Gilbert Temmerman:
een schrijver
voor het volk
I!
10 - 6.3.1979 - De Voorpost
plaats een mens wel eens in een
ongewone situatie, om te zien hoe
hij in die werkelijkheid zou reage
ren. Maar toch mag de «pointe»
niet geforceerd zijn. Aan dat
«dramatiseren» tracht ik wat te
doen. Hoofdzaak is «hoe». «Wat»
is van minder belang. Vooral de
manier waarop'de mensen reage
ren boeit mij. Hoewel ik dit ook
enigzins vrees, beoefen ik graag
de vorm van de dialoog...
De tijd was veel vlugger voorbij
dan we dachten. Het waren voor
ons leerzame uren, bij een schrij
ver van dit formaat. Gilbert Tem
merman is nog verre van uitge
schreven!
Wilfried Lissens
Met toestemming van de uitge
ver mocht dit «inleidend ver
haal» overgenomen worden.
VOOR DE SOEP
Als ik vooraf zeg dat dit mijn eer
ste boek is, lieg ik net voor de
helft. Hieruit concludere men
liefst niet dat ik het zo nodig als
politicus waar had kunnen maken,
want de wal lijkt me nog altijd
veiliger dan de sloot.
Mijn eersteling, vierhonderd ma-
nuscriptvellen barstensvol niet
begrepen bedoelingen, ligt nu al
jaren op zolder. Bezweken aan de
literiare mazelen rust het onding
er, onwetend van de aangerichte
ravage, in een antieke kinderwa
gen. Niet dat ik op symboliek ge
steld ben, doch ook het wagentje
raakt nooit bij het grove huisvuil.
Dit standaardwerk moet al zo erg
vergeeld zijn, dat de slijtage aan
de eerste twintig folio's, getui
gend van de beroepsernst en het al
bij al toch beperkte geduld van
meerdere dozijnen lectoren, enkel
nog de ingewijde opvallen zou.
Maar die enkeling is nu geluk
kig over het masochistisch sta
dium heen. Let wel, de authentici
teit van mijn materie werd nergens
in twijfel getrokken.
«Maar, zie je...»
Ik weigerde gewoon het te zien,
tot de dag waarop mijn oudste
net vijftien toen in mijn kin
derwagentje scharrelen ging. Al
leen het eerste van drie delen heeft
hij doorgenomen, gedeeltelijk al
thans. Zijn recensie klonk vernie
tigend.
«Pa», zei ie, «ik vreesde dat die lui
nooit meer uit hun schuilkelder
zouden komen».
Toen zag ik het ook.
Naar verluidt, beweerden de oude
Chinezen dat enkel man heet. wie
een zoon heeft verwekt, een huis
gebouwd en een boek geschreven.
Die zoon en dat huis bracht ik tij
dig voor elkaar, zij het in beide
gevallen met de onontbeerlijke
assistentie. Maar kan een afgewe
zen manuscript als boek omschre
ven worden? Mijn lieve eega (als
de toevallige lezer nu de indruk
mocht opdoen dat ik wie dan ook
imiteer, wil ik dat graag voor een
men het doet moeten het vaste
plaatsvervangers zijn die per
manent mogen aanwezig zijn
maar alleen stemgerechtigd
zijn zo ze een effektief lid ver
vangen.
ORGANISATIES
MET MEERDERE
AFDELINGEN
Indien geen rechtvaardige
vorm van beperking hierbij kan
worden gevonden is de Hoge
Raad van oordeel dat het arti
kel over deze organisaties met
meerdere afdelingen dient op
geheven te worden. Rekening
moet hierbij worden gehouden
door de sterk veranderde reali
teit van de fusies van gemeen
ten.
Voor oprichting van een
compliment nemen) gaf in deze
pijnlijke zaak tactvolle blijken van
begrip. Wellicht, omdat ze zich
ergens schuldig wist. Zowat een
halfjaar lang had ik het wordings
proces voor haar geheim kunnen
houden. Puur uit ijdelheid beging
ik toen de vergissing mijn zaak te
erklappen en, hunkerend naar
een tot volharding strekkend halle
luja, las ik mijn verrast gezin op
een mistige zondagmiddag een
aanloophoofdstukje voor. Uiter
aard hét meest dramatische. Ze za
ten er warempel stil bij te huilen en
de kinderen deden wild om het
vervolg te horen. Doch dan moest
ik die schuilkelder in... en, gelet
op hun eerder op volkslectuur af
gestemd bevattingsvermogen,
leek dit me te riskant.
Ik bezwoer eega-lief er nergens
een woord over te reppen, want er
zouden nog minstens een paar ja
ren verlopen eer mijn epos van
stapel kon. Daarenboven was het
lang niet zeker dat enig uitgever
zich over dit uniek .levensge
wrocht zou schikken te ontfermen.
Waarna ik het even over paard en
haver had.
«Hoe hoog schat je onze kansen?»
vroeg ze.
«Eén tegen tien,» zei ik, hoewel ik
«ons» er voor mezelf één tegen
drie gaf, wat toch nóg van be
scheidenheid getuigde.
«Als ze het niet nemen, geven we
het zelf uit,» stelde ze daarop
voor. «Hoeveel kan dat zo kos
ten?»
Het produkt van mijn tweede ra
ming vermocht nauwelijks een
domper te zetten op haar emotie
vol engagement. Tot ik op ging
werpen dat ze in dat geval de eer
ste vijf jaar aan geen autootje den
ken moest, noch aan centrale ver
warming, ja, niet eens aan dat
vloerzeil op kamerbreedte. Inzo'n
zaken moet men immers redelijk
zien te blijven. En ze mocht er
nergens een woord over reppen,
herhaalde ik alsmaar, vooral tegen
haar ouders niet. Stel je voor, dat
het verenigd gild ging rondba
zuinen hoe hun genie van een
schoonzoon, echtgenoot en vader
een heus boek aan het plegen was
(«Een dik boek. Over de oorlog!»)
en dat ik uiteindelijk mijn konijn
niet uit de hoed kreeg. Konden ze
me zoiets aandoen?
Ze brachten het toch maar voor de
bakker. Binnen de maand wist
zelfs de heel verre familie ervan,
de aangetrouwden, de buren en al
mijn tapkastkennisscn. Hoe vaak
is me her en der niet gevraagd ge
worden, hoever het nu met mijn
boek stond en later of ik
reeds een uitgever «gekozen» had.
De aanvankelijke bewondering,
die allengs tot ongeduld ver
keerde, om zich finaal als een
nauw verholen leedvermaak te
manifesteren, hebben mij de wijs
heid der oude Chinezen duizend
voudig doen vermaledijden.
Was het ook dit schuldgevoel d
haar er toe aanzette me terug
jungle in te sturen?
«Doe het ditmaal wat bescheidj
ner», raadde ze. «Ik heb onlanjE
over de radio gehoord dat een d|
butant beter dunnetjes begint»f
Ja, soortgelijk klokje had ik in ill
tempore al horen luiden, doch
laatdunkend advies toen, na vld
rijpe overweging, genegeerd
d
idl
n
zijnde bestemd voor minder I
gemeentelijke kulturele raad
moet degelijke publiciteit wor
den gemaakt en in het erken
ningsdossier moeten hiervan
sporen worden teruggevon
den.
Het aantal 12 voor de sa
menstelling van het bestuur
zou worden vervangen door
een regeling die een billijke ver
tegenwoordiging waarborgt.
De samenstelling van de
erkenningskommissie kan de
zelfde zijn als deze van het be
stuur maar dit samenvallen kan
niet worden ingeschreven in de
statuten.
Alhoewel politieke partijen
via koöptaties tweemaal in de
raad kunnen vertegenwoordigd
zijn vindt de Raad zulks niet
wenselijk.
LH
en youn
angryscribentjes. Want, zie je.
ging naar de veertig en meende dl
wie zijne literaire geldingsdrai
zolang had weten in te tomen, wj
voldoende maturiteit had opge:
aard om de lezende Nederlandi
meteen de hele os voor te zettei
Washetmaidenboekvaneenilluj gi
ter streekgenoot met nobel taleiwe
destijds ook niet een turf geweesfBiii
En dat de man zijn manuscripjda
naar eigen getuigenis, op oorlof d<
^toiletpapier had neergepend, ko V;
het hem daarbij niet makkeiijkPQf
gemaakt hebben. (Verre van mij
beweren, dat aan zijn versie ov
dit ongebruikelijk materiaal et en
luchtje zitten zou, doch ergei
schijnt ze me wel buitenspori
Toiletrollen waren tijdens de b l.
zetting vast schaarser, relati
duurder zelfs en voor het gj
stelde doel althans heel v
minder geschikt, dan de zw;
sarma-kladschriften, die je kopt
kon, lang nog nadat zijn bekrooi
gewrocht alle voorsteden verove
had. Maar misschien was het e
kei een kwestie van voorkeur,
al niet de intieme uiting van c
lijdzame contestatie).
«Geen lange afstanden meer,» h; )6
ze dus geraden.
«Probeer het eens».
Mensen, wat al prachtige titeh y(
voor pocketromans ik niet bede
ken ging; affiches die gewtx
schreeuwden om een scenario jg
Helaas, veel meer dan beloftevol yy
eerste en prangend- suggestie!
slottaferelen kreeg ik niet uit mi/
bolpunten. Ik blijk waremp^^
enige aanleg te hebben, voor hin
opzetten van eerste en laats
hoofdstukken, maar welke Sam
ritaan vult voor mij de woestijn<
aan braakland er tussenin?
Het werd dus andermaal niets, w
ik haar met mondjesmaat wist b
te brengen, doch ik ben een nu
van eer, en dat kunnen ze zich ai
dc Jantse voor gezegd houden.
Wie op Gods akker geen vruchu
wint, perst zijn nectar uit het wi "el
gewas. Dit tweede draaiboek stofne
feer ik derhalve met het schralas
schaarhout van een najaarslent#ht
wat de sterke eenzame lezer me ajud
een zelfoverwinning ten goede rfer
kenen mag. Evenals het feit oveBSt
igens, dat ik vooral de lichtere toele
sen zocht, en dit in weerwil van C
het fataliteitscomplex dat ik uit hret
hele drama dreig over te houdeni dj
Vormen enkele plukjes hclmgrij.
(of hoe ze dat in de Sahara's ockjd
heten mogen) saamgebonden tjg^
een ruwe ruiker nog geen oasj
elke woning hoeft ook geemkaL^
teel te zijn. L
Geen harakiri replay nochtans. ïl
weten thuis niet beter dan dat mijj*
strijdbijl voorgoed begraven ligf^
Het verzamel-, lijm-en l'kwen.
verricht ik op kantoor. Onder <fl
middagpauzes uiteraard zoar
U al gedacht had. En met de uitgjr
vers doe ik alles postliggend, oir
al worden het er andermaal dertig®1»
Ditmaal weiger ik mijn kansen!'™
schatten, doch als wat bij de gr®^1
nade der lectoren van mijn sprolPö*
keloogst resten zal, de moeite ld©d
nen mocht om er enig lood aan lloc
spenderen, zal er voor dame Fot^
tuna een bussel wierookstaafje™"
worden opgestoken, ergens in eJfl
onbezette hoektoren van de Chi
nese muur Op mijn kosten. En 15
beeweeg naar Zichem, want i
asse van Claes ligt goddank ni
zover.
Zo de mijnen er ooit iets over ve
nemen, dan eerst die heerlijke d,
(liefst een paasmorgen) waarop
mijn presentexemplaren stiekc Bn
op tafel deponeer. Net voor a*
soep. Laat ze er dan de buren ma
bijroepen.
Wintermaand 19'
pc.
ia l
1H
Een visioen: de soep staat koud.
buren zijn weer huistoe. Ieder m
een presentexemplaar, want vo<
minder werd er niet geruimd.
«Wat dacht je?», gekt mijn w'
derhelft, «de prijs van de roem.^
Je hebt je woestijnrit toch ma
gewonnen». Uitgereden, bedo
ze. Als ik die niet intoom, gaat
straks een gele trui
breien. Of een groene
Liet dame Fortuna zich bedondj
ren of houdt ze het Rad draait
voor de blinde gok van een exp
rimenterend uitgever? Nobless
oblige: nu we voor de goede bal
ker staan, trakteer ik op zandkoel
jes. Het wierook festijn wordt v
Hongkong beredderd (kost ir
zowat mijn hele gage!) en op h
huidige ogenblik wordt nagekekt
hoe vroeg de eerste zondagtre
naar Zichem gaat. De truc met
hoed zit er dus op. Is wat vo<
sprongt geen Paashaas, ook c
nest winterkonijntjes kan best leu
wezen. En de derde voorwaart
werd toch maar vervuld: een nu
wordt eehoren. halleluj;
Oogstmaand 1978
Het is nu al een poosje geleden dat de Nieuwerkerkse schrijver
Gilbert Temmerman (Papestraat 48) zijn eerste heuse boek in om
loop bracht: «Vóór de Soep» heet het, en is gevuld met «verrassende
verhalen» zoals de ondertitel luidt. Een Reinaert uitgave.
Gilbert Temmerman werd in
1927 geboren. Zijn carrière is zo
wat op z'n Amerikaans, lezen we
op de achterflap van zijn nieuwe
boek: eregast bij een banketbakker
te Brussel, reiziger in naaigarens
en chiroreï, fabrieksarbeider en
ambtenaar. Hij schreef na 1948
liedjesteksten onder het pseudo
niem Willy Hartman, benevens
was vast medewerker aan het
voormalige NIR cabaretgezel
schap «Kop en Staart», en ver
wierf in 1961 de eerste prijs in een
wedstrijd voor radio-verhalen met
«Spiegelgevecht». Hij zette jaren
lang geen pen meer op papier, om
pas onlangs weer het genre van de
korte verhalen op te nemen.
«Vóór de Soep» is een reeks kort
verhalen, waarin Gilbert Tem
merman zich een meester toont.
Bijzonder sterk is hij in zijn dialo
gen. Hij is bijwijlen ondeugend,
humoristisch, soms een tikkeltje
hard, maar toch steeds luchtig. In
deze bundel komt bovendien een
Science-fiction verhaal voor, dat
door de auteur zelf om het humo
ristische opzet ervan, als één zij
ner geliefkoosde verhalen uit deze
bundel werd aangestipt.
«Vóór de Soep» is evenwel niet
het enige uitgegeven werk (tot nog
toe) van Gilbert Temmerman.
In de 3e Omnibus van de Vlaamse
Humor meet hij zich met de groten
van ons taalgebied zoals Gaston
Durnez, Jos Ghijsen, Louis Ver
beek enzoverder. Van Gilbert
Temmerman, verscheen in dit
boek (uitgave Reinaert 1978) het
verhaal «Pastorale» en «Wilgekat
jes». En zijn verhaal (science fic
tion) «Spiegelgevecht» verscheen
in de verzameluitgave «Dans in de
Ruimte», eveneens een Reinaert-
uitgave (1977).
Maar laten we zijn boeken nu
verder dicht. We gingen Gilbert
Temmerman gewoon vragen hoe
hij tot schrijven was gekomen.
«Het begon kort na de legerdienst,
zei hij». Ik kende Guido
Kareis uit Haaltert. Ik ben eigen
lijk begonnen als liedjesschrijver
Men pakt wel uit met «werk van
eigen bodem», maar je geraakt
toch moeilijk iets kwijt. Er is daar
moeilijk vooruitgang te maken. In
het Vlaamse zangers- en zangeres-
senmilieu toch, als je teksten
bracht die toch nog iets beter wa
ren dan wat op de markt kwam. Ik
maakte teksten op muziek van Oc
taaf Boone. Ik maakte zelfs tek
sten voor kandidaten aan de
«Gouden Sirene» voor Middel-
kerke, voor Cindy, meer bepaald
ook. Maar dit werd toen door
Louis Neefs gewonnen. Ik dacht
toen meerdere keren het bijltje er
bij neer te leggen, maar de verlei
ding om je teksten proberen kwijt
te geraken is toch te groot».
Gilbert Temmerman is een bij
zonder vriendelijke man, die in
tens over zijn literaire interesses
vertelt. Over zijn mislukkingen
ook, maar ook over zijn welsla
gen. Gilbert is een vechter, een
doordrijver. Zijn charmante echt
genote zet ons wat voor^ en Gilbert
vertelt verder: over «Kop en
Staart», het NIR Y- kabaretpro-
gramma, waarvoor hij soms tekst
schreef voor één uur lang (en dat is
wat!). Na 10 jaar werd «Kop en
Staart» afgesloten, omdat er aan
alles eens een einde moet komen.
En toen begon de periode van de
radioverhalen. «Het was de eerste
keer dat ik van radio- luisterspelen
hoorde», vertelt Gilbert Tem
merman. «Ik deed mee aan een
wedstrijd van de gezamenlijke
gewestelijke zenders. Dat is de
grondslag van mijn «Spiegel
beeld» -dialoog. Ik haalde de eer
ste prijs. Tweede was René Strue-
lens en derde Alice Thoen. Die
prijs was voor mij een volkomen
verrassing. Ik hoorde het van een
vriend...»
Waarom kort verhaal, en geen
romans?
«Ik ben wel ooit aan een roman
begonnen, eerder een familiekro
niek tussen 1940-45Dit was een
titanenwerk, en dc literaire waar
den of resultaten leken me niet zó
bijzonder groot. Ik zag er toen
maar vanaf. Vandaar de kortver
halen. Ik ben nu met een tweede
reeks verhalen bezig, misschien
zelfs wat ernstiger dan de pas uit
gekomen reeks. Het is nog niet
gezegd dat ik daarna nog met een
roman uitpak. Maar voor het
ogenblik voel ik me toch beter bij
het kortverhaal Ik schrijf moei
lijk, in die zin dat ik veel her-
A /V/\
Het dekreet van '74 tot erkenning van de gemeentelijke kultu
rele raden dat erop gericht was de participatie op het lokaal
vlak te ondersteunen heeft reeds heel wat stof doen opwaai
en. In de praktijk werd het inderdaad veeleer als een keurslijf
ervaren. De Kommissie Kulturele Raden van de Hoge Raad
voor Volksopleiding kreeg in de voorbije drie jaren een zeven
tigtal dossiers van nieuwe of heropgerichte kulturele raden te
beoordelen en kwam, uit ervaring, tot een lijst van knelpunten
alleen door wijzigingen of nieuwe interpretatie op te lossen.
De Kommissie richtte zich dan
ook tot de bevoegde minister.
Fundamentele wijzigingen van
het dekreet zijn hierbij niet te
venvachten, wel dat scherpe
kanten worden afgerond en het
keurslijf minder strak wordt
aangespannen.
Nadat allerlei verenigingen en
personen zich hadden ingezet
voor een beter en demokrati-
scher kultuurbeleid en kultureel
werk in hun gemeente kwam in
1967 een ministeriële omzend
brief waarbij o.a. het feit dat om
een kultureel centrum te kun
nen oprichten de gemeente
eerst over een kulturele raad
moest beschikken stimulerend
werkte. De bepalingen van de
toenmalige «Leidraad» waren
slechts adviserend en plaatse
lijke werkers konden de klem
tonen in hun statuten leggen
naar eigen oordeel.
Na de instelling van de kultu
rele autonomie in 1970 en de
oprichting van de Kultuurraad
moesten alle wettelijke be
schikkingen van kultuurbeleid
gevestigd worden op dekreten
en zo kwam er een op 12.12.74
gevolgd door een K.B betref
fende de erkenningsprocedu
re. Ook een model van statuten
en van huishoudelijk reglement
werd verspreid. Ook het kul-
tuurpakt heeft invloed op de
kulturele raden en nu moeten
deze rekening houden met een
tot in de kleinste punten uitge
werkt geheel van juridische
teksten zodat de kleinste af
wijking kan leiden tot niet-
erkenning, tot klachten bij de
kultuurpaktkommissie en tot
onderlinge twisten.
De Kommissie van de Hoge
Raad voor Volksopleiding
maakte dan een lijst van «knel
punten» op die nieuwe interpre
taties of wijzigingen impliceren
en maakte die in vorm van ad
vies aan de minister over.
VOORWAARDEN VAN
LIDMAATSCHAP
Verenigingen en diensten die
willen deel uitmaken van de Al
gemene Vergadering moeten
een minimum van bewijzen le
veren om aan te tonen dat ze
georganiseerd en aktief zijn
met bijvoeging van de be
stuurssamenstelling en het le
denaantal. Het aktiviteitenmi-
nimum mag niet verhoogd wor
den en statuten of reglementen
moeten worden ingediend. Het
Rijk dient een lijst van door haar
betoelaagde organisaties te
verspreiden en aangedrongen
moet worden dat ook provincie
en gemeente zulks doen.
PARTICIPATIE VAN
OVERHEIDSINSTELLINGEN
Overheidsinstellingen kunnen
alleen participeren zonder
stemrecht. In kulturele centra,
akademies, musea, konserva-
toria kunnen afgevaardigden
door de overheid worden aart-
geduid die met die achtergrond
een dominerende rol zouden
kunnen spelen en anderzijds
steunt de inspraak van advie
sorganen erop dat adviserend
funktie en geadviseerde ge
scheiden blijven.
BESLISSINGEN EN
ERKENNINGSKOMMISSIE
Een zich op ideologische of fi
losofische gronden miskend
voelende organisatie kan be
roep doen op de kultuurpakt
kommissie. Beroep doen op de
Algemene Vergadering inzake
een beslissing van de erken
ningskommissie is niet uitdruk
kelijk voorzien. De bevoegd
heid en de te hanteren kriteria
door de erkenningskommissie
alsmede de procedure moeten
worden beschreven in een re
glement goed te keuren door de
Algemene Raad. De opdraent
van de erkenningskommissie is
dus uitvoerend en een zich ge-
diskrimineerd voelende ver
eniging moet bij de Algemene
Raad kunnen aankloppen die
het laatste woord heeft, be
halve wanneer de kultuurpakt
kommissie bevoegd is.
KOÖPTATIES EN
BESTUURSFUNKTIES
Tegen koöptaties en het feit dat
gekoöpteerden bestuursman
daten uitoefenen is geen rem.
Om misbruiken uit te sluiten
wordt wel aanbevolen in de sta
tuten de gronden van de koöp
taties te vermelden, Eventuele
koöptaties moeten vóór de be
stuursverkiezingen gebeuren
en mogen niet van aard zijn sto
rend te werken op de represen
tativiteit van de kulturele raad.
GEEN BEPERKING
VAN
AANTAL ADVIESRADEN
Geen beperkingen qua aantal
adviesraden kan worden inge
voerd, dit vanuit de algemene
bekommernis voor participatie
op lokaal vlak. Bij oprichting
van een nieuwe gemeentelijke
adviesraad met kulturele be
voegdheid wordt de vertegen
woordiger de facto niet-
stemgerechtigd lid.
STEMGERECHTIGDEN EN
PLAATSVERVANGERS
Werken met plaatsvervangers
is geen verplichting maar zo
Dialogen schrijven ligt mij. (SJ)
schrijf. Er zijn dagen van drie zin
nen, en dagen van drie bladzijden,
om het zo maar eens te zeggen. De
ideeën moeten zich spontaan aan
melden bij mij...»
Gilbert Temmerman had het ver
ader nog over zijn Hartman »-
periode, en over nog vroegere
jeugdherinneringen: de moeilijke
studentenperiode tijdens de oor
log, toen hij eens uit de mond liet
komen dat hij schrijver wilde wor
den, op een vraag van een Ieraar
(in het VTI) wat hij zou willen
worden. De leraar had dit ant
woord niet zo heel goed verstaan,
en dacht dat Gilbert bedoelde:
«schrijver» op een kantoor. Maar
Gilbert durfde zijn antwoord niet
herhalen.
Gilbert vertelde ook over de pe
riode op de fabriek «waar ik graag
weg zou geraken, hoewel ik niet
bang was van het werk».. Gaan
deweg maakten we tijdens dit ge
sprek kennis met de komponenten
die Gilbert Temmerman tot een
luchtig schrijver maakten, vol
humor en ironie en zelfs zelfspot.
een schrijver met een bittere on
dergrond na een niet zo gemakke
lijke jeugd, maar die toch weer
terugviel op een diepmenselijke
«geestigheid». «Ik zie mezelf he
lemaal niet als een humorist, zei
hij, ik zoek nog steeds naar een
genre, maar de humor ligt me wel,
humor is trouwens een moeilijk
genre. De verhalenreeks waaraan
ik nu trouwens bezig ben, is hele
maal niet meer humoristisch.
«Vóór de Soep» eindigt trouwens
met een droevig verhaal...». In
derdaad. En over zijn Science fic
tion - verhaal in de bundel: «In de
SF ontbreekt over het algemeen de
humor. Het is meer horror. Ik wou
er eens wat «warmte» inbrengen.
Het verhaal speelt zich trouwens
vandaag af. En niet uit de optiek
van een toekomstmens. Bij mij
gaat het trouwens meer om de in
houd van een verhaal. In de echte
S.F. moet die ook verantwoord
zijn. Ik ben gevoelig, bij een toe
stand betrokken. Mijn persoon
lijke geaardheid uit zich in mijn
verhalen, hoewel ze er niet vin
gerdik op ligt... Ik schrijf over
gewone mensen, hoewel soms in
ongewone omstandigheden. Iki