1 EK I TWEEDE MOORDLIEDEREN VAN J. DE VUYST IHET WERKPROGRAMMA VAN LEDE VOOR DIT JAAR LEEDSE OCMW PROBLEMEN NOG NIET OPGELOST ALBERT VAN ACHTER HERLEEFT JEUGDBEWEGING TE MELDERT? Julien De Vuyst HET MOORDLIED INDE ZUIDELIJKE NEDERLANDEN (XXe eeuw) VIJFENTWINTIG JAAR RAADSLID De Voorpost - 10-2-1978 - 15 Onlangs verscheen -Het moordlied in de zuidelijke Nederlanden (XX'. eeuw)-, van de hand van Julien De Vuyst uit Mere. Dit is een tweede boek over moordliederen. Daarmee komt de auteur een stap dichter bij zijn streefdoel. Hij wil nl. 10 boekdelen over marktliede ren samenstellen. De bloei van de heemkundige studie in Vlaanderen schept een gunstig klimaat om dergelijke werken aan de man te drcK brengen. Het eerste deel van de moordliederen is nagenoeg uitver- idganj eraan ichepe mi De "Ulll Cl kocht. Het eerste deel van de moordliede ren in de Zuidelijke Nederlanden nfee verscheen vorig jaar. Daarover ajuin heeft onze medewerker Wilfried stapt Lissens uitvoerig verslag uitge bracht. Hij loofde de schrijver om de rijke dokumentatie in het boek. dat het resultaat is van langdurig en precies wetenschappelijk op- zoekingswerk. Het boek betekent een waardevolle bijdrage tot het ikundig studiewerk in onze gewesten. Het eerste boek behan delde de moordliederen uit de 19" eeuw en daarvóór. Bij het ver schijnen van het tweede deel is dit tema (voorlopig) uitgeput, maar wat Julien De Vuyst nog in zijn mouw heeft, zal de toekomst uit wijzen. Hij loopt in elk geval vol plannen. TWINTIGSTE EEUW De straatzangers vonden destijds opvallende gebeurtenissen een dankbaar onderwerp om nieuwe liedjes te maken. Moorden waren ook zo'n tema. De straatzanger -«Si bracht de bevolking met zijn liede- ren op de hoogte van de gebeurte- nissen in de streek. Julien De a Vuyst schrijft in zijn inleiding: «Niet alleen schokkende gebeur tenissen, zoals historische om wentelingen met hun nasleep van oorlogen, schrikbewind en andere bezettingen ging de liedjeszanger thematisch materiaal putten: ook de vele moordgevallen waren een welkom zang voer. Hierbij stond de zanger dichter bij de realiteit en handelde hij over gebeurtenissen, vaak uit eigen omgeving»Markt liederen fungeerden als een kom- munikatie onder de bevolking. De berichtgeving was weliswaar overvloedig gekleurd: de teksten van de liederen roepen op tot af schuw en medelijden. De melodie heeft veel weg van onze gekende smartlappen. Julien De Vuyst ver telt dat dit nog niet alles is: «De woordenschat, die de zanger bij de liederen gebruikte, scheen echter nog niet volstaan te hebben, want het hele gebeuren werd nog eens gruwelijker voorgesteld op een beschilderd doek dat telkens weer voor iedereens ogen ontrold werd. In de voorgestelde taferelen ont brak het nooit aan overvloed van bloed dat de omstanders deed hui veren en hen deed medeleven-. Op die manier raakte de zanger het hart van al zijn toehoorders en gingen zijn teksten als suiker- broodjes van de hand. Veelal moest de straatzanger zijn gezin onderhouden van de opbrengst van zijn liedjesteksten. VOLKSE KULTUUR Julien De Vuyst verdedigt verder de straatliederen als échte volks kunst. «Naar smaak en keuze stonden onze liedjeszangers stuk ken hoger dan de (huidige) kom- merciële grammofoonplatenkwe- lers, die meer aan steriliteit en de cadentie lijden dan gelijk welke zingende generatie van vroeger». De burgerij destijds wilde een «dergelijk laagstaand kuituurpa trimonium niet als het hare be schouwen». Schrijver geeft toe dat het hier niet om pure kuituur gaat, omdat de liedjes geschreven wer den zoals het volk het wilde: met veel sentiment. Aldus kon de marktzangcr zijn «vliegende bla den» (strooibriefjes) vlot verko pen. Julien De Vuyst vergelijkt de vliegende bladen met kranten, omdat ze dezelfde nieuwsbren- gende funktie vervullen. Hij meent echter dat de liedjesteksten de waarde van volksgebondenheid hebben. MOORDLIEDEREN In zijn jongste boek verzamelt Ju lien De Vuyst liedjesteksten uit het I Tijdens de gemeenteraadszitting vorige week werd eveneens I het werkenprogramma voor 1978 goedgekeurd. Voor de I Leedse normen is dit een vrij omvangrijk geheel. Dit pro- j gramma lokte dan ook heel wat opmerkingen uit tijdens de bespreking in de raadszitting. Buitengewone dienst De geplande werken die uitge voerd worden in de buitenge wone dienst zijn de volgende: het verbreden van de Olmen- dreef, evenwel na de noodzake lijke grondverwerving. Verder zullen er parkings aangelegd en verhard worden in de Kat- straat, achter het politiege- bouw, op de Wichelse Steen weg en in Oordegem, achter de vroegere gemeenteschool. Verder zullen er ook straat greppels aangelegd worden en boordstenen aangebracht worden in de Heiplasstraat, de Barrevoetsehoek, en de Groenstraat te Lede. Op het Oud Smetlede te Lede en te Oordegem op de Klinkaert en een deel van de Speurt. Ook zal een bestaande watergrep pel vervangen worden in kassei te Lede in de Poortendries, de Suikerstraat en Ronkenburg door KWS op steenslag. Men is ook zinnens boordstenen te herplaatsen op steenslag en voetpaden aan te leggen in be- tontegels op een breedte van 1,20 meter. Deze laatste wer ken waren reeds vorig jaar voorzien, doch werden nog niet uitgevoerd. Verder zal men dit jaar ook op alle begraafplaat sen der deelgemeenten co lumbaria oprichten, met tien nissen per begraafplaats. Men zal eveneens een straatgracht overwelven langs de Rey- meersstraat. Voor 't personeel zal men een werfwagen aan kopen en voor de duidelijke wegmarkeringen op het grond gebied aan te kunnen brengen zal men een markeermachine aanschaffen. Verder zullen dit jaar wegen aan zijbermen en/of voetpaden beplant worden. Er bestaat ook een uitgebreid plan voor de verbetering van een vrij groot aantal landbouwwegen in de deelgemeenten. Dit laatste zou dit jaar in studie gegeven worden. Ten slotte is men ook nog zinnens een bochtverbete ring te realiseren op het grond gebied Wanzele-Lede. den (uitmondingen op reeds verharde wegen) evenals de ontoegankelijke gedeelten van landbouwwegen. Ten slotte zal men ook nog waar het nodig is voetpaden vervolledigen en herleggen, dit meer bepaald in bebouwde centra en dorps kommen. SMIJTEN MET GELD Dit werkenprogramma gaf dus wel aanleiding tot enkele bit sige diskussies. Enerzijds werd het nieuwe pakket landbouw wegen dat men zinnens is te verbeteren op de korrel geno men door de oppositie. Dit plan zou binnenkort ter studie gege ven worden. De verbetering zelf zou een massa geld kos ten, maar hiervoor worden aanvragen gedaan ter subsi diëring bij het Ministerie van Landbouw. Meester Ruyssinck merkte op dat men reeds jaren bezig is met een aantal land bouwwegen in Lede zelf en dat men nog steeds geen resultaat heeft. Men heeft nog steeds geen subsidie toegekend ge kregen, de dossiers zijn nog steeds in onderzoek Dit zou nog lang kunnen duren en hij vroeg zich dan ook af of het wel opportuun is om reeds plannen te maken voor de verbetering van andere landbouwwegen. Raadslid Frans Roelandt merkte hier op dat men beter ieder jaar binnen het bestek van zijn begroting enkele land bouwwegen zou maken, in plaats van op die subsidie te wachten, dit zou volgens hem veel betere resultaten afwer pen. Schepen de Paepe rea geerde hierop dat eerstdaags het onderzoek van het dossier zal afgelopen zijn. Over het programma in het alge meen zegde raadslid Galle dat alles zuiver verloren geld is. Hij voegde eraan toe dat er hier in Lede met geld gesmeten wordt en dat hij graag eens zou zien wat er binnen enkele jaren zal gebeuren en van zal terecht gekomen zijn van al dat geld- gesmijt. Het enige wat hier gebeurt is "t opstapelen van massa's uitgaven door de ge meenteraad volledig ongekon- trolleerd, aldus nog raadslid Galle. Hij voegde er nog aan toe dat het gemakkelijk is zo'n hele lijst af te dreunen, maar als er rekening zal gepresenteerd worden zal het te laat zijn. Over het verbreden van de Olmeri- dreef in 't bijzonder, merkte hetzelfde raadslid 't volgende op: dit is reeds het eerste ge volg van uw verkeersplan dat ge absoluut wilde realiseren. Dpze verbreding zai een mil joenenzaak worden, vooral de onteigening van de grond waarop een florisant bloemen- bedrijf staat, met eveneens een handelszaak eraan verbonden. Ge weet niet waaraan ge be gint. aldus nog raadslid Galle, en dit alleen maar om uw ge dacht te doen, meerderheid te gen oppositie. Raadslid De Pauw protes teerde ook nog tegen de aanleg van kolumbaria op iedere be graafplaats. Dit zijn enkel nok ken waar de mussen zullen komen inwonen, ik zal dan ook tegenstemmen uit kristelijke overweging, aldus nog raadslid De Pauw. Schepen Minnebo wees erop dat dit wettelijk ver plicht is voor iedere begraaf plaats Dit antwoord wimpelde raadslid De Pauw af en voegde er nog aan toe dat 't allemaal geldverspilling is Raadslid Galle vroeg hoe zo'n kolumba- rium er zou uitzien, hij zou dit graag eens zien alvorens dat opgetrokken wordt. hele Vlaamse land. Foto's van oorspronkelijke kopies illustreren het boek. Bovendien weet Julien bij elk verhaal een beschrijving van de omstandigheden te voegen. Daarvoor heeft hij de dag- en weekbladen van die tijd uitge pluisd om zijn boek met korrekte gegevens te stofferen. Op het eerste gezicht lijkt het nogal repressief getint: een op nieuw oprakelen van laakbare fei ten uit het verleden. «Dat is hele maal niet de bedoeling», zegt Ju lien. «feitelijk wil ik helemaal niet ingaan op dit tema. maar het straatlied op zictf interesseert me. Moordliederen komen nu eenmaal dikwijls voor. Uit ons onderzoek blijkt tenminste ook dat de huidige kriminaliteit niet hoger ligt dan vroeger. Momenteel raakt men gemakkelijk in paniek omdat er zogezegd meer diefstallen en vechtpartijen plaats hebben. Vroeger werd er zelfs meer ge vochten dan nu. Men had de wa pens op zak. Kermissen bijvoor beeld waren zelfs gevaarlijke plaatsen, als vreemde jongens naar een meisje van ter plaatse hengelden. UIT DE OMGEVING Bij wijze van illustratie vermelden we hier nog de moorden, die in het boek opgetekend zijn en plaats hadden in onze gewesten. Voor Erpe-Mere: de moord te Aaigem op 14.11.28; de moorden teErpe op 31.12.30 en 29.5.21 en verder te Erembodegem op 29.4.23. Ook Erpe kende zijn liedjeszan gers, zo staat er in het bock, nl. Remi De Smet en Julien De Wolf. Originele eksemplaren van hun vliegende papieren kon men zien op de tentoonstelling «Zo was. Erpe». Deze citaten zijn slechts kruimels uit de grote boterham die Julien De Vuyst in zijn jongste boek te grab bel brengt. We vroegen hem hoe hij dat alle maal kon verzamelen. «Als de mensen weten dat je daarmee be zig zijt. steken ze graag een handje toe. Vrienden uit de streek, uit de heemkundige kringen van Vlaan deren hebben me daarbij behulp zaam geweest. Maar tenslotte vraagt het van ons ook veel gedul- digd opsporingswerk in archie ven». Ondertussen is Julien De Vuyst opnieuw aan t werk geslagen voor zijn volgende uitgaven. Op zijn programma staan er nog 8 werken; allemaal over marktliederen, maar nu met andere tematieken, bv. de arbeid, de liefde enz. Wé zijn er zeker van dat zijn jongste werk een gewaardeerde bijdrage is aan de heemkundige studie. WH Tijdens de gemeenteraadszitting vorige week is andermaal het probleem van de omzendbrief van het Leedse OCMW aan de bewoners van het bejaardentehuis opgerakeld geworden. Aanleiding ditmaal was de goedkeuring van dit orgaan voor het jaar 1978. Ook tijdens de laatste raadszitting van vorig jaar was dat bewuste OCMW-probleem ter diskussie gekomen. Nu was het raadslid Cobbaut die de zaak terug te berde bracht. Hij vroeg wat er nu ei genlijk waar is van de zware beschuldigingen die door raadslid Galle en door een persmedewerker geuit waren aan het adres van de OCMW Lede.d Bewust raadslid Galle voelde zich onmiddellijk gevi seerd en zegde dat die tekst voor hem schandalig en vuil is, zeer vuil. Wat daar geschreven staat is overduidelijk en men kan geen andere bedoelingen uit de tekst halen. Als men iets schrijft moet men weten wat men schrijft, aldus nog raadslid Galle. Hij ging verder met te zeggen dat hij het zeer kleinzie- ring vindt van 'n socialistische partij dat ze op zijn uitspraken en de inhoud van bewust kran tenartikel moet reageren. Vooral dan een socialistische partij die beweert dat ze de kleine man vertegenwoordigt, nochtans blijkt dit niet uit de bewuste brief die door de OCMW aan de bewoners van het rustoord werd overge maakt. Raadslid en voorzitter van de OCMW, mevrouw Siau, her haalde wat zij reeds in de vo rige zitting had gezegd, dat het zeker niet de bedoeling is om goederen te houden en dat met roerende goederen enkel persoonlijke meubelen van de bewoners bedoeld worden. Deze brief is aan de oudjes overhandigd om te vermijden dat de reeds proppensvolle kamers nog voller zouden ko men te staan, aldus nog de voorzitter. Dit ontlokte bij de raadsleden Galle en Ruyssinck de opmerking dat hier over de tekst wordt gesproken en niet over de bedoeling die er even tueel achter zit. De tekst, aldus bovengenoemde raadsleden, is overduidelijk en ik blijf bij mijn standpunt, voegde raadslid Ruyssinck er nog aan toe, dat dit een diefstal is tegenover de bewoners van het gesticht. Hier schoot schepen Minnebo nog eens uit zijn sloffen en zegde dat het protest tegen de beschuldigingen die hij heeft geuit via het plaatselijk rekla- meblad, een protest was tegen deze diefstal. Nog nooit, aldus de schepen, heeft er iemand de persoonlijke goederen van een overleden bewoner van het be jaardentehuis achtergehou den. Het is hier dan ook volledig misplaatst om van een diefstal te spreken, geen enkel feit kan deze beschuldiging bewijzen. Schepen Minnebo voegde hier evenwel nog aan toe dat hij ak koord gaat over het feit dat de tekst die verdeeld werd ver keerd is en dat deze moet aan gepast worden om alle misver standen te vermijden. Hierop replikeerde voorzitter mevrouw Siau dat een andere tekst ter studie is en dat deze eerlang zal verspreid worden. Ondertussen had raadslid Galle de brief volledig gelezen en deze deed hem ertoe beslui ten dat de soep die aan de oud jes geserveerd wordt van be denkelijke kwaliteit moet zijn omdat verzocht wordt geen soepresten in de lavoirs te gie ten. Het verzoek om er even min hun linnen in te wassen ont lokte aan raadslid Galle de op merking dat het OCMW zijn taak niet nakomt, zodat de oud jes zelf hun linnen moeten wassen. Dit bleek olie op het vuur want toen stelde schepen Noël de vraag of men misschien niet goed wist vanwaar dat bewuste gewraakte artikel komt. Dit komt uit een reglement dat ge stemd werd in 1964, toen u, meester Ruyssinck samen met de CVP de absolute meerder^ heid in handen had, aldus schepen Noël. Hij kon dan ook de gedachtengang niet volgen van de CVP-oppositie die hier dus haar eigen reglementen komt afbreken. Meester Ruyssinck verdedigde zich door te zeggen dat in die tijd de mensen arm en behoef tig waren en dat het houden van hun meubelen toen een kompensatie was voor de gra tis of praktisch gratis verzor ging die ze daar genoten. Doch nu, aldus nog raadslid Ruys sinck, zijn de meesten in ze kere zin begoed en bezitten zij allen zonder onderscheid een zeker vermogen dat voorname lijk bestaat uit roerende goede ren. Hierop ontstond er een vrij ver warde diskussie over een noch tans eenvoudig onderscheid tussen roerende en onroe rende goederen. Men was het op dit punt onroerend eens, of beter roerend oneens! Als besluit zegde raadslid Galle nog dat men met deze bewuste brief de mensen de stuipen op het lijf jaagt en raadslid Ruys sinck voegde er nog aan toe dat deze brief een misbruik is van goede trouw. De diskussie zal maar ten einde zijn over dit punt als men met een duidelijke, ondubbel zinnige tekst naar voor komt, waarin gestimuleerd wordt wat men op zijn kamer mag hebben en wat niet. Doch het begrip is te algemeen en te veelomvat tend om dit ongewijzigd te la ten, want in dit geval zouden de oudjes zelfs geen geld op hun kamer mogen hebben, want wettelijk gezien is geld, samen met heel wat andere zaken uit eraard, roerend. MON D.G. Als laatste punt op het agenda van de openbare raadszitting van vorige week maandag stond er de huldiging van de heer Albert Van Achter voor zijn 25-jarig ambtsjubileum als gemeenteraadslid. Hiervoor werd hij samen met zijn familie in een eerste passende hulde betrokken, later volgt nog de uitreiking der erbij horende onderscheidingen. GEWONE DIENST In de gewone dienst, binnen een beschikbaar budget van vier miljoen, vierhonderddui zend frank zal men volgende projekten dit jaar pogen te rea liseren: het bestrijken van de zijkanten in de Broeder de Saedeleerstraat, het vullen van straatgreppels langs geasfal teerde wegen van Lede centrum met gietasfalt; het ni velleren van zijbermen en het herprofileren van straatgrach ten te Oordegem, Impe, Smet lede en Wanzele. Deze laatste werken waren eveneens voor zien voor vorig jaar maar wer den niet uitgevoerd. Verder zal men ook nog voet- en wandel wegen verharden met betonte- gels, asfalt of steenslag en do lomiet; zal men de eerste delen van landbouwwegen verhar- Vóór enkele jaren had de parochiegemeenschap Meldert een bloeiende jeugdvereniging, zowel voor jongens als meisjes, die in aangrenzende parochies vaak als model werd gesteld. Wegens aller lei omstandigheden en tribulaties, te lang om te melden en om geen slapende honden wakker te maken, willen we hier geen oude koeien uit de gracht halen maar wel de bezorgdheid van een deel Vleldertse ouderparen vertolken in verband met eventueel het ontstaan van een nieuwe jeugdbeweging. «Wat gebeurt er met onze kinde ren?» is een vraag die men zich hier inderdaad vaak stelt. De «J.I.N.'S» onder leiding van Paul Jacobs willen dit probleem onderzoeken maar niet zonder te kunnen stoelen op een brede basis waarbij alle belanghebbenden be trokken worden. -J.1.N - staat hier voor «Jijen Ik, een Noodzaak- en is een afdeling van de VVKS, de Vlaamse Berc- niging voor Katolieke Skouts. Ze houdt zich bezig njet meisjes van 16 tot 18 en jongens van 17 tot 18 jaar en met de bedoeling ze gedu rende een jaar een passende oplei ding te geven en ze als leider of leidster van een jeugdgroepering klaar te stomen. Op de vergadering van vrijdag 3 februari te Meldert in het Paro chiecentrum viel een sterk geïnte resseerde opkomst van ouders, vooral van Meldert en Baardegem te noteren maar ook andere paro chies waren vertegenwoordigd. Besloten werd er gedurende een maand elk week-end iets te doen om de mensen voor de jeugdpro blematiek te sensibiliseren zodat gemotevcerd een houdine kan worden bepaald. Wat nu volgt zijn nog maar voor stellen waarover met de passende mensen nog moet worden gepraat doch in principe zou het zo kunnen worden. Zaterdag 4 maart: te 20 uur in 't Parochiecentrum gespreksavond over «Zin of Onzin van de Jeugd beweging» waarbij Chiro, KSA, Scouts e.m.a. worden verwacht. Zondag 12 maart richt men zich meer speciaal tot de jeugd zelf met een Poppenspel te 15 uur in zaal «Ons Huis» bij Wwe Van Mol Het poppenspel wordt verzorgd door jeugdklub «Ypsilon-, Daarna is er dan te 17.30 uur in de Meldertse Parochiekerk een jcugdmis met uiteraard een aange past thema. Zondag 19 maart: volgt dan in de zaal Van Den Brocck (men wil de kerk blijkbaar in het midden hou den, wars van oude dorpsveten) een filmvoorstelling van Chaplins «Moderne Tijden- waar men dan specifiek meer de ouders wil be reiken Zondag 26 maart volgt dan fi naal het Paneclgcsprek in 't Paro chiecentrum waartoe ieder zal worden uitgenodigd met in het pa nel jeugdleiders en vooraanstaan den van de parochie. Daar wordt dan uiteindelijk een antwoord ge geven op de toch wel prangende vraag «Komt er in Meldert weer een jeugdbeweging?». We zullen niet nalaten U verderop de hoogte te houden van deze in derdaad merkwaardige poging. LH. Sinds 10 januari 1953 Raadslid Van Achter is hiermede eveneens het oudste raadslid in dienstjaren van de 25-koppige gemeenteraad van Groot-Lede. Hij begon zijn lange taak als ge meenteraadslid op lOjanuari 1953 in de oordegemse gemeenteraad. Doch in feite dateert zijn politieke aktiviteit reeds van vroeger, want hij werd een eerste maal als verte genwoordiger door zijn kiezers aangeduid tijdens de verkiezingen van 1946. Hij was echter toen nog te jong om in de raad te zetelen en moest nog gedurende een periode van zes jaar wachten. In de pe riode 1953-1959 was hij tevens tweede schepen voor de muizen (CVP) in Oordegem. In deze pe riode is hij ook lid geweest van de provincieraad. Van 1959 tot 1971 was hij dan raadslid van Oorde gem en van 1972 tot op het ogen blik dat Oordegem opgehouden heeft te bestaan in 1976 was hij eerste schepen. Sinds I januari 1977 zetelt hij als raadslid in de Leedse gemeenteraad. Het was burgemeester Gravez welke deze curiculum vitae schet ste en voegde er aan toe dat hij het werk van Alben Van Achter niet kent om daar in hel bijzonder over uit te wijden, daar hij slechts 1 jaar tot hiertoe samen met hem ge werkt heeft. Burgemeester Gravez drukte verder zijn hoop uit dat raadslid Van Achter nog vele jaren in hun midden mag vertoeven, vooral daar hij een gewaardeerde medewerker is door zijn jaren lange politieke - en bestuurlijke ervaring. Hij betrok eveneens de echtgenote van de heer Van Achter in de eerbetuigingen omdat zij evenzeer heeft medegeholpen aan het wel slagen van de politieke karrière van haar echtgenoot. Zij kreeg hier voor bloemen aangeboden en de heer Van Achter kreeg het ere- plakket van de gemeente en een prachtige ets ten geschenke. GRAAG NOG VELE JAREN Op zijn beurt dankte de heer Van Achter omdat zij hem niet te lang laten wachten hebben op de huldi ging. Hij ging verder met te zeg gen dat een politikus hem ooit toe vertrouwde dat iemand die na zo veel jaren nog in de politiek zit. niet veel politieke daden op zijn palmares staan heeft. Hij hoopte dat dit niet het geval was en dat zal het zeker ook niet zijn. Hij voegde er aan toe dat hiu misschien wel een klein beetje moe wordt, maar dat hij er wel nog graag zeer lang zou blij zijn. Hij somde dan drie kenmerken op die men volgens hem in een poli tieke karriere kan herkennen: ten eerste de vreugde aan de politiek bij de suksessen en ten tweede het verdriet aan de politiek bij de overwinningen, maar deze beide vergeèt men vlug, aldus raadslid Van Achter. Maar het derde punt heeft hem zeer veel pijn gedaan. Raadslid Van Achter voegde eraan toe: «Ik heb altijd mijn partij ge volgd ook al heeft dat soms zeer veel pijn gedaan voor mij persoon lijk. maar ook voor mijn familie- en vriendenkring. Maar voor mij stond de partij steeds op de eerste plaats, ik volgde altijd mijn partij en heb haar nooit ontrouw geweest of de rug toegekeerd. Doch niet iedereen heeft deze verdienste en dit heeft mij pijn gedaan-. Tot dus deze huldiging van het ju bilerende raadslid Van Achter. MON D.G.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1978 | | pagina 15