RUDOLF WERTHEN MET BELGISCH KAMERORKEST
IN SUKSESVOL KONSERT
PAUL DE WISPELAERE KREEG
DE DIRK MARTENSPRIJS
RANDSE AFRIKAANSE
UNIVERSITEITSKOOR
TE AALST EN TE MERE
Filmklubs klubfilms
De Voorpost - 27-1-1978 - 17
Op 16 januari laatstleden ging in de feestzaal van het stadhuis
een konsert door waarin de Solisten van 't Belgisch Kamer
orkest, geleid door de vermaarde violist Rudolf Werthen,
Komposities uitvoerden van Johann Sebastian Bach, Josepn
Haydn en Antonio Vivaldi. Het gebeuren werd ingericht door
de zich zeer verdienstelijk makende konsertvereniging Pro
Arte.
Eens te meer werd het een sukses. Vooral de uitvoering van
Vivaldi's «Vier Jaargetijden», waarin Rudolf Werthen de
voornaamste solopartij op zich nam, oogstte veel bijval.
Het konsert werd ingezet met dan Bach en dit maakte natuur-
het vijfde Brandenburgs con
certo van J.S.Bach. Solisten
waren Carine Verhenneman,
klavecimbel. Wilfried Deroo.
viool, en Paul De Winter, fluit.
Orkest en solisten wisten zich
goed uit de slag te trekken
(vooral de klaveciniste verdient
een pluimpje), maar toch kon
deze uitvoering ons niet zeer
boeien. Het ontbrak aan sa
menhang en dirigent Rudolf
Werthen leek meer het orkest
te volgen dan te leiden. Hier en
daar ging men er met de
spreekwoordelijke grove bor
stel door: het bitsige tempo van
de laatste beweging konden we
moeilijk slikken. Positieve zij
den van de medaille: evenwich
tige klankdosering (het orkest
paste zich zeer goed aan aan
het niet al te sterk doorklin
kende klavecimbel) en mooie
solistische prestaties.
Het is moeilijk na E
gewrochten met ernst en aan
dacht Haydns onschuldige mu
ziek te beluisteren. Qua uitvoe
ring bleek Haydn beter te zijn
veel goed. Solisten in het
concerto voor fluit, hobo en
snaren van J.Haydn waren
Paul De Winter, fluit en Yvan
Dudal, hobo, in opvolging van
Maurice Van Gysel die ernstig
ziek is en dit reeds sinds ge
ruime tijd.
Zoals we reeds zegden, de uit
voering stond op een behoorlijk
peil. Opvallend waren de vele
mooie passages voor de altvio
len. Prachtige inventie van
«papa»Haydn was de kadens
van de eerste beweging,
waarin een begeleiding van de
cello voorkwam. Dit deed ons
denken aan de kadens uit het
vioolconcerto van Beethoven,
die in de door hemzelf ge
schreven pianoversie een ka
dens voorzag met begeleiding
van de pauken. Haydn was dus
in feite Beethoven voor in deze
vernieuwing.
Het hoogtepunt van de avond
werd bereikt met de uitvoering
van Antonio Vivaldi's overbe
kende «Vier Jaargetijden». Het
een gevaarlijke on
derneming om een werk als dit
op een konsert te brengen: ten
eerste omdat vele luisteraars
vertrouwd zijn met overgeper-
fektioneerde plaatopnames,
ten tweede omdat het niet be
paald gemakkelijk te spelen is,
zowel technisch als interpreta
tief.
We waren het niet steeds eens
met Rudolf Werthens visie op
het werk, maar dit blijft een
kwestie van persoonlijke
smaak. De Vivaldi van Werthen
miste zuiders temperament.
Iets meer warmbloedigheid
had Vivaldi's muziek meer
dienstbaar kunnen zijn. Voor
de rest, alle lof voor de uitvoer
ders die zich door de moeilijk
ste passages met brio heen-
werkten. Vermelden we hierbij
de tweede solist, violist Paul
Malfait.
Het Fonds Georges Maes
Wie de solisten van 't Bel
gisch Kamerorkest ziet en
hoort zal nog vaak terugdenken
aan de voormalige leider en
stichter van het ensemble, Ge
orges Maes. Ter zijner nage
dachtenis werd eert fonds op
gericht dat zijn naaam draagt.
Zoals beloofd gaan we nu even
verder in op de doelstellingen
van deze vereniging.
Vooreerst wil het fonds de
naam Georges Maes voor het
nageslacht blijven bewaren. Dit
als eerbetoon voor de grote rol
die Georges Maes in het Belgi
sche muziekleven heeft ge
speeld. Denken we hierbij bij
voorbeeld aan zijn «Haydn
Kwartet», dat indertijd het beste
Belgische ensemble vormde.
Denken we aan de rol die hij
speelde als direkteur van het
Oostendse konservatorium:
gedurende de vijftien jaar tij
dens dewelke hij deze funktie
uitoefende vervijfvoudigde hij
het aantal leerlingen.
Jaarlijks zal een herdenkings-
konsert worden ingericht, en dit
in het kader van het Festival
van Vlaanderen.
Verdere betrachtingen van het
Georges Maes-fonds: de uit
reiking van 'n jaarlijkse «Prijs
Georges Maes voor Ka
mermuziek», die zal verleend
worden aan de beste kamer
muziekgroepen van de konser-
vatoria. De prijs bestaat uit een
materiële gift en de kans die
gegeven wordt aan de laureaat
om voor het publiek op te tre
den.
Verder richt het Fonds herfst-
en winterkonserten in en tij
dens het groot verlof wordt,
speciaal voor de jeugd een ka-
mermuziekkamp ingericht. Een
eerste belangrijke uitgave van
het Georges Maes Fonds is
een momografie, «Georges
Maes in 't Belgische Muziek
leven». Tevens verscheen
een platenalbum ter nagedach
tenis aan Georges Maes. Aan
Hel Belgisch Kamerorkest (SJ)
het boek werkten 32 muziekek-
sperten (ook internationaal:
p.m. Jörg Demus, Isolde Ahl-
grimm en Norma Procter werk
ten mede). Er werd aandacht
besteed aan de betekenis van
het Haydn Kwartet, aan Geor
ges Maes als stichter-
dirigent-konsertmeester van
het Belgisch Kamerorkest en
aan de rol die hij gespeeld heeft
als promotor van de kamermu
ziek in Vlaanderen. Naast dit
alles werd ingegaan op de pe-
dagogosche rol die G.Maes
heeft gespeeld.
Het platenalbum bevat werken
van Mozart, Tsjaikowsky, de
Croes, Vivaldi, Bach en Bartok,
uitgevoerd door het Haydn
Kwartet en de Solisten van het
Belgisch Kamerorkest.
Wie in het bezit wenst te komen
van deze uitgaven kan terecht
bij het Fonds Georges Maes,
Romestraat 36A te 8400 Oos
tende.
André De Groeve
Paul Dc Wispclaere is professor
aan de Universitaire Instelling
Antwerpen.
Tussen de toespraken in werden
muziekstukken vanG.F. Haendcl.
Vorig week-end werden muziekliefhebbers vergast op een
optreden van het uit Johannesburg (Zuid-Afrika) afkomstige
Randse Afrikaanse Universiteitskoor. Dit gezelschap is op
Europees toernee en deed na Oostenrijk, Duitsland en Neder
land ook België aan. De universiteit die dit koor patroneert
bezit 'n bloeiende afdeling Nederlandse taal- en letterkunde.
Vandaar was het vanzelfsprekend dat ook Vlaanderen een
bezoekje kreeg van het gezelschap. Het programma dat ze te
Aalst (feestzaal stadhuis) en te Mere (klooster) gebracht heb
ben was veelzijdig en boeiend. We hoorden werken van onder
meer Palestrina, Lassus, Tomkins, Pachelbel, Bach, Brahms,
Gallus, en dit naast traditionele gezangen. Over de prestaties
van het koor, geleid door Weiss Doubell hebben we niets dan
lof. Zelden hoorden we een niet-professioneel ensemble dat
op dergelijk hoog niveau musiceerde.
Het koor bestaat uit een vijfen
veertigtal mannelijke en vrou
welijke studenten. Slechts een
tiental ervan kent muziek. De
rest doet alles op het gehoor.
Bewonderenswaardig was het
feit dat alles uit het hoofd werd
gezongen Ook de dirigent, die
in de leer is geweest bij Jurgen
Jürgens, dirigent van het ver
maarde Monteverdikoor van
Hamburg, had geen partituur
nodig. Zelfs niet in het aarts-
De Zuid-Afrikaanse noten op liet poleniek-gezang (JM)
overwinnen, om vervolgens samen ten strijde te trekken tegen de
volgende gemeenschappelijke vijand, totdat heel Kafaristan aan
hun voeten ligt. Het plan lukt en het volk van Kafaristan gaat in
Danny zelfs een 2de Alexander de Grote zien, die vele eeuwer
aeleden hun land als een God regeerde De wijzen van Katanstan
echter willen 't bewijs, maar op wonderbaarlijke wijze doorstaat
Danny de proef: Sikander de tweede is geboren, waarna ae twee
avonturiers ook de beschikking krijgen over de onmetelijke goud
schatten, die Alexander daar heeft achtergelaten. Peachy wil er nu
vandoor om elders een rijk en onbekommerd leven te gaan leiden,
maar voor Danny heeft geld geen waarde meer Hij is nu immers
koning als zodanig moet hij zijn tijd besteden aan wijze Salomon-
soordelen, die hii elke dag voor zijn onderdanen moet uitspreken.
Totdat de koning 'n fataal-menselijke fout begaat: hij wil trouwen
en wel met Roxane, de vrouw van zijn dromen. Maar Goden trou
wen niet met aardse wezens. Ook Roxane kan dit niet begrijpen. Zij
bijt Danny in het gezicht: hij bloedt Maar Goden zijn niet van "vlees
en bloed. Waarmee de 2 avonturiers ontmaskert en moeten
vluchten. Danny stort in een ravijn (nadat zijn vriend nem alles
vergeven heeft) en Peachy weet de grens te bereiken en Kipling
verslag te doen van hun avonturen
Deze film qeprojekteerd in het kader van de filmcyclus ingericht
door de Katolieke Filmliga is te bekijken op donderdagavond 2
februari e.k.. om 20 u in de zaal van het kollege aan de Pontstraat
nr. 11 te Aalst.
MARCELINOCLUB
Op zondag 29 januari om 14 u wordt in de zaal van de Kapucijnen
door de Marcelinoklub de jeugdfilm «Kuifje en het geheim van het
Gulden Vlies» gedraaid De aanvang van deze voorstelling is 14u.
Alles begint op een rustige dag wanneer Kuifje. Bobby, professor
Zonnebloem en kapitein Hadoc genieten van de rust op het kasteel.
De professor knutselt, Kuifje stoeit met Bobby en Hadoc slaapt, of
tracht althans te slapen En dan komt er een briefje waarin Hadoc
verneemt dat hij eigenaar geworden is van een schip, het Gulden
Vlies. Zijn uitbundigheid kent geen grenzen todat hij met zijn vrien
den de nieuwe aanwinst gaat bekijken. Het is een roestig, oud
geval.Daarbij komt ook nog dat deze krat bemand is met ongure
zeelui die zeker en vast niets goeds voor hebben met onze vrien
den. Wanneer men dan ook nog verneemt dat er een schat mee
gemoeid is, gaan de katten zeker aan 't dansen Het wordt een
opeenvolging van spannende avonturen waarbij de goeden, Kuifje
en zijn vrienden, het tenslotte halen. Een gezellige, aangename
ontspanningsfilm voor de jeugd
Jan Strickx
moeilijke motet «Lobet den
Herrn» van Johann Sebastian
Bach. Er werd stijlvol gemusi-
ceert. Grote indruk maakten de
werken van Palestrina (Kyrie
uit Missa Brevis), Pachelbel
(Singet dem Herm) en Bach.-
De dirigent hield de touwtjes
strak in handen en het koor
volgde zijn intenties quasi feil
loos. Mooie inzetten, grote ho
mogeniteit tussen de stemmen
onderling en ragfijne pianissi-
mi. Reeds eerder schreven we
dat een koor dat zacht kan zin
gen reeds een grote kwaliteit
op zichzelf bezit. Ook qua
toonvastheid bleef alles binnen
het toelaatbare. De sopranen
hadden neiging te stijgen in
toon, wat tenslotte normaal is
bij niet-proffessionelen en in
elk geval minder stoort dat het
zakken van de toon. Een klein
puntje van kritiek: in de hoogte
schieten de tenoren tekort Uit
spraak (men zong in verschil
lende talen) kan meer dan be
vredigend worden genoemd.
Wijzen we nog op de mooi-
sonoor klinkende bassen. Ver
schillende koorleden kwamen
hier en daar solistisch aan hun
trekken. Wie het gehoord heeft
zal het er met ons over eens
zijn dat deze mensen een uit
zonderlijk mooie prestatie heb
ben geleverd.
André De Groeve
Voorbije maandag 23 janauri werd in de feestzaal van het stadhuis
aan de achtenveertigjarige publicist Paul De W'ispelaere de literaire
prijs Dirk Martens 1977 uitgereikt. De laureaat ontving de prijs
voor zijn werkstuk «L.P. Boon, tedere anarchist».
I Voorzitter Willem M. Roggeman
verklaarde de redenen waarom de
prijs aan dit boek werd toegekend.
Hij noemde het een uniek werk-
stuk. een intelligent geschreven
studie. Ook nog een ander boek
-Een dag op het land- werd door
de auteur ingezonden, werk dat
trouwens al eerder werd bekroond
met de Yang prijs, een literaire
onderscheiding in het Gentse.
Roggeman zegde nog dat hel essay
een ernstige kans maakt op de
staatsprijs. De prijs die we nu toe
kennen zou cr nog meer aan
waarde kunnen winnen zegde hij
nog. Dc jury bestond benevens uit
Roggeman nog uit Hugo Bousset.
Ludo Simons en Marcel Wautcrs.
Een ernstige tegenkandidaat voor
de prijs was Bernard Kemp met
zijn roman De paardensprong».
Het boek van De Wispclaere is een
wetenschappelijke analyse van
Boons roman - Vergeten Straat
Een tijdsbeeld. In een interview
zegde De Wispclaere eens over
Boon -Ik voel me erg verwant
met zijn visie over mens en maat
schappij». Hij werkt nog aan een
nieuwe studie over dc werken Dc
Kapellekcnsbaan» en -Zomer te
Termuren» eveneens van Boon.
R Schuman en P.M. Dubois door
leraars van de muzickakademie.
uitgevoerd. Achteraf zegde Bert
Van Hoorick ons nog dat hij het
clichc van de proklamatie erg ver
ouderd vindt. Hij dacht dat een
nieuwe formule wenselijk is.
Kultuurschepcn Herman Roels
overhandigde de prijs terwijl de
burgemeester een slotwoord uit
sprak. Uit het bekroonde werk
werd voorgelezen door Kris Yser-
bijt.
Dc opkomst was cnigzins aan de
lage kant wat deels ook te wijten
was aan het ongure weer. Louis
Paul Boon zelf had er aan gehou
den om aanwezig te zijn alsook
Mare Gallc en Jan Caudron.
Roger D'Hondt
Paul De W'ispelaere (links), winnaar van de Dirk Marlensprijs 1977 in het gezelschap van W MRoggeman
(SJ)
De Marcel Inokluh brengt elke zondag film en ontspanning voor de
jeugd (SJ)
KFL
Op donderdag twee februari e.k draait men in de kollegezaal aan
de Pontstraat nr. 11 om 20u de film «The Man who would be King»,
een realisatie van John Huston
John Huston werd in 1906 geboren in Nevada als zoon van de
knappe karakterspeler Walter Huston Nadat John tijdens zijn kin
derjaren herhaaldelijk de Verenigde Staten was doorgetrokken,
tijdens de rondreizen van z'n ouders, belandde hij op een militaire
school in Calitorme waar hij amateur-bokskampioen werd.
Tijdens zijn avontuurlijke jeugd diende hij een tijd lang in de Mexi
caanse kavalerie, werd akteur en vervolgens reporter Verder
schreef hij ook nog korte verhalen en een toneelstuk. Dank zij de
relaties van zijn vader kwam hij in 1931 aan in Hollywood als
scenarist bij Universal Daarna verbleef hij enkele jaren te Londen
en Parijs.
Zijn eerste film als scenarist-regisseur was «The Maltese Falcon»
1941met Humphry Bogaert en Mary Astor In 1942 draaide hij «In
this our Live» in 1943 «Across the pacific». Toen werd hij gemobili
seerd en draaide hij voor de U S Army Signal Corps drie beroemde
oorlgsdokumentaires «Report from the Aleutians» «The Battle of
San Pietro» en «Let there be light».
Na de oorlog in 1948 maakte hij «The Treassure of the Sierra
Madre». Er volgen er nog een ganse reeks: 1948 «Key Largo»,
1949 «We were Strangers». 1950 «The Asphalt Jungle», 1951
«The African Queen», 1953 «Moulin Rouge». 1954 «Beat the de-
vil», 1956 «Moby Dick», 1957 -Heaven knows, Mr Allison», 1958
«The rootsof Heaven», 1960 «The Unforgiven». 1960 «ine Mis
fits». 1963 «Freud» en «The list of Adrian Messenger» en in 1964
«The night of the Iguana»
Op het ogenblik dat men alle illuzies rond Hustons toekomst als
filmschepper definitief ging opgeven, verwezenlijkte hij in Italië «A
walk with life and death» (70) en daaropvolgend «The Kremlin
letter» In 1972 volgde dan de zeer goede «Fat City» en «The life
and times of judge Roy Bean» In 1973 «The Mackintosh Man»
Zijn tot nu toe laatste film is «The man who would be king», een
merkwaardige film van een 71-jarige kineast.
Peachv en Dannv. twee Enaelse ex-onderofficieren in het voorma
lige Bnts India gaan op avontuur, na zich te hebben laten uitwuiven
door Rudyard Kipling, journalist van The Northern Star. Danny
heeft de halsstarrige droom in zijn kop geprent om koning te wor
den van het naburige Kafiristan. Een land dat wordt bewoond door
vele in onmin levende stammen. Daarop is dan ook de strategie
gebaseerd: als militaire aanvoerders van de ene stam de andere