x uerT
prik
LET 0P HET VOETPAD
VROUWEN
IN DE POLITIEK
Indrukwekkend palmares van Gustaaf Van Londersele
De Voorpost - 5-1-1979 - 7
«Centurion» wordt men en
kel als lid niet alleen van
een wandelklub maar ook
van een atletiekklub en te
vens moet men voor het vol
brengen van dergelijke gi
gantische prestatie in het
bezit zijn van een recent
medisch getuigschrift. De
ze «Centurion-tochten»
gaan over een afstand van
100 Britse miles of 161 km
en worden gehouden in
Groot-Brittanië, Amerika,
Australië en Nederland
maar slechts deze op Brits
gebied geven recht op de
titel. De 161 km moeten bo
vendien worden afgelegd
binnen maximaal 24u en dit
op zeer gereglementeerde
wijze. Zo mag niet worden
gelopen, mag men niet
naast elkaar wandelen,
geen bochten afsnijden en
moet men steeds de pijlen
volgen. Zo zit de kans erin
dat een jurylid de hele tijd
naast u rijdt per fiets. Gu-
staaf legde de 161 km af van
Leicester naar Skegness
aan de kust in 22u10min44
sec en werd daarmede de
16e op 108 deelnemers. Tot
hiertoe behaalden een 650
wandelaars deze onder
scheiding en als Belg is
Staf met zijn nummer 633
de zevende Centurion.
Gustaaf legde de afstand af
in 22u10min44sec en werd
16e op 95 deelnemers. Daar
kan gemakkelijk een uurtje
af, zegt hij ons, mits niet in
Leicester aan te komen na
uren vermoeiende boot- en
busreis. Centurionmarsen,
reeds daterend uit 1911zijn
échte internationale ver
broederingsfeesten met u-
nieke uitstraling. «Centu
rions» noemen elkaar dan
ook steeds «broer» en «zus-
ter».
Gustaaf, vertel ons eens e-
ven wie je bent.
Ik ben geboren te Aalst,
Bredestraat, in 1932 en dus
nu 46 jaar oud. Ik ging naar
de St-Lievensschool en
achteraf naar het Atheneum
doch toen dat na de bevrij
ding door de Engelse troe
pen werd ingenomen trok ik
naar de St-Kamielschool. In
1954 huwde ik Anna De
Rop, eveneens een Aalster-
se en van in '61 wonen we te
Herdersem. Ik werk reeds
jaren in de meubelfabriek
Van Praet te Moorsel.
Was je vroeger ook sportbe
oefenaar?
Ja zeker. Ik heb nog gevoet
bald bij de kadetten en de
scholieren van Eendracht
Aalst en ben dan overge
gaan naar de wielersport
waar ik bij de beginnelingen
en de liefhebbers heb gere
den tot ik in '52 bij het leger
moest.
Hoe ben je dan tot de wan
delsport gekomen, een toch
niet zo gebruikelijke sport
discipline?
Tot voor een paar jaar wist
ik daar niet veel van maar
elk jaar kwamen hier zo
honderden mensen voorbij
gaan in de richting Wieze en
dat schenen de mannen van
de «dodentocht van Bor-
nem» te zijn. Ik dacht dat
ook wel aan te kunnen en
begon het jaar daarop, in
'76, een paar maanden op
voorhand zo wat te oefenen.
Ik trok naar Ronse naar de
ommegang (32 km), naar
Gustaaf Van Londersele is c
100-mijlenwedstrijd. (JM)
7 echte kadee. Hij toont hier een prachtige trofee behaald in Engeland bij een
niettegenstaande allerhan
de doorstane miserie was ik
toch aan de start bij de «do
dentocht van Bornem», zo
genoemd omdat 100 km een
fantastische afstand bleek.
Dat ik het volgend jaar
reeds de 200 zou aanpakken
had ik uiteraard niet durven
hopen.
Pont Mousson, op de weg
naar de Vogezen, te Anhée
in de Ardennen, te Mantes
la Jolie in Frankrijk, te Dil-
lingen in de Bundesrepu-
bliek, te Steenwerck in
Frans-Vlaanderen, te Mün-
chen-Gladbach in Duitsland
en te St-Oederode en Bo-
choltz in Nederland. Ook
deze zeker niet veel. Buiten
de verplaatsingskosten en
25 fr inschrijvingsgeld
waarvoor ge dan een stem
pel in uw wandelboekje
krijgt, eventueel een her
denkingspenning of zelfs
een trofee, kost het prak
tisch weinig.
Lange afstandsmarsen wor
den bijna steeds door de
zelfde mensen gedaan en
het wordt uiteindelijk een
ware vriendengroep, men
sen waar je kan op rekenen.
De vriendschap die je er be
leeft is een stimulans om
verder te doen en samen de
moeilijkheden te overwin
nen.
Tussen de vele trofeeën op
de buffetkast zie ik verschil
lende malen trofeeën van
«Eurodax». Wat is Eurodax
dan wel?
Audax (komt waarschijnlijk
van «audace», durf, moed,
lef) is een Franse organisa
tie aRtief in verschillende
sporttakken als fietsen,
zwemmen, maar ook wan
delen. Naderhand breidde
deze organisatie zich uit o-
ver Benelux en Duitsland
onder de naam «Eurodax».
Het is zo dat men er binnen
de specialiteit de zilveren
en de gouden arend kan ha-
len- Voor de zilveren arend
Zoveel medailles kan men slechts met nog meer kilometers in de benen bijeenwandelen. Gustaaf Van moest ik op welbepaalde
plaatsen 5 maal 100 km, één
Londersele heeft er zelfs nog veel meer. (JM
Hal Ie (38 km) en een paar
maal naar Halle heen en te
rug (76 km). Bij het begin
kon ik me als ik thuis ge
raakte bijna niet meer ver
zetten maar dat beterde zeer
vlug.
Ik was serieus door de wan-
delmikrobe gebeten want
Stad Aalst is wel origineel in het maken van voetpaden op de
Grote MarktMaar dat zijn slechts voorlopers van een weg waar
het verkeersvrij lopen zal zijn. EDV
Wandel je alleen of In
groep?
Soms stap ik alleen op,
soms in groep. Ik ben wel
aangesloten bij de Aalster-
se Wandelsportvereniging
«De Kadees» een fantasti
sche klub met een 200-tal
leden en een voorzitter de
heer Cornelis, uit de dui
zend die zich terdege voor
de klub inspant. Mijn eerste
kontakt met deze WSV was
juist in die beruchte doden
tocht waar ik in kontakt
kwam met Freddy Cornelis
die me van «De Kadees»
sprak, me aanmoedigde,
drank bezorgde en een paar
dagen na de tocht waren
mijn vrouw Anna en ik leden
van deze «Kadees». Men
maakt er vlug vrienden, men
wordt er zeer menselijk en
sportief behandeld en men
vindt er steeds gepast ge
zelschap. In Wallonië
noemt men me zelfs, af
gaande op mijn T-shirt,
«Gustave Ie Kadee».
En hoe verging het je in de
200 km?
Een mens wil altijd meer en
waar de grenzen van de
menselijke mogelijkheden
juist liggen moet nog wor
den ervaren. Ik meende in
elk geval ook de dubbele af
stand, 200 km, aan te kun
nen en trok dan maar naar
St-Martens-Bodegem. Op
een zeer heuvelachtig par
koers en over hobbelige
kasseien worden je daar
acht ronden van 25 km voor
geschoteld.
Dat vraagt uiteraard oefe
ning, training en een fan
tastisch uithoudingsvermo
gen gepaard aan een nooit
afgevende wil tot verdere in
spanning. Ik had mijn kon-
ditie al eens getest met een
tocht in nauwelijks 24 uur
naar en terug van Scherpen-
heuvel. We kenden echter
de juiste afstand niet en re
den de volgende dag eens
juist hetzelfde parkoers:
162 km. Ondertussen had ik
reeds verscheidene malen
100 km afgelegd zoals te
langere afstanden had ik
reeds afgewandeld als van
Bourges naar Orléans, van
Maastricht naar Brussel,
van Blankenberge naar
Strombeek waar ik de trofee
van minister D'hoore kreeg
en van Amsterdam naar
Leeuwarden in Friesland.
De f00 km van Bornem, de
tocht door het Pajotten-
land, onder bescherming
van Nederlandse Kuituur en
in samenwerking met BLO
SO, heb ik reeds twee maal
tot een goed einde ge
bracht.
Doe je iets speciaal om in
konditle te blijven?
Eigenlijk niet. Ik heb wel
een goede vrouw die de
maaltijden wel enigszins
weet aan te passen. Ze
kookt met weinig kruiden.
Ik drink geen alkohol en ro
ken heb ik nooit gedaan. Op
tocht eet ik wel eens drui-
vensuiker. Speciale voorbe
reidingen zijn er eigenlijk
niet want elk week-end trek
ken we er toch op uit. Mijn
vrouw doet tochten tot 40
km of helpt bij verzorging
en bevoorrading zodat het
voor ons («we hebben geen
kinderen») een gezinstrip
wordt.
Volgend jaar hopen we ook
aan de vierdaagse van Nij
megen te kunnen deelne
men. Het moet nu wel ge
beuren want eens vijftig jaar
(Gustaaf is er nu 46) mag
men geen 50 km per dag
meer doen, slechts 40. Ik
wil het dus zeker proberen
nu het me nog toegelaten
is.
Marcheren met zware leger
schoenen is voor Gustaaf
niet zo best. Liever met
lichte wandelschoenen met
straffe zool en een nummer
te groot om wollen kousen
te kunnen dragen en de voe
ten toe te laten wat te zwel
len.
Is dat dan geen kostelijke
hobby en wat vind je er pre
cies aan?
Elke hobby kost geld maar
maal 135 km en één maal 35
km afleggen maar voor de
gouden arend heb ik reeds 2
maal 100 km gedaan en vol
gen nu nog 100 km te Ou-
dergem, Valkenswaard en
Maastricht. In «Eurodax»
wedstrijden is men ver
plicht in groep te blijven
achter de baankapitein aan
een gemiddelde van 6 7
km/h met om de 20 km 20
minuten rust. Dit is voor mij
de beste vorm van wande
len.
En als je dan 's maandags
morgens terug naar je werk
moet, gaat dat?
Eens terug thuis, gewassen
en gegeten, ben ik weer zo
als iedereen. Ik heb daar nu
geen last meer van en ga 's
maandags werken zoals al
leman. Onmiddellijk na de
200 km van Bodegem had ik
maar één klacht: dat ik 's
namiddags voor «Levens
vreugde» geen 42 km meer
zou kunnen stappen. Ik be
perkte me dan maar bij 16
km...
Verleden zaterdagavond
kwam ik thuis na een mars
van 110 km van Plombières
bij het drielandenpunt Vaals
naar Houffalize. «La marche
du souvenir de la souffran-
ce», de lijdensweg herha
lend die Amerikaanse G.l. 's
door de bossen heen moes
ten afleggen om tijdens het
von Rundstedt-offensief
hun eenheid te vervoegen
Grote voldoeningen voor
mij waren vooral de Centu
rion en de Eurodax-marsen
en de trofee als eerste bui
tenlander in Dillingen in het
Saargebied.
Gustaaf, als we zien wat je
hier in nauwelijks twee jaar
wist te bereiken met wan
delboekjes vol stempels,
een hele reeks magnifieke
trofeeën, eretekens en pen
ningen allerhande, maar
vooral met een blakende ge
zondheid wensen we je en
je begrijpende echtgenote,
het beste voor de komende
knalprestaties.
Tot volgend jaar?
LH
Van mens tot mens misschien,
gewoon wat vertellen, voelen
dat je niet alleen bent met je
1001 vragen, in simpele be
woordingen, recht voor de
vuist en uit het hart?
Zou je willen dat ook je man, je
vriend leest wat wij schrijven?
Misschien doet hij het wel,
misschien willen ze wel één
keer per week hun mannelijke
fagade afleggen en luisteren
naar wat er in (hun) vrouwen
omgaat, misschien herkennen
zij zelfs zichzelf?
Waarom moet tegenwoordig
immers alles zo nodig in vak
jes? «Dit is mannenwerk, dat is
het domein van de vrouw». Er
werd al veel te veel over ge
schreven en gepraat. Als we
nu eens van de theorie afstap
ten en ons eigen dagelijks le
ven overschouwden, met zijn
kleine en grote beslommerin
gen, lief en leed, belangrijk
heid en alledaagsheid.
Wij richten ons dan ook niet zo
zeer tot de «happy few» de
weinigen die er «geraakt» zijn,
al kampen wellicht juist zij
méér dan de anderen met twij
fels, eenzaamheid en de mal
lemolen van het alsmaar beter
en hoger willen dan wel tot
de vrouw, de man uit onze
straat: de alleenstaande, de
zieke, de geslotene, de harte
lijke, de harde, de kunstzinni
ge, de carrière-maker... ieder
met zijn behoefte om erkend,
begrepen, bemind te worden.
«Valtje niet ook op dat de men
sen niet meer luisteren?»
zegde iemand uit een gezel
schap. Men hoorde zelfs zijn
opmerking niet.
«Ik speel piano
sprak de ene
en ik viool
sprak de andere
ik harp, ik banjo, ik cello,
ik hobo, ik fluit,
en ik thangel,
en allen praatten, praatten,
praatten
over het instrument dat zij be
speelden.
Er was geen muziek meer te
horen:
ledereen babbelde, babbelde,
babbelde, babbelde.
Niemand speelde.
Maar in een hoekje zat een
man die zweeg.
(Het draaiorgeltje, J. Prévert)
Is er nog wel tijd om te luisteren
naar iemand anders dan zich
zelf, om even stil te staan bij
wat andere mensen beroert en
dan te voelen dat er nog men
sen net zo leven, denken, wer
ken, voelen als jij? Dat je niet
alleen bent?
Dit rubriekje wil een poging zijn
tot open kontakt, zonder pre
tentie, in de hoop dat u er iets
aan heeft.
Geef ons respijt, tot we zien
welke kant u met ons uit wil.
Alvast tot volgende week,
Britt
Je grootmoeder zaliger was stichtster en voorzitster van een
plaatselijke vrouwenbond, je moeder nog steeds aktief lid, je
kent dat, het soort van vrouwen op de bres.
Zelf ben je ook niet op je mond gevallen, je voelt je al even
militant en bent je nog meer bewust van wat je als vrouw hebt,
niet hebt en zou moeten hebben. Daar kom je openlijk voor uit
Op een dag merkt iemand op dat
je in de politiek moest gaan.
«Probeer het via een vrouwen
beweging». Zo geraken de vrou
welijke politici er inderdaad
meestal, blijkens hun curriculum
vitae. Je voelt er evenwel niet veel
voor om als jong meisje in die
vergaderingen te gaan zitten, er
koffie te drinken, allemaal vrou
wen onder elkaar, met uitsluiting
van (hun) mannen, tenzij eens
een enkele «spreker» en uiteraard
de plaatselijke «proost». Over
igens, wat houdt die politieke be
drijvigheid precies in en wat zou
je daadwerkelijk kunnen verwe
zenlijken? Je bent er toch niet
méér dan een klein radertje in een
groot wiel?
Vergeet het dus maar.
Toch blijf je niet stilzitten. Bij
voorbeeld: er wordt een Komitee
Leefmilieu opgericht in je dorp en
er worden belangstellenden me
dewerkers op de vergaderingen
uitgenodigd. Jij er naartoe, want
je hebt het geluk in een nog erg
landelijke straat te wonen, een
voorbeeld van «Le plat pays»,
eindeloos lang, met oude hoeven
en aan weerszijden hoge bo
men.. voor zover ze nog niet ge
rooid werden. Om dat rooien is
het jou te doen. Er worden im
mers alsmaar méér bomen om
gehakt (zogezegd omdat ze dood
zijn) en nieuwe komen er niet in
de plaats (ze zouden kunnen om
waaien bij stormweer en vooral,
ze betekenen «verlies» voor de
boeren, want hun wortels reiken
meters ver in het veld). Zonder
bomen echter ligt onze straat er
even troosteloos bij als overal el
ders in dit stenen Vlaamse land,
dus...
Je verschijnt op die eerste werk
vergadering, als enige jonge
vrouw (er is ook een oudere
KAV-leidster aanwezig) tussen de
gevestigde mannelijke dorps
machten: boeren, deurwaarder,
boomkwekers, gemeentebedien
den en andere belangstellende
belanghebbenden. Ze bekijken je
stuk voor stuk met evenveel wan
trouwen, met dezelfde afwisse
lend meewarige en schamper-
spottende blik, één enkele keer
ook met «welgevallen». De voor
zitter van de VELT-vereniging
herkent je en knikt vriendelijk. Je
laat je niet van de wijs brengen en
neemt zelfverzekerd plaats tus
sen de VELT en de Schepen voor
Leefmilieu, jawel, en je zegt wat
je meent te moeten zeggen. En
wat antwoordt de Schepen?
«Maar kindje, wij weten dat alle
maal wel. daar kunnen wij niets
tegen beginnen om die en die
(drog-)reden.».
Dat «kindje» zit je verdomme
hoog. Je bent moeder van een
kind en je verwacht er een
tweede, al is dat nog niet zicht
baar onder je wijde mantel.
Je geeft het niet op; het vaderlijke
«kindje» ruimt zelfs plaats voor
de eerbiedigere aanspreking
«Mevrouw» en wat veel belang
rijker is, na drie vergaderingen en
doorbijten boek je zelfs een eerste
resultaat!
Hiermee weze maar weer eens
aangetoond hoe moeizaam je
ernstig genomen wordt inzake
(dorps-)politieke aangelegenhe
den.
Bravo derhalve voor de vrouwen
die de moed en het lef hebben
zich te begeven op politiek terrein
en er hun stem laten horen. Want
er is moed nodig om door te bre
ken in dit bij uitstek «mannelijk»
gebied en uit te breken uit de
sleur van je huishoudelijke
«plichten», naar vergaderingen
te trekken in plaats van thuis bij
de haard (en de pakken) te blijven
zitten.
Veelal krijg je bovendien vrijwel
onmiddellijk het niet altijd even
prettig etiket van «feministe» op
geplakt, waardoor je opeens geen
echte vrouw meer zou zijn.
Driewerf hoera vooral voor de
vrouwen die erin slagen boven dit
gemeentelijk politiek vlak uit te
stijgen en op nationaal vlak hun
bijdrage (ten koste van wat al
niet!) willen leveren tot de verbe
tering van ons maatschappelijk
bestel.
En begin nu niet over emancipa
tie, want dat al te vaak gebruikt en
misbruikt woord maakt ons ziek,
ons en de mannen die wel beter
(willen) weten.
Doorzetten moeten we. op straat
blijven komen voor een beter en
rechtvaardiger leven voor ons en
iedereen. Daar is niets onvrouwe
lijks, autoritairs, antipatieks aan.
Het is zonder meer menselijk zijn
rechten op te eisen. Maar om ze
te verkrijgen, dat is een ander pak
zorgen!
Daarom kunnen we alleen maar
blij zijn dat er toch weer een paar
vrouwen méér zijn «in de poli
tiek»! Wat en hoe u er ook over
moge denken: doe het hen maar
eens na!
Britt
leder jaar heeft Herdersem, bij de St-Anltoniusvierlng, een
«Centurion», een honderdman, aanvoerder van 100 man
schappen, onder zijn bevolking. Weliswaar slechts voorde
duur van de festiviteiten.
Dat Herdersem sinds deze zomer, en meer bepaald sedert
28 juli konstant een «Centurion» telt, wist misschien nog
niet iedereen. Deze man, Gustaaf Van Londersele, Midden
weg 6, behaalde inderdaad deze titel te Leicester («tester»)
tussen Birmingham en Nottingham en niet zo ver van de
stad die haar naam leende aan «derby's».
«Er staat weinig of niets in dit blad voor of door vrouwen» is een
nogal vaak gehoorde opmerking van menig lezeres.
Wat willen vrouwen dan méér lezen dan wat er al in staat? Willen
ze iets vernemen van en door een andere vrouw, een voorval of
een situatieschets waarin ze zichzelf en hun eigen toestand her
kennen? Wensen ze informatie?
«Asjeblief, bespaar ons keukenrecepten, hartsaangelegenhe
den, medische praatjes, handwerkbeschrijvingen en dies
meer!». Goed, maar wat dan?