(REEDS 190 MILJOEN TEGEN HINDER AAN!
N
De Voorpost - 2-12-1977 - 17
worm-pers, met als afvalpro-
dukt de kiem-schilfers welke
worden afgevoerd en bij de
veevoeder-zemelen gevoegd.
De maïskiem-olie wordt in een
bak opgevangen en naar cen
trifuges gepompt om de fijne
kiemrestanten te verwijderen.
Nadien gebeurt de fijnfiltering
in de filterpersen waarna de ge
filterde olie in opslagtanks
(4x200 m3) wordt gevoerd.
Deze ruwe, ongeraffineerde
maïsolie is bestemd voor de ta-
feloliebereiding of de margari-
nefabrikatie.
Nadat de kiemen werden afge
scheiden worden gluten, zeme
len en zetmeel verderfijngema-
len om tot een maksimale win
ning van de diverse andere
eindprodukten te kunnen over
gaan.
VEEVOEDERZEMELEN
De zemelen van de maïskorrels
dienen nu afgescheiden van de
gluten en het zetmeel. Dit ge
beurt in meerdere trappen bij
middel van zeefbochten, met
een zeef-spleetwijdte van 50-
tot 70 -duizendsten van één
millimeter. Hierdoor worden de
zemelen tegengehouden en
wordt de waterige suspensie
- van gluten en zetmeel (denk
hierbij aan de «maïzena» dat
als dikkingsmiddel wordt ge
bruikt in de keuken) doorgela-
ten. Terzelfdertijd worden de
zemelen in tegenstroom ge
wassen met als doel zó veel
mogelijk zetmeel over te hou
den.
Na de ontwatering der zeme
len, tot 60 vochtgehalte,
wordt het residu van het inge
dampte weekwater samen met
de gebroken maïsafval toege
voegd om te worden gedroogd
in reusachtige droogtrommels
de benedenzaal van de
maalderij. Het zijn de dampen
van deze droger, welke uit
monden in de twee grote
dampschouwen op het dak van
de maalderij, welke verant-
{woordelijk zijn voor de «be-
ig ruchte» Amylum-geur door
or sommigen ook «stank» ge
noemd. Op dit ogenblik wor-
;rajden, door een Duits specialis
ten team, proeven gedaan met
apparaten om na te
gaan in hoeverre hun
ge urfilter»-systeem effektief
dfcou zijn voor Amylum. Hier ko
men wij later nog op terug.
GLUTENFEED
Na droging bevat dit produkt
aajtcch nog 11 vocht. Het wordt
at nadien verder fijngemalen tot
je poeder in hamermolens. Het
;h fijne materiaal wordt door een
oczeef afgezogen en is dan na
toevoeging der gluten-eiwitten
de zgn. Glutenfeed wat als
meel voor de veevoeding wordt
1t< verkocht. Dit gluten-meel wordt
opgeslagen in twee betonnen
iilos (hoogte 60 m en diame
ters m) met een inhoud van elk
1.500 Ton en wordt kontinu
«gecirkuleerd» in deze silo's.
Van dit Gluten-meel worden
ook zgn pellets of rolletjes
geperst. Deze «pellets» wor
den in een silo van 1.500 Ton
opgeslagen en eveneens als
veevoeder verkocht.
GLUTEN
Er blijven nu nog twee maïs-
substantie van elkaar geschei
den nl. gluten en zetmeel. Glu-
s n ten noemt men het gele ge
deelte dat in de maïskorrel rond
de kiem zit. Daarrond bevindt
zich dan, op zijn beurt, het zet
meel. Gluten zijn zeer eiwitrijk
waardoor zij. zeer geschikt zijn
Tvoor de veevoeding, zoals
hierboven trouwens reeds is
gebleken. De scheiding nu van
gluten en zetmeel berust op het
eit dat gluten lichter zijn dan
het zetmeel. In grote centrifu
ges (2500 a 2800 toeren per
minuut) wordt de scheiding uit
eindelijk doorgevoerd. De glu-
lendeeltjes verzamelen zich in
het midden terwijl het zetmeel
zich tegen de wand afzet/Deze
glutendeeltjes worden nu ver
der behandeld en na ver
menging met water opnieuw
zw gecentrifugeerd - of uitgeslin
gerd. (3300 toeren per minuut).
TwMen bekomt een suspensie
van ongev. 85 gr. gluten per li
ter vloeistof. Nadien wordt de
ingedikte glutensuspensie
ontwaterd en bekomt men
brokkige gluten. Hierna volgt
de drogingsfase waarbij, bij
temperaturen van ±700° C.,
het vocht gehalte van 65 tot
1 wordt herleid. Na droging
volgt het malen der gluten en
v«de opslag in drie silo's van elk
zowat 300 ton. Deze eiwitrijke
glutenbloem vindt zijn weg o.a.
naar bloemmclens en bakke
rijen als verreikingsprodukt.
ZETMEEL
liteindelijk blijft dan het ruwe
zetmeel over wat verder dient
leraffineerd, waarbij de kwali-
eitsschadelijke nog aanwezige.
proteinen of eiwitten
kleur bepalend voor de latere
glucose) verder verwijderd
worden. Het is een verder pro
ces van wassen en afscheiden
in hydrocyclonen. Men bekomt
tenslotte een zetmeelsuspen-
sie van ongev. 470 gr. per liter
vloeistof. Deze zetmeelsus-
pensie wordt dan verwerkt tot
de uiteindelijke eindprodukten
zoals glucose, dextrose en
fructose.
Uit 100 kg zuivere maïs bekomt
men gemiddeld:
6 kg Glutenbloem
2,5 kg Maïskiem-olie
24 kg veevoederzemelen
(verreikt)
55 kg droge stof zetmeel.
Op dit ogenblik kan de maalde
rij zowat 1.000 Ton maïs per
dag verwerken. Dit geeft een
duidelijk beeld van de hoeveel
heid produkten die Amylum
dagelijks kan produceren.
DE EIGENLIJKE «EDELE»
EINDPRODUKTEN
GEWOON ZETMEEL
Hiertoe dient de zgn. «zet-
meelslurry» of zetmeelbrij ge-
turbineerd en gedroogd tot
zetmeelpoeder met 11
vochtgehalte. Zetmeel wordt
gebruikt in de appreteerindus-
trie en bij de alkoholbereiding.
SPECIAAL ZETMEEL
Ten einde meer geschikt te zijn
voor welbepaalde industriële
toepassingen wordt het ge
woon zetmeel dan aangepast
scheikundig behandeld. Dit is
vooral afgestemd op toepas
singen in de textielnijverheid en
bij de papier- en kartonberei
ding. Na de scheikundige reak-
tie wordt opnieuw geturbineerd
en gedroogd nadat echter de
reaktieafvalprodukten werden
verwijderd.
STIJFSEL
Een deel van de zetmeelbrij
kan ook worden omgezet in
voorverstijfseld zetmeel. De
zetmeelmolekule wordt door
temperatuursverhoging uitge
zet en zet zich als het ware vast
in deze vorm. Hierdoor wordt
het zetmeel in deze vorm
oplosbaar in water in tegenstel
ling met het gewone zetmeel
dat steeds moet worden opge
roerd om niet te bezinken. Dit
oplosbaar zetmeel wordt even
eens in veevoeders verwerkt.
Een onderafdeling der speciale
zetmelen houdt zich bezig met
de zgn. «droge mengingen»
welke meestal als kleefmidde-
len worden gebruikt o.a. voor
het ophangen van behangsel
papier.
GLUCOSE
Hiermede zijn wij dan aange
land bij het produkt wat jaren
lang zelf ven/at is geweest in de
firmanaam. De afdeling waar
de glucosestroop wordt gefa
briceerd heet nog steeds de
«Glucoserie». Hier wordt zet
meel omgezet tot glucose
stroop. Dit gebeurt in verschil
lende stadia.
H ierbij wordt door hydroliseren of
versukering in zuur milieu de
zetmeelmolekule afgebroken
aoor ae inwerwng van een
zuur, net zoals dit gebeurt bij
het menselijk spijsverterings
proces in de maag. Zetmeel is
nl. een chemische verbinding
die bestaat uit een groot aantal
gluccsemolukulen die spi
raalsgewijs in een keten ver
bonden zijn. Door verwarming
in zuur midden wordt zetmeel
gesplitst in dextrine en daarna
in suikers. Industrieel gebeurt
dit in een kontinu -versuikëraar
waarin de aangezuurde zet
meelbrij wordt opgewarmd.
Deze reaktie kan worden beïn
vloed en gericht naar welbe
paalde eindprodukten door
toevoeging van enzymes en
door regeling van temperatuur,
reaktietijd en zuurheidsgraad.
(Enzymes zijn organische stof
fen die een bic-chemisch reak-
tieproces beïnvloeden).
Tijdens dit «hydrolisatieprc-
ces» (versuikering) komen nog
onzuiverheden vrij (vetten en
proteinen) die worden verwij
derd via centrifuges en filter
persen. Dit gefilterde sap ei
genlijk een glucoseoplossing
wordt vervolgens ontkleurd
door menging met aktieve kool,
d.i. fijngemalen houtskool dat
als eigenschap heeft de onzui
verheden, die tevens-het sap
kleuren, te absorberen of op te
slorpen. Het is dezelfde kool
dat in korrelvorm bij de apote-
ker te koop is tegen darmstoor
nissen (gastritis). Dit «aktief
zwart» wordt dan afgescheiden
op filterpersen. Het is precies
dit «aktief zwart» WAAROVER
HEEL WAT TE DOEN IS GE
WEEST, OOK IN De Voorpost,
in verband met de Amylum
sluikstort-affaire. Er werd zelfs
van giftigheid gewaagd, maar
hierover verder meer. Na volle
dige ontkleuring wordt het sap
ingedampt tot glucosestroop.
Deze glucosestroop is helder,
kleurloos, reukloos en zeer dik
vloeibaar, (bij omgevingstem
peratuur zelfs vast doch
kneedbaar). Per dag kan niet
minder dan 175 Ton glucose
stroop worden gefabriceerd.
Eigenlijk gaat het cm verschil
lende stropen, naargelang het
specifieke toepassingsgebied,
welke stuk voor stuk hun weg
vinden naar de «snoep»-
industrie.
OP DE HINDER-TOER...
Toen, nu zowat anderhalve maand terug, op het «Amylum-
milieuhinder»forum de vraag werd gesteld, om nu eens met
cijfermateriaal de beweringen te staven dat Amylum reeds
heel wat heeft gedaan om de bedrijfshinder en overlast tegen
te gaan, antwoordde de Amylum direktie dit gaarne te zullen
doen.
Het was toen duidelijk dat alle
aanwezige belangstellenden
en betrokkenen heel wat goede
wil en begrip bleken op te bren
gen voor Amylum en maar al te
graag wilden aanvaarden dat
er reeds heel wat werd gedaan
door het bedrijf tegen de veler
lei hinder, doch dat tot hun leed
en leedwezen hiervan maar al te
weinig naar buiten uit en van bui
tenaf is waar te nemen. Men
zou dus enerzijds kunnen stel
len, dat, zender het ingrijpen
van Amylum de hinder en over
last nog groter zou zijn geweest,
en anderzijds dat, ondanks
daadwerkelijke ingrepen het
daarom niet steeds resulteert in
de verwachte of gewenste ver
beteringen.
Dat er door Amylum inderdaad
behoorlijk wat gedaan wordt
om, in een aangename sfeer en
een schoon klimaat met de
Aalstenaars verder te kunnen
leven en te werken, wilden wij
zonder meer geloven. Dit nam
echter niet weg dat ook wij niets
liever wensten dan, zwart op
wit zoals dat heet. te kunnen
nagaan wat er zoal, door Amy
lum, tegen de eigen bedrijfs
hinder werd aangegooid.
Wij werden hiertoe, zonder
enige restriktie, rondgeleid en
wegwijs gemaakt in het bedrijf
zelf en in de bedrijfshinderpro-
blematiek. Uiteraard willen wij
hier niet beweren dat het
steeds mogelijk zou zijn, als
leek ofte ou-sider, om binnen
het kort bestek van één bezoek
zij het dan over vijf uren
alles op zijn volle betekenis en
naar zijn juiste waarde te kun
nen nagaan of af te wegen.
Nochtans hebben wij nooit of
nergens enige aanwijzing ge
had dat de Amylum-mensen de
feiten anders of mooier wen
sten voor te stellen dan het in
werkelijkheid is. Misschien is
dit wel een tweede natuur want
met de realiteit te verdoezelen
wordt een bedrijf als Amylum
nu eenmaal niet draaiende ge
houden.
Het was ook niet onze bedoe
ling om vooruit te lopen op dat
gene wat normaliter binnen de
beloofde, nog op te richten,
«Amylum-Omwonenden
Werkgroep» zou besproken
worden. (Terloops, waar wacht
Leefmilieu op om hier daad
werkelijk over te gaan tot de in
stallering van deze werkgroep?
Wij zullen dus niet uitpakken
met gegevens en cijfers die
vooralsnog worden weerhou
den tot deze voorgelegd zijn
geweest binnen deze werk-
Een gedeelte van de labo-ruimten JM
groep in spe, al hebben wij dit
materiaal volledig ter inzage
gekregen. Wel willen wij hier
een ve rslag uitbrengen van wat
wijzelf hebben ervaren, zij het
niet noodzakelijk strikt objektief
door gebrek aan voldoende ei
gen materie-kennis of door ge
brek aan tijd.
Het wordt dus, noodzakelijker
wijze, 't verslag van een ge
leide rondgang, binnen en bui
ten het bedrijf Amylum, naar al
de plaatsen waar geluidshin
der, luchtverontreiniging en
oppervlakte waterbelasting
aan de orde zijn en dienen be
streden.
Meteen werd dit een inventaris
van wat Amylum reeds deed
tegen deze verschillende vor
men van milieu-overlast sedert
1974. Van de 109 miljoen welk
hiertoe reeds werden uitge
trokken voor de periode van
1974 tot 1977 gaat er van dit
bedrag 70 naar de waterzui
vering, 20 naar de geurhin-
der en 10 naar de geluids
hinder.
WAT WERD REEDS AANGE
PAKT
Onze «Amylum-rondgang»
was als het ware een speur
tocht naar de verschillende
bronnen van hinder welke
vooral storend inwerken"op de
omgeving. Omdat in hoofdzaak
geluid en geur makkelijk zijn op
te sporen, in tegenstelling met
de vervuiling van geloosde
afval- en koelingswater wat
Op de voorgrond links, silo's gluten
goederenstation (JM)
wal-. Op de achtergrond de i
aahvoer-silo's aan het NMBS
meestal alleen kan worden af
geleid uit de toegepaste procé-
dees, wordt dit hoofdzakelijk
een inventaris van de strijd te
gen het geluid.
Hierbij willen wij echter nadruk
kelijk opmerken dat het eigen
lijke en direkte bedrijfsgeluid,
zoals wij het hebben kunnen
waarnemen, zeker voor het
grootste stuk is bedwongen. Dat
de bijkomende geluidshinder
welke veroorzaakt wordt bij het
aanvoeren en het lossen der
grondstoffen, bij het manipule
ren der goederen, bij het afvoe
ren der afgewerkte produkten
en eveneens bij de opbouw en
de konstruktie van nieuwe
eenheden en onderdelen wel
licht verantwoordelijk is voor
het allergrootste gedeelte van
de hinderlijke «decibels», lijkt
ons meer dan waarschijnlijk.
Dit zijn trouwens, stuk voor
stuk, geen kontinugeluids-
bronnen zodat het niet steeds
eenvoudig is om de werkelijke
geluidshinder hiervan op zijn
juiste «impact» te beoordelen.
Laten wij dus voorlopig bij de
eigenlijke «fabrikage»-
geluiden blijven.
De afdeling Dextrose (10), vlak
tegenover het Begijnhof, is in
derdaad een bron van heel wat
geluid. Dit geluid wordt veroor
zaakt door de centrifuges, de
pompen, de elektro-motoren,
de persluchtinfrastructuur
e.d.m. Deze afdeling wordt
binnenin afgeschermd, tegen
half december 1977, met een
geluids-isolerend scherm in
Aluminium-plaat met isolerend
materiaal bekleed. Op dit
ogenblik werden bij geluidsme
tingen aan de overkant van de
Burchtstraat, vlakbij de Begijn
hofmuur, tegenover genoemde
Dextrose-afdeling, 55 dBA ge
registreerd.
Vlak in de buurt, op het binnen
plein tegenover het Begijnhof
bevindt zich de Dextrose-
koeltoren (2). Door het over
schakelen op een gesloten
koelcircuit wordt het oppervlak
tewater in de Dender, dat voor
dien als koelwater werd ge
bruikt in open cicuit (het den-
derwater werd opgepomt, nam
de warmte op bij het afkoe-
lingsproces, en werd dan «op
gewarmd» terug in de rivier ge
pompt) niet langer meer ther
misch belast. Dit had echter als
konsekwentie dat het opge
warmde koelwater terug
diende afgekoeld vooraleer het
terug als koelmedium kan wor
den gebruikt. Dit gebeurt dan in
genoemde koeltorens. Bij deze
afkoeling treedt dan weer ge
luidshinder op. Deze koeltoren
werden dan ook akoestisch ge
ïsoleerd.
WATERZUIVERINGSSTATION
Op dezelfde binnenkoer wordt
aan het waterzuiveringsstation
gewerkt. Hierin worden al de te
lozen afvalwateren behandeld
alvorens deze af te voeren naar
de Dender. In de verschillende
produktiefases wordt het ge
bruikte water, als oplosmiddel
of als medium waarin een be
paald chemisch en-of bio
chemisch procesverloopt,op ve
lerlei wijzen en door verschil
lende elementen belast. Door
middel van het overbekende
«bakteriebedden» en «aktief
slib» systeem, worden alle
schadelijke elementen in het te
lozen water afgebroken, dus
onschadelijk gemaakt. Voor dit
waterzuiveringsstation, wat is
berekend op een maximale be
lasting welke over eenstemt
met 60.000 i.e. (inwoner equiva
lent)^ komt de overheid voor 30
tussen, hetzij zowat 32 mil
joen. De resterende 70 (het
zij 72 miljoen), wordt door Amy-
Watenuiveringsstation. Bakteriebedden (JM)
Detail van de koelwatertoren (JM)
lum gedragen. Het waterzuiver
ingsstation wordt effektief in de
maand januari 1978.
Wat het koelwater betreft zal,
einde 1978, alles in gesloten
circuit zijn uitgevoerd zodat
alle thermische oppervlaktewa
terbelasting wordt uitgesloten.
LAWAAI «UND KEIN ENDE»
De lawaaihinder manifesteert
zich als een veelheid van kleine
gevallen. Nochtans kunnen
schijnbaar kleine problemen
niet altijd zonder heel wat moei
lijkheden worden opgelost.
Soms, of vrij dikwijls zelf. slaat
men, om zo,te zeggen, met de
neus op de geluidshinder zon
der het alsdusdanig voor de
buitenwereld te herkennen. Het
is dus zeker wenselijk, of zelfs
noodzakelijk, dat van buitenaf,
van de «gehinderden» uit, reak-
ties komen om het geluid wat
voor hen hinderlijk is te situe
ren. Tot op heden werden
reeds in tientallen gevallen,
waar geluid makkelijk naar bui
ten kon doordringen, ingegre
pen.
Zo werden de pompen aan de
weekkuipen (1), vlakbij de
ingang-administratie aan de
Concinkstraat, binnen het ge
bouw geplaatst. Hiertoe dien
den aanpassingswerken uitqe-
voerd.
Over de koeltoren (2) aan de
Dextrose afdeling hebben wij
het reeds gehad.
In de omgeving van de maalde
rij vlakbij het administratie
gebouw aan de Coninckstraat,
wordt duidelijk het overgrote
gedeelte van de geluidsover
last geproduceerd.
Bij 't lassen van de maïs (3) en
de aanvoer ervan, doorheen
grote aanvoerpijpen, naar de
maalderij werden geluidsdem
pers aangebracht en werden de
leidingen akoestisch geisc-
leerd.
De vroegere epen afsluit-
ophaalhek (4) werd vervangen
door gesloten cphaalpccrt;
daarenboven werd de afsluit-
muur boven deze inrijpoort,
twee meterhegeropgetrekken.
In de zetmeel afdeling, aan de