VAN BRIEVENBUS TOT BRIEVENBUS 16 - 16-12-1977 - De Voorpost mazen Om de goede gang van zak^ veilig te stelen, zitten er daa1 het was. De postbode kent zijn gebied door en door (soms ko- Het postgebouw van Aalst I (SJ) Toen we met de heer Linthout, postoverste van Aalst I, over de posterijen gingen praten, en daar een boekenkast vol vakon derrichtingen zagen staan, dachten we dat we eerst zoiets als een noord zee moesten overzwemmen alvorens over zwem- sport te mogen praten. Maar de heer Linthout is een goede loods geweest. We besparen u die boekenkasten houden een gekondenseerd post-oxoblokje over, dat u en ik oemakkelij- ker kunnen verteren. Ook in verkorte vorm zijn de Posterijen nog boeiend genoeg om net met u te neDben over de afstand die er ligt tussen uw tong die aan een postzegel likt (nu al aan 8fr per keer), en bijvoorbeeld uw broer Poi die ergens in Zaïre op uw schrijven wacht. Met de post is het zoiets ais een reis met de nachttrein: je stapt 's avonds in en 's morgens uit. Wat daartussen ge- berut, weet men niet. Ook tussen 'n brief in de bus steken en een brief in de bus Krijgen, ligt een lange onbekende weg. AALST Het hoofdpostoebouw te Aalst (Aalst I hoeK Nieuwstraat- Hopmaria; is onlangs 10 jaar geworden. Wie herinnert zich nog het oude rustieke postge bouw, trapkes op, kooi met twee deuren, en binnenin don- kergerookte muren met ouder wetse reklame, houten loket- Efficiëntie speelt hierbij een zeer voorname rol. De post zakken voor Aalst zouden bij voorbeeld van Brussel X naar Gent X moeten verzonden worden. Maar in Aalst passeert deze spoorlijn. Het spreekt vanzelf dus dat men de post zakken in ons station uit de trein zal nemen, en niet eerst ten, een dikbuikige kachel met één arm omhoog, de rode pa pierbak op vier pootjes, en een grote tafel met afscheiding in het midden, en grote groene vloeibladen op. Toen verbouwde men het postgebouw. De loketten wér den intussen in de kelder on dergebracht. Steeds versche nen dezelfde gezichten achter de venstertjes, ook toen in sep tember 1967 het nieuwe ge bouw werd in gebruik geno men. Maar nu ruimer, opener, en moderner. Intussep veran derden ook de gezichten achter de loketten af en toe (op enkele 'na die in Aalst zeer goed ge kend zijn, en nooit zullen ver anderen). Ook de pcsttarieven veranderen regelmatig. Maar sinds 1967 hebbn we nog altijd dezelfde «postmeester» René Linthout. BESTUUR En hiermee zijn we aan de lei ding toe die het postgebeuren in Aalst vlot moeten laten verlo pen: zoals gezegd voor Aalst 1 overste: Linthout: eerst aanwe- zend inspekteur, Hoofd van Dienst, die het algemeen be heer, koördinatie, het beheer van de gebouwen en het mate riaal en zoverder voor zijn re kening neemt. Hij wordt bijge staan door de heren De Saede- leer, exploitatie, en Uytterhae- gen, boekhouding (maar over beide afdelingen straks meer). In Aalst II berust de leiding op de heerG. Bocqué, met voor de verzendingen W. Heyreman. TWEE GROTEN: I en II AALST I is een hoofdontvange- rij, rekenplichtig aan het Re kenhof Aalst hangt hiërar chisch af van de Gewestelijke Direktie Gent en heeft drie funkties: sortering, uitreiking en komptabiliteit (loketten). AALST II is een ontvangerij 1ste klasse (rekenplichtig aan het Rekenhof. Het heeft sorte ring, komptabiliteit, maar geen uitreiking (aan huis bestellen). Het is niet afhankelijk van Aalst I. Aalst II werd destijds aange kocht en ingericht om Gent X te ontlasten. In Gent deed men immers verbouwingen. Dat wil zeggen dat de gebouwen er nog slechts voor de helft kon den gebruikt worden tijdens die periode. Maar het werk ver minderde daarom niet. Een deel van de taak van Gent X werd toen overgebracht naar Aalst II (de letterX betekent dat men met een sorteercentrum te doen heeft: versturen naar en ontvangen van poststukken vanen naar andere sorteercen- tra). Andere verrichtingen ge beuren daar niet. In 'n derge lijk sorteercentrum ontvangt men poststukken uit een ander sorteercentrum. Wat voor het eigen aktiegebied bestemd is, houdt men en de rest wordt doorgestuurd naar één van de anoere sorieercenira, 9 in aan tal in ons land. En zo komt de post terecht waar hij moet. Hoofdzakelijk wordt voor het vervoer van de poststukken de trein gebruikt, of auto's van de posterijen zelf, indien (vooral in verdere stadia) de plaats van bestemming niet door een ge schikte spoorwegverbinding kan worden bereikt. PERSONEEL De Posterijen kennen momen teel geen personeelsgebrek. Het kantoor waar de Aalste- naar het dichst bijstaat, ook al om zijn centrale ligging; de lo- kettendienst en omdat hij van daaruit zijn brieven in de bus geschoven krijgt, Aalst I, heeft zowat een kleine 150 man in dienst (bijkantoren inbegre pen). 40 bedienden, 95 post mannen en 10 werklieden. Van die 95 postmannen zijn er 43 die een vaste «ronde» heb ben. Dat zijn onze «fakteurs», degenen dus die je 's morgens vroeg over de Hopmarkt ziet uitzwermen; Zij worden bijge staan door 3 VW- bestelwagens en 5 Renaults R4. In Aalst II zijn er dat heel wat meer, ook al omdat van- daaruit «groot ven/oer» gebe urt. De ver afgelegen ronden wor den per auto verzorgd. De fiets geraakt in de verdrukking omdat uitdragen, zou wel eenpakezel bij zich moeien hebben inaen hij alles in één keer meenam. In een brief mag maximaal een waarde van 20 fr worden inge sloten: «waarde aan toonder» zegt de postwet. Dus niet al leen bankbriefjes, maar ook andere waarden. Maar welke waarde heb ie nu nog voor 20 fr Munststukken mogen hele maal niet ingesloten worden. ANDERE KANTOREN Naast Aalst I en Aalst II (Werf) heeft men nog Aalst III: Moor- selbaan 4: St. Annalaan 5: Vander Nootstraat en 6: H Hart- laan. Dit zijn bijkantoren van Aalst I. Op het platteland heeft men ook nog onderontvange- rijen. GEBOUWEN De gebouwen horen in feite toe aan het Ministerie van Open bare Werken. De Posteriien zqn er slechts «huurder» van, hoewel zii geen huur betalen. De kleine kantoren worden evenwel gehuurd van burgers. bode vordert. De een stapt al wat vlugger dan de andere, als je begrijpt wat :k bedoel. In elk geval mag hij niet komen kla gen als hij niet tijdig rond komt. De ene dag is het «parcours» ook vlugger doorgelopen dan de andere, omdat het werk niet alle dagen even zwaar is. Het is dus mogelijk dat hij de ene dag wat langer dan 8 uur de baan op is, maar de volgende dag komt hij na zeven uren klaar. Dat is dan ook in orde. In prin cipe worden er dus geen overu ren qemaakt, tenzij dit organi satorisch voorzien is. In dit geval wordt dan bijkomend verlof ge geven. Binnen de twee maan den moet zo een uitzonderlijke toestand evenwel terug ge normaliseerd zijn. Om u een idee te geven: de 2de ronde, bijvoorbeeld telt 226 huizen, de 10de 410, de 17de 346 en de 30ste 559. UITREIKING Dienst I tot 15 heeft drie uitrei kingen per dag (7.15u, 10u en 14u45) Het betreft hier de lijk daarna worden ze afge stempeld. Tenminste de brief wisseling uit de brievenbussen van eigen gebied, want de brie ven moeten afgestempeld worden in het kantoor waar ze gepost werden, en wel zo snel mogelijk. Dan kan het coderen en sorteren beginnen (de gele streepjes onderaan op een omslag zijn niet meer dan een code die het postnummer aan duiden, waardoor de .brieven automatisch worden gesor teerd volgens hun bestem ming). Wat het afstempelen be treft: hier is men al tot een ver regaande automatisatie geko men. Er zijn systemen in ge bruik die automatisch de post zegels zoeken, om het even in welke positie die omslag zich bevindt: hij wordt gekeerd tot de zegel gevonden is. Dit ge beurt razend snel. Zelfs het op sporen van fraude wordt dus mogelijk (te weinig frankeren). Dit is evenwel het geval in de grotere centra. Hier gebeurt het afstempelen intussen nog me chanisch (de paketten met de hand) en het sortéren even eens met de hand. Wijzelf zou den niet graag in de plaats van de sorteerder^staan. Dit moet een bijzonder eentonig werk zijn, dat erg veel aandacht en ijzeren zenuwen vraagt. Zelfs 's nachts moeten deze mensen met dagheldere geest werken. NACHTWERK De sorteerders zijn dus in ze kere zin nachtvlinders. Zij ko men in axtie wanneer wij er stil aan beginnen aan te denken op twee oren te slapen. Hun «dag» begint om 22u30 en ein digt om 6u40. Het moet eige naardig zijn als je tijdens je werkuren telkens zwarte vak ken ziet wanneer je door het venster ziet. Hun werk bestaat erin alles in de juiste vakkasten te stoppen: alle sorteercentra, plus de vakken van de verschil lende postbodes, die op hun beurt zelf hun post in kleinere vakjes sorteren. «ONZE FAKTEUR» stand te dragen. VERLOOP Wat door postmannen uit de brievenbussen bij elkaar ver zameld wordt (op de aangege ven tijdstippen, en dit wordt ge- kontroleerdkomt dus in Aalst I of II terecht. Wat voor uitrei king in het gebied Aalst be stemd is, blijft in Aalst I, de rest komt in Aalst II terecht (met be stemming: de andere sorteer centra in België.) Laten we nu bij Aalst I blijven: daar wordt op de eerste verdie ping de briefwisseling gesor teerd. 't Staat er vol vakkasten van verschillende formaat. Wat niet voor Aalst bestemd is, wordt in de kasten gestopt voor Aalst II. Daar heeft men dus verder geen problemen meer mee. Wel met de post voor Aalst zelf, die voor het grootste deel uit Alast II wordt aangevoerd, en hier dus rondgedeeld moet worden. De poststukken wor de r oer fnrmaat en aard ae- klasseerd (BRIfcVEN, DRUK WERKEN ENZ. (Onmiddel- De postboden klasseren hun brieven en drukwerken volgens hun ronde (SJ) hij de snelle evolutie heeft moe ten «lossen» en bovendien een klein laadvermogen heeft. DIENSTRONDEN In de diensten die de posterijen verlenen: financiële verrichi... gen en postuireiking, is deze laatste wel de voornaamste. Aalst I heeft, zoals gezegd 43 «zuivere uitreikers» zoals dat heet. Dat zijn de postbodes of «akteurs». Zij hebben hun vaste ronde. Elke dienstronde is vooraf uitgetest, zodat ze op 8 uur kan afgewerkt worden. Hierbij werd rekening gehou den met afstand en tijdverlies omwille van bijzondere bewer kingen zoals bijvoorbeeld aan getekende zendingen waar voor moet worden aangebeld. En als de begunstigde ervan nog onder de wol ligt, kan dit wel een tijdje duren. Ook wordt een postbode wel eens het werk bemoeilijkt door blaffende viervoeters die van geen wijken weten. Veel hangt natuurlijk ook af van het tempo waarmee de post- stadskom. Dienst 16 tot 40 (halflandelijke diensten): 2 of 1 naargelang de afstand of opportuniteit (voor twee brieven rijdt men geen 12 km ver) 7.15 u en 14.45 u. De overicje hebben slechts één uit reiking. Speciale uitreikingen zijn er ook nog voor het Industriepark bijvoorbeeld, omdat de hoe veelheid van poststukken daar een afzonderlijke uitreiking kunnen motiveren. Op zaterdaa is er slechts één uitreiking (geen tijdschriften) 7.15u - en op vrijdag zijn er speciale ronden voor weekbla den en drukwerken «huis fcan huis» (reklame bijvoorbeeld). 5 diensten worden door een VW-bus naar het vertrekpunt van de ronde gevoerd. De ver der gelegen ronden vinden op geregelde afstand (op be paalde plaatsen) ook een deel van hun post. De postbodes zijn immers niet allemaal zwaargewichten, en worden dus ook niet verondersteld een massa gewicht op lange af- Een ruime lokettenzaal waar de gemiddelde wachttijd van de klanten twee minuten is (SJ) voorstellen dat het op dit ogen blik (tot zowat 7u) een enorme drukte is daarboven op de eer ste verdieping van Aalst I. Een drukte die veel gelijkt op die in het beursgebouw in Brussel: sorteerders, postbodes en men in één straat zelfs postbodes De postbodes sorteren dus stukken aan een eigen wer fel volgens de te volgen w Daarbij komen dan nog aangetekende stukken, de ti laat doorgaan naar Gent. Mar daar komt een ganse organisa tie bij kijken: wanneer een trein bijvoorbeeld maar één enkele minuut in een station stopt, kan men moeilijk een wagon voor de helft met postzakken vol stoppen, omdat die er op die ene minuut niet weer uit gera ken. Dit maar om te zeggen hoe ingewikkeld het op punt stellen van postvervoer kan zijn. POSTWET Een klassering per postbode gaat de klassering per ronde vooraf De postwet (van 26-12-1956) voorziet immers minstens één zending per dag en per kan toor. Dat wil zeggen dat min stens éénmaal de brievenbus sen worden leeggehaald, en dat die post ook moet verstuurd worden en uitgereikt wanneer hij ter plaatse komt. Elke inwo ner in ons land heeft dus recht op minstens één postbedeling per dag. In drukke centra wor den dit er twee of drie, naar ge lang de hoeveelheid brieven of andere poststukken De post man die de briefwisselig voor een dergelijk druk gebied moet chauffeurs lopen dan allemaal door elkaar: alles samen zowat 70 man. Elke postbode staat in voor zijn eigen ronde. Hij is de «wijka gent» voor zijn eigen gebied. Heer en meester in zijn straten. Elk jaar krijgt hij de mogelijk heid zijn imperium te wijzigen, maar gewoonlijk blijft het zoals schriften enzoverder. Vergissingen ziin zogoed uitgesioien. Maar toch wel eens iets door de de verkeerde kast. Wie verkeerde brief in de bus doet er dan ook goed aan stuk terug te sturen, nieuwe straten of huizen den liefst tijdig gesignaleei ki n wc*— een

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1977 | | pagina 16