In het voetspoor van JAAC0V ...doorheen ISRAEL De Zwarte Bende van «Tijger» Verstuyft 14 Stampen en Dagen stelt LP voor Nationale sportdag S.M.I. Moorselbaan en Langestraat Faluintjes aktief! Feuilleton IL VI MtitZ uu: SCHOTSE PIPERS OP LUSTRUM MUZIEKKONSERT TE HEKELGEM Door Louis De Lentdecker Zwakke darmen zijn voor een boef. een avon turier, een soldaat gevaarlijker dan een zwak hart of zwakke zenuwen. Uit de eindeloze ge schiedenis van de bandieterij in Vlaanderen die, naar een gevleugeld woord van de dichter, als «een eeuwig herbeginnen» zou kunnen be paald worden, blijkt dat meer dan een misdadi ger aan de galg of in de gevangenis kwam omdat hij het in de cruciale momenten van een carrière of een «operatie» letterlijk en figuurlijk «in zijn broek deed» en ter plekke souvenirs naliet die misschien wel aan de mens maar niet aan het oog van speurders, rijkswachters en politiemannen ontsnapten. Wat baten organiza- tie, wapens, mededaders, medeplichtigen, oe fening als, wanneer men koelbloedig de buit moet nemen of het slachtoffer in bedwang hou den, de stalen zenuwen ondermijnd worden door zwakke ingewanden die onverwacht, on middellijk, de meest dringende eisen stellen en een onoverkomelijke hinderpaal zijn naar ho ger sukses in schurkenwereld. Dit blijkt ook uit dit vervolg van de avonturen van de bende van Tijger René Verstuyft. Oscar Spilliaert - «officier judiciaire ofte rech terlijk officier, medehelper van mijnheer den prokureur des konings» (zoals men die lui toen noemde) was overtuigd dat zowel jongens van goede komaf als geboren bandieten de kern vormden van een bende die bijna driemaal per week overvallen pleegde en mensen doodde. Hij onderzocht nauwkeurig al de gegevens die hem van verschillende zijde vaak naamloos bereikten en die geregeld dezelfde namen in verband met de schelmerijen vernoemden. Dat intellektuelen en rijkemanskinderen samen met arme lieden en ongeletterden in de bende «werkten», dat deze bende tussen Brugge, Gent, Aalst, Dendermonde en het Waasland opereerde, scheen hem als het ware een voort zetting van het verleden. Niet alleen was er de legendarische bende van Jan de Lichte geweest maar ook de minder gekende maar niettemin gevaarlijke en beruchte Bindersbende (in de streek van Aalst) geleid door Jacobus Vosse- laar had heel wat onrust en miserie over het land gebracht zoals nog werd verteld door ou deren.die het wisten uit de afschuwwekkende Verhalen van hun grootvaders. Van Jacobus Vosselaer werd gezegd dat hij als notaris een prachtige herenwoning betrok aan de Nieuw- straat te Aalst, dat hij vier klerken in dienst had en dat sommigen van deze laatsten de beste bendieten in zijn dienst waren. Toen tegen het eind van de vorige eeuw het huis van de notaris werd afgebroken vond men er het geraamte van een jonge man. Het onderzoek besloot toen dat dit het stoffelijk overschot was van een neef van de pastoor van Onkerzele die door de «zor gen» van de notaris levend tussen twee muren werd gemetseld en de hongerdood stierf. Jaco bus Vosselaar werd later zelf vermoord door een van zijn «trouwste» medewerkers, zekere Pieter Lamarche (een berucht bordeelhouder uit Aalst) die jonge mensen oefende en opleidde in moorden, branden en roven, speciaal om lucht te geven, «aan zijn haat tegen de pas toors» Opgevoed'door de weduwe van een terechtge stelde moordenaar uit Snellegem werd Jacobus Vosselaar jong opgenomen ten huize van een Engelsman die in Bruggge woonde, zekere Ed gar Smits die beweerde van adel te zijn en de belangen van Engeland en van zichzelf op alle mogelijke manieren op het vasteland verde digde. Daar het in Engeland op een of meer Smit's niet aankomt kon men nooit met zeker heid achterhalen in welke graad de heer in kwestie werkelijk tot de adel behoorde. Zeker is dat hij Jacobus Vosselaar in gezelschap van zijn zoon James liet studeren aan de Universi teit te Leuven en dat Jacobus nadien in Aalst als notaris werd geïnstalleerd. In de strijd tegen de Fransen werd Vosselaar spion voor rekening van de Engelsen en de geallieerden. Aange houden in Parijs werd hij tot de galeien veroor deeld en overgebracht naar de tuchthuizen van Toulon waar hij kennis maakte met Hendrik Sprietvlechter. Samen vluchtten zij uit de ge vangenissen en kwamen zij naar Aalst. Daar vormden zij een bende die vijftig a zestig leden telde, die overvallen en moorden pleegde in Massemen, Wetteren, Oordegem, Hofstade, Lede. Mere, Aalst, Mespelare, enz. Zij waren onverschrokken hardvochtige voetbranders, moordenaars, plunderaars, dieven en werden «de binders» genoemd. Zij hadden vrouwen in dienst die zij, zoals Judoka Opschelders, tevo ren als «meid» in dienst brachten bij pachters en andere mensen die ze van plan waren te bestelen of te doden. Het werk van de meid bestond erin zoveel mogelijk inlichtingen te verzamelen en de dag van «de operatie» de honden te vergiftigen of mogelijk alarm uit te schakelen. De bende had steeds hetzelfde wachtwoord: «Drie voor één. Geen is geen». Zij pleegde een overval op de postkoets die uit Brussel naar Vlaanderen kwam, doodden en kele personeelsleden in de koets, sloegen de postiljon halfdood en gingen op de loop met méér dan één miljoen goudfrank. De buit werd later teruggevonden in «de studie» van notaris Vosselaar. Deze laatste was trouwens niet de enige «intellektueel» van de bandietenbende. Disschers studeerde wijsbegeerte en Treem was «meester in de rechten». Over het einde van deze Binders schreef men in 1882: «Drieënveertig van de voornaamste schelmen werden terechtgesteld te Aalst. Zij aanhoorden hun vonnis onverschillig. Zij on dergingen de doodstraf met grote koelbloedig heid. Vooraleer te sterven verzochten zij als laatste gunst te mogen roken. Dat werd hen toegestaan. Toen zij aan de voet van het scha vot stonden, inde rij, wachtend tot de ene na de andere de trappen op moest om zijn hoofd on der de guillotine te leggen, stond degene die het eerst de straf zou ondergaan een pijp te roken. Wanneer de beulsknecht hem kwam halen gaf hij de pijp over aan de tweede, die zijn pijp overgaf aan de volgende als zijn beurt gekomen was. Zo ging het verder tot 42 van de veroor deelden waren gedood. Vooraleer op zijn beurt de trappen van het schavot te bestrijden wierp de laatste rover de pijp tegen de grond aan stukken». In hoever al die verhalen met de waarheid over eenstemden wist Spillaert niet. Wél viel het hem op dat in de Oostvlaamse streken vooral geregeld benden waren opgetreden, dat zij heel dikwijls hun zwaarste misdaden pleegden on der het mom van opstandigheid tegen een be zetter of een zwak gezag, dat zij zegden het rijk van de armen te willen stichten, maar dat zij in feite zonder politiek doel of zonder politieke vorming enkel op geld en allerlei buit uitwaren. Tussendoor pleegden die benden, in de voor bije eeuwen net als nu, ook van hun standpunt uitgezien totaal nutteloze moorden, hetzij om dat hun slachtoffers niets bezaten hetzij dat zij alléén een wraak wilden koelen of dat nog erger zij er plezier in vonden oude mensen eerst grote schrik aan te jagen en daarna te doden. Iets van dar alles vond men terug in de dubbele moord die in februari 1920 in Oostakker werd gepleegd op Ivo De Man en Marie Janssens. Het eerste proces-verbaal omtrent deze zaak dateert van 15 februari 1920 en is opgesteld door eerste opperwachtmeester Renii Taver- nieren wachtmeester Frederic Schoonjans. Het is in het Nederlands gesteld maar in de marge leest men in het Frans: «Analyse du proces verbal constatant un assassinat de la nommée Janssens Marie-Louise née a Waerschoot le 13 mai 1855 et coups et blessures sur le nommé De Man Ivo né a Evergem le 11 mars 1840 a Oostacker». Letterlijk zegt dan het p.v.: «Wij hebben op gemelde datum om 8.30 uren nieuwen tijd verwittigd geweest door Van Damrne Emiel als dat er ingebroken was bij De Man Ivo en voorzeker iemand vermoord was daar zij geene antwoord kregen op hun geroep van aan het venster. Wij hebben ons spoedig ter plaats begeven en vastgesteld als volgt en ook de volgende personen onderhoord. Claus Remi geneesheer te Oostacker was bij onze aankomst ter plaats. Dezen had reeds de eerste noodige zorgen toegediend aan De Man Ivo oud 78 jaar ongeveer, die nog leeft maar zonder spraak ligt. Den geneesheer verklaart dat De Man geen uitwendige wonden heeft, een slag op het hoofd moet hebben bekomen, dat hij reeds veel is verbeterd en denkt dat hij nog de spraak zal terugkrijgen. Wij onderhooren Van Damme Emiel, 25 jaar landb. zoon van Jozef te Oostacker, Gentse steenweg, verklaart in 't vlaamsch: Dezen morgend kwam ik met mijne zuster Sylvie van de kerk van Lourdes, om 7.45 ure, nieuwe uur, kwamen wij voorbij de woning van De Man. Wij zagen dat een gordijn naar buiten waaide over de bareer en bemerkten glasscherven voor dat venster. Zekeren Moeraert, melkvoerder te Loochristi Hyfte, die voorbij reed kwam mij op het hof tot aan gemeld venster. De luiken waren toegesteken, een gordijn waaide er onder uit. Moeraert trok de luik open en riep «Ivo». Dan hoorden wij zuchten, dan ben ik spoedig om U gendarmen gekomen. Ik heb niets anders bij zonders rond het hof bemerkt. Na voorlezing volhard en tekend in ons zak boekje. Van Damme Sylvie, oud 18 jaar, dochter van Jozef, doet heel dezelfde verklaring als haar broeder hierboven. Van Damme Jozef, oud 60 jaren, landbouwer te Oostacker, verklaart in 't vlaamsch: Dezen morgen een weinig voor 8 uren is mijn zoon en dochter mij komen zeggen dat voorzeker iets buitengewoons gebeurd was op de hoeve van De Man Yvo, dat het venster was ingestooten, op hun geroep slechts met gezucht geantwoord werd, Ik ben seffens ter plaats geloopen en in gezelschap van Moeraert Theofiel, zekeren Temmerman Theofiel en nog twee anderen aan mij bekenden zijn wij bin nengegaan in het huis van De Man. Deze lag in den gang tegen de deur uitgevende in eene achterkeuken, Moeraert heeft met mijne hulp De Man opeen kussen gelegd. Hij zuchtte maar kon niet spreken. De dienstmeid Janssens Louise lag dood in den gang voor de voordeur. Wij hebben den ge neesheer doen verwittigen. Oudenaert Lievin, oud 41 jaren, werkman en herbergier te Oostacker, verklaart in 't vlaamsch: Dezen nacht tussen 11 en 12 uren is bij mij een jongeling binnengekomen heel in 't zweet en gejaagd. Hij zegde dat men bezig was met inbreken aan 't Kapelleken, dat men naar hem geschoten had. Hij heeft een glas bier gedronken en is voortgegaan. Hij zegde thuis te zijn bij Vanhoutte August, Ik ken anders dezen jongeling niet. Vanhoutte Cyriel, 21 jaar, fabriekwerker thans zonder werk, geboren te Watervliet, zoon van Emiel, thuis bij Vanhoutte August verklaart in 't vlaamsch: Dezen nacht 14 en 15 dezer rond 22.45 uren kwam ik van den Cinema van Gent. Gekomen op omtrent 200 meters van de plaats der misdaad hoorde ik verschillende schoten afgaan. Ongeveer tien. Bevreesd ging ik stil voort. Aan de hoeve gekomen werden nog twee schoten buiten gelost. Ik hoorde een persoon weglopen van aan het Kapelleken. Ik ben zeer in de richting van Oostacker gegaan. Gekomen aan het Meuleken ben ik eene herberg binnen gegaan bij Oudenaert waar ik het gebeurde verteld heb. Ik ben dan seffens naar huis ge gaan zonder verder gendarmen of politie te verwittigen. Wij opstellers ter plaats stellen vast alsdat bin nen in de woning alles in de grootste wanorde verkeerd, de dienstmeid Janssens Marie Louise oud ongeveer 65 jaren ligt in nachtgewaad blootvoets in den gang. Den man. De Man Yvo, was door den geneesheer reeds te bed gelegd. Wij vinden de sporen van verschillende revol verschoten, twee ledige patronen en twee ko gels heel verplet alsook een douille afgeschoten van een jachtgeweer. Deze riekt nog naar poe der. Lag nevens de stoof. Het slachtoffer bezat sedert eenige tijd een jachtgeweer. Dat geweer is niet meer te vinden. Het is verdwenen. Achter de woning in den hof zijn lichte in prenten van voeten bijzonder van een schoenhiel met ronden kaoutchou er onder. Dezelfde voetprent is te vinden langs den buitenkant langs de haag waar hij zijn ge voeg gedaan heeft, hem heeft afgekuist met een brief in twee deelen gescheurd. Dezen is gezonden door een zekere Bertha van Wil- rijck naar een soldaat genaamd Achiel. De zen brief is gedagteekend van 29 januari II. hetzelfde voetspoor gaat voort door de ak kers in de richting van port Arthur en Gent...» Tot daar het eerste p. vDe passage over de man die «zijn gevoeg» deed en daarbij een stuk van een brief gebruikte was belangrijk voor het onderzoek. Spillaert kwam via dat «briefgle- ment» een stap dichter bij de waarheid. Later heeft Verstuyft mij verteld dat schier bij elke overval en diefstal bendeleden last van de dar men kregen en dringend «ergens heen moes ten». Wat altijd sporen naliet. En wat vandaag bij moderne dieven én boeven nog méér ge-, beurt dan geweten. (Vervolgt) ll)l( letii Vorige week werd in het kader van het «Jaar van hef Kind», nationale sportdag gehouden in de scholen va t de Moorselbaan en de Langestraat. 's Morgens was er voor het eerste, tweede, derde en vierde leerjaar wandel- en zoektocht doorheen Mijl beek, terwijl de vijfde en zesde klas aan het voetbal len en handballen waren, In de namiddag was het zoektocht voor het vijfde en het zesde leerjaar, terwijl het voetbal was voor 3B te gen 4B, 3B tegen 4A en 4A tegen 4B. Dan werden er nog leuke spelletjes gedaan, onder andere handbal, hinkelen, ldz... Alles verliep heel plezierig en het is te hopen dat het volgend jaar nog eens het «Jaar van het Kind» wordt. Jan Caudron 3e leerjaar S.M.I. Moorselbaan Ook in de Falulntjesgemeenten Baardegem en Meldert laat de georganiseerde jeugd zich horen. Eet- en dansavondje: Op met als titel «De Holle Weg», zaterdag 31 maart heeft het Het wordt opgevoerd te jaarlijks eet- en dansavondje Baardegem op zondag 20 van de skouts. de VVKS. plaats in zaal «Ons Huis» te Baardegem. Op het menu forel op zijn Ardens of kalfsblanket. Daarna ten dans op muziek door DJ's van het jeugdhuis uit de Aalsterse Zonnestraat. Buiten de skouts zelf zijn er oud-leidsters en leiders en ouders zeer welkom. Jongerengemeenschap voor Evangelisch leven: te Mel dert op maandag 9april en te Baardegem op woensdag 11 april, telkens te 20 u. in de respektievelijke parochie kerk. jongerenvastenwake onder het tema «in Uw handen beveel ik mijn geest». Iedereen is er van harte welkom. Wagenspel: De Verkenners - Baardegem schreven en rea liseren een eigen wagenspel mei aan «'t Kastrolleken» en op uitnodiging van de JIN- groep «Genesis» Meldert ook in deze laatstgenoemde deel gemeente op zondag 27 mei aan 't Parochiecentrum. LH Het hoeft weinig betoog; Stampen en Dagen beluisteren en bekijken is plezier en goede muziek bijeen. Een garantie temeer om deze Leedse groep aan het werk te moeten zien is hun pas verschenen tweede langspeelplaat. Reeds op hun eerste LP bewezen ze over voldoende inspiratie te beschikken om het ver te schoppen in hun genre. Hun optredens worden dan ook met veel ambiance omlijst. Puur plezier, én voor het publiek én voor de mannen van Stampen en Dagen zelf. Ze laten het niet aan hun hart komen. Muziek maken op de voor hen zo typische manier is uit het leven gegrepen. Het kon dan ook niet bij één elpeetje blijven. Al die inspiratie moest toch ergens in resulteren. Wie wil kennis maken met dit kersverse geesteskind moet zeker op zaterdag 31 maart te 20 uur naar 't Lijsternest te Burst stevenen. We krijgen een selektie te horen uit oud gekend werk en liedjes van de nieuwe langspeler. Allen naar Stampen en Dagen! erli alli •'ge De Koninklijke Fanfare «De Katholieke Gilde» met zes leden van «The Scottish Red Hackle van Hekelgem is op zaterdag 7 april aan haar Pipe Band», een uniek gebeuren in de streek. Lustrum Muziekkonsert toe. Op doedelzak, met begeleiding door de fanfa- Het vindt plaats in de zaal «Gildenhuis», Kerk- re, kan u dan «Scotland the brave, en het zo straat te Hekelgem vanaf 20 u. gekende «Amazing Grace» dat U ook op de Buiten de stukken te spoten door het eigen beeldbuis reeds kon meemaken, beluisteren, korps uiteraard onder de leiding van Henri De Het wordt voor kenners allicht een niet te Vis, de verdienstelijke dirigent, worden ook versmaden buitenkansje, een paar nummers gebracht in samenwerking LH Het Israëlische landschap is erg afwisselend en bijzonder rijk aan kontrasten. Vanaf de zee heeft men eerst een lange duinenrij van zand, vele kilometers lang. Vlak daarachter heeft men over de ganse kustlengte de groene sinaasappelplan tages en rijke groentetuinen doorsneden met slo ten en grachten voor de zeer verzorgde en inge nieus geplande irrigatie. Verder oostwaarts komt men in een gebied van lage heuvels met uitge strekte wijngaarden, tarwe en maïs en, grenzend aan deze eerste zacht glooiende heuvels, wordt het bcrgachtiger met goed verzorgde terrasbouw Steeds oostelijker komt men aan de kale kalkrot sen die overal als koepels uitsteken maar allen zijn thans beplant met jonge bossen - het is de streek van dè olijven, de vijgen en ook nog drui- vcnplantages. Daarna komt de hoogvlakte van Juda en daar tekent zich de water - afvloeiingsli jn tussen het middellandse zeegebied en het water- verdel ingsgebied 'voor de Dode^Zce en daar be landen wc dan midden in het woeste landschap van de krijtbergcnwocstijn van Judea met min der, ja schaarse plantengroei. Maar zo afwisse lend blijft het ganse landschap met als hoofdsom eindeloze keiënvcldcn die vruchtbaar bewerkt werden. Land en stenen die eeuwen en eeuwen bleven blaken in de brandende zon en die plots in de helft van onze eeuw een gans andere bestem ming kregen: vruchtbaar gemaakt worden... om de ware betekenis van het land van melk en honing terug te vinden. Wanneer wij bij onze aankomst te Tel Aviv di- De nieuwe bibliotheek van Tel Aviv. rekt per autobus doorreden naar de heilige stad Jerusalem sprak Jaacov ons herhaaldelijk van «de weg van de moed». Het was toen ons eerste kontakt met dit aktieve, ploeterende. Israël en pas nadien werd ons duidelijk welke enorme risico's tic Israëlische soldaten in 1948 hebben genomen om doorheen tic nauwe bergpas - hun» slatl Jerusalem te veroveren toen tic arabieren twee maanden lang de heilige stad bezet hielden. Langsheen tie ganse, geasfalteerde en thans druk bereden baan ziet men nog overal wrakstukken van de Israëlische pantserwagens die toen wer den ingezet om de onafhankelijkheid van dit toen nog droge en onherbergzame gebied tot het hunne te maken. Aan het einde van deze «Weg der moed», vlak bij Jerusalem dat na de 6-daagse Juni - oorlog in 1967 volledig Israëlisch werd, ligt het Martelarenwoud, aangclegtl ter nagedachtenis van de 6 miljoen Joden die door Hitier - Duitsland werden omgebracht... Al deze plaatsen blijven dagelijks bij oud en jong de vingerwijzing van de zware strijd die het hui dige Israël heeft moeten leveren om op dit ogen blik in staat van alarm te verkeren om tot een vredesakkoord met Egypte te komen. Als men dat land doortrekt kan men pas moeizaam begrij pen hoe sterk dit volk eindelijk naar vrede snakt... na al die jaren onafhankelijkheid onder gevechtsbedreiging. Nu maglsraël nog geholpen zijn door al de rijke Joden die in Amerika en Europa deel hebben aan tic zo - gchaatte kapita listische rijkdommen, toch blijft het bij elke ob- jektieve toerist, bij elke bezoeker, bewondering afdwingen wat hier werd gerealiseerd. Wanneer wc straks ''oorheen de meest onhcr- Tel Aviv, gelegen aan de Middellandse Zee. bergzame Sinaï-woestijn zullen* trekken zullen we ook daar weer telkens wrakstukken - in - verering langs de wegen zien gemonumenteerd. Maar ook dan wéér zullen we aanvoelen hoe jong en oud daar van bij de prilste jeugd tot de laatste ademsnik in bange oorlogsnood leeft en werkt... en tracht tot een menswaardig bestaan te komen. Elke vierkante centimeter grond is hier duur be taald het land moest en moet nog voortdurend op de hoede zijn de grillige vorm van het land, breed bovenaan in Galilea en brede, ruwe Negcv - woestijn onderaan en die beide grote gebieden slechts verbonden met een smalle, vruchtbaar gemaakte strook die soms slechts 20 km breed was... zo was het vóór de 6-daagse oorlog en de gebieden die erbij kwamen na deze zware gevechten, nl. het Cisjordanië met Oost - Jerusalem de ganse streek van de Golan - hoogte en dan onderaan die ganse meest onher bergzame Sinaï - woestijn zijn nu ook wéér de twistpunten voor dc vredesonderhandelingen. Eigenaardig is het Jat die nabuurlanden nooit tot een vergelijk zullen komen terwijl in het joodse binnenland de immigranten van oosteuropa met 'Ie vluchtelingen van het nazi - regime uit Cen traal Europa samenleven en wonen en werken met Aziaten en Afrikanen: oneindig veel verschil (en soms wel onbegrip) lag er lussen die vluchte lingen uit die landen die enorm ver uil elkaar lagen, de Jemenitische herder en geilenwaehters hadden enkel de Bijbel als bind teken met de duitse dokter of professor... hun enig punt van verstandhouding was echter de IFRIETISCHH taal... iedereen die dit land zijner dromen he- Het stadhuis van Tel Aviv. reikte leerde eerst met veel moeite en inspanning het Ifriclisch en nu bestaat er een ganse generatie die geen andere taal dan Ifriet spreekt. Hadden, ook onze Walen, het veel gemakkelijker Neder lands willen leren dan zouden wij hier in ons zalig landje niet gekonfronteerd zijn met die gek ke onontwarbare knocitoestand waarin we nu verzeild zijn. Maar ja. - dan moet men willen samenleven en ook de inspanningen getroosten die zulk nabuurschap met zich brengt. Natuurlijk stellen zich in dit land heel wat pro blemen die moeilijk aan le voelen zijn wanneer men niet in hel milieu zelf vertoefd heeft. De bevolking steeg tot ruim boven de 3 miljoen in 15 jaar lijd maar onder hen vertoefde minstens een kwart miljoen Arabieren en natuurlijk zijn er nog de ruim 900,000 Palestijnse vluchtelingen die in chaotische kampen rondom hel Jordaanse Jerusalem wonen voor hen schijnt slechts een konflikl met Israël als -oplossing» le beslaan Laat ons hopen lat onderling begrip en samen onderhandelen uilein lelijk een gezonde oplos sing kan brengen (vervol at)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1979 | | pagina 18