EEN KONSEKWENTE LIJN GEWENST IN DE
VERKEERSVEILIGHEID TE LEDE
ER WAS EENS...
ORDINGAHEIM
WANZELE, MIJN DORP, UW DORP: EEN
GESLAAGDE VOLKSE FILM
ERPE-MERE: 11.11.11. VOOR COLUMBIA
DE PROVINCIERAAD KENT HET ARR. AALST NIET
12 - 3-11-1978 - De Voorpost
Naar aanleiding van het goedkeuren van twee rooilijnplannen tijdens
de Leedse gemeenteraadszitting vorige week hield BSP-raadslid
Cobbaut een opgemerkte tussenkomst in verband met de
verkeersveiligheid.
Het is een feit dat een rooilijnplan nog geen ontwerp is van
wegenaanleg. Het is wel zo dat bij de vastlegging van een rooilijn (die
praktisch steeds op 12 meter breedte bepaald wordt) onafscheidelijk
gedacht wordt aan een brede rijweg. Meer dan waarschijnlijk Ugt dit
ook in de bedoelingen van de ontwerpers van het rooiplan.
En tot voor enkele jaren was dit
niet waarschijnlijk, maar was
dat zeker zo. Nu is er de laatste
jaren een tendens om, zeker in
dorpskommen, af te zien van
brede rijwegen, om tal van
verkeersveiligheidsredenen.
Hierover juist ging de interpella
tie van raadslid Cobbaut. Even
tevoren was een gunstig advies
gegeven voor het ontwerp van
rooilijnplannen voor verschillen
de straten te Wanzele. Deze,
rooilijn zou dus overal op 12
meter breedte gebracht worden.
Dit is ook het geval voor de
Kouterstraat te Wanzele, een
straat die raadslid Cobbaut op
zijn duimpje kent omdat hij er
woont. Met dit voorbeeld in het
achterhoofd hield hij volgende
tussenkomst: «bij het goedkeu
ren van een rooilijnplan denkt
men onvermijdelijk aan bredere
straten, met als gevolg meer
verkeer. Is dit in de huidige
kontekst van verkeersnormen
geen stap achteruit? Men
spreekt steeds over verkeersvrije
en verkeersarme straten, over
woonerven enzo, men geeft zelfs
miljoenen uit om een grote
markt verkeersvrij te maken en
anderzijds hebben wij hier in
Lede nog steeds de neiging om
bredere en dus gevaarlijker
straten aan te leggen. Ik denk
aan de Kouterstraat te Wanzele.
Zij is een drietal meter breed en
heeft een goede wegbedekking.
Iedereen woont er nu nog vrij
rustig. Zal dit nog het geval zijn
als die straat zou verbreed
worden in de zin van de breedte
van een rooilijnplan? In ieder
geval zal de veiligheid er geen
baat bij vinden als wagens op
enkele tientallen centimeters
van de voordeur tegen hoge
snelheid voorbij razen. Heeft het
werkelijk zin deze en dergelijke
straten te gaan verbreden nu
iedereen er rustig en vredig
woont? Ik denk aan 1978. het
Jaar van het Dorp en de
bestemming van Lede als lande
lijke gemeente. Laat ons in dit
kader (die landelijkheid) behou
den en bevorderen door smallere
straten te houden. Ik denk
tevens reeds aan 1979. Dat
wordt het Jaar van het Kind en
hierbij denk ik eerst en vooral
aan de veiligheid van de
kinderen. Deze wordt zeker niet
bevorderd door brede straten
waar meer en sneller verkeer een
realiteit is. Laat ons daarom
bezinnen en slechts die straten
verbreden waar het werkelijk
nodig is.» aldus raadslid Cob
baut.
In zijn antwoord wees burge
meester Gravez eerst op het
verschil tussen een rooilijnplan
en een wegenuitvoeringsplan.
Verder gaf de burgemeester toe
dat men de laatste tijd op veel
plaatsen terugkomt van brede
wegen en hij voegde eraan toe
dat het schepenkollege er ook
zal moeten gaan aan denken om
in de toekomst in die zin te
werken. Ook schepen van Open
bare Werken De Paepe was de
mening toegedaan dat in de
toekomst de straten zullen
moeten aangepast worden aan
de werkelijke noden, niet alleen
van het verkeer maar ook van de
plaatselijke bewoners.
Het wordt inderdaad de hoogste
tijd dat de Leedse diensten zich
eens gaan bezinnen over de
richting welke zij in de toekomst
zullen inslaan met de wegenin-
frastruktuur. Wij krijgen steeds
meer en meer de indruk dat zij
reeds jaren achterop huppelen.
Koning auto is niet meer en het
verkeer heeft in de voorbije
decennia meer dan genoeg
doden geëist. De tijd van zwart
en beton is voorbij!
De tussenkomst van raadslid
Cobbaut werd op een goedkeu
rend knikje bedacht van alle
raadsleden. Maar hoe goed hun
bedoelingen waren bleek nog
geen twee minuten later. Na de
tussenkomst van raadslid Cob
baut moest punt zeven van de
dagorde afgehandeld worden.
Dit punt had betrekking op het
vaststellen van het ontwerp tot
verbetering van de Kouterstraat
te Oordegem. Als gevolg van die
verbetering zou deze straat een
breedte krijgen van zeven meter.
Deze straat maakt deel uit van
de verbindingsweg tussen Lede
en Oordegem gaande over
Smetlede. Die zeven meter
breedte zal wel ergens aan een
behoefte beantwoorden. Doch
raadslid Frans Roelandt vond
zeven meter wat te smal en stelde
voor de rijweg nog 1 meter
breder te maken. Hij motiveerde
zijn stelling door erop te wijzen
dat op deze weg steeds veel
geparkeerde wagens staan en
om daar een gemakkelijk ver
keer toe te laten, zou die
verbreding met 1 meter wel
noodzakelijk zijn, want een
vrachtwagens heeft immers een
breedte van 2,40 meter en een
gewone personenwagen 1,80
meter. Hoe gewoon een perso
nenwagenvan 1.80 meter breed
te wel is vragen wij ons af.
In ieder geval was de vraag van
raadslid Frans Roelandt regel
recht tegen de tussenkomst van
raadslid Cobbaut even tevoren.
Schepen Minnebo wees erop dat
het niet logisch is. Enerzijds is
men tegen verbreding uit veilig
heidsoverwegingen en nu vraagt
men ze te verbreden om gemak
kelijker verkeer toe te laten. Het
voorstel werd niet aanvaard.
Hier bleef men dus toch één
ogenblik konsekwent.
Laten wij hopen dat die konse-
wente lijn in de verkeersveilig
heid wordt doorgetrokken. De
aanleg van voetpaden overal in
de gemeente geeft reeds een
eerste aanduiding van de be
kommernis om meer veiligheid.
Het zou dan ook niet meer dan
logisch zijn dat ook op andere
gebieden die lijn doorgetrokken
wordt.
Dit is de titel van een avond die de VTB-VAB afdeling van
Oordeaem inricht od vriidaq 3 november om 19.30 uur in de
parochiezaal. Het is een boeiend verhaal over een primi
tieve nederzetting uit het steentijdperk, die aan belangrijk-
heid won door de aanleg van de Romeinse Heirbaan en zich
ontwikkelde tot één van de voornaamste dorpen in de late
middeleeuwen.
Jaren pluisde de heer Robert Van der Gucht in talrijke
archieven en dokumentèn om zo een boeiend en enig
verbaal samen te stellen over de sociale, ekonomische en
folkoristische evolutie van Oordegem. De spreker vertelt
ons zijn bevindingen over de oorsprong en betekenis van de
wijknamen, de evolutie van het kadaster en de verdwijning
van het kasteel in de Houwstraat, zoals beschreven in het
boek ««De laatste binders van Vlaanderen». Wij komen te
vens eigenaardigheden te weet over de eigendommen van
het klooster ««Jan in d'Olie», over de oude familiestammen
en hun nazaten tot heden, het juist verbaal uit 1880 over de
gestigmatiseerde vrouw en haar bloeiende kloosterge
meenschap
Als toemaat zal de bekroonde film «De Hoefsmid» met
akteur «Fonske Smet» vertoond worden. De avond wordt
besloten met de film over Oordegemkermis anno 1978 en H
de proklamatie van de VTB-VAB baltonwedstrijd.
De nog zeer jonge Vereniging der Wanzeelse Kineasten kan
reeds een grote pluim op haar hoed steken. Zij realiseerde
een zeer geslaagde, volkse prent over hun dorp Wanzele. Zij
deden dit in het kader van het jaar van het Dorp. Vorige week
vrijdag ging deze film in avant-premiere, in aanwezigheid van
burgemeester, schepenen, gemeenteraadsleden en andere
notabelen. Ook wij gingen daar uiteraard even onze neus
tussen steken.
toonden. Zij maakten hun film
vanuit de positie als waarne
mer en speelden niet in op het
gevoel. Zij lieten wel zoveel
mogelijk personen op het witte
doek verschijnen als herinne
ring voor later.
Over hun film zeggen zijzelf dat
de grondidee waarmee zij ge
start zijn, eigenlijk was een kort
filmpje te maken om Wanzele
te situeren in het jaar 1978.
Maar naargelang zij werkten
aan het draaiboek, ontdekten
zij dat er zich enorm veel on
derwerpen opdrongen, zodat
zij dan maar besloten er me
teen een lange film van te ma
ken. Daarom ook moet de film
beschouwd worden als een do-
EEN VOLKSE PRENT
In zijn inleiding tot de film zegde
voorzitter Robert Baeyens dat
de vereniging en de makers
van de film wel enige planken
koorts hadden voor de eerste
vertoning van hun eerste film.
Uiteindelijk bleek die planken
koorts wel wat overbodig. In het
eerste deel van de film werd
een algemeen beeld van het
dorp geschetst. Men kon aldus
kennis maken met praktisch
alle facetten uit het dagelijks le
ven van een Wanzelenaar.
Deze werden aangevuld met
enkele al dan niet gewilde
grappige situaties. Zo zag men
een bierkamion van Safir uit
een depot van Haacht rijden.
De kijkers konden ook kennis
maken mer raadslid Cobbaut
als wielrenner. Er was een in
terview met de heer Bonnae-
rens die als laatste een
schoenbedrijf had in Wanzele.
Men kreeg ook het dagelijkse
leven bij de kruidenier, de bak
ker, de melkboer, de bierhan
delaar, de slager, de verzeke
ringsagent en heel wat meer
elementen van het zelfstandi
genleven in de gemeente te
zien. Ook het verenigingsleven
kwam aan bod, vooral dan de
sport met de duivenmaat-
schappij, de tennis, de voetbal
en het wielerleven. Tevens
werden enkele oude dorpsge
zichten prachtig omgezet in de
huidige situatie.
In het tweede gedeelte werden
meer personen en gebeurte
nissen uit het nabije verleden
belicht. Het schoolleven werd
belicht met een interview met
de vroegere onderwijzer van de
gemeenteschool. Marcel de
Fruytier. Schepen Grepdon
werd uitvoerig in het daglicht
gesteld als laatste burgemees
ter van Wanzele. Hieruit leer
den wij bijvoorbeeld dat hij
vroeger geen ambitie had om
burgemeester te worden, of
hoe een dubbeltje rollen kan.
De Wanzeelse koster werd ge
volgd bij zijn dageijkse fiets
tocht naar Hofstade waar hij
zijn beroep uitoefent. Ook de
pastoor kwam aan zijn trekken.
De laatste gemeenteraadsver
kiezingen en vooral dan de uit
slag en de perikelen die daarna
waren werd uitvoerig belicht
met archiefmateriaal en een in
terview met schepen Grepdon.
Ook raadslid Cobbaut en de
heer Bonnaerens gaven hun
visie op de fusie. De plaatse
lijke bejaardenbond werd be
licht en ook de kermissen
kwamen aan bod met de jaar
markt (sic) en de kunstmarkt.
Bert Melckenbeek werd ge
toond bij de uitoefening van zijn
kunstambacht de kopergravu
re. De film werd op een zeer
ludieke wijze afgesloten met
het gepruik van godsdeel. Er
volgde een verdiend applaus.
Het was duidelijk dat de realisa-
toren geen nostalgische nei
gingen naar het verleden ver-
kument waar later kan naar te
ruggegrepen worden. Er werd
evenwel tegen de wetten van
de filmkunst gezondigd omdat
de film te lang uitvalt en er zo
doende het gevaar bestaat dat
hij te eentonig wordt. De Wan
zeelse realisatoren laten dit
echter niet aan hun hart komen,
aangezien dit werk tot stand
kwam in Wanzele, gemaakt
door en voor Wanzelenaren en
de vertoning wellicht tot het
dorp zal beperkt blijven
De opnamen werden genomen
einde 1977 en duurden tot au
gustus 1978. De montage, so-
norisatie vergde nog eens on
geveer 72 uren werk. gespreid
over 6 maanden. De realisatie
was in handen van Robert Bae
yens, Edwig Bonnaerens en
Eddy De Wilde. De vraagge
sprekken werden afgenomen
door Micheline Van Cauter-De
Vlieger en de kommentaar
werd verzorgd door Edwin
Melckenbeeck. De kamera
werd gehanteerd door Robert
Baeyens en Edwig Bonnarens
en de technische realisatie
werd verzorgd door Eddy De
Wilde. Het draaiboek en de
teksten zijn van Robert Bae
yens. Verleenden tevens hun
medewerking informatief: Mi
cheline Van Cauter-De Vlieger,
Hilde D'Hondt, Edwin Mel
ckenbeeck, Alfons Grepdon en
Bert Melckenbeeck.
DE VERENIGING
De Vereniging Der Wanzeelse
Kineasten is nog steeds lid van
de Schellebelse kineastenklub
Scaldis. waar de huidige leden
hun opleiding gekregen heb
ben. Zij hebben dus wel een
afzonderlijke afdeling voor
Wanzele opgericht en aanlei
ding daartoe was de oprichting
van de Socio-Kulturele Raad.
De Wanzeelse filmers oordeel
den dat een dergelijke vereni
ging in Groot-Lede zeker nodig
is en zijn nut zou hebben. Hun
doel was het realiseren van een
film over Wanzele in het kader
van het jaar van het Dorp. Er
zijn dan ook kontakten ont
staan met de Sportraad van
Lede en deze heeft opdracht
gegeven alle aktiviteiten te fil
men die door haar ingericht og
gesteund worden en dus op de
affiche voorkomen.
De vereniging zelf telt een kern
van enkele mensen die in feite
deel uitmaken van een uitge
breide vriendenkring van zo'n
15-tal personen, die allen aktief
zijn in het Wanzeelse vereni
gingsleven, zoals tennisklub,
voetbal, film en dergelijke
meer. De film is aldus eigenlijk
het resultaat van een enge sa
menwerking in deze vriendenk
ring en daarrond draait in feite
dan de hele opzet van de film.
ledereen droeg op zijn gebied
zijn stukje bij. Het was bijvoor
beeld ook deze vriendenkring
die de fameuze fakkeltocht in
Wanzele organiseerde.
Het is uiteraard wel de bedoe
ling van die mensen amaturis-
tisch te blijven werken, maar
niet meer beperkt tot Wanzele.
Bij volgende projekten zullen zij
zich ook naar de omstreken
richten.
J
Edwig Bonaren*. Eddy De W ilde en Robert Bayens stelden I
- Wanzele op film voor. die handelt over een dav uit In t let
Wanzele. (EDV)
Vanaf 1979 zullen zij nu twee
maandelijkse vergaderingen
hebben waarop de leden zullen
gevormd worden voor hun
hobby. Na de vorming zullen
kleine filmploegen gevormd
worden van twee a drie perso
nen en zullen elk een afzonder
lijk onderwerp of probleem in
de filmlens nemen. Op het
einde van het jaar zouden o
resultaten van deze verschl*
lende groepen vertoond wo
den op een soort filmtestiva
Dit belooft in ieder geval na I
aanschouwen van de eer!
film van deze nog jonge vere
ging.
Een dag per jaar voor vrede, voor ontwikkeling: 11 november.
Reeds enkele jaren organiseert het nationaal centrum voor
ontwikkelingssamenwerking een grootscheepse aktie
11.11.11., waarmee wij onze solidariteit met de derde wereld
kunnen uitdrukken.
Vorig jaar bracht Erpe-Mere bijna 140.000 frank bijeen voor
Tanzania. Dit jaar werd een projekt uitgekozen in Zuid-
Amerika, Colombia. Het betreft een projekt dat de verbetering
van voeding en landbouw in een bergachtige streek beoogt.
11 NOVEMBER
Het N.C.O.S heeft het zinvol
geacht de dag van de wapen
stilstand te beschouwen als de
jaarlijkse dag voor ontwikke
lingssamenwerking.
En inderdaad, de aktie
11.11.11. is een begrip gewor
den voor ons volk. Een teken
van solidariteit met de derde
wereld In de loop der jaren
heeft ons volk financieel veel
bijgedragen tot steun aan de
ontwikkeling van de vele ach
tergebleven gebieden in onze
wereld. Er is bovendien veel
duidelijk gemaakt, wat de aan
pak betreft.
«Dat onze centen maar een
peulschil zijn; dat er via officiële
weg zoveel meer naar de ont
wikkelingslanden gaat; dat
deze officiële centen beter en
efficiënter moeten besteed
worden; en dat de politiek 'on
gebonden' moet kunnen ge
ven». Sommige ontwikkelings
landen zitten geplaagd met een
enorme schuldenlast tegen
over de rijke westerse landen.
Ja, het gaat om het verhaaltje
dat de arme landen nog maar
armer... en de kloof tussen arm
en rijk alsmaar groter wordt,
omdat het rijke westen handig
de situatie uitbuit.» Op 11 no
vember zegt het N.C.O.S. dat
er een uitweg uit de derde we
reld mogelijk is, als wij (en de
vele verantwoordelijke politici)
dat willen. Men wil inderdaad
van de aktie gebruik maken om
mensen te mobiliseren, om ve
len strijdbaar te maken voor
een goede ontwikkelingspoli
tiek: hoe meer mensen ontwik
kelingssamenwerking verant
woord vinden, hoe meer de po
litici hieraan aandacht zullen
besteden. En laten we maar
eerlijk zeggen: de aandacht
voor de derde wereld is nog niet
overdreven groot.
COLOMBIA
Erpe-Mere wil dit jaar een pro
jekt in Colombia steunen. Dat
zegt natuurlijk niet veel. Waar
ligt Colombia? Wat gebeurt
daar? Voor wie? Enz. De leden
van de werkgroep ontwikke-
Sngssamenwerking van
Erpe-Mere hebben zelf hun
aardrijkskunde enigzins moe
ten opfrissen om te weten hoe
alles rond Colombia in mekaar
steekt.
De keuze van dit projekt is im
mers gebeurd op basis van
twee kriteria: 1) gezien we vorig
jaar een projekt in Afrika steun
den, nl Tanzania, kozen we
een ander werelddeel en liefst
Zuid-Amerika; 2) we willen een
projekt dat de verbetering van
de landbouw en de voeding op
het oog heeft.
Op deze basis koos men een
landbouwprojekt in Boavita,
Colombia.
Boavita is een groot dorp aan
de voet van het Andesgeberg-
te. De streek is er wel heel
schoon, maar de bodem is te
weinig vruchtbaar om de men
sen aldaar het nodige voedsel
te schaffen. De bevolking
meent dat de grote steden met
hun summiere industrialisatie
dan een oplossing zijn, maar
neen hoor! De bouworde wil
mede helpen de landbouw
grond daar te verbeteren en
een kleine industrialisatie ten
bate van de landbouw op te zet
ten. Aldus kan men ook werk
verschaffen aan de mensen in
de streek Men hoopt Ook be
tere hygiënische maatregelen
te treffen: er is aldaar een zeer
grote kindersterfte. De bevol
king geniet een vrij hoge scho
ling, maar nog 15% is volledig
ongeletterd en ook hieraan
probeert men iets te doen.
Dank zij open klassen en vol
wassenvorming leert men
voedzaam koken, de grond
bemesten, zaden veredelen
ziekten verzorgen, huisjes
bouwen, kleinvee kweken enz.
Het projekt zit feitelijk heel knap
in elkaar: er zijn zeer verschil
lende facetten, zodat bijna ie
dereen aan een gedeelte van
het projekt kan deelnemen en
op die manier is de hele streek
erbij betrokken.
Het projekt loopt reeds twee
jaar. Het is georganiseerd door
de Bouworde en wordt gereali
seerd door mensen van bij ons,
Vlamingen.
HUIS-AAN-HUIS
De eigenlijke aktie bestaat in
een huis-aan-huis geldinzame
ling voor Boavita, op zaterdag
11 november. Hieraan zullen
vooral de jeugdbeweging deel
nemen. Enkele volwassenver
enigingen hebben hun steun
toegezegd.
NIET TRIESTIG
Op zaterdag 11 november vie
ren we ook feest, voor. sarr
met Boavita: er is een fuif.
Dansant - of hoe noem je
weer? - in het jeugdheem F
doli, Daalstraat te Mere, vjs
menen dat ontwikkelingss
menwerking toch niet alt
even triestig moet zijn en
we aan de derde wereld o
wel een beetje plezier mog
hebben.
Hh
Het Leedse provincieraadslid Jules Hcndcrickx (V.U.) heeft vorige
week ter gelegenheid van de bespreking van de begroting 1979 nog
een drietal tussenkomsten gehouden. Zijn tussenkomst over de on
rechtvaardige verdeling der sporttoelagen kreeg in de pers de
beoordeling als de meest vinnige en scherpe tussenkomst die er
gedurende de bespreking van de ganse begroting gehouden werd.
Raadslid Henderickx interpelleerde tevens over de twee vervallen
Leedse windmolens en het al even vervallen Kasteel van Mesen.
Telkens was het duidelijk dat de
deputatie zich niet gelukkig kon
prijzen met de tussenkomsten en
haar antwoorden waren steeds ne
gatief en volledig naast de kwes
tie. Dit ontlokte bij raadslid Hen
derickx de bemerking dat de Pro
vincie Oost-Vlaanderen het arron
dissement Aalst nog niet kent.
Voor initiatieven in ons arrondis
sement beschikt de provincieraad
nooit over de nodige financiële
middelen, terwijl zij in het
noorden van de provincie miljoe
nen en miljoenen pompt. Aan het
Leen werden reeds meer dan 120
miljoen besteed, terwijl ingewij
den het niet onder stoelen noch
banken steken dat dit projekt fi
nancieel oververzadigd is. Bc-
grijpc wie het kan!
DE BEIDE MOLENS
Reeds vorig jaar tijdens de gewone
zittijd deed raadslid Hcndcrickx
een oproep voor de restauratie en
de vrijwaring van de twee Leedse
windmolens. Enerzijds dus voor
de beschermde Faucnnnier-Molen
te Oordegem en die tevens eigen
dom van de provincie is. Ter her
innering: deze molen brandde uit
op Ik mei 1976. Nu nog staal deze
molen er zoals hij door de brand
weer op die dag achtergelaten
werd. Meer, hij is sindsdien geë
volueerd naar een grotere toestand
van verval. Maar de provinciale
diensten zijn blind voor het verval
van hun eigendom. Vorig jaar
antwoordde dóputé De Cuyper dat
opdracht werd gegeven aan de pro
vinciale diensten om de nodige
bevciligingswerken uit te voeren,
dat graduele oplossingen werden
gevraagd. Hij beloofde de totale
restauratie, wat inhoudt het terug
brengen van de molen in zijn au-
tentieke toestand en hem zelfs op
nieuw draaivaardig maken. De
kosten werden toen geraamd op 8
miljoen. In de begroting 78 was
700.000 F voorzien en in deze
voor 79 is 1.750.000 F voorzien.
Raadslid Hcndcrickx vroeg aldus
hoeveel jaar het nog zal duren
vooraleer men aan de huidige 8
miljoen komt en wat er van de
beloften van vorig jaar verwezen
lijkt werd.
Andermaal beloofde de deputatie
de restauratiewerken te zullen
aanvatten. Op de vraag van raads
lid Henderickx wanneer dit zou
gebeuren, werd echter geen ant
woord gegeven.
Over de Impsc Tukmolcn stelde
raadslid Hcndcrickx vorig jaar de
vraag of de deputatie niets kon on
dernemen om deze molen Ie red
den, met de bemerking dat het on-
billiijk is dat een gemeente uit
West-Vlaandcren een dergelijk
kunstwerk aankoopt in onze pro
vincie om het dan ongestraft te la
ten vervallen. De deputatie be
loofde toen zijn best te zullen doen
opdat hij niet zou verdwijnen maar
op de hoogte te Impe met de tijd
zou kunnen draaien als weleer. Nu
luidde de vraag van raadslid Hen
derickx wat er van die mooie be
lofte verwezenlijkt werd en welke
stappen er ondernomen werden.
Volgens de deputatie heeft de ei
genares Blankenbergc nooit op
geschreven brieven geantwoord.
Voor de rest bleef de provinciale
instantie zeer vaag in haar ant
woorden.
KASTEEL VAN MESEN
Tijdens de gewone zittijd vorig
jaar deed raadslid Henderickx een
oproep tot de deputatie opdat de
provincie iets zou ondernemen
niet het doel het Kasteel en park
Mesen te redden. Hij vroeg toen
of de provincie niet kon tussen
komen bij de betrokken instellin
gen, waaronder het Ministerie van
Landsverdedigingen van Vlaamse
aangelegenheden waar een wed
strijd touwtrekken bezig is rond dit
kasteel. De deputatie antwoordde
toen dat er in de provincie vele
kastelen te koop zijn en waar moet
ze het geld blijven vandaan halen?
Hierop verwees raadslid Hender
ickx naar de miljoenen die besteed
worden in het noorden van de pro
vincie en naar de historische
waarde van het kasteel. De heer
depute vroeg hierop dan wat er
mee aangevangen en toen somde
raadslid Hcndcrickx tientallen
mogelijkheden op. De deputatie
t€
4
beloofde vorig jaar ten slotte
eventuele aankoop van het doiiK [f
te overwegen. Nu vroeg raadt
Henderickx of die belofte o*
wogen werd en welke die oven
gingen dan wel zijn en wat de
sultaten zijn. Indien het niet
wogen werd wat is dan de betel
nis van een belofte? In zijn
woord beloofde (opnieuw!) de
pulatie het dossier opnieuw e
ter hand te zullen nemen.
VERDELING
SPORTTOELAGEN
Uit de toelichting over de verht
dingen en de verdelingen van
sporttoelagen van de provin
blijkt dat de Oost-Vlaamse af
ling van de nationale atlctickbt
slechts 15.000 F toelagen o
vangt. Daarentegen ontvangen
turnbonden, met veel minder
den, 450.000 F en de Gen
Roeisportliga met weinig leden
klubs die aangesloten zijn. o
vangt drie maal meer subsidie
Het was niet de bedoeling
raadslid Henderickx deze vc
gingen de toelagen te ontzeggï
maar ergens moet er toch een v(
antwoord evenwicht zijn.
vroeg toen geen belofte voor v<
gend jaar. maar een onntiddcllij
aanpassing van de begroting 19
die in behandeling is. Raadd
Henderickx voegde er de
aan toe of voor een verantwi
verdeling van de toelagen elk k
terium ontbreekt.
De deputatie ging niet in op
:rzoek om onmiddellijke aanpJ
sing in de begroting voor vol gel
jaar, maar behxjfde
voor de begroting van 1980
sportraad te zullen raadplegen.