RUM TE AALST:
KONSERT OP INTERNATIONAAL NIVEAU
KOORDINATIE VAN AKTIVITEITEN
KUNST IN DE GALERIJEN
e me
derlar
ogent
overt
>ecr u
aano
werl
letcn.
htigst
nber en
Lichte»
net Me-
gevolgd
van L.P.
14 - 25-11-1977-De Voorpost
Dirk Van Esbroeck en de Argentijn Juan in een duo (EL)
Rum met muziek van de bovenste noot (EL)
stem van Vera Devos die dit
lied twee jaar geleden een
hoogtepunt maakte.
Na enkele dorpsbranies
(franse dansen) met een zeer
originele aanpak en waarbij
men omwillekeurig denkt aan
een paar van de grootste Britse
en Franse folkgroepen en
waarvoor Rum niet moet on
derdoen, gleden we stil terug in
onze stoel en luisterden we
bewonderend naar het prachtig
a capella werk van Pol, Wiet en
Dirk in «Wat hangt hij...».
Van de gekende nummers was
voor ons het nieuwe arrange
ment van «Het Luiaardsgild»
een kwasi onbereikbaar hoog
tepunt. Met hobo, schuiftrom
pet, bas en viool werd een
prachtige muzikale struktuur
opgebouwd achter de mooie
stem van Dirk, die ons bijna vol
ledig de eerste versie deed
vergeten. Een bijna klassieke
schoonheid deed ons rillingen
over de rug lopen.
Na een entoesiast «Masche-
ro» kregen we nog een
groepsnummer «De Straat
zangerskoningin», over een
oud vrouwtje die nog steeds
elke dag in de Londense stra
ten zingt. Terwijl ze vroeger
jongere folkzangers meenam
naar de clubs zingt ze nu nog
steeds haar liederen voor de
rijen die aanschuiven voor de
film of voor de haastige kan
toorbediende. De jonge straat
zangers zien haar gewoon als
een konkurrente maar de ge
vestigde namen van de En
gelse folkscène noemen haar
nog steeds «Meg, Queen of the
buskers».
Naar het einde van het optre
den toe kregen we dan een
toch enigszins zwakkere versie
van Jan De Wilde's «Vrolijk
Lentelied». Alhoewel meer
dan goed genoeg gezongen
was dit nummer lichtjes over-
geakteerd (of was dat de be
doeling?
Dit werd echter ruimschoots
goedgemaakt door de drie bis-
nummers waarin Rum naar on
gekende hoogten reikte met
Flic-Flac, een musette met
prachtig triangelwerk van
Dirk;De Scheresliep, een ie
dereen welbekend volksliedje
en tot slot een prachtige be
werking van een renaissance-
dans, opnieuw met viool, trom,
hobo en schuiftrompet. Een ka
raktervolle schoonheid en kwa
liteit om nooit te vergeten.
En voor Aalst was dit een kon-
sert om nooit te vergeten. De
gene die er waren weten dat de
afwezigen ongelijk hadden
maar niemand zal het aan zijn
hart laten komen want zoals
Rum ons die avond heeft ver
wend zullen weinigen dit kun
nen.
vc
Da
i
t
:tgezt
Kunst Licht en Vrijheid voert op 27, 28 en 30 november
op 4 en 5 december het stuk «De Bende van Jan De
op. Na een reeks suksesvolle opvoeringen door het
chels Miniatuurteater, heeft Pieter De Prins naar het
sociaal-geëngageerd boek van L.P. Boon, een gansL^tpi
nieuwe bewerking geschreven voor KLV. De regie io in
handen van Anton Cogen, regisseur en akteur van
Gent. Zestien akteurs en aktrices allen lid van KLV,
eraan mee. De opvoering van woensdag 30
ingericht door het Humanistisch Verbond, wordt
door een paneelgesprek met de medewerking van
Boon, Pieter De Prins, Anton Cogen, Gracienne Van Nieu-
wenborg en Maurice Van Den Steen.
De BRT televisie, die momenteel onder leiding van
Herman Larcher een film maakt over het amateursto
neel was woensdag reeds druk bezig.de laatste repeti
tie van «De Bende» op band te leggen. De toneelkring
De Schakel begon aan de lezingen van haar tweede
produktie «Een dag uit de dood van Piet Snot». De
eerste kontakt werd eveneens door bovengenoemde
ploeg verfilmd.
Toneelgilde Hoger Op opent het toneelseizoen met «Pas
toor Munte» van Maurits Balfoort. Deze bewerking van de
verhalen van Ernest Claes brengt ons terug in de dorps
sfeer van vroeger. Hoger Op speelt dit op 26, 27 nov. en
op 3,4 en 5 december in de zaal Moorselbaan, naast het)
Sint Maartensinstituut, aanvang" 20 uur.
Het Mechels Miniatuurteater is op maandag 5 december
om 20 uur in de zaal van het Koninklijk Atheneum te
gast in Denderleeuw, een organisatie van de kulturele
vereniging Parnassos. Zij brengen het stuk «De Kolle
ga's» van Jan Matterne. Spelen ondermeer mee: Nellie
Rossiers, die de hoofdrolVertolkte in de film «De dood
van een non», Manu en Rene Verreth, welbekend van de
TV reeks «Tafel Zeven». De regie is in handen van Jan
Matterne. Het stuk behandelt op een humoristische
wijze het leven op een kantoor en een personeels-
feestje.
RVdP
JAAR VAN HET DORP
Toen we een paar maanden geleden schreven dat Carthy en Bensusan in de St Annazaal een
uniek konsert gaven konden we reeds onze hoop en verwachtingen voor het optreden van
Rum op 19 november moeilijk verbergen. En deze Vlaamse folkgroep heeft vorige zaterdag
bewezen dat deze verwachtingen niet ongegrond waren. Waarschijnlijk voor het eerst in Aalst
moeten we zeggen dat dit een schitterend konsert was. En we kunnen met zekerheid stellen
dat zowel de muzikanten, het publiek als de organisatoren even entoesiast waren. Rum
schreef met dit optreden een paar gouden bladzijden tegelijkertijd in het muzikale leven in
Aalst.
Het eerste deel werd ingezet
door Dirk Van Esbroeck sa
men met Juan Masondo die
met sobere begeleiding een
mooie Vlaamse ballade brach
ten. Voor het tweede nummer
werden ze versterkt door Wiet
van de Leest en bij het vol
gende lied kwam de vierde
man, Pol Rans, de groep ver
volledigen. En vanaf dit mo
ment was het de éné muzikale
troef op het podium na de ande
re. In het eerste nummer van de
voltallige groep werden we
reeds verwend met de mooie
harmonische samenzang
waarvoor reeds zoveel de lof
trompet werd gestoken, en niet
ten onrechte. Deze harmoni
eën in «Van de keerle» werden
nu nog aangevuld met de volle
klank van het pedaalharmo
nium.
Het eerste deel bracht ons bijna
uitsluitend nieuwe nummers.
Het volgende was een lied van
de groep zelf over het freew-
heelin' leventje van de zwerver:
«De Nomade». In deze eigen
nummers (in het tweede deel
kregen we er nog een) bewijst
Rum ook op kompositorisch
vlak te weten waar het op aan
komt. Er wordt wel sterk aan
gesloten, zowel muzikaal als
kwa woordgebruik, bij de tradi
tionele liederen die ze brengen
zodat het verschil bijna niet
meer te horen is, wat natuurlijk
pleit voor de technische sterkte
van het nummer. En wanneer
dit dan nog wordt gekoppeld
aan een volledig meeleven met
wat er wordt gezongen kan
men niet meer wensen. De
Nomade vonden we, zowel
kompositie als arrangement,
een heel sterk nummer.
Een volgende hoogtepunt in dit
eerste deel was een instrumen
taal nummer van de groep zelf.
«Hinkelen» toonde ons een
nieuwe kombinatie in de bezet
ting: Juan op bouzouki, Wiet op
tenorgitaar, Pol op de akoesti
sche bas en Dirk met tin whist-
Ie. Dit nummer toonde ons
vooral het grote talent van Wiet
als arrangeur. Terwijl het
nummer muzikaal gezien niet
zo toegankelijk was konden we
enorm genieten van het zeer
zuivere samenspel van de ver
schillende instrumenten en de
inventiviteit waarmee deze
werden samengebracht.
Na nog een mooie Vlaamse
ballade bleven Juan en Wiet al
leen op het podium voor een
paar akkordeonwalsen uit de
cirkussen en kermissen. En
hierin werd aangetoond welk
een enorm aanwinst Juan Ma-
sonde is voor de groep. Zijn
begeleiding bij de melodielijnen
is veel rijkerensubtielerdanwe
vroeger van Pol gewoon wa
ren. Niet vergezocht of
demonstratief-virtuoos maar
gewoon hier en daar een mooi
aangeslagen akkoord erbij of
een noot die je niet verwacht
had. Wiet zelf speelde het me
lodietje op de tenorgitaar in
Django Reinhardt-stijl en ook
zijn virtuositeit komt niet alleen
als blikvanger over (alhoewel
natuurlijk wel spektakulair)
want de muziek staat nog
steeds op de eerste plaats. Met
twee dergelijke muzikanten is
het niet moeilijk de platgetre
den paden te verlaten en
nieuwe muzikale wegen te be
wandelen zonder zich te verlie
zen in oeverloos-vervelende
tierlantijntjes.
«Het regende zeer» was een
verhaal uit de tijd dat wachten
nog een mooie deugd was. In
dit geval is het een ridder die in
de stromende regen onder het
raam van zijn geliefde wacht tot
ze hem hoort. Dat hij dan door
een doorgeslagen dijk tot aan
zijn knieën in het water staat
schijnt hem niet te deren. Een
klassieke Vlaamse ballade op
de klassieke Rum-wijze ge
bracht. Mooi om bij te wenen...
Even voor het einde van dit
eerste deel bracht de groep ons
nog een prachtig arrangement
van een dodenmars met viool,
hobo, schuiftrompet en trom.
Dit stuk klonk heel
renaissance-achtig, door het
gebruik van de blaasinstrumen
ten van Dirk en Pol, en was van
een ongeloofelijke schoonheid
en zeer origineel van samen
spel.
Het eerste deel werd dan beslo
ten met een nieuwe versie van
«Kadril van Kampenhout».
Wat we vroeger bij Rum zo
enorm apprecieerden was hun
reeds zeer grote kwaliteit, ge
koppeld aan een zin voor origi
naliteit en vooral hun entoe-
siasme op het podium, hun ple
zier om samen te musiceren.
Welnu, Rum heeft met dit kon
sert bewezen niets van deze
originaliteit en spontaneïteit
verforen te hebben. Nogsieeas
merkt men een grote zin om
samen op het podium te staan
en de luisteraar een volwaardig
programma van prachtige mu
ziek aan te bieden Hun entoe-
siasme werkt aanstekelijk en
slaat vlug over op het publiek
en het emotionele en spontane
aspekt van hun optreden maakt
deze muziek zoveel levender
en des te genietbaarder. Ook
vergenoegt Rum er zich niet
mee zomaar terug te komen.
Ze zijn nooit uitgeweest op
goedkoop sukses en ook nu, op
de grotere binnen- en buiten
landse podia, blijven ze meer
dan ooit zoeken naar een totaal
persoonlijke originaliteit. Hun
programma bestond groten
deels uit nieuwe dingen en ook
de oudere, bekende nummers
werden in een totaal nieuw
kleedje gestoken. En hierbij
zoeken ze steeds naar nieuwe
instrumentale kombinaties en
assimileren ze steeds andere
elementen uit verschillende
muzikale genres en vreemde
kuituren. Op sommige momen
ten kan men hun muziek zelfs
nog bezwaarlijk strikt «folk»
noemen maar in dit geval is dit
alleen maar als een positievè
faktor aan te brengen. Rum
past niet in een mooi omlijnd
vakje. Zelfherhaling en stagna
tie is immers de doodsteekvoor
elke groep. Maar Rum is leven
der en grootser dan ooit en
heeft met dit ongetwijfeld schit
terende konsert aangetoond
zijn plaats op de Europese po
dia overwaard te zijn.
In het tweede, deel kregen we
meer bekende nummers zoals
de luitstukjes van Pol die we op
«Rum 3» reeds zo mooi von
den, en waarmee opnieuw
werd ingezet. «Gekwetst ben
ik van binnen» werd zeer ge
voelig gebracht maar hierbij
misten we toch wel de mooie
De koödinators en de «informator» van Hofstade vergaderden ver
leden week in het Aalsters stadhuis om de komende aktiviteiten te
bespreken.
Voor Aalst zelf waren er schepen De Maght geassisteerd door Mare
Simoens en voor de deelgemeenten: Herman Crabbe (bijgestaan
door H. Sieben) voor Baardegem, Mw. Annie D'Hondt- De Smet
voor Erembodegem - Centrum en Theofiel Gijsels voor Terjoden,
Jozef Daelman voor Gijzegem, Karei Van Mulders voor Herdersem,
Guillelmus Malschaert voor Hofstade, Jan De Geyselaer, Paul Beek
en Jos Muylaert voor Meldert, Omer Beeckman (geholpen door
Marleen De Meyst) voor Moorsel en Willy Van Impe voor Nieuwer-
kerken.
Na overhandiging van énig
"informatie- en propagandamate
riaal wordt als uiterste datum voor
het indienen bij de koördinators
van bijkomende projekten door
verenigingen 10 december gesteld
en op dinsdag 13 december zal de
volledige groep zich hierover be
raden. Het betreft uiteraard niet
rust en dat hel hier initieel ging om
een wijkenonderzoek qua infra-
struktuur van de jeugd, wat men
toch ten onrechte zou kunnen heb
ben uitgebreid tot alle verenigin
gen, ook tot die voor volwasse
nen.
Een «dorpsraad» zoals hij te Her
dersem werd opgericht noemt de
schepen geen gelukkige zaak want
de verenigingen zelf komen er niet
aan bod. Terjoden voelt zich wel
enigszins misdeeld. Het was reeds
vroeger een «deelgemeente» van
Erembodegem en nu werd het nog
eens door de spoorlijn verdeeld
onder Aalst en Haaltert. Met
11-novcmbervicring is men di
enboven Terjoden volledig
ten want toen de
plechtigheid aan het
gedenkteken de fanfare
speeld bloemen wilde
kwamen die niet. Vergeten?
In de tweede helft van
krijgt U alvast meer
nieuws over komende
een volledig uitgekiend pro
gramma maar veeleer een prin
ciepsbeslissing. Van het ministe
rie van Kuftuur kan alleen druk
werk als plakbrieven en zelfkle
vers worden bekomen. De provin
cie geeft een half miljoen voor
heel de provincie dan en wat de
stad zal geven is nog niet geweten.
De schepen hoopt dit zo vlug mo
gelijk te kunnen mededelen.
Vergaderingen van de plaatselijke
groepen zullen kunnen plaatsheb
ben in de vroegere gemeentehui
zen en affiches voor festiviteiten
zullen in het stadhuis worden ge
drukt. Ook in de officiële «stads-
berichten» zullen deze feestelijk
heden worden opgenomen.
Enig gebakkelei ontstaat hoe men
nu eigenlijk het «Jaar van het
Dorp» zal openen: te Aalst voor
het hele gebied of eens in elke
deelgemeente. Kan men het Jaar
van het Dorp negen maal openen?
Kan men een «Jaar van het Dorp»
openen in een stad Of kan men
het openen in een of andere deel
gemeente waar de eerste feeste
lijkheid, bvb. te Herdersem, zou
plaatshebben?
Uiteindelijk beslist men dan, bij
enkelen zonder entoesiasme, het
«Jaar» te openen met een akade-
mischc zitting in het Aalsters
Stadhuis, op enigszins qua «dorp»
altans, neutraal gebied. Wel zul
len de hoogtepunten van de festivi
teiten, die niet noodzakelijk
daarom de eerste moeten zijn,
geakscntucerd worden door de
overheid.
Gezegd werd ook dat alleen feeste
lijkheden die doorgaan onder het
motto van «Het Jaar van het Dorp-
zullen kunnen worden betoelaagd.
Gedacht wordt dan hierbij o.a. aan
de voorstellingen van de Claer-
hacgse Comcdic en aan de Pikkc-
ling van de VVV «De Falluintjes-
streek
Ook in dit kader zullen wandelwe
gen in Groot-Aalst worden op
kaart gebracht.
Tc Nicuwerkerken is er enige
moeilijkheid. Daar schijnt zich in
derdaad een «Wijkenkomitcc- aan
te dienen dat ook aktiviteiten m het
kader van het «Jaar- zou opzetten
doch afzijdig bleef bij de kontakt-
avond. Schepen De Maght meent
dat zulks op een misverstand be-
Vorige vrijdag werd de tentoonstelling van het werk van Herwig geopend in de galerij Pieter Coucke
Inleider was Yves Van de Steen JM
In de galerij Valerius De Saedeleer is werk van De Kerpel te bezichtigen (JM)