Men pikkels L of ajontjes? WEEDE DUPLEX GAAT OPEN JAT MET DE GROOT-AALSTERSE STADSVLAG? ONAFHANKELIJKHEIDSSTRIJD 1830 HERDACHT Iemeentewapens behouden De Voorpost - 30-9-1977 - 3 ties op witten grond sonder boor den». Zoutstraat: «wesende oud en gansch versleten, hebbende al- leenelijk nog eenigc stukken aen den stok, geweest hebbende van wit en groen couleur en volgens de traditie van 1400». Zoals men ziet droegen de wijk- vaandels verschillende kleuren. Allen vertoonden ze echter de wa pens van de stad en de keizerlijke arend. OFFICIËLE VLAG? In het Resolutieboek van de Gede puteerden der twee steden en het Land van Aalst, bewaard te Gent in het Rijksarchief, vond Crick de énige gekende vermelding van een officiële vlag «gheresol veert te doen maecken dry vendelen voor keurlinghen, tvekt wit ende met roode vourgoinsche cruysen son der wapenen». Deze vendelen waren bestemd voor 't leger en Bourgondische kruisen bestaan uit een recheter- en een libker schuinbalk. Niette genstaande de aanwezigheid van deze kruisen werden hier toch de wapenen van Albrecht en Isabella herkend, bestaande uit een zilve ren schild (wit) met balk van keel (rood). Opvallend hierbij is dat ook het stadsmagistraat van Na men rond hetzelfde tijdstip deze kleuren droeg. PETRUS VAN NUFFEL Volgens deze eminente stadsge noot zou vanaf 1555 bij rood en wit als oorspronkelijke stadskleu ren het geel zijn gevoegd, geel zijnde de kleur van de regerende vorst Karei V als keizer van Duits land met zwarte arend op gouden veld. WAPENSCHILDEN De Graven van Aalst voerden in hun blazoen een zwaard van keel (rood) op zilver (wit). In het oude stadswapen, reeds bekend in de 14® eeuw, is dit blazoen ogenomen met daarbij twee gouden schildjes, een met de keizerlijke arend en een met de Vlaamse leeuw. Machti ging om dit wapen te gebruiken kreeg de stad bij K.B. in 1841. Buiten alle twijfel waren rood en wit officiële stadskleuren. Moet er nu geel bij? Crick meent van niet. Kleuren der wapens worden gewoonlijk in vlaggen omgezet. Het stadswapen ontle dend komen we tot rood - wit - geel - zwart. In de heraldiek gelden echter alleen de twee voorr naamste kleuren, hier rood en wit. Vaste regel daarbij is dat iedere kleur met een metaal moet afwis selen. Als metalen gelden wit (zil ver) en geel (goud). Samenvoe ging van wit en geel zou tegen de regel zondigen. Crick besluit dan ook dat rood-wit de weergave is van de kleuren van de stad Aalst. L.H. hie is richtte het «Genootschap voor Aalsterse Geschiedenis», ge- hap gesticht in 1976 dat zich onder leiding van voorzitter Rik jpens, sekretaris Jas Ghysens en penningmeester G. Saey o.a. ighoudt met de geschiedenis der Aalsterse deelgemeenten waar- Herdersem» en «Hofstade» reeds zijn verschenen en de andere in '77 en '78 volgen, een schrijven aan het gemeentebestuur met tock in de nieuwe stadsvlag de negen gemeentewapens, ook beeld op de kaft van de door het stadsbestuur uitgegeven en igedeelde informatie, te willen behouden. veronderstellen dat stadsmagistra ten werden uitgedost in de kleuren der stad. Niets vanaan. De kleuren wisselden immers elkaar af naar de grillen van de wethouders. Zo droegen de schepenen van Aalst in 1443 een ««tabbaard» van blauw en donkergroen laken met de borst in rood damast terwijl in 1492 zwart en blauw de kleuren waren en in de 16* eeuw gewoon zwart. OOK NIET OP STR A 4TVF.RSIERING Ten huidigen dage worden bij feestelijke gelegenheden de hui zen bcvlagd. Dit gebruik kende men niet in de Middeleeuwen. Wel werden bij feesten de gevels der woningen behangen met tapij ten, met kostbaar laken, met bloemenkransen of festoenen. Enkel op de torens van stadhuizen en belforten prijkten de banieren der gilden in bonte kleurenweme- ling. Welke vlag zou men trou wens gehesen hebben? Een natio nale vlag bestond niet en de stads vlag pavoiseren kon in troebele tijden als een oproerige daad wor den aangezien. Bij de versieringen scheen men evenmin met de kleu ren van vorst of graaf rekening te houden want bij de inhuldiging van Karei de Stoute als Graaf van Aelst in 1458 waren de huizen be hangen met blauw en groen laken terwijl de graaf toch zwart en rood als kleuren voerde. ontslaan en de evolutie van ot-Aalst is immers een bclang- Irolfe historische gebeurtenis die igeidoor ieder burger als dusdanig driwt ervaren en beleefd. Ie 6 Je pers vernam het Genoot- n (fcp dat het Kollege reeds van igsbchtcn wisselde i.v.m. een aatywe stadsvlag en er aan denkt kommissie samen te stellen (hierbij advies zou verlenen, geschiedkundige vereniging :t «Genootschap» suggereren «alsters stadswapen te laten ingen, uiteraard op kleinere lal. door de schilden van de it gefusioneerde gemeenten, schilden zijn terug te vinden erkenningsakten die door de iccnten in de tweede helft der ge eeuw, en nog later, werden 'cvraagd. Ze werden ook op- )mcn in het standaardwerk van Genootschap over Groot- it. litschrijving van een wedstrijd ir aanleiding van het door de ld goedgekeurde projekt zou ist onder meer in de Stedelijke idemie voor Schone Kunsten l^&tdrift wekken Genootschap aanziet het bc- d van de negen wapens, getui- van een heerlijk verleden, als historische must. Het zou de .'n j d met het verleden verzekeren cstendig aan de verdwenen en ten herinneren. Zulks negeren ziet het Genootschap als ons af nijden van het verleden. bc plc ek< LKE KLEUREN IN DE LDSVLAG? heraldische twistvraag waar- :va Leo Crick helpt de weg aan te h°r:en. In 1930, ter gelegenheid rtJ.e de Eeuwfeesten, verscheen op reit kenbare pleinen een nieuwe \vlag. In plaats van de van- s gekende rood-wit-gele vlag isb< °°n(*e het vaandel slechts twee .'an iren: rood en wit. Het geel d gewoon weggelaten, achteraf eigenaardig over- im was wel het feit dat de stad 'el de twee- als de driekleurige NG Isvlag bleef gebruiken, vaak s naast elkaar. Waarschijnlijk :s zulks wel op enige onzeker- nopens de juiste kleuren der >r de Franse Omwenteling is over het bestaan van een Isvlag teruggevonden. We :tcn het dus elders zoeken dan Ie officiële oorkonden. ET STEUNEN OP KLEDIJ >r wethouders en stadsbedien- werd op kosten der stadskas lij vervaardigd die gedragen d bij de uitoefening van een ciecl ambt bij openbare feesten plechtigheden. Zoals de ildknapcn de kleuren van hun droegen zou men kunnen WIJKVLAGGEN Elke wijk had een alferis ofte vaandeldrager, door de stad aan gesteld. Nienwstraat: «waepens van de stad van d'een zijde ontzet met een kleyn vaendelken verbeidende den dobbenelen arent int swart op gouden grond ende aen d'ander zijde een toegevauwen vaendel ken int swart ende de boorden in 't geele ende violet». Kattestraat: verbeeldende den Heiligen Anthonius de Padua heb bende boven het hoofd den H Geest, staende onder denzelsen heyligen eenen dobbelen arent met de keyserlijcke kroon daarboven hebbende achter sich een kruys van twee vaendelkens. het eene verbeeldende de waepens van het huys van Oastenrijk en het ander de waepens van deze stadrondom geboort int geel en violet opwitten grond Molenstraat: twee kleyne vaen delkens in 't groen en rood, heb bende rondom eenen blommen- krans, den binneband in 't rood cn swart ebde den buytenboord in 't rood». Pontstraat: dobbelen aerent van d'een sijde ende van d'ander sijde de wanens deser stadt met insrrin- Het leuke prentje van de week: mooie jongen, /.wart, geel pakkie aan en niet toegelaten tot het kegelspel. Da's een blok aan zijn been... (RDW) S E 't es ni vér 't ien of vér 't ander, mor as ge azoei ne kier ne keiremis van d'Hoeigevesten meimokt, awei tèn ejjc nog ne kier nen echten volkse keiremis gezing. 'k Moen ajjer vanoyges ni zeggen voor of wa dat d' Hoeigevesten zèn. Da wedj eiken Olsjteneer en wie da 't nie 'n wetj kaan 't vroagen. Mor jaan jongen (op d' Hoeigevesten spreike ze nog al gemakkelèk van «mennejongen») da spel dat hangt dor nog al onien zee. Eh ghiel joor werd er deir ienegte mensjen gewerkt, moron aal d' ander 'n ziede gè zjustekes niet. Pesies of 't er goot hè door nimmendalen gebeiren. Mor den dag es dor en allemaan es direkt op zenne sjefdefil. 'k Gon hier gien noamen noemen hein, want dedie zeilen hier gielzeikes wel iveranst anders in deize Veirpost stoon, mor zonder 't weirk van ienegte mensjen die heer veiren de keire spannen 'n zol da vanoyges ni vansels goon. Mor 't foyt es 't er hein, alle joren es da verom keiremis en welke keiremis. De giest van vroeger die komt dor elk joor verom. De mensjen vand' Hoeigevesten 'n zèn gien miljoneers. mor ze pakken 't leven van de goeie kant. Dad hemme ze gelierd van heer avers en d' avers van den dag va vandoag lieren dad on heer pallesoten. Zelfs in den toyd van «nen herink es nog veil te goed vér ne weirkmensj» en in den toyd van d' ieste stoakingen en in den toyd van Paster Donsj en «groene Pie» en de «Benje van de zwèrte hand», gink denne keiremic deir. En hè bestoo nog. Dor werd veil geschreiven en gevreiven oever braderies en verkoeipsweiken, oever festivals en wa weit ek allemool, door werren Rubensjoren gemokt en joren van 't dérp enzuvoesj, brèf, allemol dinges die mor eh kért leven hemmen, mor op d' Hoeigevesten es dad al joren en joren 't zelde en geloyk. As da gien echte folklore 'n es, meige ze meh kappen. Door 'n werren gien schoein gekoleirde blooikes oever gedrikt, door werd er ni oever geparleird in de radijoe of op den televizie, mor 't goo voesj. Alle joren. Mosten die geivelkes van d' Hoeigevesten kenne klappen, ze zollen nogal 't ien en 't ander kehne vertellen zee. Mor geivelkes 'n klappen of 'n vertellen ni. Mensjen wel. En 'k hem mèn hoeir te looisteren geleid. En 'k hem 't ien en 't ander hoeire vertellen. Oever ne zeikeren berremiester die oeik geïnviteird was op de joorlèkse soepei va pellepatatten meh hérink en die zoy «den noste kier meigde hem schoeimoaken zee», want hè waa dad eiten meh eh mes en eh frinket, waar dad aal d' ander da mor in heer zjip sleigen meh 't frinket van Adam, 't es te zeggen, in heer bloeite flemen. En oever dennen anderen berremiester die oeik kwamp meidoeng en die gie mes of frinket "n waa, mor zèn vingeren afleklen en zoy da 't gralèk goe was. Of oever denne scheipenen die zeiven héringen in zèn zjip sleig en hem tèn noding toch liet oeverholen van 'n steinkoort te koeipen van 20 frang. Enzuvoesj enzuvoesj. Oever ne kommersant ooit de gebie- ren die hem aalmenekier 'n roepink van schiljer voeldjegen opkommen en 'n schiljeroy probeirdegen te moaken van den ajooinboer; tèn nog in ne stovl van oever veil joren. «Pointil- lisme» zeid ajjer dad iet? Oever die twellefhonderd meiters dra- poakes die van den iene kant van 't stroot nor den andere kant gespanne werren en die alle joren deir de weiven van de gebirte schoein en stoyf ooitgestreiken werren. Woor zollen de die tèn zwansjteg oever klappen peisde? Oever die drapoakes. oever da stroyken of oever da stoyven? 'k Kom er ni tissen zee Of oever die gebiren die al ienegte weiken eh klein woerdeken hooin ('t es gralck stillekes woor da 't noeit nje 'n wooit) en die op de boezjiekeskoers eirem in eirem liepen. Ne keiremis kaan miroa- kelen doeng. Toch opd' Hoeigevesten. Want in foyte es Hoeige- vestenkeiremis alle joren verom eh miroakel. 't Miroakel van de verstandhavink. van de soamenweirkink cn van nog "t ien en 't ander da 'k hier na vér de moment azoei ni zjust onder woerden kaan bringen. Want 'k hem oeik nor de keiremis geweist As ge ne kier peist dat denne keiremis azoei al neigenzeiveteg joor bestoot tèn zojje a kennen afvroagen: wa zollen de stichters dorvan peizen, of zeggen, moste ze na ne kier kenne veromkom- men? Awei. ze 'n zolle zeer ni te gralèk noyg verschieten. Wan( booiten dat er na asfalt va plek van kassoyn liggen en dat er otto's in "t stroot stoon va plek van veloas of stoeitkeirekes en dat er veil nieve fassadekes in fassadestien zèn en deiren in alluminium. es de gebirte gebleiven gelèk as oever zuveil joren verom. En 't volk zeikes! Hem ek ajjer krejeis gemokt? Zojje dad oeik insj wille zing? Awei, dad 'nesni moeielèk. 'kGeifajjerrandeivoe 'tnoste joor op d' Hoeigevesten en tèn kejje dor oeik ne kier 'n pintj betolen on DOLF i kentering die zich de laatste jaren voordoet in het filmuit- ingscircuit is de bouw van duplex-zalen, bioskopen dus ir gelijktijdig twee prenten lopen en waar getracht wordt f st de kommerciële toch ook de zogenaamde «betere» film projektiekans te geven. intëma «Feestpaleis» te Aalst zat daar ook al een paar jaar e in het hoofd, sloot begin mei de deuren en huldigde teren (donderdag) een spliksplinternieuw kompleks in. irmee is de tijd van de on heilige filmzalen hier te Aalst goed voorbij. Niet dat dat veranderd is om de mooie n van Sophia Loren, want konkurrentie stelde eisen, st is op het gebied slecht ge legen want niet ver van Gent en ssi ssel doet de cinefiel rap een ^jongetje naar daar om een of ere film te gaan bekijken. In situatie moet je als Aal- se uitbater je konkurrenten dc iet voor, dan toch bij zijn. De omodatie is daarbij een ste zorgenkindje pro- pimakeuze een tweede t om aandacht aan te enken. IDERN familie Staels heeft alles- heel wat belang gehecht die vernieuwing van de in- ting. Van de oude zaal is nu s geen spoor meer te be kken. Twee nieuwe zalen fden in de oude ruimte opge ien. Een grote zaal eerst, llig in diverse bruine tinten ikleed en met 360 knusse h>zetels. In de kleine zaal zit het rood, de muren zijn met fluweel bekleed en je loopt ip grijs vast tapijt. Ook daar is de opstelling der zitplaatsen derwijze uitgerekend.dat nie mand iemand 't zicht kan ont nemen. Bijna 160 cinefielen kunnen er plaats nemen. In beide is voor zien - in een clima- verwarmingsinstallatie, grote schermen, diming- verlichting...kortom, al het no dige om het de kijker zo aange naam mogelijk te maken. PROGRAMMA Ook aan de filmkeuze wil men in het Feestpaleis iets gaan doen. Een duplex biedt nieuwe mogelijkheden op kommercieel vlak. Zoals gezegd moeten daardoor verschillende soorten publiek kunnen worden aange sproken. In de kleine zaal wil men wat minder toegankelijke, zeg maar minder kommerciële. dingen gaan draaien. «In het verleden, zo vertelt men ons, hebben we dat geprobeerd, maar dat draaide meestal op niets uit. Nu met die kleinere kapaciteit zit het er wel in. Of het gaat lukken zal afhangen van het feit of we het publiek dat we verloren zijn zullen terug winnen». Cinema «Feestpaleis» wil dat Het verhaal van cinema - Feestpaleisbegint in 1922 met als eerste uitbater Robert Klaus die de zaak later ging overlaten aan zijn dochter, thans vrouwe Staels. Oorspronkelijk bedoeld als toneelruimte werden er vrij vlug eveneens bals, optredens (o.m. van Helmut Zacharias, de Ramblers, de Weense opera) enjilms gegeven. Het komplex werd toendertijd beheerd door een /coöperatieve sociëteit waarvan de huidige uitbatersfamilie geleidelijk aan alle aandelen overnam om uiteindelijk alleen eigenaar te worden. De vooruitgang stelt eisen en om het hoofd boven water te houden is vernieuwing onontbeerlijk. Een duplex inrichten lijkt op vele plaatsen de goede oplossing. Een heel werk is dat. Ook voor Feestpaleis. De foto toont dat wel (RDW) alvast doen met volgende pren ten: deze week lopen respek- tievelijk in de grote en in de kleine zaal «Cross of Iron» (een oorlogsfilm) en «Max Have- laar» (naar Multatuli);later op het jaar volgen «Battle of Mid way», «De twaalf werken van Asterix», rond Kerstmis speelt men de nieuwe James Bond;men verwacht ook «De witte bizon» met Charles Bran son, «Madame Claude» e.a. De inkom prijs is 100 fr. Men overweegt een reduktie van 20 fr. te doen voor de eerste verto ning. (RDW) Dat verleden zondag aan de dienstcentra de vlaggen waren gehesen was voor het merendeel der bevolking een niet op het eerste gezicht te verklaren feit. Het ging hier namelijk om een herdenking van de beruchte septemberdagen van 1830 met de strijd voor de Belgische onafhankelijkheid. Op de binnenkoer van het stadhuis had dan. in aanwezigheid van ver tegenwoordigers van vaderlands lievende verenigingen met of zon der vaandel, een herdenkings plechtigheid plaats ook met sche pen De Maght en raadslid res.- kolonel Etienne Bogaert Eerste schepen Eddie Monsieur hield hierbj dan de gelegenheids toespraak. «Deze dag, hoogdag voor velen, roept bij anderen ergernis op. De «Belgac», aanvankelijk één volk. ondergingen de invloed van de Romeinse periode enerzijds en de Germaanse invallen anderzijds die -leidden tot de taalgrens. De bufferstaat, na de nederlaag van Napoleon, gewild door de mogendheden door samenvoeging van de Nederlandse gewesten was reeds een eerste stap naar onze vrijheid. Een scheiding van meer dan drie eeuwen had Noord en Zuid echter van elkaar vervreemd, waarbij godsdienst- en taalver schillen uiteraard een rol speel den. Opstootjes in Brussel in 1830 waarna het Nederlandse leger naar onze kontreien werd gestuurd leidden, na dc overwinning van nauwelijks 6000 onvoorbereide maar vastberaden Belgische vrijwilligers, tot onze onafhanke lijkheid. België was geboren, als moderne, representatieve, demo- kratische slaat. Daarmede brak eindelijk een periode aan van vrijheid maar ook van periodes met schrijnende armoede. Op haar beurt schiep de industrialisatie grote sociale onrust met niet zel den een machtsstrijd tussen kato- lieken en liberalen. In 1865 deed hei socialisme zijn intrede tegen sociale wantoestanden. Na beide wereldoorlogen hadden we de mond vol over de welvaart staat doch nu wint de idee veld dat de ekonomische krisis geen één dagsvlieg is en dat oplossingen moeilijk te vinden zijn. Het gemeenschapspakt voorziet een quasi-federalisme met twee voor kulturele aangelegenheden cn met drie voor geregionali seerde Na de toespraak van de eerste schepen legde hij, evenals de voorzitter der vaderlandslievende verenigingen majoor De Meester, bloemen neer aan het gerestau reerd monumentje op de binnen koer van het stadhuis. L.H. Vaderlandslievende verenieinoen hielden een herdenkingsplechtigheid op hei stadhuis. (JM)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1977 | | pagina 3