F MINISTE WIL VOORAL EEN OOI LAAT ONS DE KINDEREN NIET ALLEEN KENNIS BIJBRENGEN, LAAT ONS DE KINDEREN LEREN REDENEREN, LEREN WERKEN, DIE VOOR ZICHZELF KUNNEN BESLISSEN EN ZELF VERANTWOORDELIJKHEID KUNNEN NEMEN J DE VOORPOST SPRAK MET DE TE S. 16 - 3-3-1978 - De Voorpost U hebt het zeer druk veronderstel ik? Als een politieker minister wordt is dat natuurlijk een grote dag, maar die euforie is vlug voorbij, vanaf het ogenblik dat men vaststelt wat men te doen heeft en welke ver antwoordelijkheid men draagt. Op het departement van Nationale- Opvoeding heeft men in feite nooit gedaan. Daarbij komt ook nog dat je hier of daar geroepen wordt om te komen spreken? Ik geloof dat dit toch wel een be langrijke taak is van informatie, waarbij het kontakt met de mensen niet mag onderschat worden. Ik ge loof dat het enerzijds de taak is van de minister om informatie en uitleg te geven over zijn politiek maar an derzijds heb ik ondervonden dat die vergaderingen in verschillende hoeken van Vlaanderen mij ook wat leren. Ik hoor de reakties van de mensen en ik vind hier zaken die ik anders in mijn ivoren toren niet zou vernemen. Dat üjkt mij wel be langrijk ook. U zijt ook de grootste werkgever van het land? Ja, qua uitbetalingen van wedden en lonen misschien wel, maar qua macht vergist men zich daar toch wel enigszins in. Men spreekt van de grote baas van het onderwijs, dat is gedeeltelijk waar voor het rijks onderwijs. Voor het vrij gesubsidi eerd onderwijs stemt dit veel min der overeen met de werkelijkheid. Dan begint de konkurrentie met Monseigneur Daelemans? Ja, maar men moet toch de macht van Monseigneur Daelemans met een korreltje zout nemen. Die man staat wel aan het hoofd van het vrij gesubsidieerd katoliek onderwijs, maar dat onderwijs heeft verschil lende inrichtende machten, nl. de verschillende orden. En daar is Monseigneur Daelemans ook niet zo maar de baas. Hij is de koordinator? Ja. L' zei daarnet dat u maar gedeelte lijk de baas bent in het rijksonder wijs. Hoe verklaart u dat? Ik zal het zo stellen, de minister van Nationale Opvoeding heeft de be langrijkste begroting van gans de regering: een kwart van de rijksbe groting. Van die begroting gaat er 87 (ik heb het juist laten nakijken omdat we allemaal besparingen moeten doen in ons departement) naar wedden, lonen en werkings kosten. Daarispraktischnietsaan te veranderen. En er is wat men noemt de kleine posten, die bedra gen zowat twee miljard, waaraan praktisch niets te wijzigen valt. Wat nu de eigenlijke schoolpolitiek be treft is ae minister gebonden door allerlei konsultaties. In de eerste plaats aan de schoolpaktkommis- sie, waar hij telkens de unanimiteit moet behouden. Vroeger was dat tamelijk gemakkelijk, men zat daar met liberalen, met socialisten en met de CVP. Deze kommissie is nu uitgebreid. Er zijn twee of drie soorten liberalen, FDF, VU. In zijn onderwijspolitiek is de minister dus geen vrij man. Hij moet rekening houden met verschillende faktoren ondermeer benevens de school- paktkommissie met de zeer bijzon dere situatie in ons land -dat is niet overal zo- wij zitten met al die net ten: gemeentelijk, provinciaal, vrij gesubsidieerd katoliek onderwijs, Joods onderwijs en met de Decroly scholen. Op de kultuurraad heb ik gezegd, nadat er een tamelijk grote concensus was over mijn visie op de onderwijspolitiek, wat zou ik een gelukkige minister zijn, moest er maar één onderwijsnet in België bestaan. Dat is natuurlijk de moei lijkheid. Toenaderingen zijn uit den boze, veronderstel ik? Er kunnen daar toenaderingen zijn. Inzake onderwijsvernieuwing wer ken we samen. Het voorstel om de pedagogische centra samen te smel ten is nog in onderzoek. Ik geloof niet dat ik er zo maar ik kan lukken om de eerste pluralistische school op te richten. Een eventuele kans zal ik natuurlijk dankbaar aangrij pen. Wij zijn momenteel bezig om kostelijke instellingen, ik denk hier aan een zwembad, een feestzaal, labo's e.a. in sommige gemeenten die niet zo rijk bedeeld zijn uit de grond te stampen om die dan plura listisch te laten gebruiken door alle scholen, zowel vrij- als rijksonder wijs. Het zou het voordeel hebben dat ook na de schooluren dat ge bouw zijn werkelijke socio- kulturele rol zou kunnen spelen, opengesteld dus voor de ganse be volking. Men zegt dat men de juiste partij kaart op het juiste moment op zak moet hebben om aangesteld of be noemd te worden in het rijksonder wijs. Velen spreken over depolitise ring van het onderwijs, maar dat zal wel nog niet voor morgen zijn. /iet u hier een oplossing voor? Terecht, men spreekt veel over de depolitisering. Maar eerst en vooral zou ik willen zeggen dat ik niet ge loof dat een man of een vrouw zon der overtuiging, zonder een idiolo- gische instelling, zonder iets in het onderwijs kan staan, een goede leerkracht is. Wij hebben allemaal in de loop van onze studies een her innering aan één of andere prof, waarvan wij nu nog zeggen, dat was een kerel, dat was een vriend. Die mens had misschien niet altijd de zelfde politieke ingesteldheid als de student zelf, maar hij was de man die deed nadenken, die u kritisch maakte, die diskussies verwerkte in zijn onderwijs. Dat noem ik een goede leerkracht: de man die zijn studenten op de lagere school leert nadenken, later doet nadenken en van gedachten laat wisselen. Wat gebeurt er nu in feite. Bij de aanstellingen- men zegt op dit ogenblik dat het verschil tussen een voetbalmatch en nationale opvoe ding ligt in het feit dat men met een rode kaart tijdens een voetbal match buitenvliegt en met een rode kaart bij de nationale opvoeding binnenvliegt. Laat ons oprecht zijn en niet schijnheilig, het is vanzelf sprekend dat ik rekening houd met de aanbevelingen die ik krijg van mijn mandatarissen. Ik geloof dat alle ministers van Nationale Op voeding dat al gedaan hebben, ook mijn voorganger. Men moet zich natuurlijk aan het statuut houden. En wanneer men zich daaraan met houdt dan heeft de leerkracht in kwestie het recht om naar de Raad van State te gaan. En dat gebeurt. Dat is gebeurd bij mijnheer De Croo en dat gebeurt ook bij mij. Ik zeg niet dat mijnheer De Croo dat gewild foutief heeft gedaan, even min als ik. Weet u dat het statuut een lijvig boekdeel is, dat al zeer veel wijzigingen heeft ondergaan. En niemand die minister wordt kan niet de pretentie hebben van te be weren dat hij gans het statuut kent, gans zijn administratie en heel zijn kabinet kan volgen. Er zijn zeker gevallen die op 'n foutieve wijze gebeuren. Of men nu gewild een onderscheid gaat maken met het aanstellen van stagiaires en met het aanstellen van benoemden betwist ik. Ik geef u een typisch voorbeeld: men heeft nu examen gedaan voor direkteurs van middenscholen. Er moesten 24 kandidaten weerhou den worden, dat zijn de 24 eerste geklasseerden, die in aanmerking komen. En dan begint het statuut te speuren, zij hebben vooraf hun keuze gedaan in welke school zij willen staan. Hetzelfde gebeurt bij mutaties. De vrijheid is niet zo groot als men wel denkt. Ook het schoolpakt komt daar bij kijken. Je moet nu natuurlijk eens het omge keerde zien ook. Een politieker wordt soms slecht gemaakt door de mensen ook. Ik stel vast dat als ik senator was er weinig onderwij zend personeel op mijn zittingsuren kwam, nu als minister is dat heel veel. En voor de rest geef ik daar geen kommentaar bij. Maar de mensen die zich tot mij wenden kan ik moeilijk afschepen. Hel is zo dat leerkrachten met een officieel diploma moeilijk in het vrij gesubsidieerd onderwijs een be trekking krijgen. Het omgekeerde is wel het geval. Worden de volgens de statuten voorziene verhoudingen wel daadwerkelijk gerespekteerd en door wie wordt dit gekontroleerd? Dat is nog een gevolg van het schoolpakt en er wordt nog altijd rekening mee gehouden, wat niet wil zeggen dat er niet een aantal mensen met een officieel diploma in het vrij katoliek onderwijs staan. Enkelen, maar niet veel. Ik kan de verhoudingen van mensen met een vrij diploma in het officieel onder wijs niet, maar ik denk dat er dat wel meer zijn. Ik kan er niet over oordelen, maar die mensen zullen dan wel allemaal korrekt hun job doen. In feite stoort het u niet? Wel kijk, ja en neen. Ik ben voor stander van leerkrachten die ideo logisch ingesteld zijn en die hun on derwijs zodanig geven dat zij aan de kinderen en studenten niet hun eigen mening opdringen, maar ze kennis laten maken met de verschil lende ideologische mogelijkheden en filosofische opvattingen. Ze kunnen aan de studenten bijbren gen dat zij kritisch kunnen oordelen en dat zij hierdoor zelf het besluit nemen welke weg zij wensen op te gaan. Men spreekt de laatste tijd zeer veel van de Rechten van de Mens. Er is ook nog zo iets als de Rechten van het Kind. En men kan zich de vraag stellen of wij het recht hebben om een kind zo maar een richting in te sturen, die wij voor hem beslissen. Ik betwist dat. An deren zeggen, ja u kan dat. Laat ons toch onze kinderen met alleen ken nis bijbrengen, maar ze leren rede neren, leren werken, hun geest open maken zo dat ze voor zichzelf kunnen beslissen, zelf verantwoor delijkheid kunnen nemen. Zo kwe ken ze respekt voor mensen die tot een ander besluit gekomen zijn en een andere richting zijn uitgegaan. Het woord kind is gevallen. Vroeger was het kind er voor de leerkracht, nu is de leerkracht er voor het kind. Ziet u dat te aktiveren in uw beleid? Dat is precies wat wij zouden willen bereiken met de vernieuwing van het lager onderwijs. Het kind moet niet zozeer kennis bijgebracht worden, dan wel begeleid worden. Men zou het woord onderwijzer moeten kunnen van de lijst schrap pen en vervangen door het woord «kindbegeleider- Ik wil reeds be ginnen in het kleuteronderwijs. Wij stellen vast dat de kleuter al niet vertrekt met gelijke kansen. Daar zijn reeds verschillen. Er zijn kinde ren die een achterstand hebben in woordenschat; anderen zijn niet zo handig of hebben een achterstand in hun sociale omgang. Een kind dat uit een groot gezin komt kan veel beter dat vreemd milieu opvangen dan het enig kind dat voor het eerst in aanraking komt met andere kleintjes. Van daar al moet die be geleiding gebeuren zodat men het kind leert hoe het zelf die achter stand ophaalt. Begeleiding is daar bij onontbeerlijk. Dat trek ik door van de kleuterschool, over 't lager onderwijs, over het sekundair on derwijs en nu zelf tot in de universi teit. Ik heb tijdens een werkbezoek aan de Vrije LIniversiteit te Brussel en aan het Limburgs Universitair Cen trum zelf gezien hoe men er het Vernieuwd Sekundair Onderwijs (VSO) met zijn leerpaketten door trekt. Er wordt daar buiten enkele uren ex cathedra bijna geen les meer gegeven. Elke leerling krijgt zijn leerpakket, zijn eigen leerka- mertje. Daar vindt hij zijn diaposi tieven, zijn cassettes met de kursus auditief op en zijn geschreven kur sus. Hij studeert naar zijn eigen ritme en heeft nog altijd de telefoon waarmee hij de assistent om bijko mende uitleg kan vragen. Kortom hij regelt zelf zijn tempo aan een leerpakket dat voor hem bestemd is en waar hij door moet. Dat is het uiterste voorbeeld, daar is alleen maar een begeleiding. Men leert op deze wijze zelfstandig werken. Niettegenstaande het werkloos heidscijfer steeds aangroeit, worden de klasnormen in het onderwijs niet aangepast. Vele scholen hebben klassen van 30 en meer leerlingen. Graadsklassen in het lager onder wijs blijven behouden. In beroeps klassen moeten er minimum 26 leer lingen zijn om de klas te kunnen splitsen, ondanks het feit dat men daar gericht is op meer individueel onderwijs, /uilen de normen aan gepast worden, bievoorbeeld in het kader van het l'lan Spitaels? Er zijn twee zaken: de financiële toestand van het land en het demo grafisch probleem In verband met het tewerkstel lingsprobleem heb ik twee zaken vastgesteld. Eerstens verwijst men altijd naar de miljarden die uitge geven worden voor het onderwijs en dat is verkeerd. Ik heb de tijd nog gekend dat de begroting van landsverdediging hoger lag dan van onderwijs. Er is een normale evolu tie gekomen. Tweedens stel ik ook vast dat wanneer men spreekt over werklozen het altijd gaat over me taalbewerkers, over houtbewer kers en men blijkbaar al die jonge mensen die aan het doplokaal staan met hun universitair diploma, het diploma van regent, onderwijzer of kleuterleidster daar niet bijrekent. Zij hebben toch de inspanningen gedaan van die studies. Ik meen dat men juist bij die enkele tienduizen den het gevaar loopt een generatie verbitterden te kweken, die indien we niet opletten rijp zijn voor om het even welk politiek avontuur. Die zaak moeten wij doorbreken, op het onderwijs moeten niet de grootste besparingen gedaan wor den, want het onderwijs is zelf werkloosverwekkend en bijgevolg moeten wij goed in onze kop pren ten dat wij nu de mensen vormen die de ekonomische, financiële en sociale toestand in de toekomst van ons land gaan bepalen. We zitten nu natuurlijk ook met dat demografisch probleem. Dit jaar waren er 33.000 kinderen minder. Maar dat demografisch probleem stelt zich niet alleen voor het on derwijs. Want wij zitten toch ook met het probleem dat al wat maat schappelijke zekerheid is ook steunt op een deel aktievc bevol king en op een deel bevolking die van de socialè vergoeding geniet. En als die verhouding abnormaal wordt kunnen wij het ook niet hel pen. Wij mogen echter niet over drijven. U hebt gesproken van graadsklassen. Als jonge onderwij- Toen vorige week Minister van Nationale Opvoeding Ramaekersop uitnodiging van CSC De Rank te Aalst uitgenodigd was, was hij de vierde minister die door het stadsbestuur ontvangen werd. Minister Ramaekers is de 17de minister van Nationale Opvoeding sedert de bevrijding. AI schertsend merkte hij op dat dit mandaat nooit twee keer door dezelfde persoon werd waargenomen. De minister weet wat onderwijs is, hij behoorde immers zelf tot het lerarenkorps, zij het dan bij het begin van zijn karrière. Sindsdien heeft hij een druk politiek leven achter de rug. Hij was gemeenteraadslid, provincieraadslid, senator, minister van verkeerswezen in de regering Leburton en minister van Institutionele Hervormin gen. Volksvertegenwoordiger Marc Galle, die ervoor zorgde dat de minister een paar uurtjes vroeger naar Aalst kwam om ons een interv iew toe te staan, leidde de minister in tot de spreekbeurt. Hij wees erop dat op het kabinet van Nationale Opvoeding beroemde namen te vinden zijn: zoals Calewaerts, Claes, Vermeylen, Anseele. De namen van de berucht geworden ministers werden, wellicht uit hoffelijkheid, niet vermeld. En minister Ramaekers is op een woelig departement aangekomen. Maar hij bezit de goede eigenschap de problemen eerst in kalmte op te vangen, te overwegen, en pas daarna tot veranderingen over te gaan. Hij herinnerde het publiek eraan dat Aalst de hoofdplaats is van het arrondissement en binnenkort ook deze van het subgewest. Hij drukte de hoop uit dat de provinciale scholen zouden overgeheveld worden naar het rijksonderw ijs, wees er de minister op dat de tekortkomingen wat betreft de akkomodatie met het blote oog zichtbaar zijn en drukte de wens uit dat de infrastruktuur van de rijksscholen ten dienste zouden worden gesteld van de gemeenschap. Volksvertegenwoordiger Mare Galle begroet de minister van Nationale Opvoeding, zichtbaar met blij gemoed in de streek aangekomen (JM) De minister werd door burgemeester D'haeseleer op hel stadhuis ontvangen (JM) Wat zou ik een gclukkfc wijsnet was (JM) U zijl ook de grootste werkgever van het land? (JM) Minister van Nationaltf diger Mare Galle I zer van 18 startte ik in ell g< klas. Er waren maar enkfcoi gen en dan kon je bijna il in onderwijs doen. Maar wjen graadsklassen een groot i ;em lingen bevatten is dit eei icbl kinderen die nu het basi oud doorlopen mogen niet h< fer worden van hét feit deren tekort zijn. Daarl h' niet aan doen. Verder i ®lr3 werkstellingsmaatregel d PK' een verbetering van het( Ik geef u een voorbeeld met zekerheid uitgevoer dtf den: wanneer ik de no b 300 leerlingen voor een zonder klas naar benede 180 190 leerlingen, dan <kr tot 550 mensen aan het ik® verbeter ook mijn ondet k ik laat die direkteur dan 1 gogische rol spelen en dt "H In mijn tijd begon men aai voor onderwijzer op 14-j oei tijd en gedurende 4 jaar w gekneed en gevormd o A worden. Nu is men dat ifr» neumstudie op 2 jaar. Ma ®e derwijzer heeft bijna geel e Zeker in de vemieuwin li,; waarin we nu zittèn is I 0 pedagogisch het onderwi beteren. Dat is slechts «f voorbeeld- We zullen het tewerkstellingsplanjM werkloze kleuterleidste* aanstellen als stagiairs. V ook maatregelen voor NL. dair onderwijs. Vroeger!^ elk jaar 10% leerlingenjp* om de klas te mogen s] 10 is nu weggevalle werkstelling voor gev heeft. Ik zit nu in mijnl maand, een volle drachtT geloof dat we al een paarif len getroffen hebben Hef vooral op aan in de kolf riode de politieke r openbare opinie te overt! het belang van de tewer» 't onderwijs. En vooral f niet kan of mag aanvaart»

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1978 | | pagina 16