EEN KONSEKWENTE LIJN GEWENST IN DE VERKEERSVEILIGHEID TE LEDE ER WAS EENS... ORDINGAHEIM WANZELE, MIJN DORP, UW DORP: EEN GESLAAGDE VOLKSE FILM ERPE-MERE: 11.11.11. VOOR COLUMBIA DE PROVINCIERAAD KENT HET ARR. AALST NIET 12 - 3-11-1978 - De Voorpost Naar aanleiding van het goedkeuren van twee rooilijnplannen tijdens de Leedse gemeenteraadszitting vorige week hield BSP-raadslid Cobbaut een opgemerkte tussenkomst in verband met de verkeersveiligheid. Het is een feit dat een rooilijnplan nog geen ontwerp is van wegenaanleg. Het is wel zo dat bij de vastlegging van een rooilijn (die praktisch steeds op 12 meter breedte bepaald wordt) onafscheidelijk gedacht wordt aan een brede rijweg. Meer dan waarschijnlijk Ugt dit ook in de bedoelingen van de ontwerpers van het rooiplan. En tot voor enkele jaren was dit niet waarschijnlijk, maar was dat zeker zo. Nu is er de laatste jaren een tendens om, zeker in dorpskommen, af te zien van brede rijwegen, om tal van verkeersveiligheidsredenen. Hierover juist ging de interpella tie van raadslid Cobbaut. Even tevoren was een gunstig advies gegeven voor het ontwerp van rooilijnplannen voor verschillen de straten te Wanzele. Deze, rooilijn zou dus overal op 12 meter breedte gebracht worden. Dit is ook het geval voor de Kouterstraat te Wanzele, een straat die raadslid Cobbaut op zijn duimpje kent omdat hij er woont. Met dit voorbeeld in het achterhoofd hield hij volgende tussenkomst: «bij het goedkeu ren van een rooilijnplan denkt men onvermijdelijk aan bredere straten, met als gevolg meer verkeer. Is dit in de huidige kontekst van verkeersnormen geen stap achteruit? Men spreekt steeds over verkeersvrije en verkeersarme straten, over woonerven enzo, men geeft zelfs miljoenen uit om een grote markt verkeersvrij te maken en anderzijds hebben wij hier in Lede nog steeds de neiging om bredere en dus gevaarlijker straten aan te leggen. Ik denk aan de Kouterstraat te Wanzele. Zij is een drietal meter breed en heeft een goede wegbedekking. Iedereen woont er nu nog vrij rustig. Zal dit nog het geval zijn als die straat zou verbreed worden in de zin van de breedte van een rooilijnplan? In ieder geval zal de veiligheid er geen baat bij vinden als wagens op enkele tientallen centimeters van de voordeur tegen hoge snelheid voorbij razen. Heeft het werkelijk zin deze en dergelijke straten te gaan verbreden nu iedereen er rustig en vredig woont? Ik denk aan 1978. het Jaar van het Dorp en de bestemming van Lede als lande lijke gemeente. Laat ons in dit kader (die landelijkheid) behou den en bevorderen door smallere straten te houden. Ik denk tevens reeds aan 1979. Dat wordt het Jaar van het Kind en hierbij denk ik eerst en vooral aan de veiligheid van de kinderen. Deze wordt zeker niet bevorderd door brede straten waar meer en sneller verkeer een realiteit is. Laat ons daarom bezinnen en slechts die straten verbreden waar het werkelijk nodig is.» aldus raadslid Cob baut. In zijn antwoord wees burge meester Gravez eerst op het verschil tussen een rooilijnplan en een wegenuitvoeringsplan. Verder gaf de burgemeester toe dat men de laatste tijd op veel plaatsen terugkomt van brede wegen en hij voegde eraan toe dat het schepenkollege er ook zal moeten gaan aan denken om in de toekomst in die zin te werken. Ook schepen van Open bare Werken De Paepe was de mening toegedaan dat in de toekomst de straten zullen moeten aangepast worden aan de werkelijke noden, niet alleen van het verkeer maar ook van de plaatselijke bewoners. Het wordt inderdaad de hoogste tijd dat de Leedse diensten zich eens gaan bezinnen over de richting welke zij in de toekomst zullen inslaan met de wegenin- frastruktuur. Wij krijgen steeds meer en meer de indruk dat zij reeds jaren achterop huppelen. Koning auto is niet meer en het verkeer heeft in de voorbije decennia meer dan genoeg doden geëist. De tijd van zwart en beton is voorbij! De tussenkomst van raadslid Cobbaut werd op een goedkeu rend knikje bedacht van alle raadsleden. Maar hoe goed hun bedoelingen waren bleek nog geen twee minuten later. Na de tussenkomst van raadslid Cob baut moest punt zeven van de dagorde afgehandeld worden. Dit punt had betrekking op het vaststellen van het ontwerp tot verbetering van de Kouterstraat te Oordegem. Als gevolg van die verbetering zou deze straat een breedte krijgen van zeven meter. Deze straat maakt deel uit van de verbindingsweg tussen Lede en Oordegem gaande over Smetlede. Die zeven meter breedte zal wel ergens aan een behoefte beantwoorden. Doch raadslid Frans Roelandt vond zeven meter wat te smal en stelde voor de rijweg nog 1 meter breder te maken. Hij motiveerde zijn stelling door erop te wijzen dat op deze weg steeds veel geparkeerde wagens staan en om daar een gemakkelijk ver keer toe te laten, zou die verbreding met 1 meter wel noodzakelijk zijn, want een vrachtwagens heeft immers een breedte van 2,40 meter en een gewone personenwagen 1,80 meter. Hoe gewoon een perso nenwagenvan 1.80 meter breed te wel is vragen wij ons af. In ieder geval was de vraag van raadslid Frans Roelandt regel recht tegen de tussenkomst van raadslid Cobbaut even tevoren. Schepen Minnebo wees erop dat het niet logisch is. Enerzijds is men tegen verbreding uit veilig heidsoverwegingen en nu vraagt men ze te verbreden om gemak kelijker verkeer toe te laten. Het voorstel werd niet aanvaard. Hier bleef men dus toch één ogenblik konsekwent. Laten wij hopen dat die konse- wente lijn in de verkeersveilig heid wordt doorgetrokken. De aanleg van voetpaden overal in de gemeente geeft reeds een eerste aanduiding van de be kommernis om meer veiligheid. Het zou dan ook niet meer dan logisch zijn dat ook op andere gebieden die lijn doorgetrokken wordt. Dit is de titel van een avond die de VTB-VAB afdeling van Oordeaem inricht od vriidaq 3 november om 19.30 uur in de parochiezaal. Het is een boeiend verhaal over een primi tieve nederzetting uit het steentijdperk, die aan belangrijk- heid won door de aanleg van de Romeinse Heirbaan en zich ontwikkelde tot één van de voornaamste dorpen in de late middeleeuwen. Jaren pluisde de heer Robert Van der Gucht in talrijke archieven en dokumentèn om zo een boeiend en enig verbaal samen te stellen over de sociale, ekonomische en folkoristische evolutie van Oordegem. De spreker vertelt ons zijn bevindingen over de oorsprong en betekenis van de wijknamen, de evolutie van het kadaster en de verdwijning van het kasteel in de Houwstraat, zoals beschreven in het boek ««De laatste binders van Vlaanderen». Wij komen te vens eigenaardigheden te weet over de eigendommen van het klooster ««Jan in d'Olie», over de oude familiestammen en hun nazaten tot heden, het juist verbaal uit 1880 over de gestigmatiseerde vrouw en haar bloeiende kloosterge meenschap Als toemaat zal de bekroonde film «De Hoefsmid» met akteur «Fonske Smet» vertoond worden. De avond wordt besloten met de film over Oordegemkermis anno 1978 en H de proklamatie van de VTB-VAB baltonwedstrijd. De nog zeer jonge Vereniging der Wanzeelse Kineasten kan reeds een grote pluim op haar hoed steken. Zij realiseerde een zeer geslaagde, volkse prent over hun dorp Wanzele. Zij deden dit in het kader van het jaar van het Dorp. Vorige week vrijdag ging deze film in avant-premiere, in aanwezigheid van burgemeester, schepenen, gemeenteraadsleden en andere notabelen. Ook wij gingen daar uiteraard even onze neus tussen steken. toonden. Zij maakten hun film vanuit de positie als waarne mer en speelden niet in op het gevoel. Zij lieten wel zoveel mogelijk personen op het witte doek verschijnen als herinne ring voor later. Over hun film zeggen zijzelf dat de grondidee waarmee zij ge start zijn, eigenlijk was een kort filmpje te maken om Wanzele te situeren in het jaar 1978. Maar naargelang zij werkten aan het draaiboek, ontdekten zij dat er zich enorm veel on derwerpen opdrongen, zodat zij dan maar besloten er me teen een lange film van te ma ken. Daarom ook moet de film beschouwd worden als een do- EEN VOLKSE PRENT In zijn inleiding tot de film zegde voorzitter Robert Baeyens dat de vereniging en de makers van de film wel enige planken koorts hadden voor de eerste vertoning van hun eerste film. Uiteindelijk bleek die planken koorts wel wat overbodig. In het eerste deel van de film werd een algemeen beeld van het dorp geschetst. Men kon aldus kennis maken met praktisch alle facetten uit het dagelijks le ven van een Wanzelenaar. Deze werden aangevuld met enkele al dan niet gewilde grappige situaties. Zo zag men een bierkamion van Safir uit een depot van Haacht rijden. De kijkers konden ook kennis maken mer raadslid Cobbaut als wielrenner. Er was een in terview met de heer Bonnae- rens die als laatste een schoenbedrijf had in Wanzele. Men kreeg ook het dagelijkse leven bij de kruidenier, de bak ker, de melkboer, de bierhan delaar, de slager, de verzeke ringsagent en heel wat meer elementen van het zelfstandi genleven in de gemeente te zien. Ook het verenigingsleven kwam aan bod, vooral dan de sport met de duivenmaat- schappij, de tennis, de voetbal en het wielerleven. Tevens werden enkele oude dorpsge zichten prachtig omgezet in de huidige situatie. In het tweede gedeelte werden meer personen en gebeurte nissen uit het nabije verleden belicht. Het schoolleven werd belicht met een interview met de vroegere onderwijzer van de gemeenteschool. Marcel de Fruytier. Schepen Grepdon werd uitvoerig in het daglicht gesteld als laatste burgemees ter van Wanzele. Hieruit leer den wij bijvoorbeeld dat hij vroeger geen ambitie had om burgemeester te worden, of hoe een dubbeltje rollen kan. De Wanzeelse koster werd ge volgd bij zijn dageijkse fiets tocht naar Hofstade waar hij zijn beroep uitoefent. Ook de pastoor kwam aan zijn trekken. De laatste gemeenteraadsver kiezingen en vooral dan de uit slag en de perikelen die daarna waren werd uitvoerig belicht met archiefmateriaal en een in terview met schepen Grepdon. Ook raadslid Cobbaut en de heer Bonnaerens gaven hun visie op de fusie. De plaatse lijke bejaardenbond werd be licht en ook de kermissen kwamen aan bod met de jaar markt (sic) en de kunstmarkt. Bert Melckenbeek werd ge toond bij de uitoefening van zijn kunstambacht de kopergravu re. De film werd op een zeer ludieke wijze afgesloten met het gepruik van godsdeel. Er volgde een verdiend applaus. Het was duidelijk dat de realisa- toren geen nostalgische nei gingen naar het verleden ver- kument waar later kan naar te ruggegrepen worden. Er werd evenwel tegen de wetten van de filmkunst gezondigd omdat de film te lang uitvalt en er zo doende het gevaar bestaat dat hij te eentonig wordt. De Wan zeelse realisatoren laten dit echter niet aan hun hart komen, aangezien dit werk tot stand kwam in Wanzele, gemaakt door en voor Wanzelenaren en de vertoning wellicht tot het dorp zal beperkt blijven De opnamen werden genomen einde 1977 en duurden tot au gustus 1978. De montage, so- norisatie vergde nog eens on geveer 72 uren werk. gespreid over 6 maanden. De realisatie was in handen van Robert Bae yens, Edwig Bonnaerens en Eddy De Wilde. De vraagge sprekken werden afgenomen door Micheline Van Cauter-De Vlieger en de kommentaar werd verzorgd door Edwin Melckenbeeck. De kamera werd gehanteerd door Robert Baeyens en Edwig Bonnarens en de technische realisatie werd verzorgd door Eddy De Wilde. Het draaiboek en de teksten zijn van Robert Bae yens. Verleenden tevens hun medewerking informatief: Mi cheline Van Cauter-De Vlieger, Hilde D'Hondt, Edwin Mel ckenbeeck, Alfons Grepdon en Bert Melckenbeeck. DE VERENIGING De Vereniging Der Wanzeelse Kineasten is nog steeds lid van de Schellebelse kineastenklub Scaldis. waar de huidige leden hun opleiding gekregen heb ben. Zij hebben dus wel een afzonderlijke afdeling voor Wanzele opgericht en aanlei ding daartoe was de oprichting van de Socio-Kulturele Raad. De Wanzeelse filmers oordeel den dat een dergelijke vereni ging in Groot-Lede zeker nodig is en zijn nut zou hebben. Hun doel was het realiseren van een film over Wanzele in het kader van het jaar van het Dorp. Er zijn dan ook kontakten ont staan met de Sportraad van Lede en deze heeft opdracht gegeven alle aktiviteiten te fil men die door haar ingericht og gesteund worden en dus op de affiche voorkomen. De vereniging zelf telt een kern van enkele mensen die in feite deel uitmaken van een uitge breide vriendenkring van zo'n 15-tal personen, die allen aktief zijn in het Wanzeelse vereni gingsleven, zoals tennisklub, voetbal, film en dergelijke meer. De film is aldus eigenlijk het resultaat van een enge sa menwerking in deze vriendenk ring en daarrond draait in feite dan de hele opzet van de film. ledereen droeg op zijn gebied zijn stukje bij. Het was bijvoor beeld ook deze vriendenkring die de fameuze fakkeltocht in Wanzele organiseerde. Het is uiteraard wel de bedoe ling van die mensen amaturis- tisch te blijven werken, maar niet meer beperkt tot Wanzele. Bij volgende projekten zullen zij zich ook naar de omstreken richten. J Edwig Bonaren*. Eddy De W ilde en Robert Bayens stelden I - Wanzele op film voor. die handelt over een dav uit In t let Wanzele. (EDV) Vanaf 1979 zullen zij nu twee maandelijkse vergaderingen hebben waarop de leden zullen gevormd worden voor hun hobby. Na de vorming zullen kleine filmploegen gevormd worden van twee a drie perso nen en zullen elk een afzonder lijk onderwerp of probleem in de filmlens nemen. Op het einde van het jaar zouden o resultaten van deze verschl* lende groepen vertoond wo den op een soort filmtestiva Dit belooft in ieder geval na I aanschouwen van de eer! film van deze nog jonge vere ging. Een dag per jaar voor vrede, voor ontwikkeling: 11 november. Reeds enkele jaren organiseert het nationaal centrum voor ontwikkelingssamenwerking een grootscheepse aktie 11.11.11., waarmee wij onze solidariteit met de derde wereld kunnen uitdrukken. Vorig jaar bracht Erpe-Mere bijna 140.000 frank bijeen voor Tanzania. Dit jaar werd een projekt uitgekozen in Zuid- Amerika, Colombia. Het betreft een projekt dat de verbetering van voeding en landbouw in een bergachtige streek beoogt. 11 NOVEMBER Het N.C.O.S heeft het zinvol geacht de dag van de wapen stilstand te beschouwen als de jaarlijkse dag voor ontwikke lingssamenwerking. En inderdaad, de aktie 11.11.11. is een begrip gewor den voor ons volk. Een teken van solidariteit met de derde wereld In de loop der jaren heeft ons volk financieel veel bijgedragen tot steun aan de ontwikkeling van de vele ach tergebleven gebieden in onze wereld. Er is bovendien veel duidelijk gemaakt, wat de aan pak betreft. «Dat onze centen maar een peulschil zijn; dat er via officiële weg zoveel meer naar de ont wikkelingslanden gaat; dat deze officiële centen beter en efficiënter moeten besteed worden; en dat de politiek 'on gebonden' moet kunnen ge ven». Sommige ontwikkelings landen zitten geplaagd met een enorme schuldenlast tegen over de rijke westerse landen. Ja, het gaat om het verhaaltje dat de arme landen nog maar armer... en de kloof tussen arm en rijk alsmaar groter wordt, omdat het rijke westen handig de situatie uitbuit.» Op 11 no vember zegt het N.C.O.S. dat er een uitweg uit de derde we reld mogelijk is, als wij (en de vele verantwoordelijke politici) dat willen. Men wil inderdaad van de aktie gebruik maken om mensen te mobiliseren, om ve len strijdbaar te maken voor een goede ontwikkelingspoli tiek: hoe meer mensen ontwik kelingssamenwerking verant woord vinden, hoe meer de po litici hieraan aandacht zullen besteden. En laten we maar eerlijk zeggen: de aandacht voor de derde wereld is nog niet overdreven groot. COLOMBIA Erpe-Mere wil dit jaar een pro jekt in Colombia steunen. Dat zegt natuurlijk niet veel. Waar ligt Colombia? Wat gebeurt daar? Voor wie? Enz. De leden van de werkgroep ontwikke- Sngssamenwerking van Erpe-Mere hebben zelf hun aardrijkskunde enigzins moe ten opfrissen om te weten hoe alles rond Colombia in mekaar steekt. De keuze van dit projekt is im mers gebeurd op basis van twee kriteria: 1) gezien we vorig jaar een projekt in Afrika steun den, nl Tanzania, kozen we een ander werelddeel en liefst Zuid-Amerika; 2) we willen een projekt dat de verbetering van de landbouw en de voeding op het oog heeft. Op deze basis koos men een landbouwprojekt in Boavita, Colombia. Boavita is een groot dorp aan de voet van het Andesgeberg- te. De streek is er wel heel schoon, maar de bodem is te weinig vruchtbaar om de men sen aldaar het nodige voedsel te schaffen. De bevolking meent dat de grote steden met hun summiere industrialisatie dan een oplossing zijn, maar neen hoor! De bouworde wil mede helpen de landbouw grond daar te verbeteren en een kleine industrialisatie ten bate van de landbouw op te zet ten. Aldus kan men ook werk verschaffen aan de mensen in de streek Men hoopt Ook be tere hygiënische maatregelen te treffen: er is aldaar een zeer grote kindersterfte. De bevol king geniet een vrij hoge scho ling, maar nog 15% is volledig ongeletterd en ook hieraan probeert men iets te doen. Dank zij open klassen en vol wassenvorming leert men voedzaam koken, de grond bemesten, zaden veredelen ziekten verzorgen, huisjes bouwen, kleinvee kweken enz. Het projekt zit feitelijk heel knap in elkaar: er zijn zeer verschil lende facetten, zodat bijna ie dereen aan een gedeelte van het projekt kan deelnemen en op die manier is de hele streek erbij betrokken. Het projekt loopt reeds twee jaar. Het is georganiseerd door de Bouworde en wordt gereali seerd door mensen van bij ons, Vlamingen. HUIS-AAN-HUIS De eigenlijke aktie bestaat in een huis-aan-huis geldinzame ling voor Boavita, op zaterdag 11 november. Hieraan zullen vooral de jeugdbeweging deel nemen. Enkele volwassenver enigingen hebben hun steun toegezegd. NIET TRIESTIG Op zaterdag 11 november vie ren we ook feest, voor. sarr met Boavita: er is een fuif. Dansant - of hoe noem je weer? - in het jeugdheem F doli, Daalstraat te Mere, vjs menen dat ontwikkelingss menwerking toch niet alt even triestig moet zijn en we aan de derde wereld o wel een beetje plezier mog hebben. Hh Het Leedse provincieraadslid Jules Hcndcrickx (V.U.) heeft vorige week ter gelegenheid van de bespreking van de begroting 1979 nog een drietal tussenkomsten gehouden. Zijn tussenkomst over de on rechtvaardige verdeling der sporttoelagen kreeg in de pers de beoordeling als de meest vinnige en scherpe tussenkomst die er gedurende de bespreking van de ganse begroting gehouden werd. Raadslid Henderickx interpelleerde tevens over de twee vervallen Leedse windmolens en het al even vervallen Kasteel van Mesen. Telkens was het duidelijk dat de deputatie zich niet gelukkig kon prijzen met de tussenkomsten en haar antwoorden waren steeds ne gatief en volledig naast de kwes tie. Dit ontlokte bij raadslid Hen derickx de bemerking dat de Pro vincie Oost-Vlaanderen het arron dissement Aalst nog niet kent. Voor initiatieven in ons arrondis sement beschikt de provincieraad nooit over de nodige financiële middelen, terwijl zij in het noorden van de provincie miljoe nen en miljoenen pompt. Aan het Leen werden reeds meer dan 120 miljoen besteed, terwijl ingewij den het niet onder stoelen noch banken steken dat dit projekt fi nancieel oververzadigd is. Bc- grijpc wie het kan! DE BEIDE MOLENS Reeds vorig jaar tijdens de gewone zittijd deed raadslid Hcndcrickx een oproep voor de restauratie en de vrijwaring van de twee Leedse windmolens. Enerzijds dus voor de beschermde Faucnnnier-Molen te Oordegem en die tevens eigen dom van de provincie is. Ter her innering: deze molen brandde uit op Ik mei 1976. Nu nog staal deze molen er zoals hij door de brand weer op die dag achtergelaten werd. Meer, hij is sindsdien geë volueerd naar een grotere toestand van verval. Maar de provinciale diensten zijn blind voor het verval van hun eigendom. Vorig jaar antwoordde dóputé De Cuyper dat opdracht werd gegeven aan de pro vinciale diensten om de nodige bevciligingswerken uit te voeren, dat graduele oplossingen werden gevraagd. Hij beloofde de totale restauratie, wat inhoudt het terug brengen van de molen in zijn au- tentieke toestand en hem zelfs op nieuw draaivaardig maken. De kosten werden toen geraamd op 8 miljoen. In de begroting 78 was 700.000 F voorzien en in deze voor 79 is 1.750.000 F voorzien. Raadslid Hcndcrickx vroeg aldus hoeveel jaar het nog zal duren vooraleer men aan de huidige 8 miljoen komt en wat er van de beloften van vorig jaar verwezen lijkt werd. Andermaal beloofde de deputatie de restauratiewerken te zullen aanvatten. Op de vraag van raads lid Henderickx wanneer dit zou gebeuren, werd echter geen ant woord gegeven. Over de Impsc Tukmolcn stelde raadslid Hcndcrickx vorig jaar de vraag of de deputatie niets kon on dernemen om deze molen Ie red den, met de bemerking dat het on- billiijk is dat een gemeente uit West-Vlaandcren een dergelijk kunstwerk aankoopt in onze pro vincie om het dan ongestraft te la ten vervallen. De deputatie be loofde toen zijn best te zullen doen opdat hij niet zou verdwijnen maar op de hoogte te Impe met de tijd zou kunnen draaien als weleer. Nu luidde de vraag van raadslid Hen derickx wat er van die mooie be lofte verwezenlijkt werd en welke stappen er ondernomen werden. Volgens de deputatie heeft de ei genares Blankenbergc nooit op geschreven brieven geantwoord. Voor de rest bleef de provinciale instantie zeer vaag in haar ant woorden. KASTEEL VAN MESEN Tijdens de gewone zittijd vorig jaar deed raadslid Henderickx een oproep tot de deputatie opdat de provincie iets zou ondernemen niet het doel het Kasteel en park Mesen te redden. Hij vroeg toen of de provincie niet kon tussen komen bij de betrokken instellin gen, waaronder het Ministerie van Landsverdedigingen van Vlaamse aangelegenheden waar een wed strijd touwtrekken bezig is rond dit kasteel. De deputatie antwoordde toen dat er in de provincie vele kastelen te koop zijn en waar moet ze het geld blijven vandaan halen? Hierop verwees raadslid Hender ickx naar de miljoenen die besteed worden in het noorden van de pro vincie en naar de historische waarde van het kasteel. De heer depute vroeg hierop dan wat er mee aangevangen en toen somde raadslid Hcndcrickx tientallen mogelijkheden op. De deputatie t€ 4 beloofde vorig jaar ten slotte eventuele aankoop van het doiiK [f te overwegen. Nu vroeg raadt Henderickx of die belofte o* wogen werd en welke die oven gingen dan wel zijn en wat de sultaten zijn. Indien het niet wogen werd wat is dan de betel nis van een belofte? In zijn woord beloofde (opnieuw!) de pulatie het dossier opnieuw e ter hand te zullen nemen. VERDELING SPORTTOELAGEN Uit de toelichting over de verht dingen en de verdelingen van sporttoelagen van de provin blijkt dat de Oost-Vlaamse af ling van de nationale atlctickbt slechts 15.000 F toelagen o vangt. Daarentegen ontvangen turnbonden, met veel minder den, 450.000 F en de Gen Roeisportliga met weinig leden klubs die aangesloten zijn. o vangt drie maal meer subsidie Het was niet de bedoeling raadslid Henderickx deze vc gingen de toelagen te ontzeggï maar ergens moet er toch een v( antwoord evenwicht zijn. vroeg toen geen belofte voor v< gend jaar. maar een onntiddcllij aanpassing van de begroting 19 die in behandeling is. Raadd Henderickx voegde er de aan toe of voor een verantwi verdeling van de toelagen elk k terium ontbreekt. De deputatie ging niet in op :rzoek om onmiddellijke aanpJ sing in de begroting voor vol gel jaar, maar behxjfde voor de begroting van 1980 sportraad te zullen raadplegen.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1978 | | pagina 12