IS GHIJSENS VERDIENSTELIJKSTE AALSTENAAR 1978 LEVENSGEVAARLIJKE TOESTAND TE HOFSTADE HET JAARLIJKSE PVV BAL AALST-HERZELE TOELAGEN AAN VADERLANDS LIEVENDE VERENIGINGEN JOS GHYS£NS JACQUES DE VOS fM oude De V.U.-afdeling Hofstade wenst in een persmotie de perma nente vrees van de bewoners van de «Nieuwe Wijk» te ver woorden die dagelijks hun kinderen aan het gevaarlijk ver keer zien blootgesteld De talrijke jeugdigen hebben in deze volkrijke «wijk» geen en kele speelmogelijkheid, tenzij op het asfalt van de eerder smalle straten. Deze straten liggen echter alle in een hoek van 90 graden te genover elkaar, zodat de auto bestuurders meestal niet de kinderen opmerken die achter het hoekje op straat aan het spelen zijn. Reeds enkele keren zijn er kin deren op het nippertje aan een aanrijding ontsnapt, dankzij de oplettendheid van de wagen bestuurders doch dit «geluk» kan niet altijd met de buurtbe woners zijn I Stenen en stokken die de kin deren als «goal» gebruiken zijn ook hinderlijk voor" de wegge bruikers, die al meermalen schade aan hun vervoermidde len hebben ondervonden De Volksunieafdeling vraagt met aandrang aan de verant woordelijke overheid om werk te maken met de aanleg van een speelplein zodat de jeugd daar zonder gevaar kan ravot ten. Het OCMW-perceel op het Weiveld is volgens hen uiter mate geschikt om dit speelplein aan te leggen. Zij hopen dat dit eerste «hof- staadse» speelplein de nodige akkomodatie zal krijgen zodat het niet ver wordt zoals het verwaarloosde Sint- Annaplein Een speelplein op het «Weiveld» is levensnood zakelijk voor de veiligheid van de jeugd die momenteel op de «nieuwe Wijk» op 'n onver antwoorde manier aan het le vensgevaarlijke verkeer wordt blootgesteld. Tot zover de V.U.-afdeling Hof- stade. Op maandag 13 maart heeft te Aalst in café «'t Paviljoen». Grote Markt, een vergadering plaats belegd door het «Verbond der Vaderlandse Groeperingen» van Aalst waarop het projekt van de stadstoelagen zal worden besproken. De vergadering begint te 20 Elke vereniging, deeluitmakend van het Verbond, wordt er voor deze belangrijke samenkomst verwacht. Aanwezigheid van voorzitter en sckrctaris of van hun gevolmachtigden is hierbij ten zeerste vereist. Elke vereniging dient daarbij een verslag voor te leggen betref fende hun aantal aangesloten leden en hun aktiviteiten in '77. Bij afwezigheid of bij ontstentenis van het verslag zal geen sladssub- sidie kunnen worden verleend. Naar we vernamen heeft de stad 102.000 F ter beschikking gesteld. Volgens welke kriteria of normen deze som zal worden verdeeld is ons evenwel nog onbekend. LH Zaterdag, 4 maart vanaf 20 uur, konden de dansers terecht in de Keizershallen. De kantons Aalst-Herzele, de LSW's en de PVV-jongeren organiseerden daar hun jaarlijks bal. Hoeveel handjes er gegeven werden, weten we rjiet. Zoals op alle bals had elkeen 't druk. De talrijke opkomst kreeg muzikale ontspanning van de orkesten Eddy Woods en Leo Bens, respektie- velijk met de zangeressen Tilly en Gigi. Onder de aanwezigen werden verscheidene politieke vooraanstaanden opgemerkt o.a. Willy De Clercq. Zij werden verwelkomd door burgemeester D'haeseleer. Door de aangename sfeer werd er menig glas geheven. Geen wonder dat de «Blauwe Nacht» duurde tot in de vroege uurtjes! R. Devijver De Voorpost - 10-3-1978 - 7 Voor het Karnaval boek ver schenen in 1975 was Frans Wauters, de huidige voor zitter van het Feestkomitee ons zeer behulpzaam. Het was trouwens zijn idee dat Aalsters Karnaval eens grondig onder de loep te nemen. Wat is eigenlijk het «Ge nootschap» en hoe kwam het tot stand? Doel van het «Genootschap voor Aalsterse Geschiede nis» is het geschiedkundig verleden van Aalst te ver nieuwen door originele voorstellingen gesteund op exakte, nauwkeurig en we tenschappelijk onderzoek. Eertesteenlegger was Remi Bogaerl. Het genootschap werkt aan historische bij dragen waarvan de tema's nog niet ernstig onder han den werden genomen of waarover nog weinig werd gepubliceerd. Het werkt, ook financieel, volledig on afhankelijk en staat open Yoor alle jonge Aalsterse historici. Voorzitter is Hen drik Strijpens, vriend sedert meer dan 20 jaar, licentiaat geschiedenis. Guido Saey, germanist is penning meester en ik ben sekreta- ris. Toetredende leden zijn Luc Robijns, licentiaat kunstgeschiedenis en met zijn werk over de St.-Marti- nuskerk Prijs van de provin cie Oost-Vlaandren 1977, li centiaat tolk Wilfried Ver- naeve die bezig is aan een groots opgezette bilbliogra- fie over de geschiedenis van de stad Aalst, licentiaat ar cheologie Dirk Callebaut, kuituurattaché Albert Van der Ghylen, hoofdbibliothe- karis Etienne Buyle, Ignace De Vos, W. Eeman, J. Min neren Frans Wauters. Het «Genootschap» kwam tot stand in mei 1976. Initiatieven van het Ge nootschap zijn het herdruk» ken van de werken van Pe trus Van Nuffel, de folklo ristische kalender van Groot-Aalst, en dan vooral het grootste standaardwerk in wording over de geschie denis van Groot-Aalst met daarbij een inventarisatie van zijn straten en gebou wen. Het wordt een werk in tien delen: 2 voor Aalst- Stad en verder 1 per deelge meente. Zijn reeds versche nen als eersteling «Herder- sem» door Jozef Vermoesen en «Hofstade» door Jozef De Brouwer, pastoor te St.- Gillis, werken verder mede Valeer Gaublomme, pastoor te Gottem, Dom Wilfried Verleyen O.S B. die dokto- reert met een proefschrift over abt Beda Regaus, Jaak Ockeley, Marcel Visart, A. De Meulemeester, J. De Roeck, F. De Schrijver. Ed- mond Moortgat en Jos Muylaert. De hulp van een groep fotografen was even eens onmisbaar: Paul Van den Abeele, Jan Muylaert, Mimi de Loose, Constant Veillefon, Frans Ganzeman, Bert Lambrecht en Guido Coppens. Dit standaardwerk is een unicum dat geen enkele an dere stad bezit. Voor latere generaties wordt het, sa men met het ikonografisch gedeelte, een belangrijk do- kument hoe we woonden en hoe onze omgeving eruit zag. Jos, is de kous daarmee nu af? Verre van daar! In voorbe reiding zijn, om te verschij nen circa 1979, «Het St.-Jo zefskollege. De Jezuïeten te Aalst» door de eminente historikus J. De Brouwer en «De Munt te Aalst» door A. Van Keymeulen. Verder komt het «Historisch Woor denboek van de straatna men van Aalst», een werk in tweedelen waarbij van 1600 straatnamen, alfabetisch gerangschikt de betekenis van de toponiem wordt ge geven, het ontstaan, de juiste datum en de oudste geraadpleegde bron. Het wordt alvast weer een origineel werk. Rond 1980 verschijnt dan het zesde vermelde boek «De Afrekening». «ALOSTANA» Diverse aspekten betreffen de de historiografie van Aalst worden in «Alostana» Met zijn oorlogskroniek toont Jos Ghysens dat hij niet in een keurslijf van prentkaarten blijft vastgeankerd (JM) Ghysens, zopas door de pers uitgeroepen als verdienstelijkste Aalstenaar van het jaar, (lijkbaar de man die niettegenstaande hij overal aanwezig is, zeer vele mensen intiem it en benadert, in elke Aalsterse straat en in elke deelgemeente «thuis» is, doch soluut in het anonimaat (voor zover zulks hem mogelijk is) wil blijven, m intervieuwen is dan ook geen sinekuur want aan «geportretteerd en noch minder aan inalyseerd te worden» heeft hij niet de minste behoefte. iten alle andere verdiensten om werd de prijs hem vooral toegekend voor zijn gehouden en uiteindelijk suksesvolle inspanningen om de oude straatnamen van Aalst de deelgemeenten te behouden zoals ze waren. Bescheiden als hij is voegt hij hier iter dadelijk bij dat zijn aktie slaagde vooral «dank zij de pers die het probleem terdege lichtte en dank zij de gemeenteraad wiens houding beslissend was», srmede is Jos Ghysens de tweede Aalstenaar die de titel «verdienstelijkste» ontving dat ten andere ten volle verdient. Verleden jaar werd eveneens een in de geschiedenis nteresseerd man gelauwerd, Fritz Courteaux, die vooral het bouwkundig patrimonium Ii de stad wilde beveiligen waar Jos Ghysens meer de klemtoon legt op meer volkse, er folkloristische waarden. Zijn intens speurwerk verraadt echter de historikus die zich t geen praatje tevreden stelt maardokumenten wil zien eer hij iets durft te beweren. (lEND JOS? IS U EEN ^SECHT AALSTENAAR? it ben ik inderdaad nu wel worden doch eigenlijk worden doch eigenlijk n ik in Erembodegem ge ren in 1929, meer bepaald de wijk Ronsevaal, tusen Hogeweg dus en café De Di Ik volgde er de plaat- ijke gemeenteschool en ik daarna naar het St-Jo- fskollege te Aalst. Van -j list geraakte ik in Brussel volgde in «Saint-Louis» 4 moderne humaniora en handelsafdeling. et zo direkt iets dat leidt artistieke en histo- iche belangstelling! Isschien wel maar na mijn lerdienst in Fort 5 te Ede- jm en nadat ik tot 1960 in rembodegem in een fami- lal konfektiebedrijf doen- was lokte me de hoofd- lad. belangrijk centrum kunsthandel en anti- raritaat ids als kind zat er de langstelling voor de listorie» inderdaad dik in snuffelde ik in familie- •ing en bij kennissen naar lerlei oude stukken en aglerinneringen. heipgang te Brussel met ar- itieke kringen beïnvloed- eer^en fel mijn kulturele ont- ooiing. In «A la fleur du ipier doré» in de «rue des vajlexiens» en in «Le petit tcatiuge» op het St-Jansplein i dfekwenteerde ik mannen Herman Teirlinck, Ur- lin Van de Voorde, Marcel iso, Philippe Dasnoy en maar op Ook de tensen «uit de provincie» ihoorden tot mijn kennis- „nkring, vooral dan de Pfchilders van de Latemse :Sljchool. 5e kunsthandel en het anti quariaat die ik dreef in de <t.Lansstraat waren voor dJiij boeiende belevenissen in mijn Galerij kwamen ikej,erken van zeer bekende instenaars als James En- Spilliaert. Margrite, Ivaux, de Latemse hooi, de Cobra-groep en meer Toen de oude (eervolle wijk in het hartje Brussel echter gedeel telijk de plaats moest rui ten voor woontorens en jatgebouwen was er voor lij de grootste attraktie af stopte ik in 1966 deze Irijvigheid waarna ik ver- luisde naar het keizerlijke ilst. Hoe belandde U in Aalst? (literaard is Aalst voor een irembodegemnaar, die bo- Bndien te Aalst school ep, niet vreemd. Als men arbij dan een meisje huwt kiens huisklokje tikt halver- lege stadhuis en de hoofd kerk en dan ineens op de Brote Markt terechtkomt |aar men de visu kontakt (rijgt met kermissen, pro- essies, karnaval, de brand eer die toen nog op de Irote Markt was gehuisvest Drdt men alras in het alsters stadsleven inge- Chakeld, vooral dan als sn er door allerlei opzoe- igswerk zonder het te ver- Deden reeds mee in aan ging kwam via oude ge- phriften en prentkaarten et alleen de plastische unsten interesseerden U lijkbaar! iderdaad. Samen met mijn lortdurende evolutie door eelvuldige kontakten met llerlei artiesten groeide lijn kennis van de streek is Dor uitpluizen van werken n s het standaardwerk «Ge- chiedenis van Aalst» door e Potter en Broeckaert (in er delen), door opzoe- ngswerk op kartografisch sbied. door kennismaken let oude plans en niet in l et minst door de voorloper van «De Voorpost» de «Ga zet van Aalst» Die me veel bijbracht. Ook het «tijd schrift van het Land van Aalst», reeds aan de nege nentwintigste jaargang toe, wellicht een unicum, o.l.v. Jozef Van Overstraeten en daarna van Frits Courteau met eminente medewerkers als Valeer Gaublomme en Jozef De Brouwer bracht me veel interessants bij. Daar bij regelmatig bezoeker van allerlei archieven waar ik zo wel bevestigingen als aan vullingen zocht kreeg de he le streek voor mij een ande redimensie. Hoe is uw indrukwekkende reeks publikaties eigenlijk van start gegaan? Het moet wel zijn dat mijn naspeuringswerk, hoe dis kreet mogelijk ook gehou den waarbij ik door een apo litieke instelling in alle Aalsterse middens aan vaard werd, niet onder de korenmaat was gebleven want op zeker ogenblik daagde een Hollands uitge ver op om «Aalst in oude prentkaarten» gereed te ma ken. Hij sprak wel van «An sichtkaarten» maar dit Ger manisme leek me niet ver antwoord. Bij de eeuwwis seling was er een echte rage naar prentkaarten die in de zestiger jaren heropflakker- de en die bij mij ook in goede aarde gevallen was zodat ik reeds over een im posant aantal waardevolle kaarten beschikte. Het sukses (5 herdrukken in een korte tijdspanne) van «Aalst in oude Prenkaar- ten», een primeur voor Vlaanderen opende voor mij nieuwe perspektieven en werd mijn start als publici teit waaraan ik aanvankelijk nooit had gedacht. Reeds het volgend jaar kwa men zowel «Erembodegem» als «De Falluintjes in oude prentkaarten» van de pers en ik kan niet nalaten hier bij in dank te herinneren aan de medewerking van oud-schepen Remi Van Vaerenbergh, oud-burge meester Van Moorsel en Baardegem Raymond Uyt- tersprot en Robert De Pauw en Jos Muylaert van Mel- dert. De wereldoorlog heeft blijk baar een diepe indruk op U gemaakt!? De oorlogsgebeurtenissen boeiden me inderdaad'uiter- mate. In 1972 komt «Aalst tussen beide wereldoorlo gen» van de pers en in 1973 «Aalst onder de Duitse be zetting». Reeds het volgend jaar kwam «Kent U ze nog... de Aal stenaars?» In voorbereiding is een werk over bevrijding en repres sieperiode, de «afrekening» met het oorlogskollege en met de honderden of dui zenden zogezegde Aalster se «kollaborateurs». Het wordt inderdaad een moeilijk werk ook al omdat vele personen die toender- tijd aktief waren nog leven. De auteur werd bij onze op zoekingen erdoor getrokken welk enorm aantal mensen betrokken waren bij organi saties die later als anti-va derlands werden gedood verfd. Sentiment, wrok of andere gevoelens kunnen Jos Ghysens hier dan ook niet leiden. Wel dokumenten die hij, via allerhande kanalen, in handen tracht te krijgen. Het wordt alvast een realis tisch doch sereen gehou den werk. Het wil een on derzoek zijn naar de relatie tussen de geschiedenis van moderne gemeenschappen met hun begrip voor gerech tigheid. Opvallend was reeds voor de auteur de gro te verschillen in tarifering. Voor gelijkaardige delikten variëren de straffen van en kele maanden tot 20 jaar... Verleden jaar schreef ik nog een inleiding voor «De Duitschers in Aalst 1914 - 1918» van zijn illustere voor ganger Petrus Van Nuffel. Kan U in uw moeilijk na- vorsingswerk op voldoende steun rekenen? Het spreek vanzelf dat we voor het verzamelen van het materiaal en de informatie beroep deden op vele ande ren. Gewaardeerde belang stelling en hulp ontvingen we van de stadsoverheid, zowel van het vroegere als van het huidige Kollege van burgemeester en schepe nen. van oudburgemeester Marcel De Bisschop van burgemeeter Louis D'haese leer en van de raadsleden. Ook de aanmoedigingen van volksvertegenwoordi gers Bert Van Hoorick, Ghis Willems, Mare Galle en Jan Caudron ontbraken niet. Wat betreft de archieven van de stadsadministratie zorgde stadssekretaris Christaan Willems voor de introduktie in de verchillen- de departementen waar wij bij alle bureeloversten en ambtenaren veel geestdrift op onze weg vonden. ■Aalst in oude prentkaarten- primeur voor Vlaanderen door Jos Ghysens (JM) op verantwoorde wijze be licht. Het wordt een werk van 200 bladzijden, flink verzorgd en geïllustreerd met bijdra gen van Etienne Buyle (De Stedelijke bibliotheek van 1850 tot 1940). Dirk Calle baut (Het Hof te Eksen, een middeleeuwse motte te Moorsel), Jos Ghysens (Pe trus Van Nuffel), Regine Marcoen (Het Openbaar Ambt te Aalst in de 15e eeuw), Luc Robijns (Aalsterse tapijtwevers), Rik Strijpens (Daens en het Progressisme van 1830 tot 1914), Jacques Van Key meulen (oude akkermaten in Oost-Vlaanderen) en Wil fried Vernaeve (nopende het bier). Wanneer wordt deze prijs U nu overhandigd? Op vrijdag 17 maart bij een gezellig etentje in het To renhof, Jan Jeliestraat, heeft de uitreiking plaats te 20 uur. Wat het precies is week ik uiteraard niet. Graag zag ik er zoveel mo gelijk persmensen die dan voor de gelegenheid, strikt voor mijn privé-kollektie, kunnen plaatjes schieten naar hartelust. Vriend Joe, nogmaals gefe liciteerd met de erkenning van uw werk i.v.m. het be houd van de straatnamen. Mogen we U hierbij als ge lukkig man die van zijn hob by zijn levenswerk kan ma ken, nog vele vruchtbare ja ren toewensen. LH

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1978 | | pagina 7