezocht
worden van de naam
Op een cantus-firmus (een vooraf-
bestaande melodie, die als basis
genomen wordt voor een meer
stemmige compositie) die in brede
notenwaarden in de laagste stem
een klein gedeelte van een grego
riaanse melodie ten gehore bracht,
werd voor het duplum (in vroegere
meerstemmigheid een vrij- ritmi
sche bovenstem boven een gege
ven melodie), een beweeglijke me
lodie gecomponeerd voorzien van
een nieuwe tekst met veel «woord
jes», motetus genaamd (van het
Frans mot, petit mot). De bena
ming motetus, aanvankelijk be
doeld voor het duplum, werd zeer
vlug ook toegepast op het geheel
Sommige verkiezen deze term te
behouden voor de specifieke
tweede stem of duplum, zoals in
«Efforcier m'estuet ma voi» en «Vi-
aines gents». De bijgecompo-
neerde stemmen: duplum, later
ook triplum en qua-duplum, kre
gen een eigen, oorspronkelijke
tekst, zodat niet alleen verschil
lende teksten, maar zelfs verschil
lende talen gebruikt werden in één
zelfde kompositie. Dit gelijktijdig
gebruik van verschillende teksten
en verschillende talen, dat als es
sentieel kenmerk voor het motetus
moet aangezien worden, is oorzaak
dat deze kompositie haar kerkelijk
en liturgisch karakter verloor. De
mototvorm was de meest geliefde
gebruiksmuziek van de 13* eeuw.
Conduit: (conductus) dit is een
middeleeuwse Latijnse liedvorm,
als regel op een geestelijke tekst
gekomponeerd. Waarschijnlijk was
de conductus oorspronkelijk een
begeleidingszang bij een liturgi
sche handeling of plechtigheid,
waarbij geen officiële liturgische
muziek of tekst voorgeschreven
was. Kenmerkend voor de conduc
tus is o.a. de ritmische versvornl
en de strofenbouw. De oudstl
voorbeelden dateren uit de 111
eeuw, reeds in het begin van de 121
eeuw wordt de conductus meerl
stemmig gekomponeerd, waarbl
't gelijktijdig zingen van de tekst*
onderdelen, zodat uiteindelijk
een homogene kunstvorm ontr"8'
staat, kenmerkend is. De bloeitijd
van de conductus valt in de 12
eeuw, in de 13* dringt het motej
zich meer op de voorgrond.
Virelay: Franse muzikale vorm
bestaande uit drie koepletten i
een refrein op twee rijmen. Hoewel
oorspronkelijk een éénstemmig#
vorm, is de virelay in de Franse Ara
Nova vaak meerstemmig behanj
deld In feite gaf Guillaume de Mal
chaut als 1ste én relatief vaste!
van de andere refreinvormen (bal
lade, rondeau) onderscheidej
vorm.
ZATERDAG 10 SEPTEMBER
Jaarlijkse monsterduivenvlucht uit Noyen in duivenlokaal bij
O. Baeyens gewaarborgd 100.000 fr. Afzonderlijk 1500 fr
gratisprijzen verleend door het gemeentebestuur voor de
Wanzeelse liefhebbers
Om 15 uur: Eerste tennistornooi - halve finales - terrein
Ommegangweg
Om 16 uur: Voetbalwedstrijd Vaders I - Vaders II ten voor
dele van de gemengde lagere school. Voetbalterrein sparta
Wanzele - aftrap door schepen Alfons Grepdon
Om 19 uur: lichting der spaarkassen in kafees «Roodkapje»
en «Duivenlokaal»
Om 19u30 biljartwedstrijd (man tegen man) in kafee «Dui
venlokaal» gratis 500 fr.
Om 20 uur. Kickerwedstrijd in kafee «Roodkapje» - gratis
800 fr
ZONDAG 11 SEPTEMBER
Om 10 uur: voetbalkompetitiewedstrijd met reserven Sparta
Wanzele
Om 15 uur: voetbalkompetitiewedstrijd met Sparta Wanzele
Om 15 uur: Eerste tennistornooi - finale - terrein Omme
gangweg
MAANDAG 12 SEPTEMBER
Om 9 uur: Dienst voor de overleden parochianen, daarna
traditioneel bezoek aan kerkhof
Om 13 uur: mosselen met brood te verkrijgen in kaféé
«Duivenlokaal»
Om 15u30: jaarlijkse gerrebolling per koppel
Om 20 uur: kermistombola in Kafee «De Kring»
DINSDAG 13 SEPTEMBER
Om 15 uur: Wielerwedstrijd voor Internationale liefhebbers
B.W .B. - 14.500 fr prijzen. Grote prijs garage Verdonck met
medewerking van het gemeentebestuur en het feestkomi-
tee en Sportkomitee - vertrek in de Molenstraat, aankomst
op het Dorp - Prijsdeling bij O. Baeyens
ZONDAG 2 OKTOBER
Om 15 uur: tweede grote propagandaveldloop ingericht
door de atletiekklub van Wanzele met medewerking van
Vlierzele Sportief, het gemeentebestuur, het Feest- en
Sportkomitee - Terrein Sport- en Speelplein, Molenstraat
Zondag 4 september hadden in onze stad opnieuw de bevrij- den. Na deze plechtigheden der een stralende zon herdachL
dingsfeesten plaats. Elk jaar herdenkt men begin september volgde nog een konsert (op de onze stad andermaal op waarT
weer het feit dat men, zoveel jaren terug, van de bezetting van Grote Markt) gegeven door de dige wijze de bevrijding
de Duitsers werd bevrijd. fanfare van de brandweer. On- Wilfried Lissen#'*de
Om 9.30u begonnen de feeste
lijkheden De fanfare van de
brandweer leidde een optocht
naar de Grote Markt toe. Daar
werd de vlag gehesen onder
een stralende zon. Hierna trok
men naar de Sint-
Maartenskerk voor een eucha
ristieviering die gevolgd werd
door een Te Deum. Aanwezig
waren o.a. Burgemeester
D'haeseleer, Schepenen De
Maght en Van Den Eede, de
heer Van Vaerenberg (dienst
doend stadssekretaris) en de
heer André Doorns, gemeente
raadslid en reserve-kolonel bij
de Luchtmacht. We bemerkten
ook de heren-
politiekommisarissen Cotin,
Van Cauter en Provost, even
als brandweer kommandant De
Vidts, benevens hoge persona
liteiten uit het leger en reserve
kader Politie en vaderlandse
verenigingen waren met hun
vlaggen vertegenwoordigd.
Het was een sfeervolle aange
legenheid, waarna een optocht
volgde naar het vrijheidsstand
beeld op het Vredeplein, waar
we ook raadslid Julien Vinck
opmerkten en oud-senator De
Stobbelei r.
Daar werden bloemen neerge
legd door de burgemeester en
schepen Van Den Eede en de
voorzitter der Oudstrijders,
Demeulemeester. Men trok
hierna terug naar de Grote
Markt, voorafgegaan door de
muziekkapel van de Vrijwillige
Brandweer. Aan de ingang van
het stadhuis werden bloemen
neergelegd vóór Hugo Lefèvre
en op de binnenkoer aan het
Gedenkteken der Gesneuvel-
Het Te Deum bij de bevrijdingsfeesten lokt nog steeds zijn personaliteiten (EL)