Achtste orgelcyklus
16 - 15-9-1978 - De Voorpost
Zowat in alle belangrijke steden
bestaat er iets zoals: de vrien
den van het museum. Dat is
dan een vereniging die mani
festaties organiseert welke bij
dragen tot de animatie van ste
delijke museuminitiatieven. In
Gent bv. was zo'n vereniging
de spoorslag tot'het oprichten
van het latere museum voor
hedendaagse kunst. In Brussel
organiseert zij namiddagen
met rondleidingen voor be
paalde bevolkingsgroepen.
Doorgaans geven de vereni
gingen een eigen informatief
tijdschrift uit of realiseren gra
fiekuitgaven aan demokrati-
sche voorwaarden.
In Aalst werd een paar jaren
geleden ook zo een vereniging
opgericht met hetzelfde doel.
De vereniging noemde zich de
«Vrienden van het Oud-
Hospitaal». Een benaming die
her en der wat kommentaren
uitlokte omdat ze naar men
zegde, te politiek gekleurd was,
of omdat daarin heren zetelden
die het niet ernstig meenden en
het eerder bedoeld hadden op
een afbraak van het museum.
Een andere reden waarom aan
de noodzaak in Aalst van zo'n
vereniging getwijfeld werd ligt
in het feit dat men hier eigenlijk
geen museum heeft, wel een
oudheidkundige kollektie welke
is ondergebracht in de kloos
terpanden van het voormalige
Oud gasthuis. In feite is het zo
dat om de stedelijke eer wat te
redden dat hele gedoe als een
museum wordt aanzien. Kor
tom, wij weten het, Aalst is bui
ten de karnavalperiode geen
gemakkelijke stad.
Schenking
Naar aanleiding van zijn expo
sitie in het kloosterpand, of is
het nu Oud-Hospitaal?, schonk
Karl Heremans aan de inrich
tende vereniging, de vrien
den... een schilderij om bewe
zen diensten. De vereniging op
haar beurt geeft nu het werk
aan de stad in bruikleen. Een
zeer eigenaardige situatie die
sommigen uit het stedelijk be
stuur de wenkbrauwen deed
fronsen. Want wie betaalt de
verlichting, de drukkosten van
de katalogus en het personeel,
de stad uiteraard.
In de eerder genoemde Gentse
vereniging gaat het zo dat deze
vereniging rechtmatig eigenaar
is, door aankoop, van de wer
ken die ze in bruikleen aan het
museum afstaat. Het gaat hier
dus :iiet om in gunstige voor
waarden verkregen kunstwer
ken van wie ze ook mogen zijn.
Juridisch is dat ook de enige en
goede metode. Op dat vlak
wordt in deze stad ook wel een
loopje genomen met de nor
male gang van zaken. Wij stel
len uit eigen ondervinding vast
dat vele kunstenaars die eks-
poseerden in de schenking
nooit op papier hebben ver
woord. Dat is in tegenstrijd met
de heersende internationale
afspraken op het verwerven
van kunstwerken. Deze proce
dure fouten kunnen later tot
moeilijkheden leiden.
Vrienden
Oud-Hospitaal
De voornoemde Aalsterse ver
eniging heeft er in elk geval al
wat van gemaakt. Sommige
manifestaties waren eerder
zwak te noemen maar anderen
mochten er wel zijn. Zoals die
met de meubels van Pieter De
Bruyne. Anders had die man
wellicht nooit een kans gekre
gen.
De vereniging begint nu aan
In zijn inlieding tot de katalogus over Karl Heeremans (1937)
schrijft kunstkritikus Emile Langui over de invloed en beteke
nis van Paul Klee. Klee maakte niet alleen indruk door de
struktuur waarop zijn werken zijn gevormd maar meer nog
was hij een kunstenaar die de wetmatigheid van het kunstbe
grip aanvoelde en er dan ook een aantal belangwekkende
geschriften over samenstelde. Klee legde zowat de nadruk op
de vorm met als uitgangspunt 'de lijn' maar ook op de kleur
een evenement dat in die tijd ophef maakte. Kleur was immers
een heilig domein in de kunst De ingreep van Klee in de
schilderskunstige tradities heeft jarenlang op de nakomelin
gen gedomineerd en ook nog vandaag is dat het geval. Karl
Heeremans beroept zich onomwonden op de teoretische
leerschool van Klee. Het werk 'metafysisch landschap III' is
daarvan een schoolvoorbeeld. Kleur en struktuur vloeien
daar samen tot een harmonie waarin de techniek knap ver
werkt zit.
De klok, hel mechanisme dat het uurwerk van het Kasteeltje van
Verdoemenis- aandreef is aan het stedelijk muzeum geschonken, (jm)
een nieuw werkjaar. Aan elke
bezoeker van de ekspositie
Karl Heeremans wordt nu een
stencilletje uitgereikt met het
vriendelijk verzoek aan te tre
den als lid. Er zijn wel enkele
mogelijkheden. Een juniorlid
betaalt 150 frank (tot 25 jaar)
een gewoon lid 300 frank. Deze
lidgelden waarborgen een gra
tis toegang tot de door de ver
eniging ingerichte manifesta
ties, vermindering op katalogen
en uitgaven. Dan zijn er nog de
bijzondere lidmaatschappen.
Voor 800 frank is men lid met
premie, voor 2000 frank erelid
en voor 5.000 beschermend lid.
De leden met premie ontvan
gen een grafiek (offset print)
van de kunstenares Josephine
Day. Over deze schrijft Prof.
Frans Vyncke momenteel een
monografie in de reeks uitga
ven 'promotie kunstenaars'
(niet door de vereniging uitge
geven). De beschermende le
den ontvangen een keramiek
beeldje van M. Muylaert.
Het sekrétariaat van de vereni
ging is gevestigd in de C. Hael-
termanstraat 77 en eventueel
te bereiken onder het telefoon
nummer 70.04.65.
Roger D'Hondt
Zondag laatstleden werd onder een grote publieke belangstelling een orgelredtal gegeven door Kris daan
Van Ingelgem. Dit als eerste in een reeks van drie konserten die deel uitmaken van de jaarlijkse
orgelcyklus. Men is reeds aan een achtste uitgave toe van deze stilaan traditioneel wordende manifestatie.
Ondanks soms minder gunstige omstandigheden van technische aard heeft inrichter en promotor van
deze recitals, Kristiaan Van Ingelgem, zich onverdroten ingezet om deze traditie gaande te bonden. Het
konsert van vorige zondag bewees nogmaals dat Kristiaan Van Ingelgem om dit alles te bereiken
moeilijke wegen beeft te bewandelen. Een talrijke menigte was hiervan getuige. Onderstaand relaas kan
door velen worden bevestigd.
Bij de aanvang van het konsert
werd een «mededeling van de
organist» voorgelezen. Hierin
ekskuseerde hij zich bij het
publiek voor de slechte toestand
waarin het instrument van de
Sint-Maartenskerk verkeerde.
Hij liet weten dat de voorbije
week zijn plaatsvervanger de
speeltafel onder een dikke laag
stof had aangetroffen. Verder
lagen steenbrokken over het
oksaal verspreid. Dit alles als
gevolg van herstellingswerken
die uitgevoerd worden aan de
ramen, rechts van het orgel en
onvoldoende bescherming van
het instrument.
Dat dit geen fabeltje was werd
bevestigd tijdens het konsert.
Middenin César Francks «Gran
de Pièce Symphonique» dwar
relde een grote stofwolk naar
beneden, uitgerekend boven het
hoofd van de spelende organist.
Wie dit gezien heeft kan zich
best voorstellen hoe het pijpwerk
van het historische orgel er moet
uitzien. We noemen het ronduit
schandelig dat aan dergelijke
dingen niet de minste aandacht
wordt besteed. Reeds meerdere
malen, en gedurende lange tijd,
werd door verschillende mensen
voorgesteld het orgel van de
Sint-Maartenskerk te redden
van een langzame maar zekere
ondergang. Hoe ver deze aftake
ling reeds gevorderd is bewijst
het feit dat het instrument haast
onstembaar is geworden. Be
paalde registers zijn onbruik
baar. Een tutti spelen is onmo
gelijk geworden. En toch poogt
Kristiaan Van Ingelgem met
sterk beperkte middelen zich uit
de slag te trekken.
De toestand van het orgel in acht
genomen heeft Van Ingelgem
vorige zondag een recital gege
ven op allerhoogst niveau. Uit
het op halve kracht werkende
orgel wist hij werken van César
Franck. Gabriël Pierné en
Marcel Dupré op buitengewoon
boeiende wijze voor te draeen.
Om de schoonheid van de
muziek en de schitterende
vertolking ervan ten volle te
beseffen moesten we over zwak
en diffuus klinkende registers
heen luisteren; moesten we bij
sommige kombinaties valse ak
koorden op de koop toe nemen
en dienden we bij het slotak
koord van het eerste werk
genoegen te nemen met registers
die bleven haperen. Dat alles
hier en daar onsamenhangend
klonk was geenszins de schuld
van de uitvoerder, maar gewoon
een gevolg van beperkte moge
lijkheden.
Het ganse programma was
gewijd aan Franse orgelmuziek.
We citeerden reeds César
Francks «Grande Pièce Sym
phonique» opus 17. Het werk
bevat prachtige momenten. Van
Ingelgem vervolgde dan met
Pierné's «Trois pièces pour
orgue» opus 29. Zoals in Francks
werk was de symfonische inslag
onmiskenbaar. Vooral het
scherzando, waarmede de kom
positie afgesloten werd was
typisch orkestraal opgevat. Bij
het komponeren van dit scher
zando heeft Pierné ongetwijfeld
het scherzo uit Felix Mendels
sohn Midzomemachtsdroom
voor ogen gehad. Zo'n sterke
gelijkenis lijkt ons niet toevallig
te kunnen zijn.
Mentaliteit
De zesenzestig werken van
Heeremans vormen in het
Oud-Hospitaal een ensemble
met herhalingen, een principe
dat nadrukkelijk wijst op de
mentaliteit van Heeremans
welke op de eerste plaats in dit
werk zichzelf wil terugvinden,
niet sneller wil lopen dan hij kan
gaan. Een gezonde opvatting
die men kan terugvinden in de
dimensiteit van zijn werken.
Want ofschoon hij maar tot de
pseudo klasse van deze rich
ting behoort kan men hier te
recht en daarin heeft Langui
het bij het rechte eind spre
ken van een zelfbeheerste
kunstenaar. Hij geeft zich niet
over aan de vertrapte mentali
teit van de amateur. Zijn kon-
klusies zijn beredeneerd er
scherper.
In zijn echte beginperiode
schilderde hij meestal aquarel
len. Bloemstukken, dieren en
figuren. Vrij simplistische wer
ken met voornamelijk kleurde-
tails. Ook in deze periode valt
ons op hoe speels hij omgaat
met inhoudelijke gegevens,
kinderlijke ideetjes.
De figuratie in die tijd opgedaan
is ook blijven nawerken in het
latere werk, Temidden van
kleurvlekken kan hij niet nala
ten figuratieve herkennings
punten aan te duiden. Een oog,
vrouwenborst, de omtrekken
van de onderscheidene li
chaamsdelen. Een bekende
praktijk in de schilderkunst.
De eerste abstrakten ge
bruikten deze metode om de
onafscheidelijkeband met vroe
gere bewegingen niet totaal
overboord te moeten gooien.
Anderzijds werd het publiek
niet ten volle afgeschrikt. Ook
de aanwezigheid van enig na
tuurlijk element in die werken is
bekend.
Bij Heremans vinden wij deze
elementen terug.
Beheerste kalmte
In deze kontekst zou men zij
werk kunnen aanduiden ais hi
versleten cliché van de vro<
gere goden der schilderkun:
Maar hij beschikt over het i
zicht om zich net buiten dat c
ché op te stellen en zodoent
een eigen visie op de orde d
schilderkunstige principes
verwerven.
Heeremans is niet beroep
maar hij hoeft er ook niet om
leven. Dat is zo aan zijn we
aan te zien. Kalmte in het lev«
is de rustbrenger in zijn schild
rijen. Dit aspekt heeft meer
mensies dan men zou kunnt
vermoeden.
Heeremans studeerde vroeg
kunstgeschiedenis, leerde
techniek in de ateliers van v«
schillende kunstenaars en a;
de akademie van Düsseldo
Zijn werk is getoond in divers
binnen- en buitenlandse kuns
centra en behaalde talrijke oi
derscheidingen. Voor Aa
was hij een bijna«onbekende
guur. Op het eind der 60-er
ren eksposeerde hij al eens
galerij Pieter Coecke maar d
raakte de kouwe kleren van ji
met de pet niet.
Nu zijn ekspositie in het Oui
Hospitaal ruim bezocht wor<
zijn werk op het TV-scherm
zien zal zijn en hij aan
'vrienden van het Ou
Hospitaal' een werk ten g
schenke gaf zijn we hem ev<
ten huize gaan opzoeken vo
een doorwinterd interviei
Maar dat verneemt u dan tcx
komende week,
Roger D'Hon
Er v
onzi
Ami
hier
kun:
proc
wen
dat
geb
van
vieri
die
toec
stor
borc
en r
dig
korr
En
ma<
We
mer
aan
wol
vele
die'
ven
van
nati
Je 1
kels
sch
one
Ma
pre'
fen
Nie
die
niet
zit r
cha
Het recital werd besloten met de
Prélude et Fugue in sol klein (uit
het opus 7) van Marcel Dupré.
Een bijzonder boeiende kompo
sitie. regelrecht voor het orgel
geschreven en voorde uitvoerder
ervan een bijzonder dankbaar
stuk. Talrijke fijne details ko
men aan bod. Zowel in de
prelude als in de fuga kwam de
aanvang van het Dies Ire uit de
gregoriaanse dodenmis
voor.
We schrijven het nogmaals, we
moesten over de tekorten van het
instrument heen luisteren en in
gedachten pogen een beeld te
krijgen van hoe Van Ingelgems
voordracht zou kunnen klinken.
In elk geval, met de moed der
wanhoop zal worden verder
gemusiceerd. Zondag eerstko
mende is Firmin Decerf, orga
nist te Bastogne te gast. Hij werd
geboren te Longvilly in 1942. In
1967 werd hij, samen met
Kristiaan van Ingelgem laureaat
aan het Lemmensinstituut te
Mechelen. Firmin Decerf geeft
de kursus orgel en improviastie
aan het I.M.E.P., de franstalige
afdeling van het Lemmensinsti
tuut, sinds 1968 gevestigd te
Namen. Naast zijn aktiviteiten
als organist legt hij zich ook toe
op de kompositie. In opdracht
van het «Festival de Wallonië»
kom poneerde hij een «Fantaisie
concertante pour trompes de
chasse et orgue». Dit werk
diende als slot voor de 20e
«Juillet Musical de Saint-Hu-
bert». Sinds enkele jaren specia
liseert hij zich in improvisatie bij
Pierre Cochereau, organist aan
de Notre-Dame te Parijs.
Firmin Decerf zal werken vertol-
In het Oud-Hospitaal kan men 66 werken van Karl Heeremans bezichtigen, (jm)
Werk van Carl Heeremans. (jm)
ken van Froidebise, Tournemi-
re. Dupré. Flor Peeters, Joseph
Jongen en van hemzelf.
De ramen die tijdens het orgelkoncert lieel wat stoj deden opwaaien, (sj) Kristiaan Van Ingelgem
waarin hel orgel zich bevindt
helemaal niet zo gelukkig met de toestand
Pierre Froidebise (1914-1962)
studeerde orgel en kompositie te
Brussel. Zijn leraars waren
Joseph Jongen, Raymond Mou-
laert en de Maleingrau. Later
studeerde hij nog bij Gilson en
Absil en te Parijs bij Tournemi-
re. Hij was leraar harmonie aan
het Luikse konservatorium, di-
rekteur van de muziekakademie
te Hoei en kapelmeester en
organist van de kollegiale Sint-
Jacobskerk te Luik. In 1934
verwief hij de tweede grote
Romeprijs. Hij stichtte de Luik
se groep «Variation» voor jonge
komponisten en uitvoerders.
Charles Tournemire leefde van
1870 tot 1939. Aan het Parijse
konservatorium was hij leerling
voor piano bij Bériot en voor
orgel bij César Franck en C.M.
Widor. Later werd hij aan
hetzelfde konservatorium leraar
kamermuziek. Net als César
Franck en Gabriël Pierné was
Tournemire organist aan de
Sainte-Clothilde te Parijs en dit
gedurende veertig jaar.
Joseph Jongen (1873-1953) wi
een Belgische komponist. orgi
nist en pedagoog. Hij studeerd
aan het Luikse konservatoriui
en verwierf er op korte tijd d
hoogste onderscheidingen vo<
harmonie, kontrapunt, fuga
orgel. In 1897 behaalde hij d
prijs van Rome. Gedurende I
jaar was hij organist aan d
Sint-Jacobskerk te Luik. Lat«
werd hij direkteur van het Kon
Muziek konservatorium te Brus
sel. Tevens maakte hij ziel
verdienstelijk als dirigent
«Concerts Spirituels». Als kom
ponist schreef hij voor orgel,
andere instrumenten, opera en
ballet, orkestwerken en kamer
muziek. Van Jongen speelt
Decerf een Toccata. Verdö
worden nog werken uitgevoerd
van Dupré. Flor Peeters en van
Decerf zelf. Zondag 17 septem
berte 15.30uurin de Sint-Maar
tenskerk. Veel luistergenot.
André DE Groot