Wat met terlinden? Esperantowaarom? REFERENDUM ONDER PERSONEELSLEDEN VAN DE STAD AALST OVER SOCIALE DIENST SCHORSING STADSAMBTENAAR Nieuwe afdeling in V.T.I.: «Bouwplaatstechnologie» ESPERANTO 6 - 29-9-1978 - De Voorpost an groen staat nu open raadsel. Misschien een Gewezen werd 'eveneens o dalen van de moeilijkheids bij het aanleren van andere (Frans, Engels indien het ooraf het Esperanto kent Het Esperanto-net breidt zich verder uit. In dit blad gaan we al een historische schets van deze taal, die in Aalst terug kan aangeleerd worden in een lessen-cyklus die begin deze maand startte. Esperanto is niet nog een taal erbij. Wel het tegenovergestelde: het is een oplosmiddel voor wereldwijde taalproblemen die evenveel vaak onoverkomelijke belemmeringen zijn in een normaal menselijk verkeer over de landsgrenzen heen. Het onbegrip en leed, dat door wederzijdse onkunde om met elkaar te konverseren nog altijd wordt veroorzaakt, is om zo te zeggen zo groot als de wereld zelf. Even zo groot zijn de financiële lasten die het gevolg zijn van deze enorme babylonische spraakverwarring: jaarlijks moeten miljarden bladzijden vertaald worden, wat b.v. voor de Verenigde Naties alleen al op fabuleuze cijfers komt. De Esperanto-beweging gaat een lange weg. Dat zal men wel al begrepen hebben. Maar de weerklank wordt steeds meer gehoord. Er zijn nog pogingen ondernomen in het verleden om tot een moderne universele taal te komen. Het Esperanto bleek evenwel op het stevigste onderstel gebouwd. Het is in wezen een betrekkelijk eenvoudige taal. waarin universele taai-ingrediënten verwerkt zijn. Maar dit keer beperken we ons tot hield. durende eksperimentele studie het waarom van het Esperanto. De Ook de vertaal-kosten pleiten voor plaats van de Internationale Taal Esperanto-beweging spaart zich een internationale taal. De taalver- bij Kinderen van het lager Onder geen moeite om degelijke lichting te geven. Onze gegevens halen we dan ook uit de verschei dene brochures die door de bewe ging worden uitgegeven, en uit hun tijdschrift «Esperanto Pano rama». «De wereld wordt kleiner en kleiner-, zo luidt de titel van een Esperanto-folder. En verden daarentegen lijken onze proble men groter en groter te worden. Wetenschap en techniek hebben de wereld doen krimpen doch op gebied van internationaal be grip zijn de landen nog bijna even ver van elkaar verwijderd als en kele eeuwen geleden». Een uitspraak van V.S.A.- president Truman: «Voor interna tionale vriendschap is het nodig dat wij andere naties leren kennen, en zij ons... waarbij één van de voornaamste obstakels die in de weg staan het verschil in taal is-. Hierin ligt zoniet de voornaamste, dan toch één der belangrijkste re denen waarom zo sterk op het Es peranto wordt aangestuurd. «Na tuurlijk zal ieder volk zijn eigen taal behouden, zo lezen we ook in een uitgave van het Vlaamse Esperanto-Instituut. Studie van vreemde talen zal altijd voor be paalde doeleinden nuttig blijven, maar als ieder naast zijn moeder taal Esperanto leert, kunnen per sonen van verschillende nationali teit elkaar altijd begrijpen- Een vraag die dan vaak wordt ge steld is: waarom geen bestaande wereldtaal, zoals Engels, of waarom geen Latijn? De nationale talen zijn voor buitenstaanders over het algemeen moeilijk aan te leren. Maar een stevige barrière is het «taal-imperialisme- waar de grote talen op aansturen: de naij ver van de wereldmachten om hun taal door te drukken. Het Latijn is, als «dode taal» ongeschikt omdat het kontakt ervan met de moderne samenleving verloren is gegaan. Het Esperanto is een «weten schappelijk gekonstrueerde compromis-taal, opgebouwd uit de beste elementen van de belang rijkste wereld-talen. Het is zo «ge stroomlijnd», dat het geleerd kan worden in slechts een tiende van de tijd, die nodig is voor het aanle ren van een nationale taal - Ontworpen door Dr. L. Zamen- hof, wordt het Esperanto nu al tientallen jaren over de ganse we reld gebruikt. Het staat los van ie dere ideologie, is neutraal, en wil gewoon een tweede taal zijn naast de bestaande talen. Het wil dus de etnische en natio nale talen geenszins doen ver dwijnen. De grammatica van het Esperanto is nog eenvoudiger dan de En gelse: hij bestaat uit slechts 16 ba sisregels, en er komen geen uit zonderingen in voor. Het gebruik over de wereld is zeer verscheiden. Radiouitzendingen in het Esperanto kunnen regelma tig beluisterd worden op een der tigtal stations, w.o. Warschau, Bern, Rome, Praag,.Pe king, Rio de Janeiro, Sofia, Va lencia, Vaticaan enz... Esperanto komt voor op wereld- kongressen en in het toerisme (bu reaus voor toerisme in meer dan 500steden w.o. Antwerpen, Be r lijn, Belgrado...) evenals de spoorwegen en luchtvaartmaat schappijen, w.o. KLM, SAS, LOT, JAT hebben brochures in het Esperanto uitgegeven. Ook in de Industrie wordt de «In ternationale Taal» gebruikt: Agfa-Gevaert, Coca-Cola, Fiat, Philips, Ytong... De Unesco heeft erkend dat de re sultaten die door het Esperanto werden bereikt in Kulturele be trekkingen en voor de toenadering van de volkeren, overeenstemmen met de doelstellingen van de Une sco. De «Universele Esperanto- Asocio» heeft trouwens konsulta- tieve betrekkingen met deze afde ling van de Verenigde Naties. Deze doelstellingen zijn o.a. be houd van de vrede, verbreiding van cultuur en opvoeding, uitwis seling van ideeën, kennis en per sonen, enz. Gewezen wordt in Esperanto- kringen ook op «wereldwijde mis verstanden» die te wijten zijn aan onvoldoende kennis van de andere taalEn soms ligt die vergissing in een klein taalhoekjc. Een voor beeld: Grdot-Britannië en Frank rijk dachten dat ze drie Concordes hadden verkocht aan Iran. waarna bleek dat de Sjah niet gezegd had dat hij zijn opties definite!'maakte, maar dat hij ze heel eenvoudig be scheidenheid blijkt, na de bewa pening. de grootste geldverspiller te zijn. Miljarden bladzijden wor den jaarlijks vertaald. Alleen al in het wetenschappelijke domein, zo lezen we, verschijnen geregeld 3500 gespecialiseerde publikaties, met 2 miljoen artikels in 50 talen. Bovendien moet men rekening houden met de kosten van simul- taanvertaling voor 4000 interna tionale kongressen (dat worden er 10.000 vóór het einde der eeuw) en voor de duizenden kleine bij eenkomsten (alleen al in de EEG 35 per dag): twee tolken per taal. Bij dit alles gaat het over miljarden dollars per jaar. m.a.w. verschei dene keren de totale internationale hulp aan de ontwikkelingslanden. De oplossing ligt voor de leden van de Esperanto-beweging dan ook in de «Internationale Taal» zoals het Esperanto wordt ge noemd. Zij is al 90 jaar uitgetest, en bezit een arsenaal technische, kommerciële en andere woorden boeken. Vanuit literair standpunt gezien is het Esperanto eveneens zeer rijk en harmonieus. Vertalin gen op rijm van Dante, Gezelle en honderden andere dichters tonen dit aan Maar er bestaat ook originele lite ratuur in het Esperanto (proza, poëzie, toneel). (Karei Jonckheere herkende in een vertaald gedicht onmiddellijk Gezelle). Men wees er verder op, dat invoering van Esperanto in de scholen het we- reldtalenprobleem in enkele jaren zou kunnen oplossen. Want, zo vraagt men zich af: bestaat er een rationeler, moderneren terzelfder- tijd een gemakkelijker aanvaard bare oplossing voor iedereen?» «Met de verkiezingen van een Eu ropees parlement in het verschiet («Esperanto Panorama» nr. 53) is het interessant om te weten hoe het talenprobleem in de E.G. zal op gelost worden Vandaar dat onze belangstelling uitgaat naar de serie konferenties die de Europese Kommissie organiseert over de informatie-systemen, en waarvan de derde konferentie de titel kreeg «Overcoming the Language Bar rier- Die woorden betekenen dat men al bezig is het probleem te overwinnen, zo stelt men. In het bovenvermeld konferentierapport zijn er vier stromingen vermeld: het Engels, verbeterd taalonder wijs, computervertaling en Espe ranto. Bedenkingen bij de -En gelse oplossing-: Het Engelstalig aandeel in techniek en wetenschap zou van 30 40 dalen tot 15 (Engelstalig aandeel in de wereld bevolking is 10 Wat betreft vertaalmachines: het is geen probleem om woordenboe ken en grammatica's op te slaan in het geheugen van een computer. De moeilijkheden liggen op het vlak van de Sematiek. Zo zou een Duitse zin als «lch weiss nicht wo ich mcinen stock gelassen habe» bij woord-voor-woord vertaling uit de machine komen als «Ik goed niet, waar ik menen verdieping be rustend bezit»... In verscheidene voordrachten werd ingegaan op de mogelijkhe den van het Esperanto. Dit wijst erop, zo lezen we, dat de vooroor delen van de technisch- wetenschappelijke wereld aan het verbleken zijn. De meerduidig heid van de gewone taken een belemmering voor documentatie systemen kan worden over wonnen door het Esperanto. Ook werd voorgesteld om kennis van meeerdere talen te verwerven, maar daarnaast ook Esperanto te leren. Gesteld dat de Europese Gemeen schap een taal voor de hele Ge meenschap zou willen kiezen, dan zou die taal aan 27 kriteria getoetst moeten worden, o.a. door zoveel mogelijk mensen aktief beheerst worden, een behoorlijke literatuur hebben, precieze en genuanceerde formulering toelaten, voortbe staan van andere Europese talen niet in gevaar brengen...» Dit wijst wel in de richting van een taal zoals Esperanto dat zoals reeds gezegd de zegen van de UNO meegekregen heeft. Maar ook hier te lande werd een pedagogisch eksperiment met goed resultaat beëindigd. 130 kin deren van 10 tot 12 jaar, afkomstig uit Duitsland, Frankrijken Joegos lavië zijn acht dagen bij elkaar geweest in de jeugdherberg van Saint-Gérard (Namur). Zij waren uitgenodigd door de 16 kinderen van de Esperantoklub van Saint- Gérard Ook met sukses had een twee jaar wijs. Het eksperiment werd geleid door het Instituut voor Cyberne tica van Paderborn (W-Dtsl) m.m.v. de Internationale Vereni ging van Esperantoleraars. Er werkten scholen mee in België, Griekenland. Frankrijk, Neder land en Duitsland. Het doel was na te gaan in welk tempo Esperanto kan worden aangeleerd op de la gere school. Het antwoord was zeer bemoedigend. «Esperanto is als eenvoudige taal. de taal van niemand die zonder beletsel de taal van iedereen zou kunnen wor den» zo zei J.M. Sondervorst, di- rekteur van de Internationale School, «alleen het Esperanto omdat het aan geen enkele kuituur verbonden is kan de sleutel worden tot alle kuituren, maar ook de basis van een universeel begrij pen en dus van de wereld vrede».... Erg mooie woorden zijn dat, die naar we vrezen nog zo vlug niet verwezenlijkt zullen worden. We reldvrede lijkt steeds verder weg te drijven. Maar aan bewegingen zoals «Esperanto» zal dit dan wel niet liggen. Ze tonen evenwel de noodzaak aan, de richting in te slaan die de Esperanto-beweging allang heeft gekozen. Esperanto ongekend maar niet onbemind. Ook in Aalst niet. Inlichtingen: Maurice De Wit. Ninovestraat 157 Erembodegem, 053-70.53.68 - De Bondt, V. de Saedeleerstraat 30, Aalst, 053- 70.25.13. Wilfried Lissens Volgende week: Techniek van het Esperanto. In het kader van de drukke Esperanto-aktiviteiten in het Aals- terse. gaf de heer Sijmoens te Erembodegem-Terjoden een spreekbeurt met de pedagogische waarde in de taalontwikkeling bij kinderen van het Esperanto als tema Het aanleren van Esperanto blijft heilzaam bij kinderen om drie hoofdredenen: een intellek- tuele reden omwille van de logi sche opbouw van de taal en vooral omdat de kinderen de funktie van de woorden zien in hun geheel. Er Het prachtig Kasteel Terlinden omringd door een echte sloot in een zee r. hel publiek. Maar wat er binnen de gebouwen zal gebeuren blijft t ambtswoning? (JM) is ook een idealistische reden: jonge mensen sensibilizeren voor de Internationale Taal. ledereen spreekt eenzelfde taal met behoud van eigen taal en kuituur. En ten slotte is er de praktische reden, de spreker de stand van za ken van het Esperanto behan delde. Vermeld mag ook worden dat er een parlementaire vraag werd ge steld of het Esperanto al of niet als socio-kulturele aktiviteit aanvaard kon worden. Hierop werd door het betrokken ministerie bevestigend geantwoord, indien er tenminste 8 kinderen bij betrokken zijn. Up vrijdag 13 oktober organizeert het stadsbestuur een referendum onder de zowat 1.000 stadsperoneelsleden en OCMW-werknemers. Ten gevolge van de fuzie kwam het personeel van de deelgemeenten en het personeel van de stad en het OCMW van Aalst onder een verschillende sociale dienst, terwijl die personeelsleden uit de deel gemeenten aangesloten zijn bij de Gemeenschappelijke Sociale Dienst van het Biezonder Kinderbijslagfonds voor de plaatselijke en Gewestelijke Overheidsdienst, welke een nationale dienst is. Dit onderscheid wil men nu wegwerken. Vooraleer tot het referendum over te gaan, wordt het personeel sa mengeroepen in de Keizershallen, waar informatie gegeven wordt over de voor- en nadelen van beide oplossingen. Dadelijk erop vol gend grijpt het eigenlijke referen dum plaats, via een geheime stemming. Ook de stadsperso- neelsleden, die hun taak niet kun nen verlaten zullen in de gelegen heid gesteld worden om te stem men De uislag van de stemming zal beslissen over de definitieve keuze. Het is de eerste maal dat een derge lijke stemming onder de stadsper- soneelsleden georganizeerd wordt. Als buitenstaander kan men zich toch de vraag stellen waarom een dergelijke opiniepeiling georgani zeerd wordt, rekening houdend met het feit dat zowel het stadsbes tuur als het OCMW over een eigen sociale dienst beschikken. Deze beide diensten staan op dit ogen blik ten dienste van de ganse be volking, dus in de eerste plaats van de personeelsleden zelf. Uit gege vens in ons bezit blijkt dat de so ciale dienst van de stad slechts sporadisch dient tussen te komen ten bate van individuele perso neelsleden. Waarom dan nog nut teloze uitgaven doen aan een na tionale dienst, gevestigd in B sel, dit rekening houdende me iail deficitaire stads- en OCNfn t begroting? Of heeft ons stadsbestuur weinig vertrouwen in de berotKs bekwaamheid van haar ei[,k maatschappelijke werkers? Alles bij elkaar wordt dit refei t(>i dum bij velen ervaren als een tale geld- en tijdverspilling, er «lei een kaakslag voor de eigen soc m- diensten. Vtf» In CCOD-kringen was de ontsteltenis groot, toen het kollege van burgemeester en schepenen belistte de voorzitter van het CCOD- Aalst, tevens stadsambtenaar, voor één week welbepaald uit juist die stadsdienst te schorsen met bovendien afhouding van wedde, voor feiten die zich op het sindikale vlak afspeelden. Die week is intussen voorbij, maar daarmee is de lont niet gedoofd. Voorde moeilijkheden blijkt, zo- Daar het hier om een privé-blad niet de oorzaak, dan toch de aan leiding andermaal bij het slach thuis te liggen, meer bepaald dan het feit dat de voorzitter van het CCOD enige krasse uitspraken van enige politieke figuren inzon derheid publieke uitspraken van pesoneelsschepen Blommaert, op de korrel zou genomen hebben in het ledenblad van de CCOD. gaat, waarvan zelfs verwacht wordt dat het niet in handen komt van nict-leden. stelt men zich toch vragen omtrent de bedoelingen achter heel deze zaak. Normaler wijze waait er door zulke geschrif ten geen stof op, omdat ze gepu bliceerd worden in de windstilte van het eigen publiek. Vandaar de grote vraag omtrent de verhouding tussen de feiten en de sanktie. We vestigen er wel de aandacht op dat het schepenkollege unaniem de straf heeft uitgesproken. Schepen Blommaert heeft dit gretig aange haald,om zijn aandeel in deze zaak af te zwakken. En inderdaad zal dit aandeel wel niet zó erg groot zijn, omdat hij tenslotte niet graag diep graait in dergelijke perso- neclsmateries. Wie of wat zit er dan wel achter? Het komt ons voor, dat heel deze zaak zich op het politiekevlak afspeelt. Daar zijn aanwijzingen voor. Boven dien tocht het toch wel erg in heel deze procedure. Het stadsbestuur schorst een amb tenaar naar aanleiding van een ge schrift in een privé-blad. Is dit een «laakbaar feit»? Het bestuur zegt wel beledigd te zijn, maar moti veert die stelling niet: waar en hoe is het beledigd? En indien de be trokken persoon als voorzitter van een vakverbond over de witte lijn zou zijn gelopen, dan nog komt het hoogst eigenaardig over dat hij als stadsambtenaar wordt beboet, temeer daar geen enkel stralbaar feit in het kader van deze funktie werd gesteld. Verder springt on- midcllijk de wanverhouding tus sen de feiten en de sanktie in het oog. Waar de schepen van perst weigerde een syndikale dclcg te ontvangen (die nationaal opgesteld, wat te merken was de samenstelling ervan) omdin c een personeelslid van de stad '/c senzat, stelt het CCOD da schepen llaterde omdat de del tie louter syndikaal was samen jku teld. Dat de hele zaak nog de helmc niet af is. mag wel opgen- worden uit het feit dat eraan 1 dacht wordt de Raad van Su de Bestendige Deputatie schakelen Wilfried Lis h Vrijdag 8 september was een belangrijke dag in de geschie denis van de opleiding in de bouwberoepen. Op deze dag werd officieel en voor de eerste maal het Akademisch Jaar ingezet van een nieuwe opleidingsvorm in het Hoger Onder wijs van het korte type, «specialiteit Bouwplaatstechnolo gie». Deze gebeurtenis was des te belangrijker omdat er in het Vlaamse land slechts één instituut gemachtigd werd deze opleiding te verstrekken, nl. het Vrij Technisch Instituut te Aalst. Het was dan ook in dit instituut dat ruim 2200 studenten telt en een bloeiende afdeling ruw bouw, bouwkundig tekenen en openbare werken dat deze af deling van start ging. Algemeen direkteur van het VTI, ir Leo Wouters bracht eerst een korte hulde aan de stichter van dit instituut, de heer De Waegenaere naar wie de vergaderzaal waar de plechtig heid plaatsgreep is genoemd. De Waegenaere was er ener zijds van bewust dat Vlaande ren nood had aan degelijk ge schoolde technici en anderzijds dat de opleiding tot vakman moest steunen op een opvoe ding tot schoonmenselijkheid Die visie werd reeds werkelijk heid in 1911 en onophoudend werden diploma's uitgereikt van vakman, technicus en technisch ingenieur. Na tientallen jaren technische ingenieurs te hebben gevormd, na aan de spits van de strijd te hebben gestaan voor de her waardering van dit diploma, na sukses te hebben geboekt bij het tot stand komen van de In dustriële Hoge school Oost- Vlaanderen start nu de oplei ding tot wat men populairgra- duaat in de bouwplaatstechno logie zou kunnen noemen. Bewijs van de belangrijkheid van dit initiatief ziet de direkteur in het merkwaardig aantal op gekomen studenten, in het feit dat ze komen uit de verschil lende Vlaamse provincies en in de aanmoedigingen van meer dere industriëlen. Een gespecialiseerd leraren korps staat in voor het waar maken van dit nieuw projekt. Het zijn enerzijds leraars tech niek en anderzijds leraars al gemene vakken. Leraars techniek: E.P L. De Valkeneer, Jezuït, leraar logica en moraal, Burg. Elektr. Techn. ingenieur. Dhr. Pieter Poelaert, burgerlijk bouwkundig ingenieur, R.U.G., leraar theoretische bouwvak ken. tevens coördinator van de afdeling. Dhr. Patrick Jaenen. burgerlijk bouwkundig ingenieur. R.U.G leraar theoretische bouwvak ken Dhr. Leon Deron, Architect, le raar tekenen en ontwerpen. Dhr. Meerl Etienne, Industrieel Ingenieur bouwkunde, leraar labo-oefeningen. Dhr Frans Van Driessche. technisch leraar in de praktijk vakken bouw. Leraars algemene vakken: Dhr, Frans Rasschaert, Lie. wiskunde. Dhr. Danny Dekyndt, lie. verta ler - tolk - Frans. Dhr. Georges Van den Bos sche, lie. Germaanse filologie. Dit team specialisten heeft er zich toe verbonden aan de nij verheid waardevolle, hoogge schoolde kaderleden af te leve ren. Het graduaat heeft een eigen gelaat, gewild door de wetge ver maar te boetseren én door docenten, én door direktie, én door studenten zelf Het gaat hier inderdaad om een middenpositie tussen enerzijds de burgerlijke en industriële in genieur en anderzijds het lager kaderpersoneel en de bouw vakwerknemers. Duidelijk is dan toch dat de in dustrie kontaktpersonen nodig heeft die wat het ingenieurs- technisch aspekt betreft beide groepen ingenieurs kunnen bij staan, het produktieproces op de voet volgen, en leiding ge ven op basis van direktieven duaat dient echter ook de mo gelijkheid te hebben zich te vestigen als zelfstandig aan nemer. In elk geval moet de gegradu eerde iemand zijn die in een minimum van tijd een werk zelfstandig zal moeten kunnen leiden. Niet alleen technische vaardigheid is voor hem onont beerlijk maar eveneens organi satorisch inzicht, administra tieve bekwaamheid en niet in het minst zin voor goede men selijke kontakten. Het suksesvol bepalen van dit eigen gelaat zal het sukses van de nieuwe afdeling bepalen., De eerstejaars van deze nieuwe opleidingsvorm meld den zich met een 40-tal in blok van beide ingenieursgroej tl en dit in direkte lijn naar de voerders toe. Het is hier, op hoi terrein, dat het graduaat boi plaatstechnologie zijn ecf^ taak moet vinden. De afgestudeerde met het <i aan. Allen hadden het hö sekundair onderwijs achter jp rug. Ze komen uit verschille® opleidingsvormen: bouwlf dig tekenen, bouwtechnj bouwbedrijf en openbare v ken. Verder waren er ook I een opleiding metaal. Ook I denten uit het algemeen I derwijs en meisjes-studeri met een hogere sekundaire leiding zijn toegelaten. Na de plechtige opening i het akademisch jaar void dan een gedetailleerd bezd aan de nieuwbouwwerken \i het Instituut zodat de kandi ten onmiddellijk met de werl lijkheid werden gekonfri teerd. Tijdens een receptie ter herdenking i het stadhuis hield burgemeester D' IN30 op de binnenkoer van an de onajhankelijkheidsstrijder liaeseleer een toespraak. (EDVj

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1978 | | pagina 6