BEWOGEN INSTALLATIE VAN DE GROOT-LEEDSE KULTURELE RAAD 400 MAN TE HERDERSEM IN DE «M00RSELSE MIS» HERDERSEMSE KUNSTSCHATTEN TENTOONGESTELD KANADA'S MOETEN HET ONTGELDEN De Voorpost - 27-1-1978 - 9 Éi Nadat er enkele weken geleden een eerste kontaktvergade- ring plaatsgevonden had over de oprichting van een gemeen telijk kulturele raad, werd maandag dan overgegaan tot de installatie van dez kultuurraad. Op deze eerste kontaktverga- dering was er zelfs een vrij bitsige reaktie geweest van de zijde van de KWB afdeling van Aalst. Tijdens de installatie nu maandag is ook niet alles naar wens verlopen van de voorzit ter Roger Quintijn, dit ten gevolge van het feit dat een aantal groeperingen via een voorvergadering op donderdag 19 ja nuari in de Volkskring te Lede een oppositieblok hadden gevormd. Kontaktvergadering is geen installatievergadering In een mededeling vooraf aan de pers zegde de voorlopige sekretaris Antoon Mertens dat het artikel dat op sommige plaatsen was verschenen en uitging van de KWB-Aalst de realiteit volledig verdraaide. Eerst en vooral was de voorbije vergadering geen stichtings- vergadering, zoals verkeerde lijk gemeld in genoemde reak tie, maar enkel een voorlich tingsvergadering. Dit betekent dat de kultuurraad nog niet ge start was Verder is het zo, steeds volgens de heer Mer tens, dat het in het bewuste ar tikel vernoemde kuituurdekreet enkel van toepassing is in het geval reeds een kulturele raad is en deze tebens over een kul turele werker beschikt. Verder wees hij erop dat de gewraakte statuten een erfenis is welke ze van de gemeenteraad meekre gen, alwaar deze goedgekeurd werden door alle aanwezige raadsleden, oppositie inkluis. Als besluit vroeg de heer Mer tens zich dan ook af waarom iets afbreken dat er nog niet is? Jeugdverenigingen wel toe gelaten Het'was schepen van kuituur Jules Henderickx die de verga dering opende en de aanwezi gen verwelkomde. Verder drukte hij zijn hoop uit dat alles ordelijk zou verlopen, zo dat men vtug een eerste kulturele raad zou hebben in Lede. Daarna nam voorzitter Roger Quintijn het woord en verwel komde op zijn beurt de aanwe zigen. Hij wenste dezen profi ciat voor hun grote belangstel ling, wat het bewijs is van het gebeurlijk nut van een socio- kulturele raad. Verder wenste hij alle geruchten welke vooraf verspreid werden te weerleg gen. Hij was ten andere zeker niet te spreken over het politiek kachet dat door de KWB van Aalst op zijn persoon gekleefd was geworden. Hij noemde dit een grove leugen en een aan val op de persoonlijke vrijheid. Achteraf zou dit feit ten andere nog aanleiding geven tot een ander incident. Daarna stelde voorzitter Roger Quintijn een eerste probleem voor welke door de algemene vergadering zou moeten opge lost worden via een stemming. Er hadden namelijk ook vier jeugdverenigingen hun ant woordformulier overgemaakt. De voorzitter was van oordeel dat deze verenigingen in feite thuishoren bij een jeugdraad, welke in Lede kortelings zou opgericht worden. Doch hier over zou de algemene verga dering moeten beslissen. Een aantal woordvoerders uit de zaal lieten hiertegen een luid protest horen met opmerkingen als: zij doen wel aan kuituur, dat er zou mogelijkheid zijn dat meerdere verenigingen van verschillende raden deel uit maken. Bij een vlug overlopen van onze jaarkalender 1977 hebben wij nergens een kultu rele aktiviteit van een jeugd vereniging gevonden. Wat niet uitsluit dat wij persoonlijk ervan overtuigd zijn dat zij op grond van andere reden deel kunnen uitmaken van een socio- kulturele raad. De heer Paul Lassuyt, groepsleider van zo wel de Scouts als de Gidsen, en stemgerechtigd afgevaar digde voor het mannelijk ge deelte van deze jeugdvereni ging, verklaarde zich wel ak koord om deel uit te maken van een eventueel opgerichte jeugdraad, maar vroeg om als voorlopige erkenning opgeno men te worden in de kultuur raad. Hij vroeg ook naar een eventuele datum van installatie van de jeugdraad, waarop schepen Henderickx ant woordde dat de statuten in voorbereiding zijn en dus over zeer korte tijd aan de gemeen teraad zullen voorgelegd wor den. In de zaal ging men dan verder in op een eventueel aanwijzen van een voorzitter voor de jeugdraad, met een aantal gekende insinuaties er bij. Schepen Henderickx ant woordde dat een kandidaat voorzitter steeds door de jeugdgroeperingen kan voor- oesteld worden. Oo de vraaa hoe de jeugdverenigingen dit te weten zouden komen, ant woordde de schepen dat dit zou gebeuren via de pers. Hierop ontstond grote deining in de zaal, waarop zelfs de vraag geopperd werd of men dan moest kranten en week bladen lezen. Uit de reaktie van de aanwezigen zouden wij dan moeten besluiten dat niemand van de ongeveer vijftig aanwe zigen nooit 'n krant of week blad ter hand neemt, dit in 'n 20ste eeuw, de eeuw bij uitstek van de kommunikatiemedia. vinden de reaktie dan ook veel eer tekenend voor de ge moedsgesteltenis waarmee het overgrote deel van de aan wezigen naar de installatiever gadering gekomen was. Te be grijpen na de vele pogingen die er geweest zijn vooraf om de meerderheid van de verenigin gen onder één welbepaald dak te groeperen. De uitslag van de stemming voor of tegen de opneming van de jeugdverenigingen was dan ook reeds bij voorbaat gekend. Er rees dan bij velen een geluk zalige glimlach voor een eerste behaalde overwinning. De heer Jean-Pierre Matthijs maakte dan aan de jeugdverenigingen de opmerking: wij hebben nu voor u gestemd, u kunt nu maar zorgen dat ook wij allemaal op genomen worden in de jeugd raad. Een eerder sarkastische opmerking die wij persoonlijk interpreteren als: een stomp zinnig gedoe zoals de oprich ting van al die raden nu ge beurt. VOORZITTER PLAKT EEN GEZICHT OP DE KANDIDATEN-ONDERVOOR ZITTERS Het was diezelfde Jean-Pierre Matthijs die een inleiding zou geven aan een volgend pro bleem dat de algemene verga dering moest oplossen. Hij was de mening toegedaan dat het ging om een socio-kulturele raad, alhoewel steeds sprake van een kultuurraad (dit beves tigde de voorzitter hem trou wens) en vroeg dat één van de twee te verkiezen ondervoorzit ters een vertegenwoordiger zou zijn van een vereniging met een uitgesproken sociaal ka rakter De voorzitter was hiermee ak koord en schetste dan onmid dellijk een volgend probleem De statuten van het ministerie van Nationale opvoeding en kuituur zeggen dat om ooit een erkenning te kunnen bekomen, de raad twee ondervoorzitters moet hebben, waarvan één ge lovig is en de andere vrijzinnig. Omdat nu geen enkele uitge sproken vrijzinnige vereniging in Lede aanwezig is en om de mogelijkheid op erkenninq door de overheid te laten openstaan, had de voorzitter een indeling gemaakt van de vijf kandidaten ondervoorzitters. Twee kandi daten had hij ondergebracht bij de gelovige strekkin, namelijk de heren Jozef De Brouwer en Raymond Mertens en drie an deren had hij ondergebracht in een zekere neutrale strekking. Deze drie waren de heren Ro ger Goeman van de neutrale studentenfanfare Ochsenia en de heer Frederick Sonck van de Harmonie Sint-Cecilia Lede, de derde was de heer Wim Van Win, van de CSC De Rank die, volgens de voorzitter steeds zou kunnen doorgaan habben als vertegenwoordiger van de vrijzinnigen van Lede. De voor zitter stelde dus voor om een stemming als volgt te laten ge beuren voor de ondervoorzit ter: één kiezen uit de twee van de groep gelovig en één uit de drie kandidaten van de groep neutraal. Een aantal mensen waren niet akkoord met het plakken van gezichten op de kandidaten-ondervoorzitters, niet in het allerminst de heren Goeman en Sonck. Zij vonden dit een inbreuk op het privé- leven van iemand. De voorzit ter zegde dat er in feite, vol gens de statuten van het mi nisterie van Kuituur een stem ming zou moeten gebeuren volgens lijsten van politieke partijen waarop de kandidaten voor een mandaat zouden voorgedragen worden. Dit alles was enkel gedaan om een er kenning te kunnen bekomen van de nationale overheid. Hier ontstond dan een incident tus sen de voorzitter, Roger Quin tijn en de heer Raymond Mer tens, waarbij de heer Quintijn zegde dat er op hem zelfs een politieke etikette geplakt was geworden en ook ten onrechte, en dat de heer Mertens daar één van de daders van was. De heer Mertens re- plikeerde:«Dit is geen waar, ik weet niet waarover u spreekt» Een duidelijk opgehitste voor zitter riep dan de niet- gegroepeerde verenigingen op om tegen te stemmen. Op dit ogenblik dachten wij heel even dat wij op een politieke meeting waren. De voorzitter zegde ook nog dat hij zich gepermitteerd had om op bepaalde personen een stempel te zetten omdat ook een stempel om hem gezet hadden. Persoonlijk vonden wij het een te verwerpen politiek om zomaar de piersonen in be paalde kategorieën te gaan in delen, zonder dat men deze personen naar hun toestem ming gevraagd heeft. De heer Raymond Mertens vroeg zich dan ook af waarom men niet van in het begin de nu zo graag geciteerde statuten gevolgd had, in zonderheid voor de de- mokratische verkiezing van een voorzitter. Uiteindelijk sprak de algemene vergade ring zich uit tegen de opsplit sing van de kandidaten in twee blokken met 28 stemmen tegen 22. Ten slotte zou er overgegaan worden tot de stemming voor de mandaten. Te begeven wa ren twee ondervoorzittersfunk- ties, een sekretaris en een penningmeester en twee kommissarissen. De vijf kandidaten voor het on dervoorzitterschap behaalden de volgende stemmen: Ray mond Mertens (BGJG Lede): 33 stemmen, Jozef De Brouwer (Harmonie Sint-Cecilia Oorde- gem) 22 stemmen, Wim Van Win (CSC De Rank) 10 stem men, Frederick Sonck (Sint- Cecilia Lede) 15 stemmen en Roger Goeman (Fanfare Och senia) 11 stemmen. Er was slechts één kandidaat voor de funktie van sekretaris, namelijk de heer Antoon Mer tens (Davidsfonds Lede), die dus verkozen werd zonder stemming met eenstemmig applaus zelfs. Zeker niet on verdiend. Er waren twee kandidaten voor de funktie van penningmees ter: Duquet (KWB Lede) 27 stemmen en De Swaef (gewes telijk 11 juli komitee) 20 stem men. Voor de funktie van kommissa- ris waren er acht kandidaten: Gerard De Winne behaalde 8 stemmen, Serafien Bosman 13, Adriaan Vermeersch 3, Yvo Bosman 24, Noël Wijnants 7, Albert Smekens 9, Malfroy 19 en Hubert de Sutter 7. Verko zen werden dus de heren Yvo Bosman (toneelvereniging Vreugd in Deugd) en Malfroy (BGJG Smetlede). Na de bekendmaking van de uitslag werd deze ontvangen met afkeurend gemompel enerzijds en met een goedkeu rende glimlach van de over winning anderzijds. Voorzitter Roger Quintijn wen ste geen kommentaar te geven op de uitslag maar hoopte dat de verkozen leden ijverig zou den meewerken aan de uit bouw van deze nieuwe socio- kulturele raad. Hij vroeg ook nog dat er vertegenwoordigers zouden gekoöpteerd worden vanuit iedere niet- vertegenwoordigde deelge meente om iedereen zeker aan bod te laten komen. ZAL DE RAAD ERKEND WORDEN? Dit is een vraag die vrij een voudig te beantwoorden is als men de richtlijnen van de over heid voor erkenning bekijkt: de Leedse kulturele raad kan op basis van zijn verkozen uit voerend orgaan niet officieel erkend worden. Dit betekent uiteraard hoegenaamd niet dat deze raad geen positief werk kan leveren voor Lede, inte gendeel, heel veel taken zijn hem weggelegd. Laten wij ho pen dat iedereen werkte aan de uitbouw van het Leedse socio-kultureel verenigingsle ven en dat alle moeilijkheden die er vooraf geweest zijn ver geten worden in een geest van verdraagzaamheid, zodat ook de minderheden aan bod ko men. In een reaktie van ons achteraf ln de Herdersemse parochiekerk, eigenlijk gewijd aan O.L.V. (ten Hemel-Opneming) wordt sinds zeer lang St.-Antonius-Abt vereerd. In 1663 werd er zelfs de Konfrerie van de H. Antonius opgericht. Deze heilige wordt het hele jaar maar vooral tijdens de viering aangeroepen tegen wereldse bekoringen, tegen mild en koudvuur, tegen brand en besmettelijke ziekten en in 't algemeen tegen alle kwalen van mens en dier. Toen in 1690 tc Moorsel de pest heerste nam de Moorselse pastoor zijn toevlucht tot de H. Antonius tc Herdersem en dc ziekte ver dween juist zoals tc Mcldcrt maar dan door de H. Rochus. Jaarlijks zouden de Moorselaars dan te Herdersem een dankmis houden en tot begin van deze eeuw ge beurde dit met zangers van Moor sel begeleid door de muziekmaat schappij Alhoewel dc mis steeds door Moorselse parochianen elk jaar werd bijgewoond kwam sinds een tiental jaren geen Moorselse paro chiepriester nicer de mis lezen. Bomen vellen zonder toelating mag niet (meer). Te Meldert was men er echter erger aan toe. Daar werden er geveld op andermans eigendom. Op de wijk Kokerij, bijna aan de Klaarhaag, meer"bepaald aan «Nèzzens Berg», had bouw- aannemer Jozef Michiels een stuk grond gekocht. Groot was dan ook de verbazing als verleden zondag werd vast gesteld dat niet minder dan drie kanadabomen werden afgezaagd. Wanneer het juist gebeurd is is niet te achterha len. Aan de resterede gedeelten te zien menen deskundi gen dat het nog maar net kon gebeurd zijn. Verwonderlijk is daarbij wel dat de bomen betrekkelijk kort tegen een toch druk bereden weg staan. De rijkswacht deed de nodige vaststellingen en startte een onderzoek. L.H. Nu heeft men met de traditie terug aangeknoopt en verleden maandag was het dc Moorselse medepas- toor E.H. Steps die in koncelebra- tic met pastoor Mussche de mis opdroeg. Ruim vierhonderd gelo vigen woonden deze mis bij wat voor een weekdag toch al kan tel len. Pastoor Mussche predikte over het leven van St.-Antonius en het zangkoor onder leiding van Rcmi Moens zond de -Missa Tenia- van Hallcr met Jef Coppens aan het orgel. LH zegde de heer Toon Mertens, sekretaris van de raad, dat één van de taken van een socio- kulturele raad zeker is de min derheden te beschermen. Dit wenste de voorzitter te doen, maar zijn bedoeling is niet ten uitvoering gebracht geworden omwille van en in de naam van de kristelijke naastenliefde. Hij hoopte in ieder geval een op lossing te vinden voor deze minderheden via de procedure van koöptatie en hij hoopte dat iedereen zich op dit ogenblik echt verdraagzaam zou opstel len. Deze koöptatie zou plaats vinden tijdens de eerste verga dering van het Uitvoerend Ko mitee, begin februari. Mon D.G. Een vragenstellend publiek (SJ) Ter gelegenheid van de St.-Antoniusviering en in het kader van de aktie «Het Jaar van het Dorp» heeft het Davidsfonds met de hulp van E.H. Pastoor Mussche eraan gehouden de kunstschatten eens in de kerk beter in de kijker te zetten. Bouwvalligheid en gebrek aan ruimte waren er oorzaken van dat de oude kerk, behalve dan de sakristie van 1782 tot '84, in 1861 werd afgebroken op 26 september 1859 werd dan met de bouw van de nieuwe kerk begonnen en drie jaar later, in 1862 werd ze door de bisschop van Gent plechtiq ingezegend. Het schilderij van Kasper de Craeyer in medaillonvorm werd in 1787 door een neef van pastoor van Grootven in 1787 hersteld. Als interessante meubelen is er de eikenhouten kom- muniebank van 1866, gift van Charles Van Assche, de predikstoel in barokstijl aansluitend bij de Vlaamse school van de 17e eeuw, het tabernakel met de discipe len van Emmaüs, de biecht stoelen uit het midden van de 18e eeuw, de kruisweg van de Antwerpenaar Ro- wijs, eveneens een gift van Charles van Assche, en het houten beeld van St.-Elooi, vroeger gepolykromeerd. Het orgel is een Van Pete- ghemorgel van 1778, komt nog uit de oude kerk en is bij K.B. van 14.10.75 ge klasseerd. Er is ook nog het perelarenhouten beeld van de gekruisigde Kristus uit 1625. Verder zijn er een hele reeks kostbaarheden als 4 zilve ren flambouwen uit de 18e eeuw, 2 zilveren altaarkrui- sen, twee marmeren wijwa tervaten, een «credenstafel- tje» in rokoko, het beeldje van O.L.V. ten Rozen uit het begin van de 16e eeuw, een vergulde houten relikwie- kast van St-Antonius en een van St -Eligius, een geelko peren monstrans van O.L.V. ten Rozen, een torenvormi- ge relikwiehouder in geel koper, een monstrans stijl Louis XVI, een vergulde en een zilveren ciborie, een gouden kelk uit de 19e eeuw, een zilveren wierook vat met schelpje een altaar- kruis in zilver uit de 18e eeuw, een processiekruis in zilver, verzilverde kande- De heer De Broeck als gastspreker van het Departement van Nederlandse Kuituur IJM laars en een zilveren unris- matorium (bij het doopsel gebruikt), zilveren reliek- wiedragertjes van St.Elooi, St.Anthonius-Abt, de H. Apollonia, de H.Barbara, de H. Anna, de H. Franciscus Xaverius, Petrus en Paulus en O.L.V. Deze lange reeks kostbaar heden wordt dan afgesloten met de zilverbeslagen boe kenstaandereen kazuifel en koorkap en de doopvont uit begin 18e eeuw in marmer en koper. Van de rondleidingen die verleden zondagvoormid dag plaats hadden onder leiding van Jozef Vermoe- sen die zorgde voor des kundige uitleg maakten vele Herdersemenaren gebruik, 't was inderdaad een unieke kanse. Ook veel boerenalaam in de Herdersemse tentoonstelling (JM)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1978 | | pagina 9