Wat met terlinden?
Esperantowaarom?
REFERENDUM ONDER PERSONEELSLEDEN
VAN DE STAD AALST OVER SOCIALE DIENST
SCHORSING STADSAMBTENAAR
Nieuwe afdeling in V.T.I.:
«Bouwplaatstechnologie»
ESPERANTO
6 - 29-9-1978 - De Voorpost
an groen staat nu open
raadsel. Misschien een
Gewezen werd 'eveneens o
dalen van de moeilijkheids
bij het aanleren van andere
(Frans, Engels indien het
ooraf het Esperanto kent
Het Esperanto-net breidt zich verder uit. In dit blad gaan we al een historische schets van deze taal, die in
Aalst terug kan aangeleerd worden in een lessen-cyklus die begin deze maand startte. Esperanto is niet
nog een taal erbij. Wel het tegenovergestelde: het is een oplosmiddel voor wereldwijde taalproblemen die
evenveel vaak onoverkomelijke belemmeringen zijn in een normaal menselijk verkeer over de
landsgrenzen heen. Het onbegrip en leed, dat door wederzijdse onkunde om met elkaar te konverseren
nog altijd wordt veroorzaakt, is om zo te zeggen zo groot als de wereld zelf. Even zo groot zijn de
financiële lasten die het gevolg zijn van deze enorme babylonische spraakverwarring: jaarlijks moeten
miljarden bladzijden vertaald worden, wat b.v. voor de Verenigde Naties alleen al op fabuleuze cijfers
komt. De Esperanto-beweging gaat een lange weg. Dat zal men wel al begrepen hebben. Maar de
weerklank wordt steeds meer gehoord. Er zijn nog pogingen ondernomen in het verleden om tot een
moderne universele taal te komen. Het Esperanto bleek evenwel op het stevigste onderstel gebouwd. Het
is in wezen een betrekkelijk eenvoudige taal. waarin universele taai-ingrediënten verwerkt zijn.
Maar dit keer beperken we ons tot hield. durende eksperimentele studie
het waarom van het Esperanto. De Ook de vertaal-kosten pleiten voor plaats van de Internationale Taal
Esperanto-beweging spaart zich een internationale taal. De taalver- bij Kinderen van het lager Onder
geen moeite om degelijke
lichting te geven. Onze gegevens
halen we dan ook uit de verschei
dene brochures die door de bewe
ging worden uitgegeven, en uit
hun tijdschrift «Esperanto Pano
rama».
«De wereld wordt kleiner en
kleiner-, zo luidt de titel van een
Esperanto-folder. En verden
daarentegen lijken onze proble
men groter en groter te worden.
Wetenschap en techniek hebben
de wereld doen krimpen doch
op gebied van internationaal be
grip zijn de landen nog bijna even
ver van elkaar verwijderd als en
kele eeuwen geleden».
Een uitspraak van V.S.A.-
president Truman: «Voor interna
tionale vriendschap is het nodig
dat wij andere naties leren kennen,
en zij ons... waarbij één van de
voornaamste obstakels die in de
weg staan het verschil in taal is-.
Hierin ligt zoniet de voornaamste,
dan toch één der belangrijkste re
denen waarom zo sterk op het Es
peranto wordt aangestuurd. «Na
tuurlijk zal ieder volk zijn eigen
taal behouden, zo lezen we ook in
een uitgave van het Vlaamse
Esperanto-Instituut. Studie van
vreemde talen zal altijd voor be
paalde doeleinden nuttig blijven,
maar als ieder naast zijn moeder
taal Esperanto leert, kunnen per
sonen van verschillende nationali
teit elkaar altijd begrijpen-
Een vraag die dan vaak wordt ge
steld is: waarom geen bestaande
wereldtaal, zoals Engels, of
waarom geen Latijn? De nationale
talen zijn voor buitenstaanders
over het algemeen moeilijk aan te
leren. Maar een stevige barrière is
het «taal-imperialisme- waar de
grote talen op aansturen: de naij
ver van de wereldmachten om hun
taal door te drukken. Het Latijn is,
als «dode taal» ongeschikt omdat
het kontakt ervan met de moderne
samenleving verloren is gegaan.
Het Esperanto is een «weten
schappelijk gekonstrueerde
compromis-taal, opgebouwd uit
de beste elementen van de belang
rijkste wereld-talen. Het is zo «ge
stroomlijnd», dat het geleerd kan
worden in slechts een tiende van
de tijd, die nodig is voor het aanle
ren van een nationale taal -
Ontworpen door Dr. L. Zamen-
hof, wordt het Esperanto nu al
tientallen jaren over de ganse we
reld gebruikt. Het staat los van ie
dere ideologie, is neutraal, en wil
gewoon een tweede taal zijn naast
de bestaande talen.
Het wil dus de etnische en natio
nale talen geenszins doen ver
dwijnen.
De grammatica van het Esperanto
is nog eenvoudiger dan de En
gelse: hij bestaat uit slechts 16 ba
sisregels, en er komen geen uit
zonderingen in voor.
Het gebruik over de wereld is zeer
verscheiden. Radiouitzendingen
in het Esperanto kunnen regelma
tig beluisterd worden op een der
tigtal stations, w.o. Warschau,
Bern, Rome, Praag,.Pe
king, Rio de Janeiro, Sofia, Va
lencia, Vaticaan enz...
Esperanto komt voor op wereld-
kongressen en in het toerisme (bu
reaus voor toerisme in meer dan
500steden w.o. Antwerpen, Be r
lijn, Belgrado...) evenals de
spoorwegen en luchtvaartmaat
schappijen, w.o. KLM, SAS,
LOT, JAT hebben brochures in
het Esperanto uitgegeven.
Ook in de Industrie wordt de «In
ternationale Taal» gebruikt:
Agfa-Gevaert, Coca-Cola, Fiat,
Philips, Ytong...
De Unesco heeft erkend dat de re
sultaten die door het Esperanto
werden bereikt in Kulturele be
trekkingen en voor de toenadering
van de volkeren, overeenstemmen
met de doelstellingen van de Une
sco. De «Universele Esperanto-
Asocio» heeft trouwens konsulta-
tieve betrekkingen met deze afde
ling van de Verenigde Naties.
Deze doelstellingen zijn o.a. be
houd van de vrede, verbreiding
van cultuur en opvoeding, uitwis
seling van ideeën, kennis en per
sonen, enz.
Gewezen wordt in Esperanto-
kringen ook op «wereldwijde mis
verstanden» die te wijten zijn aan
onvoldoende kennis van de andere
taalEn soms ligt die vergissing in
een klein taalhoekjc. Een voor
beeld: Grdot-Britannië en Frank
rijk dachten dat ze drie Concordes
hadden verkocht aan Iran. waarna
bleek dat de Sjah niet gezegd had
dat hij zijn opties definite!'maakte,
maar dat hij ze heel eenvoudig be
scheidenheid blijkt, na de bewa
pening. de grootste geldverspiller
te zijn. Miljarden bladzijden wor
den jaarlijks vertaald. Alleen al in
het wetenschappelijke domein, zo
lezen we, verschijnen geregeld
3500 gespecialiseerde publikaties,
met 2 miljoen artikels in 50 talen.
Bovendien moet men rekening
houden met de kosten van simul-
taanvertaling voor 4000 interna
tionale kongressen (dat worden er
10.000 vóór het einde der eeuw)
en voor de duizenden kleine bij
eenkomsten (alleen al in de EEG
35 per dag): twee tolken per taal.
Bij dit alles gaat het over miljarden
dollars per jaar. m.a.w. verschei
dene keren de totale internationale
hulp aan de ontwikkelingslanden.
De oplossing ligt voor de leden
van de Esperanto-beweging dan
ook in de «Internationale Taal»
zoals het Esperanto wordt ge
noemd. Zij is al 90 jaar uitgetest,
en bezit een arsenaal technische,
kommerciële en andere woorden
boeken. Vanuit literair standpunt
gezien is het Esperanto eveneens
zeer rijk en harmonieus. Vertalin
gen op rijm van Dante, Gezelle en
honderden andere dichters tonen
dit aan
Maar er bestaat ook originele lite
ratuur in het Esperanto (proza,
poëzie, toneel). (Karei Jonckheere
herkende in een vertaald gedicht
onmiddellijk Gezelle). Men wees
er verder op, dat invoering van
Esperanto in de scholen het we-
reldtalenprobleem in enkele jaren
zou kunnen oplossen. Want, zo
vraagt men zich af: bestaat er een
rationeler, moderneren terzelfder-
tijd een gemakkelijker aanvaard
bare oplossing voor iedereen?»
«Met de verkiezingen van een Eu
ropees parlement in het verschiet
(«Esperanto Panorama» nr. 53) is
het interessant om te weten hoe het
talenprobleem in de E.G. zal op
gelost worden Vandaar dat onze
belangstelling uitgaat naar de serie
konferenties die de Europese
Kommissie organiseert over de
informatie-systemen, en waarvan
de derde konferentie de titel kreeg
«Overcoming the Language Bar
rier- Die woorden betekenen dat
men al bezig is het probleem te
overwinnen, zo stelt men. In het
bovenvermeld konferentierapport
zijn er vier stromingen vermeld:
het Engels, verbeterd taalonder
wijs, computervertaling en Espe
ranto. Bedenkingen bij de -En
gelse oplossing-: Het Engelstalig
aandeel in techniek en wetenschap
zou van 30 40 dalen tot 15
(Engelstalig aandeel in de wereld
bevolking is 10
Wat betreft vertaalmachines: het is
geen probleem om woordenboe
ken en grammatica's op te slaan in
het geheugen van een computer.
De moeilijkheden liggen op het
vlak van de Sematiek. Zo zou een
Duitse zin als «lch weiss nicht wo
ich mcinen stock gelassen habe»
bij woord-voor-woord vertaling
uit de machine komen als «Ik goed
niet, waar ik menen verdieping be
rustend bezit»...
In verscheidene voordrachten
werd ingegaan op de mogelijkhe
den van het Esperanto. Dit wijst
erop, zo lezen we, dat de vooroor
delen van de technisch-
wetenschappelijke wereld aan het
verbleken zijn. De meerduidig
heid van de gewone taken een
belemmering voor documentatie
systemen kan worden over
wonnen door het Esperanto. Ook
werd voorgesteld om kennis van
meeerdere talen te verwerven,
maar daarnaast ook Esperanto te
leren.
Gesteld dat de Europese Gemeen
schap een taal voor de hele Ge
meenschap zou willen kiezen, dan
zou die taal aan 27 kriteria getoetst
moeten worden, o.a. door zoveel
mogelijk mensen aktief beheerst
worden, een behoorlijke literatuur
hebben, precieze en genuanceerde
formulering toelaten, voortbe
staan van andere Europese talen
niet in gevaar brengen...»
Dit wijst wel in de richting van een
taal zoals Esperanto dat zoals
reeds gezegd de zegen van de
UNO meegekregen heeft.
Maar ook hier te lande werd een
pedagogisch eksperiment met
goed resultaat beëindigd. 130 kin
deren van 10 tot 12 jaar, afkomstig
uit Duitsland, Frankrijken Joegos
lavië zijn acht dagen bij elkaar
geweest in de jeugdherberg van
Saint-Gérard (Namur). Zij waren
uitgenodigd door de 16 kinderen
van de Esperantoklub van Saint-
Gérard
Ook met sukses had een twee jaar
wijs. Het eksperiment werd geleid
door het Instituut voor Cyberne
tica van Paderborn (W-Dtsl)
m.m.v. de Internationale Vereni
ging van Esperantoleraars. Er
werkten scholen mee in België,
Griekenland. Frankrijk, Neder
land en Duitsland. Het doel was na
te gaan in welk tempo Esperanto
kan worden aangeleerd op de la
gere school. Het antwoord was
zeer bemoedigend. «Esperanto is
als eenvoudige taal. de taal van
niemand die zonder beletsel de
taal van iedereen zou kunnen wor
den» zo zei J.M. Sondervorst, di-
rekteur van de Internationale
School, «alleen het Esperanto
omdat het aan geen enkele kuituur
verbonden is kan de sleutel
worden tot alle kuituren, maar ook
de basis van een universeel begrij
pen en dus van de wereld
vrede»....
Erg mooie woorden zijn dat, die
naar we vrezen nog zo vlug niet
verwezenlijkt zullen worden. We
reldvrede lijkt steeds verder weg te
drijven. Maar aan bewegingen
zoals «Esperanto» zal dit dan wel
niet liggen. Ze tonen evenwel de
noodzaak aan, de richting in te
slaan die de Esperanto-beweging
allang heeft gekozen. Esperanto
ongekend maar niet onbemind.
Ook in Aalst niet.
Inlichtingen: Maurice De Wit.
Ninovestraat 157 Erembodegem,
053-70.53.68 - De Bondt, V. de
Saedeleerstraat 30, Aalst, 053-
70.25.13.
Wilfried Lissens
Volgende week: Techniek van het
Esperanto.
In het kader van de drukke
Esperanto-aktiviteiten in het Aals-
terse. gaf de heer Sijmoens te
Erembodegem-Terjoden een
spreekbeurt met de pedagogische
waarde in de taalontwikkeling bij
kinderen van het Esperanto als
tema Het aanleren van Esperanto
blijft heilzaam bij kinderen om
drie hoofdredenen: een intellek-
tuele reden omwille van de logi
sche opbouw van de taal en vooral
omdat de kinderen de funktie van
de woorden zien in hun geheel. Er
Het prachtig Kasteel Terlinden omringd door een echte sloot in een zee r.
hel publiek. Maar wat er binnen de gebouwen zal gebeuren blijft t
ambtswoning? (JM)
is ook een idealistische reden:
jonge mensen sensibilizeren voor
de Internationale Taal. ledereen
spreekt eenzelfde taal met behoud
van eigen taal en kuituur. En ten
slotte is er de praktische reden,
de spreker de stand van za
ken van het Esperanto behan
delde.
Vermeld mag ook worden dat er
een parlementaire vraag werd ge
steld of het Esperanto al of niet als
socio-kulturele aktiviteit aanvaard
kon worden. Hierop werd door het
betrokken ministerie bevestigend
geantwoord, indien er tenminste 8
kinderen bij betrokken zijn.
Up vrijdag 13 oktober organizeert het stadsbestuur een referendum
onder de zowat 1.000 stadsperoneelsleden en OCMW-werknemers.
Ten gevolge van de fuzie kwam het personeel van de deelgemeenten
en het personeel van de stad en het OCMW van Aalst onder een
verschillende sociale dienst, terwijl die personeelsleden uit de deel
gemeenten aangesloten zijn bij de Gemeenschappelijke Sociale
Dienst van het Biezonder Kinderbijslagfonds voor de plaatselijke en
Gewestelijke Overheidsdienst, welke een nationale dienst is. Dit
onderscheid wil men nu wegwerken.
Vooraleer tot het referendum over
te gaan, wordt het personeel sa
mengeroepen in de Keizershallen,
waar informatie gegeven wordt
over de voor- en nadelen van beide
oplossingen. Dadelijk erop vol
gend grijpt het eigenlijke referen
dum plaats, via een geheime
stemming. Ook de stadsperso-
neelsleden, die hun taak niet kun
nen verlaten zullen in de gelegen
heid gesteld worden om te stem
men De uislag van de stemming
zal beslissen over de definitieve
keuze.
Het is de eerste maal dat een derge
lijke stemming onder de stadsper-
soneelsleden georganizeerd
wordt.
Als buitenstaander kan men zich
toch de vraag stellen waarom een
dergelijke opiniepeiling georgani
zeerd wordt, rekening houdend
met het feit dat zowel het stadsbes
tuur als het OCMW over een eigen
sociale dienst beschikken. Deze
beide diensten staan op dit ogen
blik ten dienste van de ganse be
volking, dus in de eerste plaats van
de personeelsleden zelf. Uit gege
vens in ons bezit blijkt dat de so
ciale dienst van de stad slechts
sporadisch dient tussen te komen
ten bate van individuele perso
neelsleden. Waarom dan nog nut
teloze uitgaven doen aan een na
tionale dienst, gevestigd in B
sel, dit rekening houdende me iail
deficitaire stads- en OCNfn t
begroting?
Of heeft ons stadsbestuur
weinig vertrouwen in de berotKs
bekwaamheid van haar ei[,k
maatschappelijke werkers?
Alles bij elkaar wordt dit refei t(>i
dum bij velen ervaren als een
tale geld- en tijdverspilling, er «lei
een kaakslag voor de eigen soc m-
diensten.
Vtf»
In CCOD-kringen was de ontsteltenis groot, toen het kollege van
burgemeester en schepenen belistte de voorzitter van het CCOD-
Aalst, tevens stadsambtenaar, voor één week welbepaald uit juist die
stadsdienst te schorsen met bovendien afhouding van wedde, voor
feiten die zich op het sindikale vlak afspeelden. Die week is intussen
voorbij, maar daarmee is de lont niet gedoofd.
Voorde moeilijkheden blijkt, zo- Daar het hier om een privé-blad
niet de oorzaak, dan toch de aan
leiding andermaal bij het slach
thuis te liggen, meer bepaald dan
het feit dat de voorzitter van het
CCOD enige krasse uitspraken
van enige politieke figuren inzon
derheid publieke uitspraken van
pesoneelsschepen Blommaert, op
de korrel zou genomen hebben in
het ledenblad van de CCOD.
gaat, waarvan zelfs verwacht
wordt dat het niet in handen komt
van nict-leden. stelt men zich toch
vragen omtrent de bedoelingen
achter heel deze zaak. Normaler
wijze waait er door zulke geschrif
ten geen stof op, omdat ze gepu
bliceerd worden in de windstilte
van het eigen publiek. Vandaar de
grote vraag omtrent de verhouding
tussen de feiten en de sanktie. We
vestigen er wel de aandacht op dat
het schepenkollege unaniem de
straf heeft uitgesproken. Schepen
Blommaert heeft dit gretig aange
haald,om zijn aandeel in deze zaak
af te zwakken. En inderdaad zal
dit aandeel wel niet zó erg groot
zijn, omdat hij tenslotte niet graag
diep graait in dergelijke perso-
neclsmateries. Wie of wat zit er
dan wel achter? Het komt ons
voor, dat heel deze zaak zich op
het politiekevlak afspeelt. Daar
zijn aanwijzingen voor. Boven
dien tocht het toch wel erg in heel
deze procedure.
Het stadsbestuur schorst een amb
tenaar naar aanleiding van een ge
schrift in een privé-blad. Is dit een
«laakbaar feit»? Het bestuur zegt
wel beledigd te zijn, maar moti
veert die stelling niet: waar en hoe
is het beledigd? En indien de be
trokken persoon als voorzitter van
een vakverbond over de witte lijn
zou zijn gelopen, dan nog komt
het hoogst eigenaardig over dat hij
als stadsambtenaar wordt beboet,
temeer daar geen enkel stralbaar
feit in het kader van deze funktie
werd gesteld. Verder springt on-
midcllijk de wanverhouding tus
sen de feiten en de sanktie in het
oog.
Waar de schepen van perst
weigerde een syndikale dclcg
te ontvangen (die nationaal
opgesteld, wat te merken was
de samenstelling ervan) omdin c
een personeelslid van de stad '/c
senzat, stelt het CCOD da
schepen llaterde omdat de del
tie louter syndikaal was samen jku
teld.
Dat de hele zaak nog de helmc
niet af is. mag wel opgen-
worden uit het feit dat eraan 1
dacht wordt de Raad van Su
de Bestendige Deputatie
schakelen
Wilfried Lis h
Vrijdag 8 september was een belangrijke dag in de geschie
denis van de opleiding in de bouwberoepen. Op deze dag
werd officieel en voor de eerste maal het Akademisch Jaar
ingezet van een nieuwe opleidingsvorm in het Hoger Onder
wijs van het korte type, «specialiteit Bouwplaatstechnolo
gie». Deze gebeurtenis was des te belangrijker omdat er in het
Vlaamse land slechts één instituut gemachtigd werd deze
opleiding te verstrekken, nl. het Vrij Technisch Instituut te
Aalst.
Het was dan ook in dit instituut
dat ruim 2200 studenten telt en
een bloeiende afdeling ruw
bouw, bouwkundig tekenen en
openbare werken dat deze af
deling van start ging.
Algemeen direkteur van het
VTI, ir Leo Wouters bracht
eerst een korte hulde aan de
stichter van dit instituut, de heer
De Waegenaere naar wie de
vergaderzaal waar de plechtig
heid plaatsgreep is genoemd.
De Waegenaere was er ener
zijds van bewust dat Vlaande
ren nood had aan degelijk ge
schoolde technici en anderzijds
dat de opleiding tot vakman
moest steunen op een opvoe
ding tot schoonmenselijkheid
Die visie werd reeds werkelijk
heid in 1911 en onophoudend
werden diploma's uitgereikt
van vakman, technicus en
technisch ingenieur.
Na tientallen jaren technische
ingenieurs te hebben gevormd,
na aan de spits van de strijd te
hebben gestaan voor de her
waardering van dit diploma, na
sukses te hebben geboekt bij
het tot stand komen van de In
dustriële Hoge school Oost-
Vlaanderen start nu de oplei
ding tot wat men populairgra-
duaat in de bouwplaatstechno
logie zou kunnen noemen.
Bewijs van de belangrijkheid
van dit initiatief ziet de direkteur
in het merkwaardig aantal op
gekomen studenten, in het feit
dat ze komen uit de verschil
lende Vlaamse provincies en in
de aanmoedigingen van meer
dere industriëlen.
Een gespecialiseerd leraren
korps staat in voor het waar
maken van dit nieuw projekt.
Het zijn enerzijds leraars tech
niek en anderzijds leraars al
gemene vakken.
Leraars techniek:
E.P L. De Valkeneer, Jezuït,
leraar logica en moraal, Burg.
Elektr. Techn. ingenieur.
Dhr. Pieter Poelaert, burgerlijk
bouwkundig ingenieur, R.U.G.,
leraar theoretische bouwvak
ken. tevens coördinator van de
afdeling.
Dhr. Patrick Jaenen. burgerlijk
bouwkundig ingenieur. R.U.G
leraar theoretische bouwvak
ken
Dhr. Leon Deron, Architect, le
raar tekenen en ontwerpen.
Dhr. Meerl Etienne, Industrieel
Ingenieur bouwkunde, leraar
labo-oefeningen.
Dhr Frans Van Driessche.
technisch leraar in de praktijk
vakken bouw.
Leraars algemene vakken:
Dhr, Frans Rasschaert, Lie.
wiskunde.
Dhr. Danny Dekyndt, lie. verta
ler - tolk - Frans.
Dhr. Georges Van den Bos
sche, lie. Germaanse filologie.
Dit team specialisten heeft er
zich toe verbonden aan de nij
verheid waardevolle, hoogge
schoolde kaderleden af te leve
ren.
Het graduaat heeft een eigen
gelaat, gewild door de wetge
ver maar te boetseren én door
docenten, én door direktie, én
door studenten zelf
Het gaat hier inderdaad om een
middenpositie tussen enerzijds
de burgerlijke en industriële in
genieur en anderzijds het lager
kaderpersoneel en de bouw
vakwerknemers.
Duidelijk is dan toch dat de in
dustrie kontaktpersonen nodig
heeft die wat het ingenieurs-
technisch aspekt betreft beide
groepen ingenieurs kunnen bij
staan, het produktieproces op
de voet volgen, en leiding ge
ven op basis van direktieven
duaat dient echter ook de mo
gelijkheid te hebben zich te
vestigen als zelfstandig aan
nemer.
In elk geval moet de gegradu
eerde iemand zijn die in een
minimum van tijd een werk
zelfstandig zal moeten kunnen
leiden. Niet alleen technische
vaardigheid is voor hem onont
beerlijk maar eveneens organi
satorisch inzicht, administra
tieve bekwaamheid en niet in
het minst zin voor goede men
selijke kontakten.
Het suksesvol bepalen van dit
eigen gelaat zal het sukses van
de nieuwe afdeling bepalen.,
De eerstejaars van deze
nieuwe opleidingsvorm meld
den zich met een 40-tal in blok
van beide ingenieursgroej tl
en dit in direkte lijn naar de
voerders toe. Het is hier, op hoi
terrein, dat het graduaat boi
plaatstechnologie zijn ecf^
taak moet vinden.
De afgestudeerde met het <i
aan. Allen hadden het hö
sekundair onderwijs achter jp
rug. Ze komen uit verschille®
opleidingsvormen: bouwlf
dig tekenen, bouwtechnj
bouwbedrijf en openbare v
ken. Verder waren er ook I
een opleiding metaal. Ook I
denten uit het algemeen I
derwijs en meisjes-studeri
met een hogere sekundaire
leiding zijn toegelaten.
Na de plechtige opening i
het akademisch jaar void
dan een gedetailleerd bezd
aan de nieuwbouwwerken \i
het Instituut zodat de kandi
ten onmiddellijk met de werl
lijkheid werden gekonfri
teerd.
Tijdens een receptie ter herdenking i
het stadhuis hield burgemeester D'
IN30 op de binnenkoer van
an de onajhankelijkheidsstrijder
liaeseleer een toespraak. (EDVj