Bier Kerstnacht -PARK HANDBOOGMAATSCHAPPIJ MET GROTE MOGELIJKHEDEN PETANQUEKLUBHUIS «JONGER DAN JE DENKT» IN TERLINDEN - een vervolgverhaal door Harry Pinky De Voorpost - 19-1-1979 - 13 In kafé «'t Nieuw Muisken», lokaal van de Handboogmaatschappij «Aalst Park», had verleden zaterdag- avond de overhandiging plaats van de jaarlijkse trofee aan de laureaat 1978. IErevoorzitter Carlos Nieuwlandt overhandigde de trofee aan Augustin Van der Veken, de meest i regelmatige fchutter tijdens het seizoen. Na deze uitreiking stak men dan vrolijk de benen onder de tafel. mogelijkheden». Momenteel voelen ze zich wel enigszins bekocht. Ze moeten immers om hun liefhebberij te kunnen uitoefenen zo maar naar Baardegem, op het terrein van hun kollega's «De Vonckisten». Door de plaatsing, anders dan gevraagd, van de infrastruktuur op de Aalsterse Zandberg wordt hun sport daar quasi onmoge lijk. Ook de kantien is veel te ver van de wip. Eer men aan zijn pint raakt moet men al terug voor de volgende schietbeurt. En, zegt het oude spreekwoord niet: «Een wipschutter zonder drank, leeft niet laat»! L.H. higustin Van der Veken ontving de beker van de regelmatigste schutter van handboogmaatschappij Aalst- >ark. (JM) Deze handboogmaatschappij werd jte Aalst gesticht op 8 januari 1960 met medewerking van de heer iWittewrongel, algemeen sekreta- is van de Nationale Bond van Belgische Wipschutters samen net de heer De Nil en enkele leden :n simpatisanten. Dit gebeurde te Aalst aan het Burgemeesterplein ivaar dan ook werd overgegaan tot iet verkiezen van een bestuur. Bij iet begin waren er reeds een 15 a 20 leden omdat de wipmaatschap- >ij «'t Land van Aalst» zich erbij ïad aangesloten. Frans De Nil werd voorzitter, Alfons Van Vae- enberg ondervoorzitter, Willy iaegeman sekretaris en bestuurs- id Augustin Van Herck. Voorzit ter De Nil nam dan kontakt op met de toenmalige bevoegde schepen Verl_eysen die beloofde dat er te Aalst in het park twee staande wippen 'zouden komen. Dat ge leurde dan ook vlug. Ze werden geplaatst aan de zijkant van het voetbalplein. Bij de eerste koningsschieting was het voorzitter De Nil die letterlijk en figuurlijk de hoofdvogel schoot en dus geplaatst was om deel te nemen aan de keizersschieting te Borgerhout. Ook daar triomfeerde hij en werd dus «keizer van Bel gië»! Nauwelijks een halfjaar later her nieuwde hij deze prestatie door zich ook op de overdekte wippen te Kortrijk keizer te schieten aldus bewijzend tot het kruim van de Belgische schutters te behoren. Verder werd hij reeds acht maal koning en zorgde tevens voor en kele grote prijzen. Ondertussen is de handboogmaat schappij «Aalst-Park» uitgegroeid tot een maatschappij met elite- schutters. Wij vernoemen hierbij graag ondervoorzitter Prosper Van der Veken, acht maal koning, ere voorzitter, koning en keizer Car los Nieuwlandt, Albert Cornand en Désiré Temmerman, beiden koning en keizer, Etienne Thas, koning en schutter van vele grote prijzen, Augustin Van der Veken, koning en grote prijzen en nog verschillende andere leden. Wat betreft het organiseren van schietingen zijn er weinig maat schappijen die zich qua verstand houding, werkkracht, taakverde ling en dinamisme met deze maat schappij kunnen meten en dit on der de kundige leiding van Van der Veken en zoon, Cornand en Temmerman. Zeker hierbij niet te vergeten de spil waarrond de hele maatschappij waait en draait en waarop «Aalst-Park» terecht fier mag zijn in de persoon van sekretaris-schatbewaarder-lo- kaalhouder Frans Dhaene. Ook het vrouwelijk element is steeds paraat om een helpende hand te bieden. Van «Aalst-Park» kan dan ook te recht worden getuigd dat het «een kleine maatschappij is met grote Toch bleek er nog één op te vullen vacuum: pétanque- spelen voor mensen van de derde leeftijd louter als vrijet ijdsbesteding. Enkele mensen, reeds jaren bedrijvig in het pétanquespel, dan liefst aan ons Noordzees trand, hebben dan ook getracht in eigen stad deze mogelijkheid te bieden aan ouden van da gen, aan alleenstaande perso nen en ook aan gehandikapten. Enig doel dat hierbij voorzat was bepaalde mensen uit hun isolement te halen, personen van" ongeveer dezelfde leeftijd samen te brengen en te zorgen Voor sociaal kontakt. De vereniging die zich gepast «Jonger dan je denkt» noemt klopte aan bij het stadsbestuur voor de nodige infrastruktuur en alhoewel zowel burgemees ter D'haeseleer als eerste schepen Eddy Monsieur sim- patiek stonden met de sugges tie die ze met beide handen steunden had het toch nog heel wat voeten in de aarde voor aleer men tot een mogelijke op lossing kwam. Toen de stad het kasteel Ter linden met park en bijhorighe den had aangekocht zat de kans erin daar iets te vinden. Eerst werd aan de pasopge richte klub, uiteraard nog in de kinderschoenen, een buiten- koer als speelterrein voorge steld. Met de vele wandelaars in het park 's zomers zou dit wel problemen van praktische aard scheppen en anderzijds zou den de aktiviteiten in het win terseizoen stilliggen en juist voortdurend, blijvend, regelma tig kontakt was als doel gesteld. Moest men deze oplossing hebben aanvaard dan kon er in de winter niets gebeuren en raakte men zijn leden kwijt Uiteindelijk kwam een groot lo kaal, het vroegere koetshuis van het kasteel, onbevloerd maar dat was juist goed voor de pétanque, vrij. Met een lokaal van ruim 15 m bij 14 m was wel wat te doe en voor de eerste onontbeerlijke akkomodatie zou de stad zorgen. Er kwam dra een mazouttank met dito stoof. Er werd gezorgd voor degelijke verlichting. Het allernoodzakelijkste meubilair werd er gedeponeerd en voor verdere akkomodatie zorgen de leden dan wel zelf nadat de stad dan nog zal hebben inge staan voor het leggen van een zoldering en het plaatsen van sanitaire inrichting waarmee reeds een aanvang werd ge maakt. De mensen van de klub willen er inderdaad iets fijns van ma ken, uiteraard verre van luxu eus maar toch konfortabel. Begonnen met een achttal le den is de klub reeds uitge groeid tot een veertigtal waar van ruim de helft zeer aktief. Niet alleen van St. Anna maar van alle wijken van de stad en ook uit Erembodegem zijn er leden die regelmatig komen opdagen. Het klubhuis is im mers voor 't ogenblik open op maan-, woens- en donderdag van 13.30 tot 18 u. Op aanvraag kan ook gevraagd worden voor opening op zon dag en wordt er nu alleen pé tanque'gespeeld, alle discipli nes die er mogelijk zijn kunnen er voor liefhebbers worden ge organiseerd. Men Voorziet ten andere reeds bakschieten, vo- gelpik, bollen, e.d.m. Hoeft het gezegd dat de klub die buiten de Federatie wil blij ven gezien zulks allerlei ver plichtingen meebrengt waar aan mensen van de derde leef tijd niet altijd kunnen voldoen ook volledig buiten de politiek staat. Er absoluut niets wil mee te maken hebben! Op vraag werd ook gestart met het zonder de minste verplich ting ter beschikking stellen van énige drank of versnapering aan mini-prijs volgens het stel sel van de kaarthuisjes. Wat betreft de werkingskosten zorgt de stad voor verwarming en verlichting en kleinere kos ten dragen de leden dan wel zelf. Pétanque is een spel dat zowel door vrouwen als mannen kan worden gespeeld en dat heel wat over en weer gaan veron derstelt. Wie dus van zijn huis arts als aanbeveling kreeg be weging te nemen, te wandelen komt hier zeker aan zijn trek ken. Speeit men liever zelf niet en zoekt men alleen gezelschap, dan ken men gerust tot aan het kasteel Terlinden wandelen en even voorbij de dikke boom op het tweede koertje rechts komt men via de grote poort van het vroegere koetshuis wel terecht. Men kan er gewoon wat zitten kijken naar het spel en neem van ons aan dat het boeiend kan zijn. Bij ons bezoek verleden maan dag, in bar slecht weer, waren een vijftiental leden opgeslorpt door hun meeslepende partij pétanque. Waren volgens onze «zegs-vrouw» er reeds vol doende kaarthuisjes, voor deze hobby was er nog geen plaats. Een leemte werd dus gevuld door «Jonger dan je denkt». LH lat ze van goede inborst ge- tigden. laargelang de mis evolueerde \ingen door mij een hele hoop rschillende gevoelens. 'ee/s angst omdat het nooit litgesloten was een hapering of technische fout <te blazen. Deels ook dat vleugje, omdat .men het een eer mocht noe men zich van zo'n mooie taak te kwijten. Maar er was nog iets, en dat verwekte ongetwij feld de meeste oproer in mijn [borstkast. Het was dat heime lijk gelukkig zijn, voor iemand te zullen spelen die voor mij zoveel was gaan betekenen. Naar ik nadien vernam, liet meneer pastoor die kerstnacht iets heel ongewoon gebeuren. En dat allemaal om mij, stel u voor. De pastoor beklom de preekstoel en sprak met veel luister over het kerstgebeuren. Hij maakte er een kort maar mooi verhaaltje van. Toen kwam het zover. Het ongeloof lijke gebeurde nu: mijnheer pastoor kondigde mij als ere gast aan. Hij lichtte zijn dorps genoten in over de paar num mers die ik zou brengen, en dan kwam het. De dorpsherder beval zijn be minde gelovigen te gaan zitten met het aangezicht naar het oksaal om mij beter aan het werk te zien. Er ontstond een oorverdovend lawaai van draaiende stoelen en schui vende voeten. Mijn hond ging van nieuwsgierigheid over het muurtje kijken. Bij het verschij- nen van zijn kop en poten, ont stond wel enig gegiechel. Me neer pastoor bleef op zijn preekstoel staan. Hij gaf een teken aan de koster, dat wou zeggen dat we mochten be ginnen. De twee zangers gin- gon zitten op een bak die tegen de zijmuur stond. Ik knikte de koster toe, en daar ging het voorspel van het Ave Maria ven Franz Shubert. Met het pevilioen van mijn piston naar het altaar gericht, blies ik kalm on met een verzorgde aanslag de eerste noot. Van de eerste noot gaat alles afhangen, dacht ik bij voorbaat. En het was mij gelukt ze zuiver te laten klinken, ik zag nu niets meer want ik speelde met mijn ogen '°o, om al het gevoel dat in mij zat te gebruiken bij de uitvoe- rmg. Mijn hond bekeek mij on- 0ogrijpendomdat er na mijn oarste stuk geen applaus volgde. Ik wreef hem over zijn kop en zei stil: «Hier hoeven wij niet rond te gaan, wij krijgen ons geld zo!». En daar kwam de inzet van het Ave Maria van Charles Gounod. Al even in tens vertolkte ik dit graag ge hoord oeuvre. Deze keer over trof ik mezelf vond ik. Nooit voorheen had ik zo prachtig gespeeld. Op het einde een diepe stilte. Niemand bewoog. Tranen rolden geruisloos over de wangen van velen. Ik keerde mij naar de koster om hem de hand te reiken. Zelfs ik moest veel moeite doen om opwellende tranen te onder drukken. Ik negeerde even de blik van de orgelist door de zangers aan te kijken. Ze zaten perplex op hun bank. Het was slechts door mijn aanblik dat ze uit vervoering keerden. De ene na de andere stak zijn duim op, beduidend dat het perfekt was. Door een plots felle agitatie vroeg ik de koster of we de mensen daar bene den een toemaatje zouden brengen. «Stille Nacht, Heilige Nacht» stelde ik voor. Ga uw gang replikeerde de koster en- toesiast. Zonder dralen prent ik in het hoofd van de orgelist, da- tik in driekwartmaat zou begin nen. «Voor u een toon lager maakte ik attent. «'t Komt in orde» hoorde ik. Ik speelde 1 strofe als solist en liet de koster bij de tweede strofe als solist fungeren terwijl ik mooie gepaste variaties weefde hier en daar terugval lend op een tertstoon die onder de melodie klonk. Bij de derde strofe konden de twee zangers zich niet meer houden. Ze kwamen naast mij staan en begonnen juist ge past te zingen. Automatisch sloot ik mij bij de zangers aan en zong de tweede stem. On middellijk voelde ik aan, dat de mensen beneden zeer waar schijnlijk ook lust hadden om hun stemmen te verheffen. In- stmktief begon ik met mijn rechterhand de langzame driekwartmaat te slaan. En ef- fektief, alle aanwezigen be gonnen mee te zingen. Hun blikken waren standvastig op mij gericht. Aan de twee laatste regels zette ik terug de piston aan mijn lippen en formeerde een mooi besluit met helemaal op het laatste een gevoelige vertraging, die erop om de laatste noot van een orgelpunt te voorzien. De koster was opgestaan, nam mij met beide handen bij mijn schouders en zei fier: Harry jongen, dat hebben wij hier nog nooit gehoord! Het was ongelooflijk prachtig, machtig was het!» «U bent een buitengewoon goed organist, mijnheer de koster, dat mag ik toch ook wel zeggen, niet?» De twee zangers onderbraken onze wederzijdse lofbetui- gingen door onsbeiden te feli citeren meteen stevige handd ruk. Ondertussen waren de aan wezigen beneden recht ge komen om de rest van de mis te horen. Ik vroeg de koster mij te willen verontschuldigen daar ik nog een kleine taak te vervullen had. Ik maakte hem duidelijk dat als hij mij wou weerzien, hij dat kon door een pint te gaan drinken in het café hier rechto ver. Ik daalde de trappen af en botste in het portaal bijna te gen de tante van Annemarie. «Excuseer», zei ik. «Oh meneer nu hebt ge toch schoon gespeeld», was de eerste reaktie van de goede vrouw. «Dank u» zei ik tevreden, om dat alles (goed verlopen) ach ter de rug was. «Weet u, me vrouwtje en ondertussen lie pen wij al naar buiten, «nu zou ik een smakelijk pintje kunnen verteren». «Kom gauw mee, mijn jongen, ik zal er direkt een paar tappen, die hebt ge verdorie dubbel verdiend.!» «Dank u, en weet u wat vrouwtje, zodra de mis uit is begin ik terug te spelen, ge zult eens zien hoeveel volk er bij u nog zal binnenstromen. Houdt u maar klaar aan de tap! Het is daarom dat ik de mis vroeger heb verlaten. Met uw goedvin den wH ik het er vannacht nog eens doen stuiven!» Terwijl de bazin de deur opende vroeg ze: Noem mij voortaan maar tante Mariette!» Ook goed Marietje» Ze moest even lachen. Van zodra ik de eerste mensen zag buiten komen, blies ik een vrolijk deuntje. De waardin had volle licht gemaakt en zelfs de deur op een kier gelaten om de klank van mijn piston buiten goed hoorbaar te maken. En of ik gelijk had! Binnen de vijf mi nuten waren alle stoelen in be slag genomen. Boer Hans kwam eerst binnen gevolgd door zijn vrouw en dochter. Boer Hans omarmde mij. Hij straalde van vreugde en wen ste mij van harte proficiat. Zijn vrouw gaf mij twee kussen van geluk. Als Annemarie nu maar hetzelfde deed...Ze bleef ech ter gereserveerd voor mij staan en reikte mij de hand met de woorden: «Je bent een groot artiest Harry». «Dank U» was alles wat ik kon zeggen, maar ik bleef niette min haar hand vasthouden tSlwijl ze verder sprak: «Al heb ik mij niet met andermans za ken te bemoeien, toch zeg ik je dat uw plaats in het konserva- torium is». «Het spijt me u te moeten zeg gen dat mijn ouders het zich niet konden veroorloven. Om zo iets toe te laten moet men financieel bemiddeld zijn, wat bij ons niet het geval was. Ik zou momenteel te langdradig worden om u nu die toestand uiteen te zetten. In elk geval, de akademie te Aalst heb ik uitge lopen». Het meisje wiens blik mij tijdens onze dialoog niet losgelaten had, was van kleur veranderd. «Het spijt me, Harry, ik had niet zo impulsief mogen zijn.» Ze liet haar hoofd zakken en liep toen op de toog toe om haar tante te gaan helpen want die had het ondertussen erg druk. Boer Hans maande mij aan bij hem te komen zitten op de zelfde plaats van daarstraks. Zijn vrouw nam bestellingen op. «Wat heeft mijn dochter ge zegd?» vroeg boer Hans nieuwsgierig. «Ze vond me verbluffend», haalde ik aan om hem plezier te doen. «Ik stel voor, Boer Hans, dat we er een pintje op nemen.» «Als 'tu niet ontheft, goed mijn jongen, maar nadien is alles voor mijn rekening, akkoord «Jij bent al te royaal voor mij boer Hans.» «Voor jou kan dat niet genoeg zijn...» De meeste mensen keken naar mij. Wat kon ik meer doen dan met een glimlach even knik ken?! Een mens van jaren, met een dikke snor onder zijn rode neus kwam op onze tafel af- gewaggeld. «Wie we daar hebben, dag Sooiken!» zei boer Hans met een vhendelijk gezicht. «Dag boer Hans en dag me neer de muzikant. Ik kwam en kel maar eens zeggen dat ge schoon gespeeld hebt. Het is lang geleden dat ik nog eens naar de kerk geweest ben, maar deze voorstelling wou ik niet missen En zijn plat Westvlaams dialekt vertelde hij verder: «Ik zat daarstraks ginder aan de an dere kant toen ge datKarna val te Venies speelde, dat was ■er bijlange niet neven. En dan ben ik met de anderen maar meegegaan om die «Avé Ma ria's» te beluisteren». «Dat is goed Sooiken» zei ik en ik gaf hem de hand. «Straks, als al de mensen eens goed en wel gedronken heb ben, pak ik terug uit.» «Wat wil je daarmee zeggen, meneer de muzikant?» «Wel, dat ik aanstonds op nieuw ga zingen en spelen.» «Zal dat nog lang duren?» «Over tien minuutjes mis schien». Sooiken keerde zich om en ging even weg. Het duurde slechts één minuut om het heugelijk nieuws in het café te verspreiden. Tien minuten later, lag de hem van mijn gitaar om mijn hals, een soort van opvouwbare cowboyhoed op mijn hoofd en bezig was ik. Ik zong een eigen selektie cowboyliedjes, terwijl ik van tafel tot tafel stapte. Chopin beval ik bij boer Hans onder de tafel te blijven liggen. Ondertussen zong ik er duch tig op los en tokte met de nagel van mijn wijsvinger over de snaren omdat ik daardoor een scherpere en tevens luidere klank bekwam. Aan het laatste liedje gekomen, vroeg ik de mensen Singing hey hey joe pie joepie heyte willen zingen en hierbij in de handen te willen klappen. Reuze was het, ie dereen deed mee. Het werd een sukses en meteen ook het begin van een grootscheeps amusement. Ik stond nu te midden van de vloer, en vroeg de aanwezigen elkaar een arm te willen geven en van links naar rechts mee te wiegen op het melodietje. Later hief ik prompt mijn glas bier de hoogte in en riep uit volle borst waarde kerstvier- ders! Graag houd ik eraan bij dit organiseren, een algemene prosit uit te brengen. Noch tans, alvorens ons glas te ledi gen, is het mijn plicht U alle maal van harte te danken voor de blijken van sympatie aan mijn adres. Ook voor uw atten ties, uw medeleven bij mijn uit- voenng in de kerk en zelfs nu nog, door volledig aandachtig te zijn, getuigt van uw interes se. Maar beste mensen, wij zouden ongetwijfeld aan onze plicht tekort schieten, indien wij niet alvorens te drinken klinken op de gezondheid van onze waardin Mariette, die ons, zolang het hier ook nog mag duren, over haar herberg laat beschikken, ook voor de lekkere stoofcarbonade van daarstraks. Mijn glas bier in de richting van de toog houdend, zag ik Annemarie met haar moeder ijverig glazen aan het opblinken. Het schoot mij door het hoofd deze gedienstigen te bedenken. Ik verkondigde ook moeders en dochters hulp vaardigheid niet te mogen ver geten «Prosit»riep ik krachtig «Prosit» galmde het uit alle monden. Wanneer de kalmte was teruggekeerd, vervolgde ik Iemand zou ik toch niet mo gen overslaan bij deze beden kingen. Het is mijn trouwe vriend Chopin. Ik keek naar hem onder tafel. Hij richtte zijn kop want hij had zijn naam ge hoord. Ik knipte één keer met de duim en middenvinger. Chopin kwam terstond op mij toegelopen. Ik wreef hem over de kop. Ik hief weer mijn glas op en riep «prosit» zo hard als nu had het koor zich nog niet geuit. Achter de toog dronken de waardin en Annemaries moe der ook mee. De dochter niet. Ik dacht bij mezelf «die moet ik nog leren drinkenDat is voor later», alarmeerde het in mij. Nu niet stil gestaan, het geschikte ogenblik om een grootscheepse ambiance op touw te zetten is aangebroken. Ik liet mijn hond terug onder tafel liggen, en vroeg: «Beste mensen wie doet er mee aan de apoteoze? U zult wel zien hoe het gaat. U hoeft mij maar te volgen. Al zingend «Mijn Sa- rie Marijs begon ik in een grote kring rond te marcheren. Sooi ken, als mens van jaren, was de eerste om aan te sluiten. Het duurde niet lang of we hadden een lange slang gevormd. Slechts drie oudjes bleven in- aktief, maar men zag dat ze er zoveel pret aan beleefden als de aktieven zelf. Na een poosje vond ik dat het welletjes was Ik riep over mijn schouders, wij gaan ze eens doen keren!» Ik stak mijn wijs en ringvinger in de mond en floot. Ogenblikke lijk keek men mij aan. Velen vie len erdoor uit de wijs. Ik deed teken met mijn arm om te keren wat ik trouwens zelf ook deed. Dit evenement paste ik nog een paar keer toe.De mensen wisten met hun opgetogenheid geen huis meer. «Het is nu of nooit» riep ik in het oor van An nemarie. Wij gaan de kus- kus-dans inzetten. In een mi nimum van tijd hadden wij een grote kring"gevormd, de armen op eikaars schouwer. Dat ge beurde vrij kordaat maar wat de zang betrof, dat was een fiasco. Hiervan kan men stroot jes maken tot in het oneindige. Het was absoluut aan mij om de kuskusdans in te zetten. Onverschrokken troonde ik An nemarie mee naar het midden van de kring, deed haar knie len, gaf haar op beide wangen een kus, met als derde een vol treffer op haar lippen. Welop gevoed hielp ik haar recht en zegde haar uitdrukkelijk een andere man uit te nodigen zoals ik een andere vrouw. Eens er een viertal koppels aan het zoenen waren, nam ik weer plaats in de kring om mee te zingen. Ik draaide echter nooit lang in de kring mee, want na genoeg iedere vrouw of meisje wou mij op enkele kussen trak teren. Tot ik op het idee kwam een mars te spelen op mijn pis ton en als dusdanig de in zwier zijnde schaar van mensen hun volle gading te geven. En ter wijl men zong van «dat is het zesde couplet van dat potje met vet» schoot ik mij uit de kring naar de tafel waar mijn instrument was blijven liggen. Het spel werd volledig. Na en kele maten te hebben gebla zen kwam de koster met zijn twee zangers binnen. Ze om zeilden de kring recht naar de toog toe. Hij begon met ge balde vuist op de zijkant van de toog te slaan. Iets later waren de zangers daar. De ene sloeg metalen asbakken tegen el kaar als symbalist, de andere had een houten stoel weten te bemachtigen. Met twee vorken trommelde hij erop los. Wat het voornaamste was, was dat het slagwerk flink in de maat bleef. Al was het een ultra primitief gedoe, toch ondersteunde het mij enorm. De voldoening was zo van de

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1979 | | pagina 13