HOGER OP MET PASTOOR MUNTE OF
DE NOSTALGIE NAAR HET VERLEDEN
AFDELING VAN DE
AKADEMIE IN DE
FALLUINTJES
«CANTOROCUM»
BEREIDT ZICH VOOR
OP KERSTKONSERT
GRAFIEK VAN DENIJS
DE BACKER TE MERE
32 -16-12-1977 - De Voorpost
Op donderdag 22 december 1977 speelt de Katholieke Filmliga,
Pontstraat 7 en Hoogstraat om 20 uur de film. «Mr. Klein» van
Joseph Losey.
REGISSEUR
Joseph Losey is geboren in La Crosse, Wisconsin (USA) op 14
januari 1909. Zijn vader was een geïmmigreerde Nederlandse
Advokaat.
Hij studeert geneeskunde van 1925 tot 1929 en literatuur van 1929
tot 1930. Al die tijd houdt hij zich ook bezig met toneel.
Na vier jaar toneelregie, vertrekt hij weer op studeireis naar Europa.
Hij bestudeert het toneel in Zweden, Finland en Rusland en schrijft
een reeks artikels i.v.m. de nieuwe konceptie inzake teatrale archi-
tektuur in Finland.
Einde november 1948 komt zijn eerste fiktiefilm «The boy with the
green hair» klaar. Deze film luidt zijn «Amerikaanse periode»
(1948-1951) in, gedurende deze periode maakt hij: «The Lawless»
(1949), «The Prowier» (1951). «M» (1951) en «The big night»;
(1951In 1952, tijdens de opnamen voor zijn film «Stranger on the
prowl» verneemt "hij persona non grata te zijn in amerika inge-;
volge de Mac Carthy kommunistenjacht. Hij mag niet meer in de
U.S.A. werken en wijkt uit naar Engeland.
In zijn volgende «Engelse periode» (1952-1962) verschijnen van
hem: «The sleeping tiger» (1954), «A man on the beach» (1955),
«The intimate stranger» (1956 - aemaakt onder het pseudoniem
Joseph Walton), «Time without a pity» (1958), «The gypsy and the
gentieman» (1958), «Blind date» (1959), «The Criminal» (1960),i
«The damned» (1961) en «Eva» (1962).
Met «The servant» (1963) tekent hij voor een werkstuk dat aan het
begin staat van een oeuvre, dat met de jaren internationale filmkri-
tische waardering zal oogsten.
Hij voert nu de regie van: «King and Country» (1964), «Modesty!
Blaise» (1966 - een popart spkmagefilm la James Bond), «Acci
dent» (1967), «Boom» (1968 - film met het beruchte acteurskoppel
Elizabeth Taylor en richard Burton), «Secret Ceremony» (1968)
en «Figures in a landscape» (1970) Alhoewel zijn onevenwichtige
maar steeds persoonlijke en artistiek volmaakte produktie toren
hoog boven de courante Engelse produktie uitstak, werd Losey
vooral in Frankrijk geapprecieerd. De «Cahiers du Cinema»-criticl(
maakten er een kultusfiguur van. In 1972 behaalt zijn meesterwerk
«The Go-between» (1971) de Gouden Palm op het Festival van
Cannes. Daarna volgen «The assasination of Trotsky» (1972), «A
doll's house» (1973), «The Romantic English woman» (1975) enl
«Galiliëo» (1975). Zijn laatste film «Monsieur Klein» een metafysH
sche thriller die de labyrinten van Borges en de vervolgingsabsurdi-l
te it van Kafka in gave filmbeelden omzet, heeft hij integraal meti
Frans geld in en rond Parijs gedraaid.
SCENARIO
Parijs, maart 1942 Bezet Frankrijk tijdens de tweede wereldoorlog.;
Robert Klein is een sinds enkele jaren in Parijs wonende Elzasser
uit Straasburg, stammend uit 'n familie die «Frans en katoliek is
sedert Louis XIV»Hij woont in een rijk appartement aan de rue du
Bac 1936. Vrijgezel en levensgenieter lust hij mooie vrouwen, maar
vooral is hij een zich nergens verbrandende opportunist die
onverschillig door het leven gaat. Als kunsthandelaar koopt rui voor
een laag prijsje de waardevolle kunstwerken en -voorwerpen, die
thans in geldnood verkerende vermogende joden moeten verko- b
pen. Want op de joden weegt dreiging, die steeds maar toeneemt,
Robert Klein is onverschillig aan wat rondom hem gebeurt, aan df
oorlog, het leed, de angst, de mizerie. Hij leeft enkel voor zichzel
en zijn komfort.
De dag dat hij ontdekt dat hij per abuis wordt aangezien voi
een ondergedoken jood begint voor hem een zoektocht...
Van 9 tol en met 18 december is in het -Hof ten Dale- grafiek ia
bezichtigen van Denijs De Backer, een te Temse wonend kunstei II
naar. Denijs De Backer beperkt zich tot de linosnede en bereikl \l
hiermede merkwaardige resultatenOndanks de harde zwart-wit
tegenstellingen blijft zijn werk teder en aansprakelijk. De ge-j
kleurde lino's vinden we persoonlijk minder geslaagd. Denijs De
Backer werpt in zijn werken een blik op alles wat in de natuur
omgaat Met harde, maar vlotte lijnen en kontrasten wordt alles
gegraveerd en in zes of twaalf eksemplaren afgedrukt. De ten*
toonstelling is toegankelijk op zondag van 10 tot 12 uur en van
tot 20 uur. Weekdagen van 14 tot 20 uur. Op maandag is de zaal\
gesloten.
(A.DG.Êk
De toneelvereniging Hoger Op bracht zopas het toneelspel «Pastoor Munte» van Maurits
Balfoort in een bewerking naar het TV feuilleton «Wij heren van Zichem» naar de verhalen van
Emest Claes.
We kunnen niet ontkennen dat stuken als Pastoor Munte, Het gezin van Pamel, Boefje, De
familie Klepkens e.a. de grote massa naar het teater brengen. De belangstelling voor de
vroegere manier vanfeven in het dorp met de pastoor op een voetstuk en enkele vooraan
staande figuren daarrond is mede door film en TV geaktiveerd. Oubollig en afgezaagd raakt het
ais toneelstuk wel. Als zo'n stuk dan nog met een frisse aanpak was bedeeld, kon het best
genietbaar geworden zijn. Maar Hoger Op bleef bij het oer-traditionele.
Het verhaal van Pastoor Munte
opschrijven is eigenlijk overbo
dig. ledereen kent het. leder
een kent het verhaal van de
brave pastoor de spil van alle
taferelen die zich in het dorp
afspelen. Hij leeft intens mee
met de geestelijke als de we
reldlijke gebeurtenissen.
Steeds trachtend te zalven en
de kerk in het midden te hou
den. Naast hem staat Rosalie,
stevige meid, gevreesd door de
dorpelingen om haar bazig
heid, middelpunt voor spot
grage kwajongens, die haar
wel eens «deken» noemen.
Vooral in de bres voor de pas
toors gezondheid wil zij kost
wat kost het wereldlijk aposto
laat wat intomen. Munte echter
blijft wie hij is, een mens met
gevoel. Hij betaalt de dokters
rekeningen van de arme Sus
Van Troyen, hij neemt het op
voor Geert Boonejan als hij
door het lichte vrouwtje Bette
Savooi in de knoei geraakt. Hij
f lacht met juffrouw Beuckelaers,
de kwezel, verdronken in gods
vrucht met haar papegaai die
zij «gelooft zij Jesus Christus»
leerde mompelen.. Hij praat
met de plager Jefde Smid, al is
hij socialist. Hij lacht met de
grappen van Lewie de witte die
de papegaai van Juf Beuckel-
maers op aanraden van dé
smid leert vloeken en zelfs me»
de zoon van de goddeloze Sus
Van Troyen wordt hij beste
maatjes. Maar de pastoor
wordt ouder en voelt zich ge
roepen om Zichem te verlaten.
Dan pas voelt Zichem aan wat
Munte in hun midden beteken
de.
Als het stuk niet overkwam
zoals verwacht dan is dit gro
tendeels te wijten aan de zeer
brave regie van Frans Pau
wels, Vlotheid, tempo, goede
vondsten waren zoek met als
resultaat een langdradige ge
heel, amper uitgroeiend tot de
middelmaat. Een stevige hand
zou met het spelerspotentieel
dat Hoger Op bezit beslist een
aangenamere toneelavond ge
schapen hebben. We wensten
Frans Pauwels, die beslist wel
regietalenten moet bezitten
het zit immers in de familie
een modern stuk, voor zijn eer
steling.
Vrij homogeen was de ploeg
anders wel, maar een goede
rolkennis en enkele treffende
momenten zijn nog geen ga
rantie voor een goed stuk.
In Fons Vinck kreeg de regis
seur een goede hoofdvertolker.
Op een zeer ontspannen ma
nier slaagde hij erin aan de fi
guur van pastoor Munte ge
stalte te geven. Eveneens op
gemerkt was de vertolkig van
Jef de smid voor rekening van
Louis Pauwels. Bij Rozalien
(Monique Van de Velde) kwam
het bazig zijn te weinig uit de
verf.
Frisse noot was wel het spel
van Bert Pauwels als Lewie de
witte. Minder vast op scène
was de kleine Jo Verbuist als
Gust Van Troyen zeker belof
tevol. Verder alleen maar
goeds over Frans Verhulst als
Sus Van Troyen, Fons Jans-
sens als Fideel de koster, Mar
leen De Swaef als Mieke Wae-
gemans, Myriam Buys als
Emma Beuckelaers. Minder
voldraaen vertolking wa sdze
van Jef Wille als Geert Boo
nejan en van Lies Pauwels als
Bette Savooi.
Helemaal in de lijn van het
volkse tafereel werd in het dia-
lekt gesproken. Het vraagt een
tijdje aanpassing maar stoort
zeker niet.
De goede technische verzor
ging, hef mooie dekor, de rol
kennis en enkele aangrijpende
momenten zijn de verdiensten
van de Hoger Op ploeg, die zijn
publiek verwennend, tussen
door wel eens een terugblik in
het verleden op scène mag zet
ten, maar tech veel meer in zijn
mars heeft, wij denken aan een
uitstekende «Bemoeial» enkele
jaren terug.
Juffrouw Beuckelaars, in hogere sferen met pastoor Munte (JM)
Voor het ogenblik richt waarnemend direkteur van de Stedelijke
Akademie voor Muziek, Ballet en Toneel, de heer E. De Lombaert,
een onderzoek in om na te gaan of er in de driehoek Moorsel -
Meldert - Baardegem behoefte is aan een afdeling van zijn Akade
mie.
Dé graad van interesse van de be
volking en de jeugd op dit stuk
dient immers te worden gepeild
om passende besluiten te kunnen
trekken. Met de idee in het achter
hoofd dat kunstonderwijs, woord
en muziek, alleen maar heilzaam
kan inwerken op de algemene
vorming wordt.de mogelijke in
planting waar basiskursussen zou
den worden verstrekt onderzocht.
Voor notenleer zou er een klas zijn
voor kinderen vanaf 8 jaar, het
derde leerjaar van de basisschool
met wekelijks twee lestijden van
met minimum leeftijd van 15 jaar
zou er één wekelijkse lestijd van
120 minuten zijn, dit dus voor de
«late roepingen».
De klas van diktie kan worden ge
volgd vanaf 12 jaar met één lestijd
van 60 minuten per week als voor
bereiding tot de voordrachtkunst
De Akademie staat onder staats
toezicht en levert dan ook er
kende diploma's af.
Men kan zijn belangstelling tonen
door in te schrijven in het dienst-
centrum van uw deelgemeente.
LH.
Kerstdag 1976. Een handvol mannen en vrouwen «van goeden
wille», zongen tijden de hoogmis enkele meerstemmige kerstliede
ren. Ondanks de bescheidenheid (rekening houdend met de luttele
dagen die aan voorbereiding konden worden gewijd) was het enthoe-
siasme der medewerkers zeer groot.
In rudi Tas ontdekten ze een talentvol koorleider. Rudi Tas ontdekte
anderzijds een groep mensen, die zich vol overgave inzetten om een
verloren gewaande traditie voort te zetten. Het gemengd koor -Can-
ticorum» van Moorsel aanschouwde aldus het levenslicht.
Weldra groeide het kleine groepje «Canticorum» heeft van bij de
zangers uit tot eèn goed bezet en
evenwichtig geheel van manne
lijke en vrouwelijke zangers, die
ijverig aan de uitbreiding van hun
repertorium werkten. Er werd niet
toegegeven aan ae verleiding,
waartegen jongen koren wel eens
te kampen hebben, om zo snel
mogelijk, en vaak ten koste van de
kwaliteit, een zeer uitgebreid re
pertorium samen te stellen. «Can
ticorum» poogde steeds, of het nu
ging om oude liederen, om eigen
tijdse komposities, om bewerkin
gen (door R. Tas) of om komposi
ties van R. Tas zelf, in de eerste
plaats de muzikaliteit en het eigen
karakter van het werk in ere te
houden.
aanvang de moeilijkste weg geko
zen: die van hard werken en veel
geduld. Het is verheugend dit vast
te stellen. Tussen Kerstdag 1976
en Kerstdag 1977 werd op die weg
door het koor reeds een flink stuk
in de goede richting afgelegd. Ho
pelijk vinden de inspanningen, ge
leverd door de enthoesiaste groep,
een bekroning in het konsert dat ze
nu aan het voorbereiden zijn. Im
mers, op 28 december geven ze
een konsert in de Sint-
Martinuskerk te Moorsel, Ter ge
legenheid van Kerstmis en ook ter
gelegenheid van hun eerste ver
jaardag. Wat kunnen we hen an
ders toewensen dan «Ad muitos
annos»...
De pastoor, spil van het dorpje Zichem op z'n sterfbed.
Fideel de koster, maakt zich kwaad op Jef de smid, de spotgrage figuur uit Zichem (JM)
Lewie de witte en Gust Van Troyen, twee kwajongens, kameraden van pastoor Munte (JM)
Vooraleer zich terug te trekken uit Zichem wil de pastoor een laatste avondmaal met zijn vrienden doorbrengen