ffl@lh pikteig©f O erder pessimistische burgemeester 'haeseleer verwijst aar «De tijd van toen» Pater Cyrinus Nieuwlandt overleden ELANGRIJKE VERKEERSREGEL ofM NOOIT TE VERGETEN m< tie veilig verkeer EEN GELIEFDE FIGUUR BIJ DE VLAMINGEN IN CANADA ^Rekord De Voorpost - 19-1-1979 - 3 bestuurders van voertuigen: Een bestuurder moet in alle 'd®tyandigheden kunnen stop van vóór een hindernis die kan droitrzien worden, ijn Wanneer het kruisen we- s de breedte van de rijweg ten gemakkelijk kan uitge- mg.rd worden, mag de be- jrder de gelijkgrondse berm >en, op voorwaarde dat hij "be,yeggebruikers die zich daar van inden, niet in gevaar brengt. 31 vc burf|nhalen is verboden wan- ir de in te halen bestuurder 1 vrbt vóór een oversteekplaats regej. voetgangers op plaatsen en ir het verkeer niet geregeld andidt door een bevoegd per- laarin of door verkeerslichten. ludeDe bestuurder die van rich- jrrer verandert moet voorrang 3teupnen aan de bestuurders aan de voetgangers die de aar ere delen van dezelfde ee inbare weg volgen, it nPe bestuurder die van rich- ho: ting verandert moet voorrang verlenen aan de voetgangers die de rijweg oversteken die hij gaat oprijden. De bestuurder mag de voetgangers die zich op een trottoir, een berm of een vlucht heuvel bevinden, of die op de rijweg gaan onder de in dit re glement, voorziene voorwaar den, niet in gevaar brengen. De bestuurder moet dubbel voorzichtig zijn ten aanzien van kinderen, bejaarden of minder-validen, inzonderheid blinden met een witte stok. De bestuurder moet zijn snelheid matigen wanneer hij rijdt langs een autocar, een au tobus, een minibus of een spoorvoertuig die stilstaan om reizigers te laten in- of uitstap pen. De bestuurder moet bovendien dubbel voorzichtig zijn wan neer op het voertuig een repro- duktie van het verkeersbord A 23 op een voor de naderende bestuurders zichtbare wijze is aangebracht. Bij afwezigheid van een vluchtheuvel aan de halte plaats van een voertuig voor gemeenschappelijk vervoer, moet de bestuurder die rijdt langs de kant waar de reizigers in- of uitstappen, dezen de ge legenheid laten in alle veilig heid het voertuig, het trottoir of de berm te bereiken. Daartoe moet hij, zo nodig, stoppen. Op plaatsen waar het ver keer geregeld wordt door een bevoegd persoon of door ver keerslichten, moet de bestuur der, zelfs wanneer het verkeer in zijn rijrichting is opengesteld, de voetgangers die zich regel matig op de rijweg hebben be geven, de" gelegenheid laten het oversteken met een nor male gang te beëindigen. Bovendien, zo er op die plaat sen geen oversteekplaats voor voetgangers is, moet de be stuurder in ieder geval stoppen vóór de oversteekplaats voor voetgangers wanneer het ver keer in zijn rijrichting gesloten Op plaatsen waar het ver keer niet geregeld wordt door een bevoegd persoon of door verkeerslichten, mag de be stuurder een oversteekplaats voor voetgangers slechts met matige snelheid naderen ten einde de voetgangers die er zich op bevinden, niet in gevaar te brengen en ze niet te hinde ren wanneer zij het oversteken van de rijweg met een normale gang beëindigen. Zo nodig moet hij stoppen om ze te laten doorgaan. De bestuurder mag een oversteekplaats voor voetgan gers niet oprijden wanneer het verkeer zodanig belemmerd is dat hij waarschijnlijk op die oversteekplaats zou moeten stoppen. Bij het voorbijrijden van een hindernis waar de voetgangers omheen moeten gaan op de rijweg, moeten de bestuurders langs die hindernis een vrije ruimte laten van ten minste één meter. Kan dit voorschrift niet nageleefd worden en loopt een voetganger ter hoogte van de hindernis, dan mag de be stuurder die hindernis niet snel ler dan stapvoets voorbijrijden. Het is de weggebruikers ver boden te breken door een groep kinderen of scholieren; ofwel in rijen, vergezeld van een leider; ofwel die de rijweg over steekt onder het toezicht van een jeugdverkeersbrigade. Belangrijke verkeersregels voor voetgangers publiceren we in de volgende editie. >merl ERasteel Terlinden waren verleden zondag leden van het stadsper- eel met 25 of 35 jaar dienst, door stadssekretaris Chris Willems, h Pratter van de Vriendenkring van het Stadspersoneel, «kernfigu- IC van de stadhuisbezetting» genoemd, «aanvoerders van de goede zilveren naar Cyriel Van Cauter. Tenslotte ging de burgerlijke me daille le klas nog naar de gewezen veldwachter van Meldert Urbain Van Onacker en naar Frans Du- mont en die van derde klas naar Frans De Boom uit Welle en Emiel Van Geert. Vanwege de Vriendenkring van het Stadspersoneel was er nog een mooie attentie: een ets van het bel fort door Roland Dua. ireerst had Burgemeester aeseleer zich echter zeer pes- Bm tstisch getoond en eerder défai- öSt^che taal laten horen. We no- >tst(jcn letterlijk: «Nog nooit heb 'ödl mijn werk zo weinig genoe- '9e,beleefd>.Reden van deze zure m®fsping was blijkbaar de uit- baa* van de diensten van het stad- frofmet de voortdurende toename stadspersoneel waarbij mende ou verliezen en zijn eigen per il niet meer kent zodat uiter- vervreemding ontstaat, wel met genoeg plannen in >fd ziet de burgemeester het meer zitten door nóg meer aan te werven, ief verzet, ook al eens in ho- regionen, en Aalsterse spot- it schenen de moraal van de ;emeester wel aan te knagen, ischien ligt het ook wel wat mijn leeftijd», zei de Burge- iter, «maar toch hoop ik dat de Ie sfeer die in het stadhuis ste toen ik schepen was, nog terugkeert». I wat betreft de huisvesting van 'spersoneel was de burgemees- •ntevreden. Sommige lokalen niet alleen ongeschikt maar ke M gevaarlijk. Nog onlangs I Ite een plafond in gt f Schepen Blommaert, schepen van Personeel en Volksgezondheid, zag ook in het verleden in het stad huis meer vriendschap en hoopt dat de ouderen de jongeren in die mentaliteit zullen opleiden. Na deze eerder ongebruikelijke verklaringen liet men het niet aan zijn hart komen en ging men over tot de uitreiking van de eretekens. De burgerlijke medaille 1' klas ging naar Maurice De Ridder en Henri De Groote. Het burgerlijk kruis le klas naar Frans Teerlinck, Henri Van de Perre, Victorine De Coninck, Ar seen Vettenburg en Valéry Van Geem. In de Kroonorde werd Henri Van de Perre ridder en kregen Victo rine De Coninck en Arseen Vet tenburg de gouden palmen. In de orde van Leopold II werden Frans Teerlick en Valéry Van Geem ridder. De burgerlijke medaille 2e klas ging naar Pol Stuyver, Robert De Poorter, Kamiel Buelens, Johan De Gols en Roger Paerewijck. Deze laatste kreeg daarenboven de zilveren medaille in de Kroon orde. De gouden medaille van deze Orde ging naar Leon Troch en de Op zaterdag 23 december 1.1., zo vernemen we van zijn neef Isidoor Nieuwlandt, is pater Paul «Cyrinus» Nieuwlandt op 66-jarige leef tijd overleden in Russel (Manitoba), Canada. Pater Nieuwlandt werd op 8 januari 1912 geboren in een kroostrijke en zeer gekende Aalsterse familie. Kim samen met zijn sneeuwmannetje- We verklappen wel dat zijn papa een handje toestak om deze 2,10 m hoge sneeuwman te 'naken. (EDV) Pater Paul Nieuwlandt: levenslust straalde achter baard en brille glazen Hij vertrok in september 1948 naar Canada om er zich te vervoegen bij de Vlaamse Kapucijnen die daar reeds sedert 1927 werkzaam waren. In die orde trad pater Nieuwlandt binnen op 15 septem ber 1930. Hij werd priester gewijd op 22 mei 1937. Tussen 1938 en 1948 doorkruiste hij het Vlaamse land als missiepredikant. In 1940 werd hij naar Antwerpen overge plaatst waar hij als predikant naam verwierf in St. Pauluskerk. Na de oorlog vertrok hij naar Canada, waar hij dertig jaar lang werkzaam was als zielzorger, afwisselend in de provincies Manitoba, Ontario en New-Foundland. In dit uitge strekte land legde hij ook een grote joernalistieke bedrijvigheid aan de dag als medewerker aan de (belgi- sche) «Gazette van Detroit», en -als katholiek korrespondent van de lokale bladen op de plaatsen waar hij verbleef. Bovendien gaf hij een eigen maandbladje uit, «K.I.T.», ten gerieven van zijn familie, zijn konfraters en zijn talrijke vrienden en kennissen in Canada, Amerika en in Europa. Maar naast zijn neef Isidoor Nieuwlandt, die nog een brief ont ving van pater Paul, daterend van enkele dagen vóór zijn dood, gin gen we ook te rade bij de Kapucij nengemeenschap hier in Aalst. Daar wonen nog enkele klasgeno ten van de overledene: pastoor De Graeve, pater Werniers en pater Van Herreweghen. Vooral deze laatste trad als onze woordvoerder op. Pater Van Herreweghe: «Hij was een zeer dynamisch element, uitbundig en vol temperament. Hij kwam zeer sympatiek over in de groep. Hij was ook een harde wer ker. Hij zette alles op alles. Hij gaf zich werkelijk volledig aan zijn werk. Hij was een zeer goed pre dikant». Pater Paul Nieuwlandt, zo verna men we ook, deed zijn narciaat hier in Aalst (1930). Naast de ge bruikelijke jaren filosofie en theo logie, volgde hij ook nog één jaar MOET ER NOG ZAAT ZEN? Jootzee, en nog veil en veil. Want 't schantj dammen der vei te kért kommen, 't Es gedoon van meh ghiel kilos en kilos lanst alle kanten te stroein ver 't oys en de snie doeng te smeltjen omdat d' ottos goe zolle kennen royn zonder te veil te slibberen en te schowerdoy- nen, zonder aal te veil voetgangers of ander karrosseries mei te scheiren. Allei, z' hemmen der in 't begin veil te rizjeliet meh geweist hein, en naa zitte men zonder. Da z' in Holland al ierder zonder zitten amme wajjer, dad 'n es oeik ginnen troeist, want as 't er iet begintj te mankeiren es dad elk ver hem hein. Woor da z' on gi zaat nimmer 'n geraoken probeire z' al van meh zand te stroein, mor woor goon ze tèn da zand oeik bleiven holen? 'k Leis dor in de gazet da z' hier on de zjie oeik al zand mankeiren. De stérrem van de léste weiken es dor allemol meh ribbedebie, en dad es tèn ghiel zeikes wel nor Holland gespoeldj.. En meh al denne snie van de leste weiken es 't er lanst alle kanten gestroeid. D'ottos van de stoot of van 't stad meh here stroeimeilen op de bonen, de mensjen meh ghiel eirtvollen op heren boygank of op de bontjes in heren hof, allei 't 'n kost nimmer op. En woord zitte men naa? Naa stoon der al plakskes in de groeite magazoynen woor dat er op stoot: gie zaat nemier. Mor 'k ben der zeikes af dat er wel vraan zen meh ghiel kilos opgekocht hemmen en naa in heer vostjen zitte te lachen omdat 'n ander gien nimmer 'n kaan kroy- gen. En zeer zitten der meh onder! En dad es pleziereg hein! Wajjer zollen pekanst kenne gon zeggen dammen 't zaat op ons patatten nimmer 'n kenne verdienen... Mor meh aal da, wa goon ze naa doeng? De leste killokes banien- rammaseiren en de sjampetters meh zaatbiskes de stroot opstie- ren? Of ne kier probeiren ofdat nie 'n goot meh peiper? Of meh krooinoet? As dat tèn allemool begintj te smeltjen kenne meh soep ooit de zép scheppen! As 't er mor ni te veil zand in 'n leit! En wa dat er oeik ni ver te lachen 'n es, da sèn aal die pitten die van teigenwoerdeg in aal de stroten gevallen zen. Ge 'n kentj gin stroot noemen of ter liggen pitten in woor dat de kinjeren pekanst zolle kennen katjenalloe in speilen. As z' er noding nog zollen ooitge- raoken. Da nen ottomobil dor nen band of 'n zjant in kapot radj dad es al eirg genoeg, mor gèrdavoe as 't er dor nekier ne mensj per velao of meh nen brommer indjoeft! Den dienen zal zeikes nogal ne smak goon - en wie zal der tèn de baten betolen. Moste ze aal die pitten meh zaat kenne villen, ze zollen verom ver ienegte doagen voesjkennen ver 't oys en de snie weg te weirken. Mor ver de moment 'n es 't er qie zaat en de pitten bleiven. Nie, ze werren nog va langs om groejer en dieper en de kans dat er hem imand in verongelikt meh dan dag mier. Zu lank as da 't vriest en sniet 'n kenne ze dor vanoyges ni veil on doeng, mor iene kier da 't begintj te doein zelle ze der ramp meigen boy zen ver dad allemol te repafeiren. En 't er zal nogal nen beirg asjfalt in krooipe zee Wie dat er oeik kan meiklappen oever de pitten, mor tèn op de Mert, dad es Marcel. En 'n vraog na nie hein, welke Marcel? Want as ge naa in Olsjt oever Marcel klapt weite ze sebiet oever wie dagge beizeg zèt. Want wad es't er allemol al oever hem te doeng geweist? Allemaan wetj dat 'n appeteiker geweist heit, dat 'n van alle okkozjekes profiteirden ver groeite vwajozjes te maoken en dat 'n zelfs koleiregeiver geworren es ver scheipenen te kenne werren. Mor wa dammen nog nie 'n wisten, dad es dat 'n naa oeik dooiker geworren es. In 't begin van verleide weik heit 'n, volges da't schantj, ne schoeinen dooik gepakt in nen diepe plas op de Mert. Welkene plas 'n weit ek ni, mor da zal nie veir te zoeken zen, want ghiel de Mert es ienen groeite plas. Meh woter, snie of moer, norgelang 't weir. Awei, door es t dat 'n geprobeird heit van zenne diplom van dooiker te kroygen. Spoyteg dat al zu kért teige Vaste- loaved es want anders hooin die schaa jongens ooit de stoet nog eh schoein onderweirp boy ghad. En ver te slooiten ver van de weik: as 't er gie zaat nimmer te kroygen 'n es - en de peiper en de krooinoet zèn oeik op, probeir tèn ne kier meh pikkels of meh ajontjes... DOLF Een der recentste foto's van Pater Nieuwlandt. praktische opleiding als predikant, vóór hij priester werd gewijd in 1937. De «missionarissen» na de twinti ger jaren naar Canada reisden, hadden oorspronkelijk het aposto laat onder de uitgeweken Vlamin gen voor ogen. En dat waren er heel wat. De Vlamingen raakten in de loop der jaren evenwel «veren gelst» en raakten in de Canadese gemeenschap ingeschakeld. Ook de daar dienstdoende geestelijken werden in de Canadese bisdom men ingeschakeld. Zo ook pater Nieuwlandt. Maar hij bleef Kapu cijn: ook ginder in het uitgestrekte Canada waar hij jaarlijks een volkswagen versleet op huisbe zoek bij zijn mensen, die soms mijlenver van elkaar verwijderd woonden. Overmorgen zondag 21 januari wordt een namis opgedragen tot zijn aandenken, en wel om 9.30 uur in de H. Hartkerk te Aalst. W.L. STADHUIS AALST Een foto uit 1946uiterst links pater Nieuwlandt. Naast hem pater Werniers en vooraan zittend pater Van Herreweghen. Pater (nu pastoor) De Graeve komt op deze foto niet voor. STAD AALST VRAAGT TV-TECHMICUS

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1979 | | pagina 3