Van Sander tot Cesar...
Praten met
Jan Reusens:
Wij ruiken theate
Jan Reusens. Een gladgestreken gezicht dat in een mum van tijd vol ekspressie
zit...
De ouderen onder ons herkennen in hem meteen de Sander-figuur uit «Schip
per naast Mathilde». De nog betrekkelijk jonge, niet al te snuggere man van
twaalf ambachten en dertien ongelukken, die een vriend was van iedereen en
dat overvloedig toonde door voortdurende handjes te geven.
Zowel de ouderen als de jongeren volgen sinds oudejaarsavond zijn esbatte
menten in «Slissen en Cesar», het volkse BRT-feuilleton, dat hoge kijikcijfers
haalt.
De theateradepten zien hem regelmatig aan de slag in de Brusselse KVS, waar
Jan Reusens zich overigens het best in zijn schik voelt. Op de planken.
Wij spraken met hem, net voor de repetitie-avond van de Lebbeekse rederij
kerskamer «De Constminnende Jonckheyt». Sinds een paar jaar verzorgt Jan
Reusens er de regie. Bij een kop koffie praatten we honderduit over zijn
Sander- en Cesarkreaties, over zijn toneelkarriere, over het amateurtoneel.
Voor leken prestaties om hoge ogen op te zetten, voor Jan Reusens doodge
woon het uitoefenen van zijn beroep. Niet min of niet meer. Een stiel als een
andere, monkelt hij...
MECHELAAR
Jan Reusens is geboren Meche-
laar. Vanaf zijn tiende was hij
aktief in de amateurtoneelwe
reld van zijn geboortestad. Hij
liep vier jaar conservatorium,
behaalde het diploma en richtte
er samen met Luc Philips, het
Mechcls Miniatuurtheater op.
Het doet me plezier, zegt hij.
'Jat dit theater momenteel nog
altijd bestaat en geslaagde pro-
dukties opzet.
Nadat Jan Reusens twee jaar
verbonden was aan het NKT-
Nederlands Kamertoneel-
Antwerpen, stapte hij over
naar de Brusselse KVS. Mo
menteel is hij er bezig aan zijn
twintigste speeljaar. Hoewel
hij bij het theaterpubliek ruime
bekendheid genoot, toch dankt
hij ongetwijfeld zijn enorme
populariteit aan zijn optreden
in «Schipper naast Mathilde».
het volkse feuilleton, dat in het
begin der zestiger jaren de
Vlaamse televisiekijkers tij
dens elke uitzending aan hun
toestel kluisterde.
VAN SCHIPPER
NAAST MATHILDE..
Neen. verduidelijkt Jan. bij de
start van - De Schipper» was ik
niet van de partij. Hoewel ik
wel aan het werk gezet werd in
een paar bijrollen. Echt in de
slag zat ik pas vanaf de hon
derdste aflevering. Tot het
eind dan. Tot de honderdnege-
nentachtigste.
De medewerkers van toen? Al
len een stuk ouder en de mees
ten onder hen met pensioen.
Enkel Nand Buyl (Schipper).
Chris Lommc (Marieke) en ik
zelf zijn nog aktief met het
theater bezig. Toevallig alle
drie in de KVS. Nander Buyl.
die indertijd de schipper ook
regisseerde, is nu zelf artistiek
direkteur van deze Brusselse
schouwburg.
De overigen Rcné Peelers
(Hippolict, 't is da wa'k zei.
hé). Jet Cabanier Malhilleke),
Josée Puissant (Madame Kric-
lemans. de kockjesvretendc
praatbarak) zijn met pensioen.
Arthur Bouchez (Filidoor. de
schilder -stotteraar) is overle
den.
Alle afleveringen van -Schip
per naast Mathilde» werden
rechtstreeks uitgezonden. Be
halve een paar buitenopnamen
bleef dan ook niets bewaard,
zodat wedcruitzending onmo
gelijk is. Ook al wordt hierom
van diverse kanten verzocht
Dat rechtstreeks voor de ca
mera werken, schiep ons geen
speciale problemen, zet Jan
Reusens uiteen. Wij waren
immers allen akteurs van de
planken. En dan sta je steeds in
rechtstreekse konfrontatie met
het publiek.
De reden van het sukses van dit
feuilleton? Het was volks, het
was een produkt van mensen
van bij ons. En het publick was
toen nog niet zo verwend als
het nu wel is. Je kan overigens
zeggen dat de televisie als me
dium voor een deel zijn be
kendheid aan -de schipper» te
danken heeft.
Of Jan Reusens zich nog een
plezierige anekdote uit die tijd
herinnert? Neen. antwoordt hij
zonder blikken of blozen, er
bestaan geen plezierige anek
dotes in een stiel. Vermeld
misschien in uw artikel dat de
Lebbeekse toneelkring
-Vrede» (nu: De Constmin
nende Jonckheyt) indertijd
vaak voor de figuratie in
-Schipper naast Mathilde»
zorgde en dat het interieur van
-De Cambrinus». het cafeetje
uit de serie, naar de Brusscl-
selse studio's gehaald werd uit
het Lebbeekse café -Ons
Huis».
NAAR SLISSEN EN
CESAR
In de serie «Slissen en Cesar».
Pierre Van Rossi
mand me toewuifd, dan wuif ik
gewoon terug. Dat stoort me
geenszins.
THEATERKARRIERE
Meer nog dan een televisie- of
Filmakteur wil Jan Reusens een
man van de planken blijven:
Een toneelspeler staat toch op
de planken? Film en televisie
zijn wel richtingen die parallel
met het theater lopen, maar een
echte akteur verkiest de plan
ken. En niet alleen om het kon-
takt met het publiek. Het is de
scène, het zijn de planken, die
het doen. Voor iemand die de
stiel niet beoefent, wellicht
niet te begrijpen. Maar een
echt akteur moet de planken
hebben, ze horen kraken, de
niet uit de zaal was.
Naar welk genre zijn voorkeur
uitgaat, willen we nog weten.
Naar het drama antwoordt hij
meteen, want ik heb nog niet
anders dan drama gespeeld.
Da's ook de reden dat de men
sen er zo om lachen. Het drama
leunt immers erg dicht bij het
humoristische aan. En omge
keerd. Als ik me bvb. in «Slis
sen en Cesar» laat gaan en ik
begin die rol humoristisch te
spelen, dan ben ik zeker dat er
niemand meer om lacht. Je
moet immers altijd geloven in
de dramatische kracht van om
het even welke rol.
Aan de kritiek stoort Jan Reu
sens zich geen zier. Hij leest
trouwens ook nooit de kom-
heeft. Ik spreek met kennis
zaken, want ik heb jarenlang
amateurskringen gespeeld,
heb er voor geleefd zoals
voorheen voor mijn beroep j
leefd heb. Dooreen samenlo
van omstandigheden mocht
van mijn hobby mijn bero
maken. Da's overigens e
van de redenen waarom ik e
gelukkig man ben.
Worden de amateurkring
niet verplicht regelmatig op
komische toer te gaan, will
ze kans op slagen hebben om
leven te blijven, willen we n
weten.
Dat hangt af van kring
kring, mijmert Jan Reusens.
moet natuurlijk je publiek lo
ken. Het is in dat verband ec
naar de toneelstukken van Je-
room Verten, vertolkt Jan
Reusens de rol van Cesar, ook
al geen figuur die uitblinkt
door snuggerheid.
Neen, beantwoordt Jan Reu
sens de vraag, of er tussen de
figuur van Sander en die van
Cesar, geen verregaande gelij
kenis bestaat. Neen, ik vind ze
wel verschillend. Je kreëert
een Sander en je brengt een
Cesar. Tussen beide figuren zit
ook reeds een periode van vijf
tien jaar. Het zijn beiden na
tuurlijk sukkelaars. Toegege
ven. Maar om hierin een verge
lijking te gaan zoeken. Neen.
En eerlijk gezegd, ik heb er
nóg zo niet over nagedacht.
Van «Slissen en Cesar» wer
den twaalf afleveringen opge
nomen. Hierin zitten de drie
toneelstukken verwerkt, die
Jeroom Verten schreef. Wat
hij zelf denkt over dit feuille
ton, kan Jan Reusens niet eens
zeggen, want hij heeft nog
geen enkele aflevering gezien!
Niet dat hij er geen tijd voor
heeft, maar een metselaar gaat
toch evenmin de woning of de
muur bezichtigen, die hij ge
metseld heeft, werpt hij op
tafel. Gisteren was ik nochtans
thuis, herinnert hij zich, maar
ik heb met mijn vrouw een
Duits showprogramma ge
volgd.
«Pallieter», de film van Ro
land Verhaevert, waarin Jan
Reusens ook optrad, heeft hij
evenmin al gezien.
Neen, ik vind het geenszins
vervelend dat de mensen me op
straat herkennen, beantwoordt
Jan Reusens onze vraag. Hoe
genaamd niet. Dat ligt mis
schien aan mijn karakter. Ik
ben, al zeg ik het zelf, nogal
menslievend en wanneer ie-
geur van de koorden in je neus
voelen dringen. Wij ruiken
theater! Dat is net hetzelfde als
in het cirkus. En is alles niet
begonnen in het cirkus?
Of er nu weinig of veel publick
is, zet hij zijn betoog verder,
dat mag een echt akteur niet
deren. Vanzelfsprekend is het
prettiger, wanner zes- zeven
honderd mensen in de zaal zit
ten. Ja, dan zijt ge weg, hé!
Maar zelfs wanneer de belang
stelling eerder aan de lage kant
ligt, mag je dat niet beletten je
volledig te geven.
Uit de honderden rollen die hij
in zijn jarenlange carrière te
vertolken kreeg, bewaart Jan
Reusens erg aangename herin
neringen aan de stukken van de
Russische auteurs, o.a. van
Dostojewski en van Tsechow.
Ik heb een heel goeie souvenir
aan Smerdiakow in -De Ge
broeders Karamasow», herin
nert hij zich, aan de professor
in «The Browning Version»
van Terence Rattigan en aan de
aanzoek in «Het Huwelijks
aanzoek» waar ook de lach
mentaren in kranten en week
bladen. In de gazetten moet het
niet gebeuren, zegt hij, wel op
de planken!
AMATEURTONEEL
Jan Reusens houdt van regie-
werk. Hij noemt het prettig
werk, vooral wanneer je een
goeie groep mag regisseren en
er hard gewerkt wordt. De
amateurs moeten zich ove
rigens even hard inzetten als de
beroepsspelers. Het publick.
zelfs in het kleinste dorpje in
Vlaanderen, is er trouwens
mede dank zij de televisie,
sterk op vooruitgegaan. Je kan
ze niet langer met een kluitje in
het riet sturen, wat jaren gele
den nog kon. Vandaag de dag
moet je je volledig geven.
Het amateurtoneel is immers
veeleisend. En sommige lief
hebbers nemen een foutieve
start. Ze willen alles aanpak
ken. Wat niet kan. Ik durf ge
rust te zeggen, dat wanneer
iemand een beroep heeft en
bovendien nog aan amateurto
neel doet. hij de handen vol
jammer, dat een groot deel va
het publick, enkel goed a
slecht schijnt te kennen.
Speel je een dijenkletser, dal
is alles o.k. Staat er echter ïetj
meer klassiek of een spirituell
komedie op het programma
dan valt het heel wat minder il
de smaak. En beginnen ze tl
gaan vergelijken met wa
vroeger gespeeld werd. En da
is fout. Er zal bovendien nie
mand uit de zaal komen c
zcggen:Dat leek me nil
slecht. Maar ik heb het niet be
grepen. Zo fair is niemand. I
Nee, om te besluiten, het amaj
teurtoneel mag niet onderschat
worden. De betrokkenen moei
ten dezelfde discipline opl
brengen als de beroepsspelers!
Discipline is trouwens de eerl
ste vereiste voor om hel evea
welk akteur. Je zelftucht opl
leggen. Ik ben twintig jaar irj
het theater, ik ben nog nooil
één minuut te laat gekomen,
noch op de repetities, noch opl
de voorstellingen. Dat is over-l
iegns een regel die je in elk;
beroep moet toepassen..