Gilbert Temmerman: een schrijver voor het volk I! 10 - 6.3.1979 - De Voorpost plaats een mens wel eens in een ongewone situatie, om te zien hoe hij in die werkelijkheid zou reage ren. Maar toch mag de «pointe» niet geforceerd zijn. Aan dat «dramatiseren» tracht ik wat te doen. Hoofdzaak is «hoe». «Wat» is van minder belang. Vooral de manier waarop'de mensen reage ren boeit mij. Hoewel ik dit ook enigzins vrees, beoefen ik graag de vorm van de dialoog... De tijd was veel vlugger voorbij dan we dachten. Het waren voor ons leerzame uren, bij een schrij ver van dit formaat. Gilbert Tem merman is nog verre van uitge schreven! Wilfried Lissens Met toestemming van de uitge ver mocht dit «inleidend ver haal» overgenomen worden. VOOR DE SOEP Als ik vooraf zeg dat dit mijn eer ste boek is, lieg ik net voor de helft. Hieruit concludere men liefst niet dat ik het zo nodig als politicus waar had kunnen maken, want de wal lijkt me nog altijd veiliger dan de sloot. Mijn eersteling, vierhonderd ma- nuscriptvellen barstensvol niet begrepen bedoelingen, ligt nu al jaren op zolder. Bezweken aan de literiare mazelen rust het onding er, onwetend van de aangerichte ravage, in een antieke kinderwa gen. Niet dat ik op symboliek ge steld ben, doch ook het wagentje raakt nooit bij het grove huisvuil. Dit standaardwerk moet al zo erg vergeeld zijn, dat de slijtage aan de eerste twintig folio's, getui gend van de beroepsernst en het al bij al toch beperkte geduld van meerdere dozijnen lectoren, enkel nog de ingewijde opvallen zou. Maar die enkeling is nu geluk kig over het masochistisch sta dium heen. Let wel, de authentici teit van mijn materie werd nergens in twijfel getrokken. «Maar, zie je...» Ik weigerde gewoon het te zien, tot de dag waarop mijn oudste net vijftien toen in mijn kin derwagentje scharrelen ging. Al leen het eerste van drie delen heeft hij doorgenomen, gedeeltelijk al thans. Zijn recensie klonk vernie tigend. «Pa», zei ie, «ik vreesde dat die lui nooit meer uit hun schuilkelder zouden komen». Toen zag ik het ook. Naar verluidt, beweerden de oude Chinezen dat enkel man heet. wie een zoon heeft verwekt, een huis gebouwd en een boek geschreven. Die zoon en dat huis bracht ik tij dig voor elkaar, zij het in beide gevallen met de onontbeerlijke assistentie. Maar kan een afgewe zen manuscript als boek omschre ven worden? Mijn lieve eega (als de toevallige lezer nu de indruk mocht opdoen dat ik wie dan ook imiteer, wil ik dat graag voor een men het doet moeten het vaste plaatsvervangers zijn die per manent mogen aanwezig zijn maar alleen stemgerechtigd zijn zo ze een effektief lid ver vangen. ORGANISATIES MET MEERDERE AFDELINGEN Indien geen rechtvaardige vorm van beperking hierbij kan worden gevonden is de Hoge Raad van oordeel dat het arti kel over deze organisaties met meerdere afdelingen dient op geheven te worden. Rekening moet hierbij worden gehouden door de sterk veranderde reali teit van de fusies van gemeen ten. Voor oprichting van een compliment nemen) gaf in deze pijnlijke zaak tactvolle blijken van begrip. Wellicht, omdat ze zich ergens schuldig wist. Zowat een halfjaar lang had ik het wordings proces voor haar geheim kunnen houden. Puur uit ijdelheid beging ik toen de vergissing mijn zaak te erklappen en, hunkerend naar een tot volharding strekkend halle luja, las ik mijn verrast gezin op een mistige zondagmiddag een aanloophoofdstukje voor. Uiter aard hét meest dramatische. Ze za ten er warempel stil bij te huilen en de kinderen deden wild om het vervolg te horen. Doch dan moest ik die schuilkelder in... en, gelet op hun eerder op volkslectuur af gestemd bevattingsvermogen, leek dit me te riskant. Ik bezwoer eega-lief er nergens een woord over te reppen, want er zouden nog minstens een paar ja ren verlopen eer mijn epos van stapel kon. Daarenboven was het lang niet zeker dat enig uitgever zich over dit uniek .levensge wrocht zou schikken te ontfermen. Waarna ik het even over paard en haver had. «Hoe hoog schat je onze kansen?» vroeg ze. «Eén tegen tien,» zei ik, hoewel ik «ons» er voor mezelf één tegen drie gaf, wat toch nóg van be scheidenheid getuigde. «Als ze het niet nemen, geven we het zelf uit,» stelde ze daarop voor. «Hoeveel kan dat zo kos ten?» Het produkt van mijn tweede ra ming vermocht nauwelijks een domper te zetten op haar emotie vol engagement. Tot ik op ging werpen dat ze in dat geval de eer ste vijf jaar aan geen autootje den ken moest, noch aan centrale ver warming, ja, niet eens aan dat vloerzeil op kamerbreedte. Inzo'n zaken moet men immers redelijk zien te blijven. En ze mocht er nergens een woord over reppen, herhaalde ik alsmaar, vooral tegen haar ouders niet. Stel je voor, dat het verenigd gild ging rondba zuinen hoe hun genie van een schoonzoon, echtgenoot en vader een heus boek aan het plegen was («Een dik boek. Over de oorlog!») en dat ik uiteindelijk mijn konijn niet uit de hoed kreeg. Konden ze me zoiets aandoen? Ze brachten het toch maar voor de bakker. Binnen de maand wist zelfs de heel verre familie ervan, de aangetrouwden, de buren en al mijn tapkastkennisscn. Hoe vaak is me her en der niet gevraagd ge worden, hoever het nu met mijn boek stond en later of ik reeds een uitgever «gekozen» had. De aanvankelijke bewondering, die allengs tot ongeduld ver keerde, om zich finaal als een nauw verholen leedvermaak te manifesteren, hebben mij de wijs heid der oude Chinezen duizend voudig doen vermaledijden. Was het ook dit schuldgevoel d haar er toe aanzette me terug jungle in te sturen? «Doe het ditmaal wat bescheidj ner», raadde ze. «Ik heb onlanjE over de radio gehoord dat een d| butant beter dunnetjes begint»f Ja, soortgelijk klokje had ik in ill tempore al horen luiden, doch laatdunkend advies toen, na vld rijpe overweging, genegeerd d idl n zijnde bestemd voor minder I gemeentelijke kulturele raad moet degelijke publiciteit wor den gemaakt en in het erken ningsdossier moeten hiervan sporen worden teruggevon den. Het aantal 12 voor de sa menstelling van het bestuur zou worden vervangen door een regeling die een billijke ver tegenwoordiging waarborgt. De samenstelling van de erkenningskommissie kan de zelfde zijn als deze van het be stuur maar dit samenvallen kan niet worden ingeschreven in de statuten. Alhoewel politieke partijen via koöptaties tweemaal in de raad kunnen vertegenwoordigd zijn vindt de Raad zulks niet wenselijk. LH en youn angryscribentjes. Want, zie je. ging naar de veertig en meende dl wie zijne literaire geldingsdrai zolang had weten in te tomen, wj voldoende maturiteit had opge: aard om de lezende Nederlandi meteen de hele os voor te zettei Washetmaidenboekvaneenilluj gi ter streekgenoot met nobel taleiwe destijds ook niet een turf geweesfBiii En dat de man zijn manuscripjda naar eigen getuigenis, op oorlof d< ^toiletpapier had neergepend, ko V; het hem daarbij niet makkeiijkPQf gemaakt hebben. (Verre van mij beweren, dat aan zijn versie ov dit ongebruikelijk materiaal et en luchtje zitten zou, doch ergei schijnt ze me wel buitenspori Toiletrollen waren tijdens de b l. zetting vast schaarser, relati duurder zelfs en voor het gj stelde doel althans heel v minder geschikt, dan de zw; sarma-kladschriften, die je kopt kon, lang nog nadat zijn bekrooi gewrocht alle voorsteden verove had. Maar misschien was het e kei een kwestie van voorkeur, al niet de intieme uiting van c lijdzame contestatie). «Geen lange afstanden meer,» h; )6 ze dus geraden. «Probeer het eens». Mensen, wat al prachtige titeh y( voor pocketromans ik niet bede ken ging; affiches die gewtx schreeuwden om een scenario jg Helaas, veel meer dan beloftevol yy eerste en prangend- suggestie! slottaferelen kreeg ik niet uit mi/ bolpunten. Ik blijk waremp^^ enige aanleg te hebben, voor hin opzetten van eerste en laats hoofdstukken, maar welke Sam ritaan vult voor mij de woestijn< aan braakland er tussenin? Het werd dus andermaal niets, w ik haar met mondjesmaat wist b te brengen, doch ik ben een nu van eer, en dat kunnen ze zich ai dc Jantse voor gezegd houden. Wie op Gods akker geen vruchu wint, perst zijn nectar uit het wi "el gewas. Dit tweede draaiboek stofne feer ik derhalve met het schralas schaarhout van een najaarslent#ht wat de sterke eenzame lezer me ajud een zelfoverwinning ten goede rfer kenen mag. Evenals het feit oveBSt igens, dat ik vooral de lichtere toele sen zocht, en dit in weerwil van C het fataliteitscomplex dat ik uit hret hele drama dreig over te houdeni dj Vormen enkele plukjes hclmgrij. (of hoe ze dat in de Sahara's ockjd heten mogen) saamgebonden tjg^ een ruwe ruiker nog geen oasj elke woning hoeft ook geemkaL^ teel te zijn. L Geen harakiri replay nochtans. ïl weten thuis niet beter dan dat mijj* strijdbijl voorgoed begraven ligf^ Het verzamel-, lijm-en l'kwen. verricht ik op kantoor. Onder <fl middagpauzes uiteraard zoar U al gedacht had. En met de uitgjr vers doe ik alles postliggend, oir al worden het er andermaal dertig®1» Ditmaal weiger ik mijn kansen!'™ schatten, doch als wat bij de gr®^1 nade der lectoren van mijn sprolPö* keloogst resten zal, de moeite ld©d nen mocht om er enig lood aan lloc spenderen, zal er voor dame Fot^ tuna een bussel wierookstaafje™" worden opgestoken, ergens in eJfl onbezette hoektoren van de Chi nese muur Op mijn kosten. En 15 beeweeg naar Zichem, want i asse van Claes ligt goddank ni zover. Zo de mijnen er ooit iets over ve nemen, dan eerst die heerlijke d, (liefst een paasmorgen) waarop mijn presentexemplaren stiekc Bn op tafel deponeer. Net voor a* soep. Laat ze er dan de buren ma bijroepen. Wintermaand 19' pc. ia l 1H Een visioen: de soep staat koud. buren zijn weer huistoe. Ieder m een presentexemplaar, want vo< minder werd er niet geruimd. «Wat dacht je?», gekt mijn w' derhelft, «de prijs van de roem.^ Je hebt je woestijnrit toch ma gewonnen». Uitgereden, bedo ze. Als ik die niet intoom, gaat straks een gele trui breien. Of een groene Liet dame Fortuna zich bedondj ren of houdt ze het Rad draait voor de blinde gok van een exp rimenterend uitgever? Nobless oblige: nu we voor de goede bal ker staan, trakteer ik op zandkoel jes. Het wierook festijn wordt v Hongkong beredderd (kost ir zowat mijn hele gage!) en op h huidige ogenblik wordt nagekekt hoe vroeg de eerste zondagtre naar Zichem gaat. De truc met hoed zit er dus op. Is wat vo< sprongt geen Paashaas, ook c nest winterkonijntjes kan best leu wezen. En de derde voorwaart werd toch maar vervuld: een nu wordt eehoren. halleluj; Oogstmaand 1978 Het is nu al een poosje geleden dat de Nieuwerkerkse schrijver Gilbert Temmerman (Papestraat 48) zijn eerste heuse boek in om loop bracht: «Vóór de Soep» heet het, en is gevuld met «verrassende verhalen» zoals de ondertitel luidt. Een Reinaert uitgave. Gilbert Temmerman werd in 1927 geboren. Zijn carrière is zo wat op z'n Amerikaans, lezen we op de achterflap van zijn nieuwe boek: eregast bij een banketbakker te Brussel, reiziger in naaigarens en chiroreï, fabrieksarbeider en ambtenaar. Hij schreef na 1948 liedjesteksten onder het pseudo niem Willy Hartman, benevens was vast medewerker aan het voormalige NIR cabaretgezel schap «Kop en Staart», en ver wierf in 1961 de eerste prijs in een wedstrijd voor radio-verhalen met «Spiegelgevecht». Hij zette jaren lang geen pen meer op papier, om pas onlangs weer het genre van de korte verhalen op te nemen. «Vóór de Soep» is een reeks kort verhalen, waarin Gilbert Tem merman zich een meester toont. Bijzonder sterk is hij in zijn dialo gen. Hij is bijwijlen ondeugend, humoristisch, soms een tikkeltje hard, maar toch steeds luchtig. In deze bundel komt bovendien een Science-fiction verhaal voor, dat door de auteur zelf om het humo ristische opzet ervan, als één zij ner geliefkoosde verhalen uit deze bundel werd aangestipt. «Vóór de Soep» is evenwel niet het enige uitgegeven werk (tot nog toe) van Gilbert Temmerman. In de 3e Omnibus van de Vlaamse Humor meet hij zich met de groten van ons taalgebied zoals Gaston Durnez, Jos Ghijsen, Louis Ver beek enzoverder. Van Gilbert Temmerman, verscheen in dit boek (uitgave Reinaert 1978) het verhaal «Pastorale» en «Wilgekat jes». En zijn verhaal (science fic tion) «Spiegelgevecht» verscheen in de verzameluitgave «Dans in de Ruimte», eveneens een Reinaert- uitgave (1977). Maar laten we zijn boeken nu verder dicht. We gingen Gilbert Temmerman gewoon vragen hoe hij tot schrijven was gekomen. «Het begon kort na de legerdienst, zei hij». Ik kende Guido Kareis uit Haaltert. Ik ben eigen lijk begonnen als liedjesschrijver Men pakt wel uit met «werk van eigen bodem», maar je geraakt toch moeilijk iets kwijt. Er is daar moeilijk vooruitgang te maken. In het Vlaamse zangers- en zangeres- senmilieu toch, als je teksten bracht die toch nog iets beter wa ren dan wat op de markt kwam. Ik maakte teksten op muziek van Oc taaf Boone. Ik maakte zelfs tek sten voor kandidaten aan de «Gouden Sirene» voor Middel- kerke, voor Cindy, meer bepaald ook. Maar dit werd toen door Louis Neefs gewonnen. Ik dacht toen meerdere keren het bijltje er bij neer te leggen, maar de verlei ding om je teksten proberen kwijt te geraken is toch te groot». Gilbert Temmerman is een bij zonder vriendelijke man, die in tens over zijn literaire interesses vertelt. Over zijn mislukkingen ook, maar ook over zijn welsla gen. Gilbert is een vechter, een doordrijver. Zijn charmante echt genote zet ons wat voor^ en Gilbert vertelt verder: over «Kop en Staart», het NIR Y- kabaretpro- gramma, waarvoor hij soms tekst schreef voor één uur lang (en dat is wat!). Na 10 jaar werd «Kop en Staart» afgesloten, omdat er aan alles eens een einde moet komen. En toen begon de periode van de radioverhalen. «Het was de eerste keer dat ik van radio- luisterspelen hoorde», vertelt Gilbert Tem merman. «Ik deed mee aan een wedstrijd van de gezamenlijke gewestelijke zenders. Dat is de grondslag van mijn «Spiegel beeld» -dialoog. Ik haalde de eer ste prijs. Tweede was René Strue- lens en derde Alice Thoen. Die prijs was voor mij een volkomen verrassing. Ik hoorde het van een vriend...» Waarom kort verhaal, en geen romans? «Ik ben wel ooit aan een roman begonnen, eerder een familiekro niek tussen 1940-45Dit was een titanenwerk, en dc literaire waar den of resultaten leken me niet zó bijzonder groot. Ik zag er toen maar vanaf. Vandaar de kortver halen. Ik ben nu met een tweede reeks verhalen bezig, misschien zelfs wat ernstiger dan de pas uit gekomen reeks. Het is nog niet gezegd dat ik daarna nog met een roman uitpak. Maar voor het ogenblik voel ik me toch beter bij het kortverhaal Ik schrijf moei lijk, in die zin dat ik veel her- A /V/\ Het dekreet van '74 tot erkenning van de gemeentelijke kultu rele raden dat erop gericht was de participatie op het lokaal vlak te ondersteunen heeft reeds heel wat stof doen opwaai en. In de praktijk werd het inderdaad veeleer als een keurslijf ervaren. De Kommissie Kulturele Raden van de Hoge Raad voor Volksopleiding kreeg in de voorbije drie jaren een zeven tigtal dossiers van nieuwe of heropgerichte kulturele raden te beoordelen en kwam, uit ervaring, tot een lijst van knelpunten alleen door wijzigingen of nieuwe interpretatie op te lossen. De Kommissie richtte zich dan ook tot de bevoegde minister. Fundamentele wijzigingen van het dekreet zijn hierbij niet te venvachten, wel dat scherpe kanten worden afgerond en het keurslijf minder strak wordt aangespannen. Nadat allerlei verenigingen en personen zich hadden ingezet voor een beter en demokrati- scher kultuurbeleid en kultureel werk in hun gemeente kwam in 1967 een ministeriële omzend brief waarbij o.a. het feit dat om een kultureel centrum te kun nen oprichten de gemeente eerst over een kulturele raad moest beschikken stimulerend werkte. De bepalingen van de toenmalige «Leidraad» waren slechts adviserend en plaatse lijke werkers konden de klem tonen in hun statuten leggen naar eigen oordeel. Na de instelling van de kultu rele autonomie in 1970 en de oprichting van de Kultuurraad moesten alle wettelijke be schikkingen van kultuurbeleid gevestigd worden op dekreten en zo kwam er een op 12.12.74 gevolgd door een K.B betref fende de erkenningsprocedu re. Ook een model van statuten en van huishoudelijk reglement werd verspreid. Ook het kul- tuurpakt heeft invloed op de kulturele raden en nu moeten deze rekening houden met een tot in de kleinste punten uitge werkt geheel van juridische teksten zodat de kleinste af wijking kan leiden tot niet- erkenning, tot klachten bij de kultuurpaktkommissie en tot onderlinge twisten. De Kommissie van de Hoge Raad voor Volksopleiding maakte dan een lijst van «knel punten» op die nieuwe interpre taties of wijzigingen impliceren en maakte die in vorm van ad vies aan de minister over. VOORWAARDEN VAN LIDMAATSCHAP Verenigingen en diensten die willen deel uitmaken van de Al gemene Vergadering moeten een minimum van bewijzen le veren om aan te tonen dat ze georganiseerd en aktief zijn met bijvoeging van de be stuurssamenstelling en het le denaantal. Het aktiviteitenmi- nimum mag niet verhoogd wor den en statuten of reglementen moeten worden ingediend. Het Rijk dient een lijst van door haar betoelaagde organisaties te verspreiden en aangedrongen moet worden dat ook provincie en gemeente zulks doen. PARTICIPATIE VAN OVERHEIDSINSTELLINGEN Overheidsinstellingen kunnen alleen participeren zonder stemrecht. In kulturele centra, akademies, musea, konserva- toria kunnen afgevaardigden door de overheid worden aart- geduid die met die achtergrond een dominerende rol zouden kunnen spelen en anderzijds steunt de inspraak van advie sorganen erop dat adviserend funktie en geadviseerde ge scheiden blijven. BESLISSINGEN EN ERKENNINGSKOMMISSIE Een zich op ideologische of fi losofische gronden miskend voelende organisatie kan be roep doen op de kultuurpakt kommissie. Beroep doen op de Algemene Vergadering inzake een beslissing van de erken ningskommissie is niet uitdruk kelijk voorzien. De bevoegd heid en de te hanteren kriteria door de erkenningskommissie alsmede de procedure moeten worden beschreven in een re glement goed te keuren door de Algemene Raad. De opdraent van de erkenningskommissie is dus uitvoerend en een zich ge- diskrimineerd voelende ver eniging moet bij de Algemene Raad kunnen aankloppen die het laatste woord heeft, be halve wanneer de kultuurpakt kommissie bevoegd is. KOÖPTATIES EN BESTUURSFUNKTIES Tegen koöptaties en het feit dat gekoöpteerden bestuursman daten uitoefenen is geen rem. Om misbruiken uit te sluiten wordt wel aanbevolen in de sta tuten de gronden van de koöp taties te vermelden, Eventuele koöptaties moeten vóór de be stuursverkiezingen gebeuren en mogen niet van aard zijn sto rend te werken op de represen tativiteit van de kulturele raad. GEEN BEPERKING VAN AANTAL ADVIESRADEN Geen beperkingen qua aantal adviesraden kan worden inge voerd, dit vanuit de algemene bekommernis voor participatie op lokaal vlak. Bij oprichting van een nieuwe gemeentelijke adviesraad met kulturele be voegdheid wordt de vertegen woordiger de facto niet- stemgerechtigd lid. STEMGERECHTIGDEN EN PLAATSVERVANGERS Werken met plaatsvervangers is geen verplichting maar zo Dialogen schrijven ligt mij. (SJ) schrijf. Er zijn dagen van drie zin nen, en dagen van drie bladzijden, om het zo maar eens te zeggen. De ideeën moeten zich spontaan aan melden bij mij...» Gilbert Temmerman had het ver ader nog over zijn Hartman »- periode, en over nog vroegere jeugdherinneringen: de moeilijke studentenperiode tijdens de oor log, toen hij eens uit de mond liet komen dat hij schrijver wilde wor den, op een vraag van een Ieraar (in het VTI) wat hij zou willen worden. De leraar had dit ant woord niet zo heel goed verstaan, en dacht dat Gilbert bedoelde: «schrijver» op een kantoor. Maar Gilbert durfde zijn antwoord niet herhalen. Gilbert vertelde ook over de pe riode op de fabriek «waar ik graag weg zou geraken, hoewel ik niet bang was van het werk».. Gaan deweg maakten we tijdens dit ge sprek kennis met de komponenten die Gilbert Temmerman tot een luchtig schrijver maakten, vol humor en ironie en zelfs zelfspot. een schrijver met een bittere on dergrond na een niet zo gemakke lijke jeugd, maar die toch weer terugviel op een diepmenselijke «geestigheid». «Ik zie mezelf he lemaal niet als een humorist, zei hij, ik zoek nog steeds naar een genre, maar de humor ligt me wel, humor is trouwens een moeilijk genre. De verhalenreeks waaraan ik nu trouwens bezig ben, is hele maal niet meer humoristisch. «Vóór de Soep» eindigt trouwens met een droevig verhaal...». In derdaad. En over zijn Science fic tion - verhaal in de bundel: «In de SF ontbreekt over het algemeen de humor. Het is meer horror. Ik wou er eens wat «warmte» inbrengen. Het verhaal speelt zich trouwens vandaag af. En niet uit de optiek van een toekomstmens. Bij mij gaat het trouwens meer om de in houd van een verhaal. In de echte S.F. moet die ook verantwoord zijn. Ik ben gevoelig, bij een toe stand betrokken. Mijn persoon lijke geaardheid uit zich in mijn verhalen, hoewel ze er niet vin gerdik op ligt... Ik schrijf over gewone mensen, hoewel soms in ongewone omstandigheden. Iki

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1979 | | pagina 10