WIE STELT ER TENTOON EN WAT? KUNSTFORMATIEF AALST 1978 WIL EEN PEDAGOGISCH DOEL HEBBEN c B n» m 3 TOT 19 MAART IN OUD-HOSPITAA L 'uXSvO 'l s X ÏV Stlaiir V De Voorpost - 3-3-1978 - 11 !?*B iamt en maatschappij» zijn tegelijkertijd twee met elkaar in ntakt liggende begrippen, maar ook uitersten. Dit voert in grote ite ook de redenen aan van hun bestaan. Allans toch in de hedendaagse kunst. Van beeldende kunstenaars wordt immers verwacht dat z(| in de eente plaats de grenzen van de algemene kulturele ontvoogding doorbreken, om nieuwe frisse ideeën in de plaats te zetten. Deze opdracht is niet gemakkelijk. Soms strekt dat zich over tientallen (aren uit. Dit alles temidden van een beschaving welke voornamelijk is Opgebouwd uit mistoestanden. Seker als het om kunst gaat is porlichting het aangewezen piddel om zich binnen het errein van de kunstenaar te Cecifagen. i meije rebellerende dé-figuratie, ierti kIIit erd ise 1 plaats dat het toekomt. Deze leemte wordt zeer sektair aange vuld door initiatieven van priva te of stedelijke aard. Zij missen echter doorgaans profesionalis- me en duiding. Een verstaanba- te maken voor iedereen. Het standpunt was tevens dat het projekt moest beginnen bij Aalsterse of met de stad verwante kunstenaars. De keuze van de participanten is gegroeid uit de zienswijze dat vooral hedendaagse stromingen moes ten worden getoond. Daarbij werden enkele kontrasten bin nengehaald gaande van pure figurativiteit tot avant-garde strekkingen. De keuze werd ook mede bepaald door de mogelijk heden welke het Oud-Hospitaal biedt. In de tentoonstelling zijn twaalf kunstenaars met elk 5 werken vertegenwoordigd. Een ensem ble groot genoeg om de ruimtes te vullen. De informatieve zijde van het opzet is samengesteld uit verkla rende teksten van de diverse stromingen waarin de kunste naars vertegenwoordigd zijn. Op deze wijze krijgen de bezoekers een verklarende nota en een realiteit tesamen te zien. Het ene vult het andere aan. Het maakt het ook mogelijk om re reden daarvoor is dat de gelegenheids-inrichters niet over voldoende tijd en middelen beschikken om alles in optimale omstandigheden te laten verlo pen. Juist om tal van deze redenen ontstond in de schoot van de 'centrale voor socialis tisch kultuurbeleid', in Aalst vertegenwoordigd door De Rank. de behoefte om een projekt met kunstenaars op te zetten. De idee was er om kunst-infor matie te verstrekken. Niet om de identiteit van kunst aan te tonen, wel om ze aanvaardbaar wordt belicht en soms tot in het absurde wordt verheven. De techniek van Anne-Marie Van Hoorick is eeuwen oud. De werken zijn het resultaat van etsen en aquatint op koper. Uiterst figuratief zijn de werken van Paul Van den Abeele (48 j.). Spontaan geschilderde akwarellen zonder emotie. Zij vormen in de tentoonstelling een tegengewicht voor de echte abstrakte kunst. Een re lativerend moment. Luc Hoenraet (37 j.) presen teert vijf litho's: «Hommage aan Eric Dolphy», de jazz muzikant. Zijn werk wordt geciteerd als materiekunst. Een techniek waarbij de kunstenaar diverse materialen onder elkaar ver mengt en op een vlak aan brengt. De verharde aanbreng wordt dan verder bewerkt in een vorm welke de kunstenaar zelf bepaald. Luc Hoenraet is een van de zeldzame verte genwoordigers van materie kunst in België.De objektkunst is vertegenwoordigd door de sonomobielen van Lieve De Pelsmaeker. Haar werk wordt tot objekt gemaakt omdat het door het publiek kan worden gehanteerd. Het zijn geen sta tische beeldhouwwerken maar manipuleerbare vormen. Een ander element bij dit werk is het gebruiksvoorwerp. Een dy namo (voor het publiek on zichtbaar). een fietswiel en elektrische bedradingen. Door het aanbrengen van sumiere kleurdelen op haar keramieken en onderdelen tracht zij een verband tussen beide te situe ren. Vooral verbeelding en dynamisme treffen in het werk van Lieve De Pelsmaeker. De abstrakte kunst is op di verse manieren vertegenwoor digd. Reeds voor de eerste we reldoorlog ontstond een bewe ging om het kunstwerk vrii te maken van de werkelijkheid en toch de werkelijkheid weer te geven met een grotere aan dacht voor de eigen kreatieve inbreng. Het werk van Wilhelm Mechning (49) evolueert op de rand van de figurativiteit en lyri sche abstraktie. Vooral de lich tinval speelt in de benadering een voorname rol. De Art Brut van René Vinck (38 j.) trof ons bij de voorbeschouwing als een komplete verrassing. Art Brut is een kunstvorm welke ondanks zijn nog maar jonge bestaan vrij vlug bekendheid heeft verwor ven in brede middens. Zoals het woord het zelf al situeert is deze kunstvorm vrij ruw opge vat. De benaming werd ook aangewend om het werk te omschrijven van geestesge- stoorde kunstenaars omdat men er van uitgaat dat deze zich op een vrije morele basis kunnen uiten. Wat niet wil zeggen dat deze werken niet diepmenselijk kunnen aanvoelen De ruwheid van deze kunst maakt het on derzoek naar de onderwerpen trouwens vrij boeiend. beter in te gaan op de begrippen die kunst aanvaardbaar maken voor bredere lagen van de bevolking. Vooral het onderwijs heeft aan dit opzet een houvast. Daarom ook dat de werkgroep zo uitermate veel belang hecht aan de aanwezigheid van scho lieren en studenten op de tentoonstelling. Zij is in feite en in de eerste plaats voor hen gemaakt. De tentoonstelling heeft nog een andere keerzijde. Spontaan is ze uitgegroeid tot een tijdsdoku- ment van enkele generaties Aalsterse kunstenaars. En pas nu merkt men hoe belangrijk Aalst in de kunstwereld is vertegenwoordigd met eigen mensen. Maar nog meer stelt men vast hoe deze mensen door gebrek aan afdoende middelen, waarvan wij er reeds enkele opsomden, aan de vele Aalsterse ogen roemloos zijn voorbijge gaan. En zij niet alleen, er zijn ook nog anderen. De tentoonstelling 'Kunstfor- matief Aalst 1978' laat open vragen achter over het kunst beeld van de stad in vorige jaren. Het zal voor velen een welkome aanvulling zijn van hun kreatief geheugen. Ook in deze mate is de manifestatie op zijn plaats. Uiteindelijk blijft 'kunst' een standpunt ter diskussie. Iede reen interpreteert dat met ande re ogen. Men zou kunnen zeggen dat kunst een behoefte dekt, een alternatief wil plaatsen, de waarheid trotseren of zichzelf zijn. Deze onderscheiden moge lijkheden maken kunst voor het publiek interessant. Kunst in Blue Jean's was een kreet van de straat opgeraapt in de rumoerige tijden van '68. Het zou de doorbraak hebben kun nen betekenen van de modernis tische strekkingen in dit provin ciestadje. De vooropgezette ten toonstelling is er om dwarslig gende redenen niet gekomen. Maar onder de kunstenaars welke tans deel uitmaken van deze expositie waren er velen die toendertijd in blue jean's de stad doorkruisten. Zo zie je dan maar, beter tien jaar later dan nooit. Maurice De Clerck: witte pomp F.etï werk van Jan Sanders uit de verzameling van het museum van Oostende Anne-Marie Van Hoorick drukt een els af (JM) Tot de meest progressieve strekkingen in de hedendaagse kunst behoren de performance-art, het environ ment en 't konstruktivisme. Het konstruktivisme, in de ten toonstelling vertegenwoordigd door Walter Schelfhout (37j.), is een kunstrichting «.welke on danks zijn nog jonge uitdruk king reeds een historische ach tergrond-heeft. Het werd voor eerst als term aangewend door de Rus Tatlin in 1913. Nadien heeft de konstruktivistische stroming zich onder verschil lende gedaanten gemanifes teerd. Vandaag is deze kunst richting aanvaard als een der voornaamste vernieuwin gen. Walter Schelfhout is een uitdrukkelijk konstruktivistisch kunstenaar. Zowel kleur als vorm breken het vlak waarin ze zich bevinden open zodat de geometrie sterker wordt aan gevoeld. Hugo Roelandt behoort samen met Paul Gees tot de jongere generatie Aalsterse kunste naars. Sinds lange tijd werkt hij veel in het openbaar. Zijn per formance art, waarbij de leven dige aanwezigheid van de kun stenaar een voorname rol speelt, legt de nadruk op de kommunikatie. Vanuit optre dens in het publiek tracht hij in kontakt te treden met de aan wezigen. In de tentoonstselling zelf hangen een aantal doku- mentaire totos welke zijn op tredens aanvullen. Foto's die hijzelf niet heeft gemaakt maar door anderen vanuit het publiek zijn opgenomen. Kunstenaars hebben steeds met de omgeving rekening moeten houden. Iemand die beeldhouwwerken maakt moet zich afstemmen op de ruimte. Ook een schilder moet dat in vele gevallen doen. Maar sinds de zestiger jaren zijn kunste naars de omgeving gaan on derzoeken als een bron voor hun werken. Paul Gees is door de natuur omgevingselemen ten sterk aangegrepen. Zijn in grepen in het landschap ge beuren vanuit een vormge vende idee. De tekstuur welke hij daarin heeft opgemerkt is verwerkt in een fotoserie dat tot een groot werk is samenge bracht en uitvergroot. De wer kelijke natuur is onbereikbaar om uit te drukken. Door aanvul ling van tekenwerk en kleur tracht Paul Gees toch de identi teit van de gegevens te beroe ren. Luc Claus maakt vooral sterk tekenwerk. De waarde van de beeldformaties in zijn tekenwerk speelt een even be langrijke rol dan het tekenen zelf. Voornamelijk werkt hij met volumes welke zich binnen een vlak bewegen. De tentoonstel ling «Kunstformatief Aalst 1978» heeft kwa artistieke as- pekten nog veel meer te bieden dan wat hier is opgesomd. Wel licht komen wij daar in de ko mende weken nog eens op te rug. De tentoonstelling is geopend in het Oud-Hospitaal tot 19 maart, in de week telkens van 14 tot 17 uur behalve op vrijda gen, tevens op zondag van 10 tot 12.30 uur en van 14 tot 18 uur. De opening heeft van avond plaats te 20 u. Roger D'Hondt Paul Gees geestelijking der voorstelling getuigt». Jan Sanders werd geboren in Aalst op 26 december 1936 en woont momenteel in Brussel. Zijn werk is figuratief van oor sprong. Details van auto's en motorkappen zijn voor hem ge liefde onderwerpen. Sanders verwerpt echter de identiteit van de weergave zoals de hy perrealisten dat doen. Uit de realiteit plukt hij zijn noodzake lijke jnformatie en geeft daar een bestemming aan. Het werk kan worden gezien in de marge van de nieuwe figuratie. Het nieuw realisme is een kun strichting welke daar sterk bij aansluit. Het is voornamelijk, zoals elke andere figuratieve kunstvorm, ontstaan uit reaktie tegen de abstrakte en teoreti- sce kunst van na de oorlogsja ren. De Amerikaanse Pop-art is daar een belangrijke uiting van. Zij ging weer de werkelijkheid uitbeelden en meer bepaald de gedragspatronen van de maat schappij. Het Europees nieuw realisme is minder direkt dan pop-art. Zeer vaak is het een element dat in de konsumptie- maatschappij zijn gegeven put waarna het uitdrukking vindt in een opposante houding. De zeer detail gebonden etsen van Anne-Marie Van Hoorick (30 j.) sluiten zich daarbij aan. Het zijn tekeningen waarin de kom- plekse wereld in al zijn facetten De Pelsmaecker Sonomobiel I V Telke zich nu toch al enkele ntallen jaren terug heeft igeworpen aan de zijde van de iguratie, heeft de bres die reeds itond tussen kunstenaar en laatschappij nog vergroot. Ab- raktie is nu ook nog voor velen n niet te overbruggen kloof ^Opbleven. Heeft het gebrek aan informatie jleze storing niet in de hand gewerkt? Het onderricht van ons zcfcnderwijssysteem heeft hier ^ejhaar rol niet ten volle begrepen dejen uitgespeeld. Het heeft zelfs ">d»erwijze gefaald dat kunst een ptjzaak is geworden van een elitaire (gemeenschap. Mensen met veel siifgeld en tijd. Binnen deze realiteit heeft de kunstenaar loeten kiezen tussen zekerheid Ivoor velen ook broodwinning) of de vernietigende verwaarlozing van de niet opgewassen massa. De media hebben daarin hun rol jnf gespeeld. Heden ten dage ont wikkelt een groot gedeelte van ffet de pers een klassiek mediabeleid hel in verband met kunst. Ware tref kritische beschouwingen ver- jelj dwijnen uit de pagina's, in' De maatschappij daarenboven volgt getrouw de door de media I aangegeven trend. Net zoals ze dekommentaarover sport slikt. Maar hoe meer beoefenaars van hetene of andere soort hoe meer ruimte ze in haar pers daarvoor owheeft. Een herziening van de wijze waarop men kunst-kritiek fetsbaar kan maken dringt zich op. De kunstenaar zit verstrikt in Ut imago. Binnen een atmos feer welke de laatste jaren een enorme leegte heeft opgeslagen 'Wdringend met konkrete initia tieven moet worden aangevuld. De kunstenaar wil uit zijn Ignatuurlijk isolement. Diverse, voornamelijk buiten landse. musea hebben dit aange roeid. Zij nemende plaats in van Bt onderwijs en organiseren «■posities welke de mens een Ug leert banen in de 'art jingle'. In Aalst ontbreekt zo ttn museum in al zijn facetten. Zelfs het reeds bestaande patri monium kunstwerken in het E bezit van de stad - lees: 1: Remeenschap- heeft niet zijn Maurice De Clerq (59 j.) uit Oordeqem verteqenwoordiat het huperrealisme. Deze strekking wordt algemeen be schouwd als een der meest ak- tuele uitingen van de heden daagse schilderkunst. Het werd echter nooit als een avant-garde begrip voorge steld, dit, in tegenstelling tot bij voorbeeld de konseptuele kunst uit dezelfde periode. Het woord realisme vindt zijn oor sprong bij de Franse kunstkriti- kus Pierre Restany in de zesti ger jaren. Het hyper-effekt werd vooral aanaebracht door Amerikaanse en Zwitserse kunstenaars zoals Hofkunst, Chick Close of Ben Schonzet. Het beeld treft door zijn nauw keurigheid en glamour. De kunstenaar heeft in dit geval vooral een goed oog voor de details. Het groepje Belgische hyper realisten heeft zich een eigen identiteit opgebouwd. Het werk van Maurice De Clercq bijvoor beeld kan moeilijk met het- Amerikaanse werk vergeleken worden. Het geeft een eigen persoonlijke visie weer, de on derwerpen zijn varianter. Zo merk je dat het hyperrealisme zich van streek tot streek on derscheidt. Over 't werk zegt Paul De Vree: «ik kan het hy perrealisme waarderen waar het geen louter registratie is, maar wel degelijk van een ver-

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1978 | | pagina 11