KERK EN KAPELLEN TE AAIGEM K 1 AAIGEM DORP VAN DICHTERS AMEDEE SUENAERT S.K. AAIGEM EEN SYMPATIEKE VOETBALPLOEG - 1 fÊ?* - Voorpost - 2-6-78 - 15 [H? De eerste dorpskerk te Aaigem zou gestaan hebben in de Lange Munt, de weg naar Burst toe. De huidige kerk zou dan vroeger de bidplaats zijn geweest van een sinds lang verdwenen klooster afhangend van de abdij van Anchin. Tot dit klooster dat iets verder zou hebben gestaan zou het recht over de kerk liggende «Klooster hof» hebben behoord. De zeer dikke muren en de aard van de grondvesten zijn stille getuigen van een ver verleden. De kerk is toegewijd aan de H. Niklaas, bisschop en Leonaard, martelaar. De kerk bestaat uit een midden- en twee zijbeuken. Het oudste deel van de kerk is eigenaardig genoeg de achthoekige toren; zeer schoon van bouwtrant. In 1506 werd de spits hele maal in arduin vernieuwd. In 1768 werd ze afgebroken en vervangen door één in hout. Aan elke zijde van de toren is, tussen twee vol- metselde vensters, er een langwerpig Gotisch. Oor spronkelijk was het een kruiskerk zoals te zien aan de vier nu toegestopte ope ningen. In de huidige toestand werd ze herbouwd in het laatste vierde van de achttiende eeuw. Onder pastoor J. van Yper werd immers de eerste steen gelegd op 20 juni 1786. De kosten hiervan werden gedekt door de tiendeheffers. de graaf van Nieupfort, de heer de Liagre en de" markiezin de Las- pieur, weduwe van de graaf van Allegambe en zulks ie der voor een bedrag van 3.100 gulden. Op 8 sep tember 1855 werd ze gewijd en vyegens dat feit werd de kermis, vroeger gevierd op de zondag na St-Michiel, verlegd naar de tweede zondag van september. De muren van de zijbeuken zijn bekleed met een houten beschot wat, samen met de vergroting van het oksaal, een uitgave vergde van 7.000 fr. Het orgel werd in 1820 ge bouwd door P. Ch. Van Pe- teghem en kostte toender- tijd 2.040 gulden, Brabants geld. Onder het oksaal prijkt een kronogram (1820). Het hoogaltaar, kunstig in hout gemaakt, is een werk van Starck en dateert uit 1759. Er hangt een schilde rij met-«Christus en de Dis cipelen van Emmaüs». Links en rechts zijn geschil derde afbeeldingen van het H. Hart en van Maria. Het zijaltaar rechts is gewijd aan de H. Leonaard en het an dere aan O.L.V. met houten beeld van Maria en marme ren tombe. Biechtstoelen en kommu- niebank waren voorzien van snijwerk en op de door een ijzeren hek afgesloten doopvont prijkt een beeld van St-Jan-Baptist. Er hingen twee klokken. Marijn Wierinckx hergoot er een in 1752. Deze klok die 2.300 pond woog werd door de Fransen meegenomen. De huidige weegt 1.238 kg en heet Maria Appolonia. De mindere klok, 300 kg, behoorde aanvankelijk aan Vlierzele. In 1853 gebarsten werd ze hergoten en woog 600 kg. Reeds in de 15e eeuw was er te Aaigem een kapel bui ten de kerk, voor het eerst vermeld in het Schepen- boek van de stad Aalst in 1478. Een andere kleine bid plaats, ter ere van de H. Ap polonia, wordt wel in oude schriften vermeld. Men las er soms de mis en de omlig gende parochies kwamen er «dienen» om verlost te worden van de tandpijn. Schriften uit de 18e eeuw maken ook gewag van de Kapel ten Berge. In de zomer van 1873 werd er te Aaigem, op vier minu ten gaans afstand van de kerk. een kapel gebouwd ter ere van O.L.V. van Lourdes en op 11 mei 1874 werd ze gewijd. Meteen bouwde men zes kleine kapellen gewijd aan de H. Maagd onder verschillende titels en langs welke de ommegang werd gegaan die veertig mi nuten gaans was. Ook uit naburige dorpen kwam men dan naar Aaigem om troost te vragen in kwelling en nood. In 1431 stond Aaigem in heel Vlaanderen in het brandpunt van de belanq- verschuilen in de kerk van Aaigem. Kerken en bid plaatsen werden destijds als onschendbaar aange zien en de moordenaars voelden er zich dus veilig. Aangedrongen werd echter Graaf van Vlaanderen dit schuilrecht op te heffen en de Graaf stond dit toe. De baljuw van Ninove zou de kerk met een aantal manschappen belegeren. Deze belegering die onder enorme belangstelling ver- .V. Pastoor Eykelberg (SJ) stelling. Drie uit de gevan genis ontsnapte moorde naars, Zeger en Pieter Ot terman en Geeraerd van der Slaecht gingen met de cipiers die ze geboeid had den meegenomen, zich liep duurde niet minder dan zeven dagen en nachten waarna de uitgehongerde bandieten uit de kerk kwa men en er werden gegre pen. IJl. Amedée Suenaert, geboren te Schoonaarde bij Dender- monde op 15.10.1925 studeerde na zijn humaniora te Den- dermonde wijsbegeerte en teologie. Hij was werkzaam als leraar Engels (autodidakt op dit stuk!) te Deinze en leraar Nederlands te Oudenaarde aan het kollege. Van 1959 tot 61' was hij medepastoor te Steendorp waar hij de Aragoniada- gen stichtte en bezielde en sedertdien Is hij medepastoor te Aaigem. Bovendien is hij leraar aan het Hoger Technisch Instituut te Herzele en aalmoezenier van het rusthuis waar hij de mis leest en sakramenten toedient. Voorlopig wordt deze taak vervuld door EH Mertens, een in het huis rustend priester die het werk van de medepastoor helpt verlichten. Verder is bij bibliothekaris en neemt de oudere pastoor het meeste parochiaal werk uit de handen. Als letterkundige werkte hij mee aan tijdschriften als «Hernieuwen», «Cari tas», «Trefpunt», «Dietse Warande en Belfort», «Getuigenis», «Jaar van het Dorp». Honderd nieuwe dichters, deel 3e e.m.a. Verder is hij medeoprich ter van «Het Daghet» en jarenlang mederedakteur van «Nieuwe Stemmen». Hij is vast medewerker aan «Het Rijk der Vrouw» waar hij regelmatig ge dichten publiceert en aan «In Gods Spoor», «Vlaamse dichtkunst van deze tijd», «Spiegel van de Nederlandse poëzie door alle eeuwen», Leie vaart der Veren». Reeds vijftien jaar was hij onder voorzitter van de Vereni ging van katolieke Oost- vlaamse schrijvers». Bijdragen over letter kunde verschenen van hem in de voornaamste Vlaamse kranten. Zijn poëtisch oeuvre is niet zo omvangrijk maar wel elektrisch en verfijnd. In 52 verscheen in samen werking met Hans Kelen «Schemerlichten», en dan alleen in 54 «Naar de avond toe», in 58 «De Tweede stammeling» in 60 «Orlis, reisgedichten» en in 62 «Stille Tocht». Dit jaar kwam «Tussen klaver en bies» van de pers, een zorgvuldige keuze uit een tiental jaar dichtwerk waarbij talloze juweeltjes van lyriek her en der verspreid werden samengebracht in een keurig bundel van een zestigtal bladzijden. Ook hier is hij de stille, inge keerde dichter, gevoelig maar zeer kwetsbaar, tot dromen en mediteren ge neigd maar zeer spaar zaam in het prijsgeven van zijn menigvuldige zieleroerselen. Geen zweem van pathos of uit- zonderingsgevoelens maar aangrijpend zingt hij over de eenvoudige en toch eeuwige hoofd motieven van ons aller schamele bestaan. Lief de voor de ouders en ge boortegrond, gegrepen- heid door het natuurge beuren en de gang der seizoenen en Gods misterie vervullen hem met ontroering en ont zag. De poëzie van Suenaert stoelt vooral op het ge voel en de natuur. Zon der in een soort pantheïsme te vervallen E.H. Amedee Suenaert bekijkt dichtbundel kritisch (JM) ziet de dichter God ach ter alles wat de natuur te bieden heeft. Via het ge voel (kent U een mens zonder enig gevoel?») wil hij de lezer aanpreken want het gevoel is het kontaktpunt waarmede men ieder bereiken kan. Door zijn liefde tot de na tuur volgt uiteraard het gebruik van vele beelden uit de natuur, beelden die bijna visueel de mens aanspreken en zijn ge voel trachten te benade ren. Amedée Suenaert is te klasseren bij de «vijf tigers», een groep die de nadruk wil leggen zo op het gevoel als op de ex pressie en de realiteit van het leven waarbij problemen niet uit de weg worden gegaan maar in de ogen gekeken en «beleefd» verwerkt. Medepastoor Suenaert is echter ook nog een fer vent van de sport, vooral dan van de duivensport waaraan hij een deel van zijn hart heeft verpand. «Het gelukt vliegt» toch immers. Als sportrepor- ter is hij immers aan ver scheidene dag- en week bladen verbonden. Zo kan men bvb elke vrijdag in «Het Volk» onder de kenletters AS lezen over de Duivensport. In de «Duivenbode» schrijft hij wekelijks twee artikels waaronder «Nieuws van de plank» waarin hij het leven van de «duiven melker» beschrijft. Ook aan BRT-Oost-Vlaande- ren is hij medewerker en vóór enkele dagen kon U hem nog zien op het scherm in de uitzending «Boeket» ter gelegenheid van het verschijnen van zijn laatste bundel. «Tus sen klaveren bies» is op gebouwd uit vier cyklus- sen»; moeder- en vaderge- dichten bindingen met Hier- en Jenseits weelde en pijn van de De kerk van Aaigem (SJ) 'Wimmd De prachtige pastorie (SJ) Ongeveer 100 spelers waarvan het merendeel uit Aai gem zelf, een bestuur van 12 personen, sekretaris Willy De Mezel en voorzitter Paul De Groot, vormen allen samen de voetbalklub S.K. Aaigem; en dan vergeten we nog de supporters, onontbeerlijk voor eender welke sportequipe. S.K. Aaigem gaat volgend seizoen in de kompetitie van start met 5 ploegen namelijk een miniemen-, knapen-, scholieren-, reserven- en natuurlijk een eerste ploeg. Zes jaar komen zij in kompetitie uit en zij zijn aan hun vierde trainer toe. De alombekende Willy Bellon neemt nu de ver antwoordelijkheid op zich over de eerste reserven en scholie- renploeg. S.K. AAIGEM BOORDEVOL VERTROUWEN. De heer Willy De Mezel ver klapte ons zijn politiek en we moeten beamen dat deze zeer gezond te noemen is. Hij be weert dat S.K. Aaigem met zijn goede spelers misschien wel potten kan breken, maar dat sukses in de sport en vooral in de voetbalsport van zoveel fak- toren afhangt, dat hij daarom niet durft te verklaren zijn ploeg kampioen te zien worden. Maar, de toekomst ziet hij zeer rooskleurig tegemoet omdat de jeugd van Aaigem zeer goed is. Zij hebben daarom niet meer talent dan eender welke andere jeugdspeler van een voetbal team, maar zij worden voora. goed begeleid - dus, zij streven in Aaigem vooral een gezonde jeugdpolitiek na en dat heeft al zijn vruchten afgeworpen. Zo werden de knapen in het voor bije seizoen kampioen van hun reeks en in de jeugdcup «Het Volk», drongen zij door tot de halve finales waar zij werden verslagen door Wieze. Hoe het komt dat de jeugd zo sterk is, is vooral te wijten aan de inspan ningen van het jeugdbestuur, die wel deel uitmaakt van het hoofdbestuur maar volledig' onafhankelijk werkt; zij be schikken daarom ook over een eigen kas; en. natuurlijk dankzij de jeugdtrainer Leonce Van Waeyenberge, een zeer on- dervindingrijke man en iemand die ook de psychologie kent van een jeugdspeler en zoiets is wel zeer belangrijk, men moet een knaap kunnen aan pakken, hem stimuleren waar nodig en hem ook op een han dige wijze kunnen attent maken sezoenen reisgedichten. Vier temata die de dich ter intrigeren en die de lezer treffen door de groei naar diepte, door de vormgaafdheid en métierbeheersing. Lie Lisette De Backer noemt deze bundel dan ook een «worp naar het volledig meesterschap». Duiven en gedichten vul len elkaar aan. Door zijn veelvuldige omgang met de gewone mens, die van nature goed is en onder een soms ruwe schors edele kanten vertoont, heeft dichter Amedée Suenaert een grote dosis mensenkennis opgedaan die hier in z'n dichtkunst zeer van pas komen. Als illustratie hierbij dan één van zijn gedichten uit dit laatste bundel: Weelde van dit seizoen Weelde van dit seizoen ik heb u nodig zoals mijn brood dat ik daareven at Witheid van deze morgen gij dekt de stilte met de hoop op voller le ven! Gij laat de witte tanden van het voorjaar zien in maartse pimpelbloe- men gij tast de grachten af en legt het prilste groen vertederd op het water. Streling van dit begin van feller leven in iedere wenk, in ieder teken aan lichtende horizon r Lente ik voel u goed! Ik hou mijn handen in de eerste straling van uw bron. LH op zijn gebreken, en dat kan Leonce wel. WILLY DE MEZEL EEN IJ VERIG SEKRETARIS. Als lid van de raad van beheer van de recent opgerichte sport raad van Erpe-Mere schijnt de neer Willy De Mezel ons de ge schikte man op de geschikte plaats. Hij is iemand die een klub in goede banen kan leiden. Zo kiende hij ondermeer uit, in het belang van zijn ploeg, maar ongetwijfeld ook in het betang van elke van de 6 ploegen van de fusiegemeente Erpe-Mere. dat een tornooi in de maand augustus wel een (financieel) sukses zou kunnen zijn. En, dat moet het ongetwijfeld worden, elke wedstrijd is immers auto matisch een derby en dus zul len de supporters zeker niet ontbreken, ook moeten ze dan geen verre verplaatsingen meer maken om wedstrijden te spelen ter voorbereiding van het komende kampioenschap zoals dat vroeger gebeurde, en zoiets kost wel geld. Ook de knapen van deze klub spelen op 13 en 15 augustus het jaarlijks knapentornooi, dit jaar zullen er 6 ploegen deel nemen (Aaigem, Burst, Bam- brugge, Borsbeke, Mere en Groot-Bijgaarden) HOE LEGGEN ZE HET FI NANCIEEL AANBOORD. Er gebeuren heel wat inspan ningen om de kas te spijzen. Elke laatste zaterdag van no vember kan men er 'n dans pasje wagen tijdens het nacnioai. Met Sinksen is er een tombola, natuurlijk met schitte rende prijzen Ook verschil lende leden en ereleden dra gen hun klassiek steentje bij en wat we zeker niet mogen verge ten zijn de trouwe supporters die via de kantine hun duit in het zakje doen. GEEN ONENIGHEID IN DE PLOEG. Men streeft er in Aaigem vooral naar een «echte» ploeg op te stellen, een ploeg waar elke speler voor elke speler werkt en dat kan men alleen maar wan neer men elf kameraden in lijn brengt. Het is daarom ook dat het bestuur weigert aan een speler een hogere vergoeding toe te kennen dan aan een an dere Zoiets moet ongetwijfeld de goede geest in de ploeg be vorderen. Een goede geest on ontbeerlijk voor gelijk welk suk ses. Willy Raes

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1978 | | pagina 15