LP. BOON DANST EEN «MENUET» OP DE
PLANKEN VAN KVS BRUSSEL
LUC DE BLOK
STELT TENTOON IN
DE BELFORTKELDER
UNIEK BACH KONSERT TE AALST
TWEEDE MIDDAGKONSERT
TE AALST
12 - 10-3-1978 - De Voorpost
Vorige week donderdag, 2 maart, ging in de KVS te Brussel
het stuk «Menuet» van onze Louis-Paul Boon in première.
Zijn werk werd voor de planken bewerkt door de bekende
toneelauteur Pieter De Prins. Andermaal heeft deze auteur
bewezen een uitstekend Boon-kenner te zijn, want het resul
taat is opnieuw een boeiend stuk, volledig in de geest van
Boontjes roman. Dat deze beide auteurs ergens raakpunten
hebben, bewees Pieter De Prins reeds met zijn adaptie van
«De bende van Jan De Lichte», dat in 1974 met bijzonder groot
succes werd gekreëerd door het Mechels Miniatuur Teater.
De roman Menuet
De roman zelf verscheen voor
het eerst in 1955 en wordt door
de schrijver zelf tot zijn beste
werk gerekend. In dit boek
vormt het hedendaagse barba
rendom, een hoogtijvierend
verschijnsel in onze huidige
zogeheten beschaving, het
centrale tema. Tegen deze
achtergrond tekent de auteur
het leven van de onderste, of
misschien wel ten onder ge
drukte, klasse van onze bevol
king.
Een menuet is een oorspronke
lijke Franse dans van langza
me, afgemeten statige bewe
gingen in drie-kwart maat. Het
verhaal zelf vertelt de geschie
denis van een arbeider in een
diepvrieskelder en zijn verhou
ding tot een dievrieskoele
echtgenote en het nog zeer
jonge meisje dat bij hem het
huishouden doet. Een stroom
van fait-divers, krantenberich
ten over moord, verkrachting
en ellende, zorgt ervoor dat de
persoonlijke ellende opgeno
men wordt in de algemene tra
giek van de menselijke samen
leving. In de loop van het ver
haal evolueert het meisje van
toeschouwster tot medespeel
ster. Ook zij treedt in de dans.
Over zijn roman zegt L.P. Boon
zelf dat het een verhaal is dat
verteld wordt door drie perso
nages: de man, de vent die twij
felt aan alles en vraagt welk nut
alles rondom hem wel heeft;
daarnaast de vrouw die gelooft,
te identificeren met de groep
mensen die gelooft in een ze
ker vorm van evolutie zonder
revolutie: wij moeten werken,
wij zijn gekomen om van dier
wat weet ik God te worden. En
daartussenin staat het figuurtje
van het dienstmeisje, het type
van de huidige tijd die ironisch
is, die bitter is, die nergens mee
inzit, wij leven in het existentia
lisme. Tot dusver Boontje.
Ergens verwijt de vrouw haar
man dat hij op een andere pla
neet leeft. Maar wij zouden de
vraag willen stellen wie er ei
genlijk in een andere wereld
leeft en niets ziet van wat zich
rondom hem afspeelt, wie is de
dagdromer en wie is de realist
uiteindelijk?
In deze roman dus geven drie
personages, die ieder eenmaal
optreden, om de beurt hun ei
gen versie van nagenoeg de
zelfde gebeurtenissen, elk
vanuit zijn eigen perspektief,
zijn kijk op, zijn ervaren van een
zeker gebeuren. Hun ziens
wijze situeert zich steeds in de
zelfde tijd. leder op zijn beurt
annexeert aan zijn kijk een per
soonlijke achtergrond, waar
door een reeds geciteerde ge
beurtenis steeds in een nieuw"
daglicht gesteld wordt.
Het toneel Menuet
Pieter De Prins nu heeft, in sa
menwerking met de regisseur
Walter Moermans, deze naast
mekaar geplaatste monologen
omgewerkt tot een teatraal ge
beuren waarin naast de man,
de vrouw en het meisje nog
twee ekstra figuren ingescha
keld worden, meer bepaald de
zwager en de werkmakker van
de man.
In een gesprek zegde de to
neelbewerker Pieter De Prins
dat Menuet een enorme uitda
ging vormde wegens de moei
lijkheidsgraad om het te be
werken voor teater. Het was
zijn grote kommer om via het
medio teater, de toeschouwer
even diep te treffen als de ro
man de lezer getroffen heeft,
zonder echter belerend of bet
weterig te willen zijn. Het
kwam erop aan om drie perso
nages, die naast elkaar hun
versie op eenzelfde gebeurte
nis geven, in dialoogvorm met
elkaar te konfronteren.
De toneelauteur is in ieder op
zicht via de typering van de vijf
personnages uitstekend ge
slaagd in zijn opzet om de toe
schouwers ergens diep te tref
fen. Iets wat men ten volle be
seft op het einde van het stuk,
waar het dienstmeisje de baby
wurgt, en dit ervaart als de
meest voor de hand liggende
uitweg, die daarom geen op
lossing behoeft te zijn.
Zo kwam en komt Menuet tot
stand
Zoals hierboven reeds gemeld
werd het werk van Louis-Paul
Boon voor toneel bewerkt door
Pieter De Prins en werd het ge
regisseerd door Walter Moe-
remans. Sylvain Meert bouwde
een vlot en funktioneel dekor
op. De hoofdrol wordt gespeeld
door een schitterende Mare
Bober, die werkelijk briljant is in
een uiterst moeilijke rol welke
ongetwijfeld zeer veel eist ook
van een topakteur. Gerda Mar-
chand is de hard wroetende,
verzakelijkte vrouw die on
dergaat in haar geloofswereld.
Gilda De Bal voert het alles be
halve onschuldige dienst
meisje ten tonele op een rau
we, kinderachtige manier, wars
van alle kompleksen. Verder
zijn er dan nog Fred Robion in
de rol van de geile, gearri
veerde schoonbroer en Sjarel
Branckaerts in het personnage
van de afgestompte werkmak
ker Menuet, een stuk dat de
verplaatsing naar Brussel ze
ker waard is.
MON DE GENDT
Repeliefolo van Menuet- van L.PBoon, bewerkt door Pieter de Prins en Walter Moeremans.
Moeremans, Fred Robion en Gerda Marchand
In de krypte van het Belfort te Aalst werd op zaterdag 4 maart
laatstleden een tentoonstelling geopend met schilderijen, ke
ramiek en brons van Luc De Blok. De inleiding tot deze ten
toonstelling werd verzorgd door H. Roels, schepen van kui
tuur. Tot 19 maart kan u er nog terecht.
Het werk van Luc De Blok is
van die aard dat men ofwel er
voor of er tegen is. Een neutrale
stellingname tegenover zijn
werk (vooral dan zijn schilderij
en) lijkt ons niet mogelijk. Zon
der afbreuk te doen aan de
kwaliteit van het werk liet het
werk van deze jonge man ons
een minder gunstige indruk na.
Niet omdat het werk per se
Op vrijdag 17 maart 1978 heeft te 20.30 uur een buitengewoon
konsert plaats dat integraal is gewijd aan werken van het
genie Bach. Uitvoerders zijn Louis Van der Paal, klavecimbel
en Dirk Vermeulen, viool.
Beide kunstenaars hoorden we reeds eerder bezig, zij het dan
in beperkte kring. Onze bevindingen waren dan in die mate
positief dat we zonder meer het publieke optreden van harte
kunnen aanbevelen.
Louis Van der Paal is voor velen geen onbekende meer. Hoe
wel deze Nieuwkerkenaar geen beroepsmusicus is zagen we
hem reeds meermaals op het konsertpodium, hetzij als diri
gent van het mannenkoor Pro Musica, hetzij achter het spinet
of het klavecimbel. Steeds merkten we op hoe bezield, maar
nooit theatraal, deze man zich in dienst van de muziek stelde.
Bescheiden eerlijk.
Dirk Vermeulen, violist behaalde het Hoger Diploma aan het
Koninklijk Konservatorium te Brussel. Hij is Gegradueerde
van de Muziekkapel Koningin Elisabeth, de harde leerschool
waaruit vele vooraanstaande musici voortkomen. Dirk Ver
meulen was laureaat van «Tenuto» (B.R.T.) en «Jonge Men
sen op het Konsertpodium» (N.O.S.) Momenteel is hij kon-
sertmeester bij het Collegium Instrumentale Brugense en bij
het Tübinger Kammerorchester. Als solist maakte hij ver
schillende konsertreizen, zowel in Europa als in Amerika,
Afrika en Australië.
Het programma vermeldt zoals
we reeds schreven, enkel werk
van Johann Sebastian Bach. Er
zullen twee sonates voor viool
en klavecimbel, een sonate
voor viool sola, twee Preludia
en Fuga's uit «Das Wohltempe-
rierte Klavier» en de Franse
Ouverture voor klavecimbel
worden uitgevoerd. Een meer
dan mooi programma dus. We
menen dat dit een van de wein
ige konserten is waar enkel
meesterwerken van de hoog
ste rang worden gespeeld.
Bach voorstellen hoeven we
niet. De naam ligt in ieders
mond en zelfs zij die nog nooit
aandachtig naar Bachs muziek
hebben geluisterd hebben ont
zag voor deze fenomenale mu
sicus. In 1985 zal het juist drie
honderd jaar geleden zijn dat
hij geboren werd.
VIOOLSONATES
Daar waar Handels vioolsona
tes vaak doen terugdenken aan
de 18de eeuwse Italianise
rende stijl (vooral de sonates in
A en D uit het opus I, respektie-
velijk de nummers 3 en 13) zijn
de gelijkaardige werken van
Bach op een gans andere leesl
geschoeid. Bij Bach zijn klave
cimbel en viool evenwaardig,
t.t.z. beide instrurhenten krijgen
een even belangrijke rol toebe
deeld. Voor het klavecimbel
geen becijferde bas meer,
maar een zelfstandig uitge
werkte partij. Viool en klave
cimbel brengen een dialoog,
waar beide stemmen evenveel
te vertellen hebben en, door de
polyfonische schrijfwijze elkaar
aanvullen en steunen. Met
deze werkwijze was Bach zijn
tijd ver vooruit. Hij schreef zes
dergelijke werken, al dan niet
met klavecimbel. Sommige van
die sonates zijn in de kern sui
tes, een opeenvolging van
dansen, (vb. de nummers 2,4
en 6) De laatste sonate (in
feite suite) bevat een solo voor
klavecimbel.
DAS WOHLTEMPERIERTE
KLAVIER
Deze gigantische verzameling
Preludia en Fuga's in alle toon
aarden houdt verband met de
getempereerde stemming of
gelijkzwevende temperatuur.
Dit is 'n aanpassing tussen t
verschil van de natuurlijke in
tervallen en de intervallen
voortgebracht door een klavier.
Normaal gezien is de kwint bij
een snaarinstrument gelegen
op 2-3 van de totale lengte van
de snaar. Brengt een snaar bij
voorbeeld de toon C (do) voort,
dan kan men de kwint (G of sol)
bekomen door de vinger juist
op 2/3 van de snaar te plaatsen.
Plaatst men de vinger op de
halve snaarlengte dan bekomt
men het eerste bovenoktaaf.
Wanneer men op dit gegeven
verderbouwt en stelselmatig
kwinten opbouwt zou de
twaalfde kwint logischerwijze
moeten samenvallen met het
zevende oktaaf. Het zevende
bovenoktaaf echter klinkt iets
lager dan de twaalfde boven-
kwint.
Louis Van der Paal en Dirk Vermeulen
Logisch, want 2/3 tot de
twaalfde is niet gelijk aan 1/2 tot
de zevende. Ten tijde van Bach
nog gebruikte men doorgaans
de ongelijkzwevende tempera
tuur, waarin men de eerste acht
kwinten precies volgens de 2/3
verhouding stemde en het ver
schil tussen twaalfde boven-
kwint en het zevende bovenok
taaf verdeelde over de saarop-
volgende kwinten. Dit systeem
had tot gevolg dat slechts wein
ige toonaarden geheel zuiver
klonken.
Toonaarden met veel voort
ekens klonken vals. De gelijk
zwevende temperatuur echter
vangt dit probleem op door ge
woon het verschil tussen de
eerder genoemde twaalfde bo-
venkwint en het zevende bo
venoktaaf te verdelen over elke
kwint. In de gelijkzwevende
temperatuur is elke kwint dus
iets kleiner dan de natuurlijke
2/3 verhouding.
Deze lange, en misschien voor
sommigen te technische uitleg
wil enkel maar aantonen dat
Bach met het komponeren van
zijn «Wohltemperierte Klavier»
wou aantonen dat men in elke
toonaard kon komponeren.
Voor ons lijkt het een natuur
lijke zaak. In Bachs tijd echter
was dat niet zo.
Ook al ligt een technisch pro
bleem aan de basis van het
ontstaan van dit werk, de mu
ziek is van buitegenwone
schoonheid, hoewel zij niet ge
dacht is als luistermuziek. Op
de titelpagina vermeld Bach:
«...zum Nutzen und Gebrauch
der lehrbegierigen musikali-
schen Jugend, alsauch zum
Zeitvertreib der auf diesem
Gebiete schon geschickt Se-
ienden.»
Voor leergierige jeugd, en voor
tijdverblijf voor hen die in de
muziek reeds bedreven zijn
Deze zin toont meer dan vol
doende aan welke stelling-
name Bach toen tot de muziek
nam: in dienst van Er werd
geen rekening gehouden met
de luisteraar, wel met de uit
voerder. Het eerste boek ver
scheen in 1722. Het tweede
boek in 1744. Onderling ver
wantschap hoeft men niet te
zoeken. Elk stuk staat volko
men op zichzelf en dient als
dusdanig geïnterpreteert te
worden.
Afspraak met Louis Van der
Paal en Dirk Vermeulen dus op
vrijdag 17 maart om delen uit
«Das Wohltemperierte Klavier»
en andere muziek van Bach te
beluisteren. De inkom bedraagt
100 frank. Jeugd en plus-drie-
passers betalen slechts vijftig
frank. Het wordt in elk geval de
moeite waard.
André De Groeve
slecht is, maar gewoon omdat
de artistieke taal die Luc De
Blok spreekt meer aandacht
schenkt aan de welsprekend
heid dan aan de inhoud. We
kunnen ons niet ontdoen van
de indruk dat Luc De Blok
sommige dingen maakt, enkel
omwille van hef interessant-
technische. En we geven toe,
hierin slaagt hij.
Andere werken zijn zeer aan-
sprekelijk, maar toch blijft het
ietwat teatrale als een laag ver
geeld vernis aan het doek kle
ven.
Hoewel deze negatieve op
merkingen misschien niet bij
iedere instemming zullen vin
den, zijn we ervan overtuigd
dat het zuiver artistieke nóg
steeds de kern dient te vormen
van alles wat zich kunst laat
noemen of ervoor moet door
gaan. Ergens is het begrijpelijk
dat een jongeman als Luc De
Blok hierin zijn weg nog niet ge
vonden heeft, maar niets belet
hem deze te vinden. Het is dui
delijk dat we hier met een talent
te maken nebben die de mate-
Werk van Luk De Block in de kelder van het Belfort (JM)
rie waarmede hij werkt vol
doende beheerst. Maar, zoals
we reeds schreven; de materie,
het middel mag het doel niet
worden. Evenmin heeft Luc De
Blok gebrek aan fantasie
persoonlijkheid in zijn w
Maar dit alles is nog niet
doende. Kunst is meer...
André De Gro«
Schepen Roels opent de tentoonstelling van kunstschilder Luk De Block in de Belfortkelder (JM)
Op zondag 19 maart heeft in de feestzaal van het stadhuis te
Aalst het tweede van een reeks middagkonserten plaats, ge
organiseerd door «V.Z.W. Middagconcerten in Oost- en
West-Vlaanderen» in samenwerking met de «V.Z.W. Muza».
Aanvang: 16.00 uur. Uitvoerders en programma van dit
tweede konsert lijken ons interessant genoeg om een boei
ende muzikale zondagnamiddag te beleven. Niemand minder
dan Heidi Hendrickx en Levente Kende (samen vormen ze een
piano duo) zullen te gast zijn. Ze zullen werk vertolken van
Mozart, Mendelssohn, Schubert en Brahms.
Heidi Hendrickx werd geboren
te Antwerpen. Ze behaalde een
eerste prijs voor piano aan het
Koninklijk muziekkonservato-
rium in haar geboortestad. Dat
zelfde jaar nog 1969) wist ze te
slagen in het ingangsexamen
tot het Tsjaikowsky Conserva
torium te Moskou. Vijfjaar later
zou ze Moskou verlaten met
eervolle vermeldingen en geluk
wensen van haar Russische
professoren.
Levente Kende werd geboren
te Budapest. Reeds op veer
tienjarige leeftijd was hij leer
ling aan het Béla Bèrtok Kon
servatorium voor speciaal be
gaafde kinderen. Hetzelfde jaar
nog won hij de gouden medaille
voor jonge pianisten. Hij stu
deerde eveneens aan de Franz
Liszt Akademie te Budapest
waar hij glansrijk slaagde in de
afdeling pianovirtuozen. Net
als Heidi Hendrickx studeerde
hij aan het Tsjaikowsky Kon
servatorium te Moskou, en dit
van 1972 tot 1974.
Het programma
Van Mozart wordt de sonate in
D groot K V. 381 ten gehore
gebracht, een werk dat minder
bekendheid geniet dan het ver
dient. Zo gaat het trouwens ook
met vele tientallen andere
komposities van de meester.
Felix Mendelssohn - Bartholdv
wordt vertegenwoordigd met
het Allegro Brillant opus 92
Eveneens een minder bekend
werk. Van Mendelssohns kla
viermuziek zijn het vooral de
«Lieder ohne Worte» die n
ingang vonden bi] de muz
liefhebber. Prachtig pia
werk levert Mendelssohn oo
zijn Variations sérieuses, di
rend uit 1841.
Van Franz Schubert krijgen
de «Phantasie» opus 103.1
als voorgaande kompositi
machtig mooie muziek, mi
helaas ook té weinig uiti
voerd. In deze kompositie tol
Schubert eens te meer dat
grote kracht eerder in het
provisatorische lag dan in
variatiekunst.
Het optreden van Heidi He
drickx en Levente Kende
worden besloten met Ho
gaarse dansen van Johann
Brahms. Deze werkjes drag
geen oppusnummer. In f©
zijn het bewerkingen van
geunermelodieën. Door de li
rijke arrangementen zijn de
stukken tamelijk gekend bij h
grote publiek. Naast de Walsf
opus 39 vormen deze Hoi
gaarse dansen Brahms mee
belangrijke bijdrage tot de vie
handige pianomuziek.
Een mooi programma dus d
ongetwijfeld velen zal boeien
A. De GroeV