Bier Kerstnacht
-PARK HANDBOOGMAATSCHAPPIJ MET GROTE MOGELIJKHEDEN
PETANQUEKLUBHUIS «JONGER
DAN JE DENKT» IN TERLINDEN
-
een vervolgverhaal door Harry Pinky
De Voorpost - 19-1-1979 - 13
In kafé «'t Nieuw Muisken», lokaal van de Handboogmaatschappij «Aalst Park», had verleden zaterdag-
avond de overhandiging plaats van de jaarlijkse trofee aan de laureaat 1978.
IErevoorzitter Carlos Nieuwlandt overhandigde de trofee aan Augustin Van der Veken, de meest
i regelmatige fchutter tijdens het seizoen.
Na deze uitreiking stak men dan vrolijk de benen onder de tafel.
mogelijkheden».
Momenteel voelen ze zich wel
enigszins bekocht. Ze moeten
immers om hun liefhebberij te
kunnen uitoefenen zo maar naar
Baardegem, op het terrein van
hun kollega's «De Vonckisten».
Door de plaatsing, anders dan
gevraagd, van de infrastruktuur
op de Aalsterse Zandberg wordt
hun sport daar quasi onmoge
lijk.
Ook de kantien is veel te ver van
de wip. Eer men aan zijn pint
raakt moet men al terug voor de
volgende schietbeurt.
En, zegt het oude spreekwoord
niet: «Een wipschutter zonder
drank, leeft niet laat»!
L.H.
higustin Van der Veken ontving de beker van de regelmatigste schutter van handboogmaatschappij Aalst-
>ark. (JM)
Deze handboogmaatschappij werd
jte Aalst gesticht op 8 januari 1960
met medewerking van de heer
iWittewrongel, algemeen sekreta-
is van de Nationale Bond van
Belgische Wipschutters samen
net de heer De Nil en enkele leden
:n simpatisanten. Dit gebeurde te
Aalst aan het Burgemeesterplein
ivaar dan ook werd overgegaan tot
iet verkiezen van een bestuur. Bij
iet begin waren er reeds een 15 a
20 leden omdat de wipmaatschap-
>ij «'t Land van Aalst» zich erbij
ïad aangesloten. Frans De Nil
werd voorzitter, Alfons Van Vae-
enberg ondervoorzitter, Willy
iaegeman sekretaris en bestuurs-
id Augustin Van Herck. Voorzit
ter De Nil nam dan kontakt op met
de toenmalige bevoegde schepen
Verl_eysen die beloofde dat er te
Aalst in het park twee staande
wippen 'zouden komen. Dat ge
leurde dan ook vlug. Ze werden
geplaatst aan de zijkant van het
voetbalplein.
Bij de eerste koningsschieting was
het voorzitter De Nil die letterlijk
en figuurlijk de hoofdvogel schoot
en dus geplaatst was om deel te
nemen aan de keizersschieting te
Borgerhout. Ook daar triomfeerde
hij en werd dus «keizer van Bel
gië»!
Nauwelijks een halfjaar later her
nieuwde hij deze prestatie door
zich ook op de overdekte wippen
te Kortrijk keizer te schieten aldus
bewijzend tot het kruim van de
Belgische schutters te behoren.
Verder werd hij reeds acht maal
koning en zorgde tevens voor en
kele grote prijzen.
Ondertussen is de handboogmaat
schappij «Aalst-Park» uitgegroeid
tot een maatschappij met elite-
schutters. Wij vernoemen hierbij
graag ondervoorzitter Prosper Van
der Veken, acht maal koning, ere
voorzitter, koning en keizer Car
los Nieuwlandt, Albert Cornand
en Désiré Temmerman, beiden
koning en keizer, Etienne Thas,
koning en schutter van vele grote
prijzen, Augustin Van der Veken,
koning en grote prijzen en nog
verschillende andere leden.
Wat betreft het organiseren van
schietingen zijn er weinig maat
schappijen die zich qua verstand
houding, werkkracht, taakverde
ling en dinamisme met deze maat
schappij kunnen meten en dit on
der de kundige leiding van Van der
Veken en zoon, Cornand en
Temmerman. Zeker hierbij niet te
vergeten de spil waarrond de hele
maatschappij waait en draait en
waarop «Aalst-Park» terecht fier
mag zijn in de persoon van
sekretaris-schatbewaarder-lo-
kaalhouder Frans Dhaene. Ook
het vrouwelijk element is steeds
paraat om een helpende hand te
bieden.
Van «Aalst-Park» kan dan ook te
recht worden getuigd dat het «een
kleine maatschappij is met grote
Toch bleek er nog één op te
vullen vacuum: pétanque-
spelen voor mensen van de
derde leeftijd louter als vrijet
ijdsbesteding.
Enkele mensen, reeds jaren
bedrijvig in het pétanquespel,
dan liefst aan ons Noordzees
trand, hebben dan ook getracht
in eigen stad deze mogelijkheid
te bieden aan ouden van da
gen, aan alleenstaande perso
nen en ook aan gehandikapten.
Enig doel dat hierbij voorzat
was bepaalde mensen uit hun
isolement te halen, personen
van" ongeveer dezelfde leeftijd
samen te brengen en te zorgen
Voor sociaal kontakt.
De vereniging die zich gepast
«Jonger dan je denkt» noemt
klopte aan bij het stadsbestuur
voor de nodige infrastruktuur
en alhoewel zowel burgemees
ter D'haeseleer als eerste
schepen Eddy Monsieur sim-
patiek stonden met de sugges
tie die ze met beide handen
steunden had het toch nog heel
wat voeten in de aarde voor
aleer men tot een mogelijke op
lossing kwam.
Toen de stad het kasteel Ter
linden met park en bijhorighe
den had aangekocht zat de
kans erin daar iets te vinden.
Eerst werd aan de pasopge
richte klub, uiteraard nog in de
kinderschoenen, een buiten-
koer als speelterrein voorge
steld. Met de vele wandelaars
in het park 's zomers zou dit wel
problemen van praktische aard
scheppen en anderzijds zou
den de aktiviteiten in het win
terseizoen stilliggen en juist
voortdurend, blijvend, regelma
tig kontakt was als doel gesteld.
Moest men deze oplossing
hebben aanvaard dan kon er in
de winter niets gebeuren en
raakte men zijn leden kwijt
Uiteindelijk kwam een groot lo
kaal, het vroegere koetshuis
van het kasteel, onbevloerd
maar dat was juist goed voor de
pétanque, vrij. Met een lokaal
van ruim 15 m bij 14 m was wel
wat te doe en voor de eerste
onontbeerlijke akkomodatie
zou de stad zorgen.
Er kwam dra een mazouttank
met dito stoof. Er werd gezorgd
voor degelijke verlichting. Het
allernoodzakelijkste meubilair
werd er gedeponeerd en voor
verdere akkomodatie zorgen
de leden dan wel zelf nadat de
stad dan nog zal hebben inge
staan voor het leggen van een
zoldering en het plaatsen van
sanitaire inrichting waarmee
reeds een aanvang werd ge
maakt.
De mensen van de klub willen
er inderdaad iets fijns van ma
ken, uiteraard verre van luxu
eus maar toch konfortabel.
Begonnen met een achttal le
den is de klub reeds uitge
groeid tot een veertigtal waar
van ruim de helft zeer aktief.
Niet alleen van St. Anna maar
van alle wijken van de stad en
ook uit Erembodegem zijn er
leden die regelmatig komen
opdagen. Het klubhuis is im
mers voor 't ogenblik open op
maan-, woens- en donderdag
van 13.30 tot 18 u.
Op aanvraag kan ook gevraagd
worden voor opening op zon
dag en wordt er nu alleen pé
tanque'gespeeld, alle discipli
nes die er mogelijk zijn kunnen
er voor liefhebbers worden ge
organiseerd. Men Voorziet ten
andere reeds bakschieten, vo-
gelpik, bollen, e.d.m.
Hoeft het gezegd dat de klub
die buiten de Federatie wil blij
ven gezien zulks allerlei ver
plichtingen meebrengt waar
aan mensen van de derde leef
tijd niet altijd kunnen voldoen
ook volledig buiten de politiek
staat. Er absoluut niets wil mee
te maken hebben!
Op vraag werd ook gestart met
het zonder de minste verplich
ting ter beschikking stellen van
énige drank of versnapering
aan mini-prijs volgens het stel
sel van de kaarthuisjes.
Wat betreft de werkingskosten
zorgt de stad voor verwarming
en verlichting en kleinere kos
ten dragen de leden dan wel
zelf.
Pétanque is een spel dat zowel
door vrouwen als mannen kan
worden gespeeld en dat heel
wat over en weer gaan veron
derstelt. Wie dus van zijn huis
arts als aanbeveling kreeg be
weging te nemen, te wandelen
komt hier zeker aan zijn trek
ken.
Speeit men liever zelf niet en
zoekt men alleen gezelschap,
dan ken men gerust tot aan het
kasteel Terlinden wandelen en
even voorbij de dikke boom op
het tweede koertje rechts komt
men via de grote poort van het
vroegere koetshuis wel terecht.
Men kan er gewoon wat zitten
kijken naar het spel en neem
van ons aan dat het boeiend
kan zijn.
Bij ons bezoek verleden maan
dag, in bar slecht weer, waren
een vijftiental leden opgeslorpt
door hun meeslepende partij
pétanque. Waren volgens onze
«zegs-vrouw» er reeds vol
doende kaarthuisjes, voor deze
hobby was er nog geen plaats.
Een leemte werd dus gevuld
door «Jonger dan je denkt».
LH
lat ze van goede inborst ge-
tigden.
laargelang de mis evolueerde
\ingen door mij een hele hoop
rschillende gevoelens.
'ee/s angst omdat het nooit
litgesloten was een hapering
of technische fout <te blazen.
Deels ook dat vleugje, omdat
.men het een eer mocht noe
men zich van zo'n mooie taak
te kwijten. Maar er was nog
iets, en dat verwekte ongetwij
feld de meeste oproer in mijn
[borstkast. Het was dat heime
lijk gelukkig zijn, voor iemand
te zullen spelen die voor mij
zoveel was gaan betekenen.
Naar ik nadien vernam, liet
meneer pastoor die kerstnacht
iets heel ongewoon gebeuren.
En dat allemaal om mij, stel u
voor. De pastoor beklom de
preekstoel en sprak met veel
luister over het kerstgebeuren.
Hij maakte er een kort maar
mooi verhaaltje van. Toen
kwam het zover. Het ongeloof
lijke gebeurde nu: mijnheer
pastoor kondigde mij als ere
gast aan. Hij lichtte zijn dorps
genoten in over de paar num
mers die ik zou brengen, en
dan kwam het.
De dorpsherder beval zijn be
minde gelovigen te gaan zitten
met het aangezicht naar het
oksaal om mij beter aan het
werk te zien. Er ontstond een
oorverdovend lawaai van
draaiende stoelen en schui
vende voeten. Mijn hond ging
van nieuwsgierigheid over het
muurtje kijken. Bij het verschij-
nen van zijn kop en poten, ont
stond wel enig gegiechel. Me
neer pastoor bleef op zijn
preekstoel staan. Hij gaf een
teken aan de koster, dat wou
zeggen dat we mochten be
ginnen. De twee zangers gin-
gon zitten op een bak die tegen
de zijmuur stond. Ik knikte de
koster toe, en daar ging het
voorspel van het Ave Maria
ven Franz Shubert. Met het
pevilioen van mijn piston naar
het altaar gericht, blies ik kalm
on met een verzorgde aanslag
de eerste noot. Van de eerste
noot gaat alles afhangen,
dacht ik bij voorbaat. En het
was mij gelukt ze zuiver te laten
klinken, ik zag nu niets meer
want ik speelde met mijn ogen
'°o, om al het gevoel dat in mij
zat te gebruiken bij de uitvoe-
rmg. Mijn hond bekeek mij on-
0ogrijpendomdat er na mijn
oarste stuk geen applaus
volgde. Ik wreef hem over zijn
kop en zei stil: «Hier hoeven wij
niet rond te gaan, wij krijgen
ons geld zo!». En daar kwam
de inzet van het Ave Maria van
Charles Gounod. Al even in
tens vertolkte ik dit graag ge
hoord oeuvre. Deze keer over
trof ik mezelf vond ik. Nooit
voorheen had ik zo prachtig
gespeeld. Op het einde een
diepe stilte. Niemand bewoog.
Tranen rolden geruisloos over
de wangen van velen.
Ik keerde mij naar de koster om
hem de hand te reiken. Zelfs ik
moest veel moeite doen om
opwellende tranen te onder
drukken. Ik negeerde even de
blik van de orgelist door de
zangers aan te kijken. Ze zaten
perplex op hun bank. Het was
slechts door mijn aanblik dat
ze uit vervoering keerden. De
ene na de andere stak zijn
duim op, beduidend dat het
perfekt was. Door een plots
felle agitatie vroeg ik de koster
of we de mensen daar bene
den een toemaatje zouden
brengen. «Stille Nacht, Heilige
Nacht» stelde ik voor. Ga uw
gang replikeerde de koster en-
toesiast. Zonder dralen prent ik
in het hoofd van de orgelist, da-
tik in driekwartmaat zou begin
nen. «Voor u een toon lager
maakte ik attent.
«'t Komt in orde» hoorde ik.
Ik speelde 1 strofe als solist en
liet de koster bij de tweede
strofe als solist fungeren terwijl
ik mooie gepaste variaties
weefde hier en daar terugval
lend op een tertstoon die onder
de melodie klonk.
Bij de derde strofe konden de
twee zangers zich niet meer
houden. Ze kwamen naast mij
staan en begonnen juist ge
past te zingen. Automatisch
sloot ik mij bij de zangers aan
en zong de tweede stem. On
middellijk voelde ik aan, dat de
mensen beneden zeer waar
schijnlijk ook lust hadden om
hun stemmen te verheffen. In-
stmktief begon ik met mijn
rechterhand de langzame
driekwartmaat te slaan. En ef-
fektief, alle aanwezigen be
gonnen mee te zingen. Hun
blikken waren standvastig op
mij gericht. Aan de twee laatste
regels zette ik terug de piston
aan mijn lippen en formeerde
een mooi besluit met helemaal
op het laatste een gevoelige
vertraging, die erop om de
laatste noot van een orgelpunt
te voorzien.
De koster was opgestaan, nam
mij met beide handen bij mijn
schouders en zei fier: Harry
jongen, dat hebben wij hier
nog nooit gehoord! Het was
ongelooflijk prachtig, machtig
was het!»
«U bent een buitengewoon
goed organist, mijnheer de
koster, dat mag ik toch ook wel
zeggen, niet?»
De twee zangers onderbraken
onze wederzijdse lofbetui-
gingen door onsbeiden te feli
citeren meteen stevige handd
ruk.
Ondertussen waren de aan
wezigen beneden recht ge
komen om de rest van de mis te
horen. Ik vroeg de koster mij te
willen verontschuldigen daar ik
nog een kleine taak te vervullen
had. Ik maakte hem duidelijk
dat als hij mij wou weerzien, hij
dat kon door een pint te gaan
drinken in het café hier rechto
ver. Ik daalde de trappen af en
botste in het portaal bijna te
gen de tante van Annemarie.
«Excuseer», zei ik.
«Oh meneer nu hebt ge toch
schoon gespeeld», was de
eerste reaktie van de goede
vrouw.
«Dank u» zei ik tevreden, om
dat alles (goed verlopen) ach
ter de rug was. «Weet u, me
vrouwtje en ondertussen lie
pen wij al naar buiten, «nu zou
ik een smakelijk pintje kunnen
verteren».
«Kom gauw mee, mijn jongen,
ik zal er direkt een paar tappen,
die hebt ge verdorie dubbel
verdiend.!»
«Dank u, en weet u wat
vrouwtje, zodra de mis uit is
begin ik terug te spelen, ge zult
eens zien hoeveel volk er bij u
nog zal binnenstromen. Houdt
u maar klaar aan de tap! Het is
daarom dat ik de mis vroeger
heb verlaten. Met uw goedvin
den wH ik het er vannacht nog
eens doen stuiven!»
Terwijl de bazin de deur
opende vroeg ze: Noem mij
voortaan maar tante Mariette!»
Ook goed Marietje»
Ze moest even lachen.
Van zodra ik de eerste mensen
zag buiten komen, blies ik een
vrolijk deuntje. De waardin had
volle licht gemaakt en zelfs de
deur op een kier gelaten om de
klank van mijn piston buiten
goed hoorbaar te maken. En of
ik gelijk had! Binnen de vijf mi
nuten waren alle stoelen in be
slag genomen. Boer Hans
kwam eerst binnen gevolgd
door zijn vrouw en dochter.
Boer Hans omarmde mij. Hij
straalde van vreugde en wen
ste mij van harte proficiat. Zijn
vrouw gaf mij twee kussen van
geluk. Als Annemarie nu maar
hetzelfde deed...Ze bleef ech
ter gereserveerd voor mij staan
en reikte mij de hand met de
woorden: «Je bent een groot
artiest Harry».
«Dank U» was alles wat ik kon
zeggen, maar ik bleef niette
min haar hand vasthouden
tSlwijl ze verder sprak: «Al heb
ik mij niet met andermans za
ken te bemoeien, toch zeg ik je
dat uw plaats in het konserva-
torium is».
«Het spijt me u te moeten zeg
gen dat mijn ouders het zich
niet konden veroorloven. Om
zo iets toe te laten moet men
financieel bemiddeld zijn, wat
bij ons niet het geval was. Ik
zou momenteel te langdradig
worden om u nu die toestand
uiteen te zetten. In elk geval, de
akademie te Aalst heb ik uitge
lopen». Het meisje wiens blik
mij tijdens onze dialoog niet
losgelaten had, was van kleur
veranderd.
«Het spijt me, Harry, ik had niet
zo impulsief mogen zijn.»
Ze liet haar hoofd zakken en
liep toen op de toog toe om
haar tante te gaan helpen want
die had het ondertussen erg
druk.
Boer Hans maande mij aan bij
hem te komen zitten op de
zelfde plaats van daarstraks.
Zijn vrouw nam bestellingen
op.
«Wat heeft mijn dochter ge
zegd?» vroeg boer Hans
nieuwsgierig.
«Ze vond me verbluffend»,
haalde ik aan om hem plezier
te doen. «Ik stel voor, Boer
Hans, dat we er een pintje op
nemen.»
«Als 'tu niet ontheft, goed mijn
jongen, maar nadien is alles
voor mijn rekening, akkoord
«Jij bent al te royaal voor mij
boer Hans.»
«Voor jou kan dat niet genoeg
zijn...»
De meeste mensen keken naar
mij. Wat kon ik meer doen dan
met een glimlach even knik
ken?! Een mens van jaren, met
een dikke snor onder zijn rode
neus kwam op onze tafel af-
gewaggeld.
«Wie we daar hebben, dag
Sooiken!» zei boer Hans met
een vhendelijk gezicht.
«Dag boer Hans en dag me
neer de muzikant. Ik kwam en
kel maar eens zeggen dat ge
schoon gespeeld hebt. Het is
lang geleden dat ik nog eens
naar de kerk geweest ben,
maar deze voorstelling wou ik
niet missen
En zijn plat Westvlaams dialekt
vertelde hij verder: «Ik zat
daarstraks ginder aan de an
dere kant toen ge datKarna
val te Venies speelde, dat was
■er bijlange niet neven. En dan
ben ik met de anderen maar
meegegaan om die «Avé Ma
ria's» te beluisteren».
«Dat is goed Sooiken» zei ik en
ik gaf hem de hand.
«Straks, als al de mensen eens
goed en wel gedronken heb
ben, pak ik terug uit.»
«Wat wil je daarmee zeggen,
meneer de muzikant?»
«Wel, dat ik aanstonds op
nieuw ga zingen en spelen.»
«Zal dat nog lang duren?»
«Over tien minuutjes mis
schien».
Sooiken keerde zich om en
ging even weg. Het duurde
slechts één minuut om het
heugelijk nieuws in het café te
verspreiden.
Tien minuten later, lag de hem
van mijn gitaar om mijn hals,
een soort van opvouwbare
cowboyhoed op mijn hoofd en
bezig was ik. Ik zong een eigen
selektie cowboyliedjes, terwijl
ik van tafel tot tafel stapte.
Chopin beval ik bij boer Hans
onder de tafel te blijven liggen.
Ondertussen zong ik er duch
tig op los en tokte met de nagel
van mijn wijsvinger over de
snaren omdat ik daardoor een
scherpere en tevens luidere
klank bekwam. Aan het laatste
liedje gekomen, vroeg ik de
mensen Singing hey hey joe
pie joepie heyte willen zingen
en hierbij in de handen te willen
klappen. Reuze was het, ie
dereen deed mee. Het werd
een sukses en meteen ook het
begin van een grootscheeps
amusement.
Ik stond nu te midden van de
vloer, en vroeg de aanwezigen
elkaar een arm te willen geven
en van links naar rechts mee te
wiegen op het melodietje.
Later hief ik prompt mijn glas
bier de hoogte in en riep uit
volle borst waarde kerstvier-
ders! Graag houd ik eraan bij
dit organiseren, een algemene
prosit uit te brengen. Noch
tans, alvorens ons glas te ledi
gen, is het mijn plicht U alle
maal van harte te danken voor
de blijken van sympatie aan
mijn adres. Ook voor uw atten
ties, uw medeleven bij mijn uit-
voenng in de kerk en zelfs nu
nog, door volledig aandachtig
te zijn, getuigt van uw interes
se. Maar beste mensen, wij
zouden ongetwijfeld aan onze
plicht tekort schieten, indien
wij niet alvorens te drinken
klinken op de gezondheid van
onze waardin Mariette, die
ons, zolang het hier ook nog
mag duren, over haar herberg
laat beschikken, ook voor de
lekkere stoofcarbonade van
daarstraks. Mijn glas bier in de
richting van de toog houdend,
zag ik Annemarie met haar
moeder ijverig glazen aan het
opblinken. Het schoot mij door
het hoofd deze gedienstigen te
bedenken. Ik verkondigde ook
moeders en dochters hulp
vaardigheid niet te mogen ver
geten «Prosit»riep ik krachtig
«Prosit» galmde het uit alle
monden. Wanneer de kalmte
was teruggekeerd, vervolgde
ik Iemand zou ik toch niet mo
gen overslaan bij deze beden
kingen. Het is mijn trouwe
vriend Chopin. Ik keek naar
hem onder tafel. Hij richtte zijn
kop want hij had zijn naam ge
hoord. Ik knipte één keer met
de duim en middenvinger.
Chopin kwam terstond op mij
toegelopen. Ik wreef hem over
de kop. Ik hief weer mijn glas
op en riep «prosit» zo hard als
nu had het koor zich nog niet
geuit.
Achter de toog dronken de
waardin en Annemaries moe
der ook mee. De dochter niet.
Ik dacht bij mezelf «die moet ik
nog leren drinkenDat is
voor later», alarmeerde het in
mij. Nu niet stil gestaan, het
geschikte ogenblik om een
grootscheepse ambiance op
touw te zetten is aangebroken.
Ik liet mijn hond terug onder
tafel liggen, en vroeg: «Beste
mensen wie doet er mee aan
de apoteoze? U zult wel zien
hoe het gaat. U hoeft mij maar
te volgen. Al zingend «Mijn Sa-
rie Marijs begon ik in een grote
kring rond te marcheren. Sooi
ken, als mens van jaren, was
de eerste om aan te sluiten. Het
duurde niet lang of we hadden
een lange slang gevormd.
Slechts drie oudjes bleven in-
aktief, maar men zag dat ze er
zoveel pret aan beleefden als
de aktieven zelf. Na een poosje
vond ik dat het welletjes was Ik
riep over mijn schouders, wij
gaan ze eens doen keren!» Ik
stak mijn wijs en ringvinger in
de mond en floot. Ogenblikke
lijk keek men mij aan. Velen vie
len erdoor uit de wijs. Ik deed
teken met mijn arm om te keren
wat ik trouwens zelf ook deed.
Dit evenement paste ik nog
een paar keer toe.De mensen
wisten met hun opgetogenheid
geen huis meer. «Het is nu of
nooit» riep ik in het oor van An
nemarie. Wij gaan de kus-
kus-dans inzetten. In een mi
nimum van tijd hadden wij een
grote kring"gevormd, de armen
op eikaars schouwer. Dat ge
beurde vrij kordaat maar wat
de zang betrof, dat was een
fiasco. Hiervan kan men stroot
jes maken tot in het oneindige.
Het was absoluut aan mij om
de kuskusdans in te zetten.
Onverschrokken troonde ik An
nemarie mee naar het midden
van de kring, deed haar knie
len, gaf haar op beide wangen
een kus, met als derde een vol
treffer op haar lippen. Welop
gevoed hielp ik haar recht en
zegde haar uitdrukkelijk een
andere man uit te nodigen
zoals ik een andere vrouw.
Eens er een viertal koppels aan
het zoenen waren, nam ik weer
plaats in de kring om mee te
zingen. Ik draaide echter nooit
lang in de kring mee, want na
genoeg iedere vrouw of meisje
wou mij op enkele kussen trak
teren. Tot ik op het idee kwam
een mars te spelen op mijn pis
ton en als dusdanig de in zwier
zijnde schaar van mensen hun
volle gading te geven. En ter
wijl men zong van «dat is het
zesde couplet van dat potje
met vet» schoot ik mij uit de
kring naar de tafel waar mijn
instrument was blijven liggen.
Het spel werd volledig. Na en
kele maten te hebben gebla
zen kwam de koster met zijn
twee zangers binnen. Ze om
zeilden de kring recht naar de
toog toe. Hij begon met ge
balde vuist op de zijkant van de
toog te slaan. Iets later waren
de zangers daar. De ene sloeg
metalen asbakken tegen el
kaar als symbalist, de andere
had een houten stoel weten te
bemachtigen. Met twee vorken
trommelde hij erop los. Wat het
voornaamste was, was dat het
slagwerk flink in de maat bleef.
Al was het een ultra primitief
gedoe, toch ondersteunde het
mij enorm. De voldoening was
zo van de