3
Aalst sluit aan bij Interkommunaal Krematorlum
T on*
Gemeente-?»
raadsels
GEMEENTERAADSLEDEN HEBBEN HUN
ZEG OVER DE HUISVUILOPHALING
x v/erT
O
o
r
ZO HOORT GE
'T 00K EENS VAN EEN ANDER
De Voorpost - 9-2-1979 - 7
fooraleer de gemeenteraad van Aalst de aansluting zou
pedkeuren bij de Interkommunale Vereniging voor Krema-
oriumbeheer in de Provincie Oost-Vlaanderen gaf schepen
oor Burgerlijke Stand Hooghuys (BSP) een interessante
iiteenzetting over krematoria.
zijn zij in privé handen. Dit
belet echter niet dat veel
Belgen naar Nederland
gaan om gekremeerd te
worden. De gemeenteraads
leden van Aalst werden
gan
herjfc' collumbarium van Aalst. Een vorm die meer
beur*
t akDe bedoeling van de hogere
orgejverheid is in elke provincie
ran het land één kremato-
anktfium te bouwen. Op dit o-
sprejenblik funktioneren er in
sug3elgië reeds twee lijkver-
el oprandingsovens, namelijk
ingse Ukkel en te Luik-Robert-
2 meer erkenning vindt. (VIM)
trouwens gewezen op een
aantal belangrijke voorde
len van de lijkverbranding.
Vooreerst is er het hygië
nisch aspekt. Door de ver
branding komt men amper
op 2 uur tijd tot een totale
ontbinding van het lichaam.
Anderzijds wordt de over
heid zowat overal in het
land-en zeker in Aalst-ge-
konfronteerd met het pro
bleem van het plaatsgebrek
op de bestaande kerkhoven.
De schepen van burgerlijke
stand wees hier terloops op
de noodzakelijke uitbrei
ding van het stedelijk kerk
hof, dat zal dienen te ge
beuren ten koste van goede
landbouwgrond en dat een
grote financiële inspanning
zal vragen van het stadsbe
stuur.
Kostprijs
De kostprijs van het Inter
kommunaal projekt be
draagt zowat 100 fr. per in
woner, wat een uitgave voor
Aalst betekent van zowat 8
miljoen frank. Hiervan dient
echter op dit ogenblik
slechts 1.600.000 fr onder
schreven te worden door de
stad.
Volgens gegevens blijkt het
projekt trouwens rendabel
te zijn. Veel zal echter af
hangen van de evolutie in
de mentaliteit van de bevol
king en van de voorlichting
van de massa. Heel wat
mensen staan immers nog
afkerig en onwetend tegen
over deze manier van «be
graven».
Ook wordt men dikwijls ten
onrechte afgeschrikt door
de kostprijs. Normaal kost
een krematie 3700 fr. De to
tale kostprijs van een begra
fenisplechtigheid wordt ge
schat op 30.000 fr 35.000
fr. In Gent werkt zelfs een
begrafenisondernemer aan
de prijs van 15.000 fr voor
een krematie.
Administratief stelt het kre-
meren geen enkel pro
bleem. Diegene, die de
dood komt melden, in vak
termen de lijkbezorger, be
slist autonoom over de wij
ze van begraven.
Vervangingsinkomsten
Op dit ogenblik bedragen
de inkomsten voor de
stadskas uit de verhuur van
Geen wielerkriterium meer in Aalst. Wel een wedstrijd
cyclo-cross: aan het einde van de Nieuwstraat afstappen, fiets
op de schouders, en door de modder naar de Zoutstraat...
Toen de burgemeester van de inbraak in het stadhuis hoorde,
was zijn eerste uitspraak, naar het schijnt: «ze zijn toch met
mijn citroen niet weg, zeker?» Die is namelijk nog niet
helemaal uitgeperst, vandaar die bezorgdheid.
Er werd 5.000 fr. gepikt, en op een andere plaats 8.000 fr. Op
Openbare Werken niks. Kon ook niet. De «zwarte kas» van
Jan De Neve was leeg. Daar heeft men met nieuwjaar telkens
een serieuze «werkvergadering».
De BOB was vaststellingen komen doen en foto's maken.
Daarvoor had een BOB-er op een stoel gestaan. Voor de
Aalsterse politie is een voetspoor een spoor.Dus werd de BOB
opnieuw opgeroepen om naar die laatste vondst te komen
kijken. Aan het oog van onze politie ontsnapt er niets.
kelders en uit ontgravingen
zowat 4 miljoen per jaar.
Een ontgraving, dit volgens
de Schepen een luguber en
triestig werk, kost op dit
ogenblik slechts 1500 fr.
Om het verlies voor de
stadskas te kompenseren
door het feit dat in de toe
komst steeds meer en meer
mensen voor krematie zul
len opteren heeft het stads
bestuur de bedoeling de
prijzen van de geleverde
diensten en concessies bin
nenkort te verhogen. Over
het bedrag van deze verho
ging werd nog niet gespro
ken.
In tegenstelling met wat in
sommige andere gemeen
ten gebeurde, zoals bv. in
Lede werd de voorgestelde
aansluiting bij de Interkom
munale voor krematorium-
beheer in Aalst unaniem
en zonder kommentaar
goedgekeurd. VEHE
tot een vlugge realisatie te
komen.
rdemont. De kostprijs van deze
p deatste bedroeg zowat 100
or dmiljoen frank. Twee andere
Toctijn in aanbouw, één te Na-
stannen en één te Antwerpen.
Ilediflaar analogie met wat in
jendindere provincies gebeurde
voooesliste de provinciale over-
inieraeid van Oost-Vlaanderen
sseronlangs een interkommuna-
tocke op te richten om een der-
n datelijke oven te bouwen. Het
m beigenlijk initiatief tot de op-
gd iichting kwam van Schepen
dererfevrouw Mortier uit Gent.
sereDp dit ogenblik zijn zowat
siersiO fusiegemeenten van de
/EHI5, die onze provincie telt,
eeds toegetreden.
—Schepen Hooghuys vond de
Ijenaming van interkommu-
wtale trouwens niet zo geluk-
tig. Het voorgesteld projekt
s eerder een samenwerking
■lussen de gemeenten, om
Sukses
Dat de lijkverbranding een
steeds stijgende aanhang
kent moge blijken uit het
feit dat in Groot-Aalst in
1977 4 lijkverbrandingen
plaats hadden, terwijl dit
aantal in 1978 opgelopen
was tot 17. In Gent komt
men op dit ogenblik tot een
gemiddelde van één ver
branding per dag.
Schepen Hooghuys gaf nog
andere cijfers, die het suk
ses van deze begrafeniswij-
ze illustreren. In Rotterdam
werd enkele jaren geleden
overgegaan tot de. bouw van
van een eerste kremato-
rium. Op dat ogenblik liet
zowat 6% van de bevolking
zich op deze wijze begra
ven. Ondertussen is er een
tweede krematorium ge
bouwd en opteert zowat 50
van de bevolking voor de
verbranding van hun lijk.
Hierbij dient nog vermeld
dat er reeds 17 krematoria
bestaan in Nederland. Allen
3 VQ(
|h haj
srzijd
Je vei
troffe
gev<
daag
o ze<
ent
veil
iuw
er in
ouo
m hf
it do<
l. ze
)ij ee
iksd»
oude)
en a
atorej
wee)
noo<
tregt
n woi
;t toi
igek<
p gei
w.i
D-2D
1 Vre
i-4B
plein
Dl
Klat
i. DE
2 uu
R: 1/
12.31
uur
blok-
Dc burgemeester stapte glimlachend naar de bestuurstafel.
Duidelijk blij omdat hij van die perskonferenties af is. Hij was
zijn grijze kruilen kwijt. Maar ook een vos verliest wel zijn
haar. maar niet zijn streken.
Eigenlyk is schepen Roels een beleefde jongen. Een
gemeenteraadslid bedankte hem omdat hij iets had gedaan.
De schepen was daar zó van aangeslagen, dat hij het
gemeenteraadslid dankte omdat hij hem bedankte. Maar hier
bleef het gemeenteraadslid toch in gebreke: hij heeft de
Schepen die hem bedankte omdat hij hem bedankt had, niet
terugbedankt voor de dank van de Schepen die hem bedankte
omdat hij hem bedankt had... Kan het nu anders dan dat de
Gemeenteraad tot een stuk in de nacht duurt?
Met grote opluchting hoorden de aanwezigen op het einde van
de Gemeenteraad dat Schepen Roels afzag van het voorlezen
van een gedicht van Kahlil Gibran. Wij waren daar ook blij
om. Niet om dat gedicht. Maar om Kahlil Gibran.
In 1977 4 krematies in Aalst. Vorig jaar al 17
lijkverbrandingen. Er moet nog veel gestookt worden
vooraleer men Gent zal ingehaald hebben: daar is het één
«versnelde ontbinding» per dag. (2 uur duurt dat, zoals in de
nieuwkuis). Daar maakte Schepen Hooghuys reklame voor.
O.a. omdat een kerkhof veel plaats inneemt. Dure
landbouwgrond meer bepaald. Als de boeren naast het
Industriepark Wijngaardveld, dat men wil uitbreiden, daar
weet zullen van krijgen...
De burgemeester las een dankbrief voor van iemand uit
Denderbelle die hoog opliep met de bestrooiingswerken. Je
kan al vermoeden wat een toestand het dèar zal geweest zijn.
Weer een sublieme samenspraak op de G.R.: Etienne
Bogaert: ik schreef al een brief omtrent dc slechte toestand
van het bengelpark aan de Boudewijnlaan. Burgemeester: ik
schreef al terug. Bogaert: mijn antwoord zal misschien nog in
uw sorteercentnim liggen. Ik kreeg deze week 15 brieven
waaronder één van dc economische dienst met 13 fr. taks, echt
economisch dus. Burgemeester: alle begin is moeilijk. Hoe
meer men werkt, hoe meer kans men heeft op missingen.
Misschien waren er daarom bij u zo weinig missingen.
Bogaert: zó citrocnachtig moetje dit nu ook weer niet bezien.
Raadslid Stockman bracht wat lucht van «de buiten» mee op
de Gemeenteraad. In een bepaald dossier dat over
aanplantingen handelde, vond hij dat er toch wat teveel (en
dus te dure) bemesting werd aangewend. «Op de buiten zou
men zeggen: da's goed gesch...». zo zei het raadslid. Daverend
gelach. Eindelijk eens een fris windje op de G.R.
Na de interpellatie van BSP-er Van Hoorick en het antwoord van
Schepen De Maght was de groene jongen Lambert Van de Sijpe
(CVP) de eerste om zijn opinie weer te geven over het nieuw systeem
van huisvuilophaling. Hij dankte vooreerst de schepen voor haar
uiteenzetting, dat hij een perfekt verslag vond van de vergaderingen
van de kommissie en de adviesraad van leefmilieu.
Nochtans was hij de mening
toegedaan dat het de schepen
ontbreekt aan een volledig
inzicht. Vertrekkend van de
vaststelling dat elke Belg per
jaar en per kop zowat 200 kg.
papier verbruikt, wat per gezin
toch een paar honderd kg. per
jaar is, vond hij het echt niet
verantwoord dat men in Aalst
een dergelijk arsenaal van
wagens en mensen heeft. Men
zou volgens hem het beschik
baar wagenpark veel efficiënten
dienen te gebruiken.
Verder drong het raadslid ook
aan op het selektief ophalen van
glas, vermits dit zowel als het
papier veel ruimte in beslag
neemt. Terloops vestigde hij de
aandacht op het feit dat ook
hout, waaruit papier gemaakt
wordt, een zeldzame grondstof
is. Het selektief ophalen van glas
zou eveneens vermijden dat de
werklui van de reinigingsdienst
zich zouden bezeren aan het glas
in de papieren zakken.
Het oppositielid vond dat de tijd
rijp was dat ook de openbare
diensten zich konkurrentieel
zouden opstellen ten overstaan
van de prive-diensten. Men zal
nog miljoenen uitgeven voor de
aankoop van nieuwe wagens
(zoals de tweede rioolkolkenzui-
ger, die op de agenda stond)
terwijl er mogelijkheden zijn om
éénzelfde uitrusting door twee
ploegen per eetmaal te laten
gebruiken. «Anders gaan wij
onze geloofwaardigheid verlie
zen» zo besloot hij zijn tussen
komst.
Hierop replikeerde Mevr. De
Maght dan weer dat men
voldoende ruimte moet hebben
om alle opgehaalde grondstof
fen zoals papier en glas op te
stapelen. Ahderzijds wees zij
erop dat het personeel niet
akkoord is met het systeem van
onregelmatige uren.
Op zijn beurt nam CVP-fraktie-
leider Ghis Willems het woord.
Hij herinnerde eraan dat men
overeengekomen was om het
nieuw systeem op een soepele
wijze in te voeren. Dit gebeurde
echter niet steeds volgens hem.
Zo haalde hij het voorbeeld aan
van een school aan de Geraards-
bergsestraat, waar men plastiek
zakken buitengezet had, die na 2
a 3 weken nog niet weggehaald
werden. Hij vroeg dus voor
bepaalde instellingen zoals
scholen, die dikwijls met veel
etensresten zitten, voldoende
soepelheid aan de dag te leggen.
Dit standpunt werd enigszins
weerlegd door Jan Van der
Veken (BSP), die oordeelde dat
men in bepaalde wijken wel
soepel was tewerkgegaan.
Het raadslid suggereerde wel dat
bepaalde etensresten zouden
herbruikt worden bv. als voer
voorvarkens.
Zijn kollega Dr. Van der Beken
(VU) haakte hier op in met te
wijzen op het feit dat in het
OCMW van Aalst alle etens
resten opgehaald worden door
een landbouwer, die het aan zijn
dieren geeft. Anderzijds was hij
niet te spreken over de ophaling
van het oud papier. Reeds een
maand heeft hij een pak papier
buitengezet, dat nog steeds niet
afgehaald was.
De volgende spreker was raads
lid Raymond Uyttersprot (CVP)
die het verwijt formuleerde dat
men het huisvuil soms te vroeg
ophaalt, zodat iedereen niet
tijdig zijn zak kan buitenzetten.
Daartegenover staat dan weer
dan men soms tweemaal in
dezelfde straat langskomt.
Hij vroeg ook een oplossing te
vinden voor de grote gezinnen en
voor de gepensioneerden. Voor
de enen zou men meer zakken
moeten ter beschikking stellen,
voor de anderen zakken van een
kleiner formaat.
Hij besloot zijn tussenkomst met
de opmerking dat ofwel de pers
geen objektieve berichtgeving
geeft, ofwel de schepen voor
leefmilieu ongelijk had bij haar
uiteenzetting.
Zijn partijgenoot Etienne Bo
gaert kwam in zijn tussenkomst
terug op het probleem van de
kontainers. Naar zijn mening zal
dit voor sommige middenstan
ders supplementaire uitgaven
met zich brengen. Hij beklem
toonde terloops dat de midden-
standsraad geen advies over dit
probleem had gegeven. Het
systeem werd naar zijn zeggen
arbitrair vastgelegd.
Ook hij vond het jammer dat er
geen algemeen beleid terzake
was. Dit diende alleszins ook
financieel doordacht te worden.
Aldus diende men kosten en
behoeften onderzocht te heb
ben, zowel naar de prijs van een
zak als naar deze van het geheel
van de ophaaldienst.
Zijn vraag naar het bekomen
van een modelovereenkomst
voor het huren van een kontai-
ner werd nog niet beantwoord.
Alleszins was hij de mening
toegedaan dat de stad geen
koncurrentiële positie mocht
innemen t.o.v. de privé-firma's
die ook een ophaaldienst van
kontainers hebben.
De tussenkomst van raadslid E.
Bogaert viel niet in goed aarde
bij schepen De Maght, die zij
een «type van afbraak» noemde.
De schepen zegde dat de stad
soepel geweest was in 1978. Op
het einde van verleden jaar en
begin dit jaar werd aan alle
inwoners een rondschrijven ge
richt met alle nodige instrukties
over de ophaaldienst. Hierop
zette zij haar eigen reinigings
dienst in de bloempjes voor de
reeds gepresteerde taken. Zij
herhaalde dat men iedereen
bewust moet maken van het
probleem.
(BSP) nogmaals aan de beurt
mededelend dat de kontainers,
die zullen verhuurd worden ook
een dienst zullen zijn van de
stad.
Sommige middenstanders zul
len nu ook wel veel betalen aan
de privé-diensten. De laatste
repliek kwam dan van CVP-er
Raymond Uyttersprot, die erop
wees dat er nog heel wat zakken
nog altijd niet uitgedeeld waren
in de deelgemeenten, zodat
sommige mensen verplicht wor
den deze aan te kopen alhoewel
zij er normaal recht op hebben.
De onderrichting, die inmiddels
uitgevaardigd werd, was volgens
hem nogal laat getroffen.
VEHE
Mr. Bogaert vond het spijtig dat 1
zijn tussenkomst op dergelijke
negatieve wijze beoordeeld
werd.
Na hem kwam Bert Van Hoorick
«HeDt gij die TV-uitzending over de thuisblijvende vrouw gezien!»
vraagt buurvrouw Leontien,
«Neen en dat vind ik ondertussen jammer», zeg ik, «want als een
programma zoveel stof kan doen opwaaien, moet het alleszins het
bekijken waard geweest zijn».
«Feestelijk bedankt zijn ze. Als dat de manier is waarop een
huisvrouw haar dag doorbrengt?! Ze kunnen het goed zeggen, ja,
maar zouden ze weten waarover ze 't hebben?! Vijf kinderen heb ik
en nogal wat anders om mijn hoofd dan per auto naar de super
markt te rijden. Ik ga één keer per week boodschappen doen, per
fiets, want zo rijk ben ik niet dat ik mij een wagen voor mijn plezier
kan permitteren, en ik kom terug, bepakt en beladen met genoeg
provisie voor een hele week. Dat wil niet zeggen dat ik niet ook eens
iets vergeten ben, maar daar stuur ik dan de kinderen om, want ik
heb de tijd niet, hoor, om elke dag opnieuw voor 100 gram van dit
en twee sneetjes van dat in de rij te gaan staan, Vijf kinderen, Britt,
en geen machine die mij de afwas uit handen neemt. Weet gij wel
wat dat is? Maar na de middag drink ik evengoed mijn tas koffie,
dat wel, daar heb ik plezier van 't Is niet voor niets dat ze dat
VROUWENTROOST noemen, want zonder dat bakske koffie zou ik
het niet uithouden. Elke dag dezelfde sleur en slenter en 's avonds
nog een vriendelijk gezicht moeten opzetten op de koop toe, want
de man is moegewerkt en de kinderen hebben het ook niet gemak
kelijk op school, plus al dat huiswerk, waarvoor is dat nu nodig?
Wij kunnen er hen niet eens bij helpen, wij zijn niet geleerd, al
konden we nochtans goed rekenen en tellen uit het hoofd in
onze tijd, maar is dat nu nog rekenkunde, dat die kinderen krij
gen?!
De oudste leert goed. De meester zegt dat hij naar de universiteit
zou moeten gaan, maar dat is niets voor ons, hé Britt, Ze zeggen
wei dat de werkmanskinderen nu evenveel kansen krijgen als die
van de rijke mensen, maar als ze denken dat ge toekomt met een
studiebeurs.Ze moeten toch ook gekleed gaan. Vroeger werden
ze naar school gestuurd in een zwartzijden schort, alleman gelijk
voor de wet, maar vandaag de dag moet het allemaal uit boetieken
komen, met de mode mee. Zeg mij eens, wie moet dat blijven
betalen, als ge ze voor de anderen niet wilt laten onderdoen? Naar
de universiteit en de andere vier dan? Ge kunt die toch niet
achteruitsteken? De werkmens heeft nog nooit zoveel verdiend als
tegenwoordig, zeggen ze; ja, 't is waar, we verdienen nu goed onze
boterham als we werk hebben maar wat kostte 't leven
vroeger en hoe duur is alles nu?
Mijn man heeft een vergunning om te gaan vissen, leder jaar kost
dat een paar duizend frank. Zijn baas zegt dat hij zijn geld niet kan
beheren, want dat hij het anders aan nuttige en dringende aanko
pen zou besteden. Maar'tis alles wat hij heeft, Britt, nooit op café,
nooit op reis, altijd werken en wroeten. Dat vissen is zijn luxe de
luxe van de arme mens en ze zijn er nog jaloers van!...
Ge hebt gelijk, Leontien, ik zou ook blij zijn met die vislijn en dat
emmertje, waarmee ge uren aan één stuk aan de waterkant zit te
turen naar die rimpelloze oppervlakte, wachten tot ge beet hebt. De
regen deert niet, want zoveel te stiller is het er dan. Als de zon
schijnt, is het gedaan met de rust. Dan komen de wandelaars, de
draagbare radiootjes en de bootjes en 't plezier is eraf. Als ge dat
niet had, die stilte, die eenzaamheid, dat geritsel tussen het riet,
dat water, ge zoudt zot worden daar in die fabriek. Alle dagen
optrekken, weer of geen weer, met uw ransel en uw termosfles en
altijd maar aan die machine, een baas die u opjaagt, lawaai en
geratel, hoe ge er niet doof van wordt! Inderdaad, Leontien, ze
zouden die mensen aan het woord moeten laten die er kunnen van
meespreken, maar die worden niet gevraagd; ze hebben altijd al
moeten zwijgen.
Hoewel, 'tis allemaal niet zo simpel, denk ik. Dat alle rijkemensen
kinderen het zoveel beter zouden hebben dan die van u, betwijfel ik.
Ze kennen allicht meer weelde, maar meer geluk? Het doet mij
denken aan mijn kostschooltijd, aan Annie, dochter van eensteen-
rijke familie uit Brugge, helemaal uit West-Vlaanderen naar hier in
het pensionaat «gestoken», alsof er in Brugge geen scholen wa
ren. Annie had veel voor op de andere kinderen, want als het
Vlaamse kermis was, smeet haar papa-industrieel er grof geld
tegenaan, maar anders kwam hij er niet, nooit. We waren allebei
intern omdat moeder geen tijd had voor ons; de mijne, omdat ze
mee de kost moest helpen winnen om zes monden open te houden,
de hare omdat ze teveel «verplichtingen» had en omdat het trou
wens bij hun hoge stand hoorde, hun kinderen in een ver pensio
naat voor geld en sjieke opvoeding te laten geven. Hoe dan ook,
mijn moeder kwam elke week op bezoek, eerst per bus en dan nog
een eind te voet, en nog drie belhamels in een andere school, maar
ze kwèm en Annie zat ondertussen brieven te schrijven waarop
nooit geantwoord werd.
Op de dorpsschool was er Lydiaatje, mollige en enige erfgename
van een korsetfabrikant. Zij droeg ook op weekdagen witte kousjes
en lakschoenen en daardoor onderscheidde zij zich van de gewone
kinderen, want om op die kleren van vroeger terug te komen:
iedereen droeg weliswaar dezelfde zwartzijden schort, maar aan de
«accessoires» herkende men (herkent men nog steeds) rang en
stand. Behalve de schort had Lydiaatje nochtans nog iets gemeen
met Jan en Mieke: zij droeg eveneens afdankertjes; in haar geval
waren dat... behaatjes met een «foutje»... Ge kunt erom lachen,
Leontien, maar het was echt zo. Weet ge, hoe rijker, hoe gieriger;
alleen de uiterlijke schijn ophouden, dat was belangrijk, niet wat
Lydiaatje onder haar bloesje droeg, dat zag immers geen mens.
Dus liep Lydiaatje er altijd een beetje ongelukkig bij, als ze erbij
liep, want meestal mocht ze niet omgaan met die straatbengels, die
zoveel meer plezier hadden dan zij een spelletjes speelden, onbe
zorgd en gelukkig-onwetend van het Grote Standenverschil.
En Lucette dan? Een onmogelijke naam voor een onmogelijk kind.
Ze spraken Frans thuis, met een rollende r, en ze had prachtige
blauwe ogen, genoeg om haar in stilte te benijden. Ze wist dat ze
mooi was en dacht derhalve méér te mogen dan de anderen, tot het
de spuigaten uitliep en ze van school gestuurd werd. Helaas
hadden de Oversten zonder de waard, te weten haar gezette en
vermogende Papa, gerekend. Hij dreigde zijn machtige lange arm
te zullen gebruiken als hem die schande werd aangedaan. Dochter
lief kwam dus terug, nog hooghartiger dan tevoren, met de dag
meer gevreesd en uitgesloten van alles en iedereen en daarom
alsmaar eenzamer, want de houten wanden van de «chambrettes»
sloten wel af voor het oog, maar niet voor het oor en ik weet nog
heel goed hoe ik menig nachtelijk uur heb liggen luisteren naar haar
snikken...
Zo ziet ge maar, Leontien, dat wij van binnen allemaal dezelfde
MENSENkinderen zijn.,.
Britt