DE VOORPOST SPRAK MET FRITZ DE BISSCHOP
IK HEB GEWETENSVOL MIJN DIENST GEDAAN
12 - 17-2-1978 - De Voorpost
Fritz De Bisschop heeft heel wat belangstelling voor homeopatie en
akapunktuur (EL)
plooien welke dienstig konden zijn
voor het opnemen van de voorbe
stemde taak: het voortzetten van
de ouderlijke zaak.
OORLOG EN
NA-OORLOG
Gedurende de moeilijke oorlogsja
ren ging het leven zijn aangepaste
gang. Aalst was een bezette stad
en lag bovendien op de grens van
het «etappegebied» Het door de
Duitsers bezette landsgedeelte
was ingedeeld in verschillende zo
nes naargelang de ligging ten op
zichte van de frontlijn. Naast het
gewone bezette gebied waren er
nog een overgangszone en een
gevechtszone. Deze overgangs
zone tussen gewoon bezetgebied
en het gebied waar de militaire ope
raties gebeurden was dit zgn
«•etappegebied». In de streek van
Aalst liep de grens van dit etappe
gebied samen met de provincie
grens met Brabant.
De inwoners van deze onderschei
den omschreven gebieden moch
ten zich niet vrij verplaatsen van het
ene naar het andere gebied
Hierop werd door de Duitse bezet
ter scherp toegezien, en zowel mi
litaire als civiele politiediensten
werden hiertoe ingezet. De plaatse
lijke «ortkommandant», die dus ook
deze taak onder zijn bevoegdheid
had, werd door de Aalstenaars met
de voor de handliggende
scheldnaam «de schiejve lavabo»
bedacht, omdat hij een hoge mg
had. De Beruchte en gevreesde in
civiel optredende «speurders»
hadden eveneens hun bijnaam ge
kregen. Zo had men het spottend
over «de gaên tand» en over «de
floeren hoed» wiens beider troetel
naampjes zeker geen verder ver
klaring nodig hebben.
Toen Fritz De Bisschop het ineens
in zijn hoofd haalde om te Hekel-
gem over de grens van het etap
pegebied duseen vriend te gaan
opzoeken, kreeg hij uiteraard met
de politiediensten van de bezetter
te doen. Het was de «Floeren
Hoed» zelf die er bij was toen hij bij
de grens van het etappegebied
werd opgepakt om dan te Aalst in
verzekerde bewaring te worden
opgesloten. Toen Fritzje niet thuis
kwam die dag, en ook snachts weg
bleef, ging vader Louis op zoek
naar de verloren zoon. Tenslotte
kon hij de Duitse overheid overtui
gen dat zijn zoon geen smokkelaar
of saboteur was en kreeg hij hem vrij,
zij het niet zonder moeite. Men zou
echter ook kunnen zeggen dat de
jonge Fritz De Bisschop eigenlijk
een daad van verzet had gepleegd
en dus «resistant avant la lettre»
kan worden genoemd.
Het was trouwens niet verwonder
lijk dat hij zó maar te voet naar He-
kelgem was getrokken als 13-14-
jarige. In opdracht van zijn vader
gebeurde het heel vaak dat hij naar
Wetteren of Ninove kon opstappen
met aanwijzingen of planveroeie-
ringen voor de ateliers of gieterijen
waar. in opdracht van de ijzerwa
renhandel De Bisschop, land
bouwgereedschap en werktuigen
werden vervaardigd.
Eveneens te voet ging het naar alle
De na-oorlogse pioniers van de ijzerhandel De Bisschop met in het midden Fritz De Bisschop (3de van rechts)
kermissen in den ronde als het
maar enigszins kon want daar waar
er muziek werd gemaakt en er ge
danst werd wou Fritz De Bisschop
graag in de buurt zijn.
Dat dit uiteraard buiten de thuis ge
trokken lijn viel laat zich makkelijk
raden, maar dat dit tevens niet
noodzakelijk thuis werd gevraagd
of diende geweten hoeft zeker ook
geen betoog
Ook zijn «Vlaamsgezindheid»
kreeg hij niet mee van huisuit, veel
eer integendeel. Vader Louis was
een trouw lezer van het hyper-
Belgisch patriottisch blad «La Libre
Belgique» en vooral in de eerste
na-oorlogse jaren vierde het
Belgische-Hoera-Patridetisme
hoogtij. Maar aangezien aktie en
reaktie volgens de natuurwet nu
eenmaal niet zonder elkaar kunnen
Na de wapenstilstand van No
vember 1918 en in de loop van de
daaropvolgende jaren werd Vlaan
deren echter wakkergeschud door
wat de Vlaamse Frontsoldaten
thuis kwamen vertellen over de
mensonterende wijze waarop zij
door de Belgische overheid waren
behandeld. Hun kreet: «Hier is ons
bloed, wanneer ons recht I?» zin
derde doorheen heel Vlaanderen
en sloeg vooral aan in studenten
middens en bij intellektuelen Het
gebeurde zelfs dat bij een partiotti-
sche plechtigheid op de Aalsterse
Grote Markt het gros der Aalsterse
studenten, waaronder Fritz De Bis
schop, demonstratief de pet op het
hoofd hielden toen de Braban-
gonne werd gespeeld. Dit was be
doeld als reaktie op het Belgische
onrecht aangedaan aan de
Vlaamse soldaten
Meteen kwam dan voor Fritz De
Bisschop, met het oorlogseinde,
het einde van de studententijd
Toen de enige hulp in de zaak van
vader Louis het liet afweten om
voor «grof geld» te gaan werken in
de zogeheten «verwoeste gewes
ten», het door het oorlogsgeweld
vernielde Zuid-West-Vlaanderen.
en de «man die de boeken doet»
eveneens wegging om voor zich
zelf met 'n handeltje te beginnen,
mers te gaan bezoeken. L)e vroe
gere kleinhandel groeide uit tot een
groothandelszaak. Eerst per fiets
dan met de motor en later met een
tweedehandswagen, hotste hij de
streek rond werkend aan een af
zetgebied voor het alsmaar aan
groeiende gamma waren uit de ij-
zerwarenwinkel aan de Gentse
straat.
In die jaren had hij o.m. te Berlare
een schrijnwerker De Bruyne onder
zijn kliënten, de grootvader van de
latere renner en spor^ournalist:
Fred De Bruyne.
Het waren geen gemakkelijke ja
ren, maar mede door de inzet en
werkkracht van Fritz De Bisschop
werd stilaan de naam De Bisschop:
synoniem voor ijzerwaren en de
vroegere naam «bij Meertes» hac
langzaam maar zeker de plaal
moeten inruimen voor het nu
gangbare «bij Bisschop». T<
zegt Fritz De Bisschop van zichzi
dat hij eigenlijk geen zakenman i!
geweekt. Het enige wat men ovt
deze handelaar «malgré soit» zo_
kunnen zeggen is dat hij een opge-!
legde taak zo groed mogelijk heef
vervuld. «Ik legde mij neer bij hel
ouderlijk gezag destijds», alduS
Fritz De Bisschop woordelijk, «ij
voelde mij echt niet geroepen vooi
de zaak, maar ik heb gewetensvol
mijn dienst gedaan» voegt hij ei
nog aan toe.
Het was inderdaad niet zo eenvou
dig in die jaren om zich aan hel
ouderlijk gezag te onttrekken]
Waarden als gehoorzaamheid er
plichtsbewustzijn werden tot in hef
absurde gekultiveerd en toege
past. Kwam daarbij den nog de na
oorlogse tijdssfeer waarin iedert
verondersteld was druk bezig
zijn aan een nieuwe wereld v<
welvaart en overvloed te werken,
te zwoegen. Het was dus zei
geen sinecure om in die jaren
eigen benen te staan Dit bra<
meteen mee dat de jongelui van
jaren twintig, hoe los en levendig
ook mogen geweest zijn, pas a
relatief oudere leeftijd van onder dl
ouderlijke vleugels vandaan kon
den. al of niet met hun zin.
Zoals reeds hoger gezegd, wa«
Fritz De Bisschop als 45-jarige, vlak na de twi
bouwend aan de verdere groei van zijn zaak
?de wereldoorlog weet
was het voor de 18-jarige Fritz me
teen bekeken en was het uit met
verder schoollopen.
AAN DE SLAG
In 1920 verliet Fritz De Bisschop de
school om bij zijn vader in de zaak
te komen. Dit hield dan echter al
leen in dat hij er mocht of moest
werken, heel hard zelf en boven
dien onderbetaald.
Sedertdien is dit zijn hele leven ge
worden, altans voor een niet onbe
langrijke gedeelte en voor het lang
ste stuk. Dat hij daarnaast, hoe on
verwacht en verwonderlijk dit op
het eerste gezicht ook mag lijken, al
evenveel presteerde op sociale,
politieke-, kultureel-,
maatschappelijk- en zelfs wijsgerig
vlak, tekent ten voeten uit deze bij
uitstek bezige man.
In 1922 werd hij opgeroepen voor
de militaire dienst en werd ingelijfd
bij 't «lichte geschut». Hier leerde
hij met paarden omgaan en naar
het schijnt is hij zowel een prima
ruiter als een -eerste klas» soldaat
geweest. Gedurende dit jaar leger
dienst was de jongere broer Lucien
moeten bijspringen in de zaak
In 1923, nadat hij zijn «soldaten te
nue» had afgelegd stapte Fritz De
Bisschop voorgoed in het zaken-
en handelaarsleven. Meteen werd
hij de baan opgestuurd om kliën
ten, afnemers en mogelijke afne-
ook Fritz De Bisschop 'n levens
lustige jongen die een zwak- ol
een voorliefde had voor dansen,
muziek en opgewerktheid.
Er was geen kermis, in de omlig
gende gemeenten en in de verschil
lende wijken van de stad, waar hij
niet op af ging En of het nu toeval
was of niet, het was ook op een van
deze wijkkermissen dat hij zijn le
vensgezellin voor het eerst zou
ontmoeten. Ons lijkt het er anders
naar dat 't wel al te toevallig was
dat zijn beste vriend en buurjongen
Albert Wouters, de zoon van de uit
baters van «cinema Palace» aan
de Schoolstraat op een St.-
Job-kermis vergezeld van beide
jongere zusjes er eveneens was op
uit getrokken. Natuurlijk ontmoet
ten beide vrienden daar elkaar en
meteen ontmoette t-ntz ue Dis-
schop de toen 16-jarige Antoinette
Wouters Zij was het mooiste en het
liefste meisje tussen alle andere,
zegt Fritz De Bisschop, en wij willen
hem gaarne geloven.
Dat hij ook in de liefde voet bij stek
kon houden bleek tenslotte uit de
lange en geduldige verkeringspe
riode: van 1924 tot 1930. Pas toen
vader Louis de leiding van de zaak
praktisch in zijn geheel had overge
laten aan zoon Fritz bleek de stap
naar volledige zelfstandigheid, en
de vorming van een eigen gezin,
moaeliik te ziin
Met Fritz De Bisschop praten, wordt meteen het omgekeerde. Eigenlijk zou hierboven beter
gestaan hebben: «Fritz De Bisschop praat met De Voorpost». Het «waar het hart van vol is
kon niet beter worden geïllustreerd dan door dit gesprek met deze bijna 76-jarige jonge man.
Ook al bleef Fritz De Bisschop zowel zichzelf als ons, de vraag stellen wat er eigenlijk zo
bijzonder met zijn persoon aan de hand zou zijn dat hij zo nodig moet «geïnterviewd», toch
koste het relatief weinig moeite om deze, al bij al bijzonder merkwaardige stadsgenoot, in de
praatstoel te krijgen.
Fritz De Bisschop kan inderdaad niemand iets weigeren en zijn hart, en ook zijn deur, staat
meteen voor iedereen open.
Of toch bijna voor iedereen...
Hij praat gaarne, honderd uit, over alles en nog wat, over alles wat hem bezig houdten dat is
heel wat op een ongedwongen en openhartige wijze.
Het is duidelijk dat hij zijn woorden niet afweegt in funktie vanHij praat gewoon tegen een
medemens, als klankbord voor zijn eigen wezen. Hij schenkt meteen en zonder meer zijn volle
vertrouwen omdat hij zelf ook gaarne op iets of iemand wil vertrouwen, in iets of iemand wil
geloven.
Gedurende zijn hele leven loopt die rode draad van geloof en vertrouwen in alles wat hem maar
enigszins de moeite waard leek. Ook al werd dit, vrijwel steeds onvoorwaardelijk vertrouwen
en overtuigd geloven, maar al te dikwijls beschaamd in zijn leven, toch bleef, en blijft, Fritz De
Bisschop, dit vertrouwen opbrengen, tegen beter weten in vaak, tot bij het naïeve aan zelfs.
En inderdaad, ergens heeft Fritz De Bisschop heel wat gemeen met de tegen windmolens
aanstormende held van Cervantes.
Vóór alles is hij een dienaar, een
soldaat, echter zonder militair te
zijn, die vecht voor wat hij gelooft.
En onveranderlijk blijft hij hopen,
ook al weet hij van. te voren dat de
strijd uitzichtloos is en dat er noch
eer. noch voordeel te verwachten
is.
Het is dus zeker niet toevallig dat
iemand als Fritz De Bisschop zich
sterk aangetrokken voelt door de
figuur van Mamix van St. Alde-
gonde die. als voorvechter van de
geestelijke vrijheid, de strijd- en
geestesgenoot was van de vader
des vaderlands, Willem van Oran
je
Ook voor Fritz De Bisschop geldt,
dat het niet nodig is om enige hoop
te koesteren om toch maar aan te
pakken en men evenmin zeker
dient te zijn van de goede afloop
om toch maar door te zetten.
Wie zal echter ooit kunnen zeggen
wat dat soort «ondernemers» en
«volharders» zonder hoop, maar
ook zonder vrees, tenslotte toch al
les hebben beïnvloed en veran
derd.
Het «Nee Spe, Nee Metu» van zijn
geboortestad zowel als het «Repos
Ailleurs» van Mamix van St. Alde-
gonde, zijn zonder moeite door te
trekken. Beide deviesen teken on
getwijfeld zowel de persoon Fritz
De Bisschop als zijn leven en zijn
bedrijvigheid.
De twintigste eeuw was pas aan
zijn onwennig begin toe, toen Fritz
De Bisschop op 29 april 1902 te
Aalst werd geboren «op de Nieuw-
straatpoort». Hij was de eerste
zoon van Louis De Bisschop en
Maria Goedertier. Het echtpaar De
Bisschop-Goedertier baatte toen
de ijzerwarenhandel «Meert es» uit
aan de Gentsestraat nr. 22 en 24.
Vader Louis De Bisschop die in
1875 het levenslicht zag. als derde
zoon, in een landbouwersgezin dat
ergens aan de grens van Aalst en
Moorsel ploeterde voor zijn be
staan. was een uitstekende leer
ling. Zoals dat toen nog gebruikelijk
was, in het «Arm Vlaanderen» van
die tijd. werd Louis naar Malonne,
in het Walenland, gestuurd om er in
het Frans te worden opgevoed.
Uiteindelijk moet hij het niet meei
hebben zien zitten in die richtinc
want hij gaf vroegtijdig de brui aar
het studeren. Vrij jong reeds, vooi
die tijd, huwde hij met de drie jaai
jongere Marietje Goedertier Zij
was de dochter van de toenmalige
uitbaters van het nu nog bestaande
kafee «Den Appel» aan de Gent
sesteenweg. Meteen gingen be
iden geheel op eigen benen staan.
De in 1815 opgerichte ijzerwaren
handel Meert, aan de Gentse
straat, werd door het jonge echt
paar overgenomen van de steeds
ongehuwde kinderen, broers en
zusters, Meert. Deze kinderen
Meert waren de oorp's en tante's
van de latere aktivist Hippoliet
Meert (1865-1924) die na 1918
naar Nederland zou uitwijken Dat
het voor deze overname nodige
geld ergens geleend was gewor
den ligt zo voor de hand. Van huis
uit ontbraken nu eenmaal de moge
lijkheid en de middelen. En op die
jeugdige leeftijd zullen Louis en
Maria De Bisschop -Goedertier,
zeker nog geen geld hebben kun
nen samensparen, voldoende voor
deze overname.
Fritz De Bisschop herinnert zich
nog dat vader Louis, op regelma
tige tijdstippen, een haast plechtige
tocht ondernam naar de «Pont-
straatpoort». Zonder dat het ooit
werd uitgesproken was dit telken
male een verdere stap naar de vol
ledige onafhankelijkheid. Door
hard werken kon in een minimum
van tijd aan alle verplichtingen
worden voldaan en wprd de basis
gelegd voor de gestadige groei van
de ijzerwarenhandel waarvan Fritz
De Bisschop de erfgenaam zou
worden. Hij kreeg het echter al
evenmin op een gouden schaaltje
aangeboden Zijn aanse leven zou
zich m en om deze zaak van z'n
ouders gaan afspelen ook al had hij
voor zichzelf een heel andere toe
komst verwacht-
Van de acht kinderen, welke in het
gezin De Bisschop werden gebo
ren, bleven er slechts vijf in leven
Het waren achtereenvolgend Ma-
riette, Fritz, Lucien, Marcel en Al-
fons. Zowel Lucien als Alfons zou
den op vrij jeugdige leeftijd overlij
den
Alfons in 1942 en Lucien in 1946.
Vader Louis De Bisschoo zou het
als grondlegger net niet meer
meemaken dat «z'n taak» in 1952
werd ondergebracht in de eerste
lijke en morele gaafheid van de
jeugd. Een bezoek aan dit oord van
verderf betekende voor de leerlin
gen van hogervernoemde bis
schoppelijke onderwijsinrichting
zonder meer doorzending.
Om scherp toe te zien op mogelijke
onverlaten die het toch moenren
wagen om deze verordening aan
hun studentikoze laars te lappen
werden steeds enkele «engelbe
waarders» uitgezet om van in het
gebouw van de Broeders van
O.L.Vrouw, in de volksmond «zotte
broeders» genoemd omdat zij ge
esteszieken verpleegden, aan de
overkant van de straat, toe te zien
op de in - en uitgaande «Rink»-
bezoekers en uit te kijken of er on
der dit volkje zich soms geen leer
lingen van de school bevonden.
Het resultaat van deze stap in deze
«poel van verderf» was voor Frits
De Bisschop dat hij voor de rest van
het schooljaar de toegang tot de
school werd ontzegd Hierdoor
moest hij het derde middelbaar het
jaar nadien opnieuw overdoen. En
thuis kreeg hij nog wat ekstra op
zijn kop. want vader Louis De Bis
schop dacht er als rechtlijnig man in
de verste verte niet aan om voor
zoonlief verzachtende omstandig
heden te gaan pleiten. Hij steunde
geheel in met dezë. voor die tijd
weliswaar gebruikelijke maar toch
uitzondrlijke zware straf.
Vader Louis De Bisschop was echt
het type man zoals Stijn Streyvels
het voor zijn hoofdfiguur in «de
Vlasschaard» zo treffend zou teke
nen Hij had inderdaad voor zich
zelf reeds van meetaf aan uitge
maakt dat zoon Fritz zijn opvolger
in de zaak zou worden. Alles wat
dus niet paste bij deze intentie werd
dan ook resoluut geweerd. De
meer dan gewone belangstelling
welke Fritz De Bisschop reeds als
kind voor muziek had. werd als het
ware in de kiem gesmoord op door
tastende wijzé. Toen hij op een dag
zijn pril talent uitprobeerde op de
piano maakt zijn vader hem met
enkele rake klappen duidelijk dat hij
daaraan zijn kostbare tijd niet
moest verdoen.
En zoals dat toen nog gewoon
vanzelfsprekend was, bleef zoon
lief, goedschiks-kwaadschiks, bin
nen de voor hem uitgestippelde
weg alleen deze talenten ont-
nieuwbouw, een eindje verder en
aan de overkant van dezelfde
straat waar het ooit allemaal was
begonnen. Op deze plaats is de in
tussen nog verder uitgegroeide en
uitgebouwde zaak nog steeds ge
vestigd.
Te Aalst, en ook ver daarbuiten,
moet men geen verdere uitleg ge
ven als men het over «bij Bisschop»
heeft. Dat het echter ooit zo zou
lopen had zeker niemand dun/en
voorspellen toen in het gezin De
Bisschop - Goedertier in 1902, hun
toekomstige opvolger het eerste
levenslicht zag
ER REEDS BIJ
VOOR 1914-1918
Fritz De Bisschop herinnert zich
nog levendig dat een buurvrouw
hem meenam naar 'n vertoning
van een film over de uitvaartplech
tigheden bij het overlijden van Leo
pold II in 1909. Destijds trok deze
reizende «Cinema» het land rond
met soortgelijke voorstellingen van
aktualiteits-gebeurtenissen welke
het gewoonlijk ook nog deden, ver
schillende maanden na het gebeu
ren Deze voorstellingen gingen
door in een grote tent welke telkens
werd opgezet voor enkele dagen,
in een stad of gemeente, om dan
weer verder te trekken
In 1912dan, werddeaktualiteitvan
die tijd vertoond in de «cinema»-
zaal: CENTRAL, aan de Lange
Ridderstraat, daar waar nu nog de
bioskoopzaal: Rio staat. En zó ge
beurde het dat het 10-jarige Fritsje
toen een film ging kijken over de
ondergang van de TITANIC. Dit
dramatische gebeuren was in die
tijd trouwens gesprekstof voor
«heelder»dagen en weken, ja zelfs
maanden. En jaren nadien werd elk
verhaal over de «ondergang van de
Titanic» steeds met onverdroten
nieuwsgierige belangstelling be
luisterd.
Als kleuter was Fritz De Bisschop
destijds toevertrouwd geweest aan
de toen in 't frans biddende en les
gevende «Dames de Marie» aan de
Achterstraat Al zal hem dit keursje
allicht niet lekker hebben gezeten,
toch huppelde het zoontje van
Louis De Bisschop er letterlijk en
figuurlijk doorheen deze aanloop
naar een verder onderwijs wat ook
voor de rest van zijn leven zou blij
ven nawerken
Ook nu nog is Fritz De Bisschop
niet te spreken over het ronduit
achterlijke en bekrompen konser-
vatieve katoliscisme dat elke gees
telijke vrijheid in de weg stond.
Het was in de glorietijd van de
protserig-pompeuse processie
waarbij al de schoolkinderen opge
trommeld werden. Dat Fritz De Bis
schop toen reeds als kleine jongen
het dansen in de beentjes had zit
ten is hem aan de hand van een
anekdotische gebeurtenis levendig
en vooral klinkend bijgebleven door
een pij nlijk oor dat hij overhield toen
een der «gestrenge» processiebe
geleiders niet kon velen dat hij. met
de flambeeuw in de hand. al te fri
vole danspasjes uitprobeerde op
de muziek van de meestappende
fanfare
Lager onderwijs liep Fritz De Bis
schop in de oude stadsschool, vlak
in de buurt van het ouderlijk huis,
aan «de kat» Middelbaar onderwijs
Louis De Bisschop, vader van Fritz en een vaderfiguur v,
Stijn Streuvels zijn - Vlasschaerd- zou uittekenen
n hel slag zoals
begon hij bij de «Broeders van de
Christelijke Scholen» aan de St. Jo-
risstraat. Op de plaats waar nu het
«Groen Kruis» is gevestigd.
Van daar ging het dan naar het
«College Episcopal» aan de Ko-
lenmarkt om er de 5e voorberei
dende te beginnen.
Vooral in deze onderwijsinstelling
vierde het puriteins katoliscisme
hoogtij zowel wat het onderricht
zelf betrof als wat de mentaliteit van
leraren en opvoeders aanging.
Daarnaast was er de, zo mogelijke
nog meer frustrerende en nog meer
denigrerende, verplichting om
steeds frans te spreken Wie werd
betrapt op het spreken van zijn ei
gen taal werd te schande gesteld
en kreeg het schandmerkteken, het
zgn. «signe».
Als 17-jarige zou Fritz De Bisschop
trouwens aan de deur van het «col
lege- worden gezet wegens zoge
noemd wangedrag. Hij had het ge
waagd om. samen met een drietal
klasgenoten die wegens heel wat
vlegelstreken op een slecht blaadje
stonden bij de schooldirektie, de
toenmalige rolschaatsbaan aan de
Lange Ridderstraat, de «Skating
Rink-, te bezoeken. Deze «Rink»
echter was nu eenmaal verboden
terrein voor waardige leerlingen
van het eerbiedwaardige «collé
ge». Dit wereldlijke rondtoeren op
rolschaatsen werd als hoogstge-
vaarlijk bestempeld voor de zede-
Fritz was eens de blokleider van het Vlaams Nationaal Verbond (EL)