KLEINE BOMEN VOOR GROOT AALST sneeuwfratsen
Nieuwerkerken verzegelde zijn
«Jaar van het Dorp»
En een zalig en gelukkig
nieuw-jaar van het kind
Aalstenaar John Buydens komt ook met
vertaalwerk op de buis
4 - 5-1-1979 - De Voorpost
Vervolg p 1
ESDOORNS
Als aan te planten bomen wer
den esdoorns uitgekozen, om
dat. deze bomen nu éénmaal
aangepast zijn aan de klas
sieke kwalen van de stad zoals
uitlaatgassen en gedaver van
auto's. Het zijn trouwens ook
dergelijke bomen, die op het
vernieuwde Keizerlijk Plein
aangeplant werden.
Op dit ogenblik beperkte men
zich nog tot een dertigtal
exemplaren, maar het is de be
doeling in de komende lente
met het initiatief verder te gaan
Voor diegenen, die de nieuwe
bomen nog niet bemerkten,
kunnen wij even de plaatsen
aanhalen waar aangeplant
werd. Een zestal exemplaren
verschenen aan de Burcht
straat (achterzijde van het
Oud-Hospitaal). Vier esdoorns
treft men aan op de parking aan
de Pontstraat, terwijl er ook één
verscheen aan de hoek van de
St.-Jobstraat en Nieuwbeek-
straat en één aan de hoek van
de Geraardsbergsestraat en
Hugo Lefèvrestraat. Plet groot
ste aantal (namelijk 16) werd
aangeplant aan de oevers van
de Dender (Zeebergbrug).
Daar werden immers een groot
aantal bomen (zonder vergun
ning) omgehakt op bevel van
de Dienst der Watenwegen. Uit
vrees voor ongevallen en om
vallende bomen werden door
de staatsdiensten immers sys
tematisch bomen omgehakt
langs rijkswegen of rijkswater
wegen. Wij kunnen hier verwij
zen naar de heibel rond het
omhakken van bomen in
West-Vlaanderen o.a. aan de
Damse Vaart.
Om de bestaande gaten aan de
Denderoevers op te vullen, be
gon Vies Oilsjt nu met een sys
tematische heraanplanting.
Dat verleden week niet alles
van een leien dakje liep, moge
blijken uit het feit dat de vrijwilli
gers van de werkgroep stads-
herwaardering niet steeds in de
mogelijkheid waren om overal
een degelijke put te graven. De
ondergrond van de stad be
staat blijkbaar soms meer uit
stenen dan uit aarde. Aldus zijn
de pogingen om bomen aan te
planten aan het KannunikColi-
netplein in de grond blijven ste
ken.
Vies Oilsjt heeft met dit initiatief
alleszins bewezen dat het ook
op een degelijke manier en met
weinig materiële en finantiële
middelen mogelijk is om het
stadsbeeld te verfraaien. Hier
voor verdienen zij ieders lof en
waardering.
Wij hopen nu maar dat de
nieuwe bomen niet hetzelfde
lot zullen ondergaan als de
kleine boompjes, die enkele ja
ren door de diensten van
Schepen voor Openbare Wer
ken en Ruimtelijke Ordening
Jan De Neve aangeplant wer
den aan de Hopmarkt en in de
Stationsstraat. VEHE
De Rio zat vol. Nieuwerkerken
kwam zichzelf bekijken. Reak-
ties en kommentaren die we
hoorden in de zaal waren kir
rende geluiden van herken
ning. Nieuwerkerken kent zich
zelf gelukkig nog. We hoorden
enkel voornamen wanneer één
of ander bekend hoofd op het
scherm verscheen.
Willy Van Impe heette het hele
gezelschap welkom. Daaron
der bevond zich schepen De
Maght en schepen Hooghuys
die hier op eigen veld speelde
en raadslid Floris De Winter,
eveneens op hét thuisfront.
Schepen De Maght die een jaar
lang over «het dorp» moest wa
ken nam het woord: «wat moest
gedaan worden, hebben jullie
gedaan. Onze dank daarvoor».
En inderdaad. De verenigingen
die in Nieuwerkerken het jaar
van het dorp tot groene rijpdom
lieten bloeien, hebben massa's
werk verzet. Later op de avond
vielen hun namen: Frans Sie-
naert (gepensioneerdenver
eniging), Geert Neyrinckx
(Chiro Tijl en Nele, een strijders-
natuur die nooit tot rust zal
komen) en Willy Van Impe in
wie we eveneens de vechter
begroeten die nooit de gepaste
lauwerkrans op het hoofd zal
Vervolg p 1
krijgen.
Schepen De Maght wees in
haar toespraak ook op de
waarde van elk individu in de
gemeenschap. «Deze avond,
zo zei ze ook, is geen slot. Wel
een bassissteen van een ge
bouw waarin jullie volgend jaar
nog moeten verder werken».
Over de film en de dia's zouden
we graag in een mager letter
type schrijven: Alleen de goeie
bedoeling ervan zouden we dik
willen onderlijnen. Pas op: de
beelden op het scherm werden
door het publiek zeer erg ge
smaakt. En met reden. Want
gelukkig de mens voor wie de
Uitgerekend op nieuwjaarsdag genieten we in de Aalsterse Van der
Nootstraat, na een bezoek aan Prins Bob, bij John Buydens van een
lekkere kop dampende koffie.
Mede door de gloed en laaiende geestdrift waarmede deze all-round
literator spreekt over Molière vergeten we onze perikelen om langs
weinig «gebaande» wegen op de hoofdweg en zo in de keizerlijke
stede te geraken. Dat we straks in omgekeerde richting, en in de
duisternis met dezelfde obstakels zullen worden gekonfronteerd
raakt voor het ogenblik onze kouwe kleren niet.
ALLEBEI
JEAN-BAPTISTEN
Reden van ons bezoek? Het over
stappen door John Buydens van de
éne Jean-Baptiste naar de andere.
Van Jean-Baptiste Poquelin, alias
Molière naar Jean-Baptiste Racine,
Frans treurspeldichter. Van de
grondlegger van de latere «Comé-
die Fransaise» naar de getormen
teerde schrijver van tragedieën.
Ook door Molière voortgeholpen
heeft Racine met hem het psycho
logisch inzicht, het doorgronden
van de menselijke hartstochten en
gedragingen gemeen.
John waagt zich dus alvast niet op
éénnachtijs, wanneer hij, nadat hij
tientallen jaren Molière heeft ge
lezen, bestudeerd, genoten en ver
taald nu hetzelfde van plan was
met Racine.
TRADUTORE, R.ADITORE
Dat een «vertaler» vaak ontaardt
in een «verrader», dat het ver
taalde werk in de vertaling maar
zeer gedeeltelijk is terug te vinden
is iets dat John Buydens niet neemt
en dat trouwens bij hem zeker niet
het geval is.
Om iets te kunnen vertalen moet
men met het werk volledig ver
trouwd zijn, moet men het om zo
te zeggen hebben geassimileerd en
mag geen enkel woord in onze
geest nog enig vraagteken oproe
pen.
Nu is het juist Buydens' overtui
ging dat men een werk geschreven
in een andere taal dan onze moe
dertaal, slechts volledig kan be
grijpen wanneer men het zelf heeft
vertaald. Wanneer men eraan
heeft gezwoegd, erbij in de haren
gekrabd en getracht heeft niet al
leen de nuance in de kontekst te
vatten maar ook de intrinsieke be
tekenis van elk woord an sich. Dat
John Buydens het nu zovele jaren
bij Molière heeft gehouden komt
uit het feit dat hij Molière toch zo
graag las, dat hij ervan kon genie
ten en dat de traduktie van derge
lijk werk voor hem eerder een be
vrijding dan een inspanning was.
Al kunnen de geleverde prestaties
bezwaarlijk overschat worden want
het werk, buiten het artistieke om
waarvoor inspiratie en feeling on
ontbeerlijk zijn, een echt monni
kenwerk. Vooral daar John Buy
dens zelf hoge eisen stelt aan zijn
pennevruchten en op zijn gebied
zeker een perfektionist is, zo qua
inhoud als qua presentatie.
Met vertalingen van op twintigja
rige leeftijd, nu een dertig jaar ge
leden, kan hij nu niet meer ak
koord gaan. Gebrek aan mensen
kennis, mangel aan maturiteit en
een ingesteldheid van te vlug over
het eigen gepresteerde tevreden te
zijn noemt hij oorzaken van de on
volkomenheden bij zijn vroeger
vertaalwerk. Hij las ons trouwens
enkele verzen voor in het Frans,
dan in de eerste vertaling en
daarna in de latere en het verschil
tussen beide vertalingen was in
derdaad aanzienlijk.
GOED VERTALEN EEN
MOEILIJKE OPGAVE
Vertalen en volledig in de zin en
de geest blijven van het originele
is inderdaad een hele opgave.
Vooral dan als U zoals John Buy
dens het in rijmen wilt doen. John
vertaalt niet graag in proza en zelfs
het in prozavorm geschreven
«George Dandin» vertaalt hij lie
ver in versvorm. Een stuk in vers
vorm ligt ook veel beter in de
mond en kan makkelijker, en
met geheugensteun en vaak ook
komisch effekt, door de akteur
worden gedebiteerd.
John vertaalt per twee regels, per
regelpaar en, hoe verwonderlijk
het ons ook voorkwam, in die twee
regels gaat normaliter een volle
gedachte schuil. Hij heeft het zelfs
zo ver gedreven dezelfde numme
ring over te nemen als in het origi
nele en na een proef op de som
moesten we inderdaad vaststellen
dat bvb. de Franse verzen nrs.
2113 en 2114 trouw waren terug te
vinden in dezelfde nummers van
<de vertaling.
Geregeld werd hij dan ook met
rijmnood gekonfronteerd juist
zoals copywriters, tekstdichters en
gelegenheidsdichters en ook hier
aan wilde John trachten te verhel
pen.
RIJMWOORDENBOEK
Rijmwoordenboeken om aan dit
gemis te verhelpen bestonden
reeds. J. van Droogenbroeck pu
bliceerde reeds in 1884 een vrij
uitgebreid woordenboek en vóór
hem hadden de dichters reeds be
roep kunnen doen op «Verzame
lingen van Rijmklanken» van
Kroon, «Nederduitsch Rijmwoor
denboek» van P.G. Wigen Geys-
beek, het «Rijmwoordenboek der
Nederduitsche taal» van L. Del-
geur en het «Rijmwoordenboek
der Nederlandse taal» van H. Frij-
linck. In 1935 verscheen dan nog
een klein rijmwoordenboek van
Esther Hadassa Weyl en in 1960
publiceerde Ernst van Altena een
«Verbazend rijmwoordenboek
voor december-dichters».
En toch vond John Buydens hierin
zijn gading niet. Dat bvb. «drin
gend» rijmde zoals in vroegere
boekjes was vermeld op «diri
gent» of dat «dwalend» het deed
met «decent» kon er bij Buydens
niet in. Misschien visueel wel
maar alleszins niet naar de klank
met een andere accentuatie.
Verder vond Buydens het opzoek-
werk om een passend rijmwoord
te vinden te tijdrovend. Hij zon op
iets stelselmatig en lag nachten
wakker om een sisteem uit te kie
nen dat doeltreffend, logisch te
gebruiken en waterdicht was. De
vrucht ervan, een huzaren-werk:
«Groot Systematisch en Klankal-
fabetisch RIJMWOORDEN
BOEK» van ruim 360 pagina's en
met ongeveer 60.000 rijmwoor
den ingedeeld op basis van uni
forme rijmelementen. Elk rijme-
lement is verder uitgebouwd in
een aantal rubrieken waarin de
woorden klankalfabetisch en
naar het aantal lettergroepen ge
rangschikt zijn. Het boek bevat
verder een belangrijk hoofdstuk
over de sterke werkwoorden en
een tabel die rijmontledend is
worden in rijmalfabetische volg
orde bij alle uitgangen de sterke
werkwoorden gegeven die daarbij
betrokken zijn.
Door de sistematische indeling, de
klankalfabetische rangschikking
en het groot aantal rijmwoorden is
dit boek zonder'meer een unicum.
Voor de goede verstaander vraagt
het sisteem niet zoveel uitleg en,
eens ermee vertrouwd, wordt het
een énig werkinstrument. Zeggen
we enkel maar dat een «basisrijm-
element» gevormd wordt door
een lange of korte klank of een
tweeklank gevolgd door een me
deklinker, bvb. aar, en, oet. Klan
ken kregen kodenummers, (a
1000), klinkers, eveneens (lange
100 en korte 200) en de medeklin
ker werd aangeduid met het num
mer van zijn rangorde in het alfa
bet. Zo is bvb. 2118 «eer», 3204
«id» en 8123 «ouw». Voordeel is
dat steeds dezelfde klasseringen
werden gevolgd en het opzoeken
tot een minimum wordt herleid.
HOE HET ALLEMAAL BE
GON?
Uiteraard zal het ingeborene er
wel voor iets tussen zijn en ook de
studiën, Grieks-Latijnse in het
St,-Jozefskollege lagen ervan aan
de basis. Van huisuit kwam hij uit
een familie van houthandelaars
wat toch zo direkt niet in de later
ingeslagen richting wees.
Van beroep werd hij boekhouder
en zijn «rijmwoordenboek» kan
dan ook wel worden aangezien als
een kombinatie enerzijds van zijn
literaire aspiraties en anderzijds
van zijn boekhoudkundige cijfer
matigheid. Na het maken van een
sonnet over een bekend beeld
houwwerk, sonnet dat door Pater
Schuurmans S.J. fel werd geap
precieerd, kreeg John de literaire
smaak te pakken. Ook de onverge
telijke uren waarin zijn leraar
Frans Molière voorlas maakten
een blijvende indruk op de jonge
Hel weer zorgde voor een zeer plezierige start van het jaar van het kind. (EDV)
verpakking minder van belang
is. In Nieuwerkerken gebeurt er
niet zo erg veel. Maar wat er
gebeurt, dikt men graag wat
aan. In Nieuwerkerken had het
dorp geen jaar nodig. Het
dorpshart heeft er altijd zo ge
klopt. Nieuwerkerken leefde in
tens (daar zit verandering in).
Het had geert resultaten nodig.
Kuituurwerkers sneden er hun
messen bot. Maar de vereni
gingen beheerden elkaar. Toch
een zeer positieve noot over
wat daar in de Rio lukte ge
beurde: Nieuwerkerken liep
er samen.
W.L.
student. En toen hij dan, zo maar,
met een andere student werd aan
geduid om het derde bedrijf van
«Les femmes savantes» op te voe
ren viel het hem op negentienja
rige leeftijd in om het werk inte
graal te vertalen.
Dit werd dan het begin van een
lange reeks met «L'Avare» (De
Vrek), «L'Ecole des Maris (Man
nen lopen school), «L'Ecole des
Femmes» (Meisjes lopen school),
«Le malade imaginaire» (De inge
beelde zieke), «Le Misantrophe»
(De misantroop), «L'Etourdi» (De
losbol), «Le Cocu imaginaire»
(De Ingebeelde Hoorndrager),
«Les précieuses ridicules» (De
krenterige dames) en «George
Sandin», Molière.
«<Tartuffe», verboden en later
mondeling door de Zonnekoning
toegelaten maar nog stuitend op
verzet van de aartsbisschop en hel
parlement werd eerst jaren later
opgevoerd. De protesten golden
echter niet de ware devotie maar
het schijnheilige in de zogezegde
devootheid. Ook «Le Cid» van
Corneille werd vertaald en on
langs legde John Buydens de laat
ste hand aan «Phèdre» van Racine
onder de titel «Phaedra».
IN DE OPENBAARHEID!
Buydens werd vooral in ruime,
zeg maar nationale kring bekend
wegens zijn aktiviteiten aan de
Vlaamse Televisie waaraan hij
reeds sinds september 1954 mee
werkt en dit op velerlei gebied.
Begonnen werd met een T V-rebus
gevolgd door de zo suksesrijke
V-rallys waarbij het Vlaamse land
werd doorkruist en uitgepluisd.
Vele jaren was hij ook realisator
van «Sportweekend» waarbij hij
o.a. zijn zin voor bladspiegel en
lay-out toonde in de mooi gepre
senteerde voetbaluitslagen in
blokvorm. Hij schreef ook 5 afle
veringen van «Schipper naast Ma-
thilde» waarvan een op vakantie in
Kasterlee waarheen hij was ge
gaan... om uit te rusten. Rusten
deed hij eigenlijk nooit want na
zijn heelkundige bewerking verle
den jaar deed hij vertaalwerk op
zijn bed in het ziekenhuis.
Voor het ogenblik is hij nog werk
zaam bij de televisie en werkt nu
aan elektronische schriftvorming
in de uitzendingen voor gehoor
gestoorden, werk dat enerzijds
technisch is maar veel taalfeeling
veronderstelt.
«MANNEN LOPEN SCHOOL»
Volgende maand wordt het stuk
«L'Ecole des Maris» in vertaling
van John Buydens gerepeteerd en
opgenomen. Een hele week werd
er op de kalender voor uitgetrok
ken zodat mag worden verwacht
dat U ook op het scherm met de
vruchten van het werk van John
Buydens nogmaals kunt kennis
maken.
Hopelijk vindt U wel een en ander
van wat hier werd neergepend te
rug in deze produktie. L.H.
Auto's'genoeg, maar of ze willen starten was een andere vraag- Helpende handen waren er echter
genoeg. (EDV)
Vervolg p 1
tuele vandalen moeilijk te maken.
Ook Dirk Martens kreeg er een,
een roje, in zijn verkleumde pol
len.
Richting Hofstade, dan, waar een
gele ballon aan het kruispunt van
de oude en nieuwe Dendermondse
Steenweg vastgehecht werd. In
voorbijrijdende auto's kijken
nieuwsgierige mensen toe naar
iets in de lucht dat hen ooit even
veel pret bezorgde als de sneeuw
die ze nu zo verwensen. Het grijze,
minibusje maakt rechtsomkeer,
richting Vredeplein. Het merkt
niet dat naar huis kerende voet
gangers het voor een strooiwagen
aanzien, maar houdt ijverig halt
voor het Wapenstilstandsmonu
ment. Men gelukt er echter niet in
op een goed zichtbare manier een
zwevend eksemplaar achter te la
ten, maar wacht niet lang om met
verkleumde kouvoeten naar het al
ternatief toe te rennen. Astrid op
het Keizerlijk Plein krijgt een bal
lon toegestoken! De kaboutertjes
zetten mekaar voetje of wringen
zich in andere bochten om het
kleinood zo zichtbaar en hoog
mogelijk vast te hangen.
Wanneer aan een verkeerslicht aan
de Denderbrug in Erembodegem
een ballon gehangen wordt komt
het tot een woordenwisseling met
tw?e drinkebroers die aanstalten
maken om een sigaret in aanraking
te brengen met de (afgerukte) bal
lonplastiek. Zonder verdere inci
denten kan de ballon heelhuids
toch teruggenomen worden, maar
meteen wordt men met de neus op
een gevreesd feit gedrukt: dat
sommige personen om welke duis
tere redenen dan ook, een zucht tot
vernieling in zich hebben en dat de
veiligste plaats voor de ballonnen,
niet veilig genoeg is. Aan het Wa
penmonument op het Dorps
plein vindt men een geschiktere
plaats. Nu voelt men zich evenwel
toch zo bevrorendat eerst iets
warms naar binnen gedronken
wordt.
Zo gaat deze rit verder. Ook na de
«rust» beweegt men zich in gezel
lige sfeer door Groot-Aalst. Er
worden grapjes gemaakt die de
koude even doen vergeten en het
kind-jaar aanraakbaar echt ma
ken. Ter plaatse gekomen tlitst
een fototoestel naar handen die
een touwtje aan zwevend plastiek
binden en het andere uiteinde «er
gens* en zo goed mogelijk aan be
vestigen. Enkel voor de meest
noodzakelijke bedrijvigheden
gaan handen uit de handschoenen.
In Mijlbeek krijgt het Jezus-
standbeeld een felgekleurde bal
lon, meer nog dan vroeger lijkt de
Deze ballonnen werden 's nachts op de belangrijkste punten van Groot-
Aalst opgelaten. Hopelijk houden ze het een jaar uit. (EDV)
man van Nazareth nu le zeggen
«laat de kinderen tot mij komen».
Een verkeerspaal op het Kerk
plein van Moorsel krijgt er ook I
één en een bushokje, ter hoogte
van de kapel van Herdersem,
wordt even feestelijk uitgedost.
Ballon nummer negen is voor
Nieuwerkerken, aan de ring, en
de laatste ballon krijgt Priester
Daens.
De stad kan nu rustig ontwaken en 1
kijken naar het werk van de kabou
tertjes...
Een ballon die je hoogstwaar
schijnlijk niet gezien hebt is die
aan de kerstboom op de Grote
Markt (zie foto dus) die door on
bekende dezelfde nacht nog werd
afgerukt. Die in Hofstade is ook
geen 24 uur beschoren geweest.
Intussen komt het jaar van het kind
al van meet af aan uit zijn start
blokken en krijg je volgende week
al een kalender met aktiviteiten.
Om echter een ballonnenverhaal
met ballonnen af te sluiten: de
kans zit er dik in dat in de loop van
het jaar de Aalsterse schoolkinde
ren elk een kinderjaarballon (van
gewone grootte) krijgen. Maar
daar is nog niets over beslist!
P.D.
Gewapend met onze nietsont
ziende kiekjesdoos trekken wij
ook in 1979 ten strijde, beste
Ik beloof je een massa foto's, al
dan niet met een reukje aan,
want de Aalsterse wil ge
schiede, nu meer dan ooit.
Spreekt vanzelf dat ik je het al
lerbeste toewens voor de 365
volgende 24-uren. Hou je goed
en kiep on kieking. Tot in 1980,
zelfde uur, zelfde plaats.
Erik De Vree