I SLUIKSTORTEN VIERT HOOGTIJ... REORGANISATIE VAN STADSADMINISTRATIE DUURDE 7 JAAR «HEIBEL OP DE GEMEENTERAAD TE ERPE-MERE» !R VJ 6 - 13.4.1979 - De Voorpost Gemeenten te nemen en niet schepen De Wolf, zoals het verslag zegt. De schepen geeft dit toe en de nodige wijzigingen zullen aangebracht wor den. Bijzondere betoelaging Volgens de heer Van Laethem was de raad ak koord een bijzondere be toelaging te voorzien voor «het Priester Daens- fonds en voor de werk groep ontwikkelingssa menwerking, gezien het hierom kansarme vereni gingen gaat». Om de kwestie vlug te regelen had de heer Van Laethem in een brief aan het be stuur van de Kultuurraad gevraagd een bedrag voor te stelen, zodat de gemeenteraad dit advies vlug kan bekrachtigen en dat uitvoeren. Het raads lid had vernomen dat «schepen De Wolf op de bestuursvergadering van de kultuurraad verhin derd had dat een bedrag zou geadviseerd worden, omdat alleen het kollege het recht zou hebben een advies aan de kultuur raad te vragen». Van Lae them vindt het «bedroe vend dat dergelijke zaken in de kultuurraad plaats vinden». Ongebruikelijk In zijn antwoord zei schepen De Wolf dat het «ongebruikelijk is dat een gemeenteraadslid de uitvoering van de beslis sing van de raad vraagt. Dit komt aan het kollege toe, maar dit stoort me evenwel niet: bij ons is dat bijna normaal gewor- den». Hierop replikeerde Van Laethem: «Ik han delde als een vrij mens». Om dan tot de feitelijke vraag - een bijzondere betoelaging voor 2 vere nigingen - terug te keren, de scfopen zei dat er aan de regeling '78 niets meer kan veranderen. «Voor '79 zal er uit eer bied voor de kultuurraad advies gevraagd wor den». Scheve diskussie Toen Van Laethem toch aandrong om nog voor '78 deze subsidie te re gelen, ging het duidelijk de emotionele toer op. Schepen De Wolf stuur de verwijten naar de pers: «Het is niet waar, zoals er over geschreven wordt, dat ik misbruik zou maken. Ik neem deze aantijgingen niet». Hij bestempelde de vraag van Van Laethem als ma nipulatie. «Ik laat me niet manipuleren, uit eerbied voor de gemeentelijke kultuurraad». «Dat is uw zwak punt, meneer Van Laethem, dat u geen ar gumenten hebt op de be- stuursmeerderheid aan te vallen». Daarop vroeg de schepen een stem ming. Burgemeester Prosper De Lat kwam klaarblijkelijk uit een af wezige droom, toen hij vroeg aan de heer Van Laethem om zijn vraag nog eens te formuleren, hetgeen gebeurde. De stemming verwierp zijn voorstel met 12 tegen 11 voor. Dus geen bijzondere subsidies (altans voorlo pig niet) voor Daens- fonds en ontwikkelings samenwerking. Het reglement voor sub sidiering. Tot nu toe had men het over de verslaggeving van een agendapunt uit de vorige zitting. Nu pas somde Van Laethem zijn bezwaren tegen het re glement zelf op. Hij stelt vast dat de tekst, die het kollege voorlegt, in hoge mate afwijkt van de mo delregeling van de Vere niging van Belgische Steden en Gemeenten. Er staat nochtans boven op dat de tekst «met al gemeenheid van stem men» goedgekeurd is. Het betoog van de heer Van Laethem klonk op bepaald moment bitter, toen hij de gang van za ken «flagrant, wraakroe pend en afgrijselijk» noemde. Geen infrastruktuur voor verenigingen De wijzigingen aan de tekst betreffen hoofdza kelijk deze passussen die betrekking hebben op het ter beschikking stellen van de gemeente lijke infrastruktuur aan de verenigingen. De heer Van Laethem wenst dat de verenigingen de waar borg krijgen dat ze mo gen gebruik maken van de infrastruktuur van de gemeente. Hij vroe' zelfs dat het gebruik er van gratis zou zijn. Sche pen De Wolf wil hiervan niks weten. Ook deze diskussie ging de emo tionele toer op en kreeg uiteindelijk zijn beslag met een stemming. Uit slag 12 voor, 5 tegen de tekst van het kollege. Uit protest opgestapt Ondertussen waren reeds enkele oppositie leden opgestapt. Raads lid Vindevoghel kwam plots de diskussie De Wolf-Van Laethem on derbreken met de vraag «Voorzitter, hoe lang zal dat hier nog duren atv Daarop stond hij op ursi verliet de raadszaaime Langzaam en onzek e" werd hij gevolgd do !9e enkele partijgenote6rkt' Ondertussen was h pleit nog niet beslec 8 f en hun fraktieieide8S door de verwarring di delijk onthutst somt verder zijn punten vi kritiek op de voorgestel" de tekst op. Na de stei ming verlieten de overi{ orrT CVP-ersdezaal. y Zl ik di Burgemeester De Lnof schorste eerst de verg C.V\ dering, in de hoop d heic Jef Van den Steen zcpn. komen opdagen. Toa_ dit niet gebeurde, sloot de burgemeestjet de zitting maar af te gferke lasten (w bfC.V in de streek van Aalst Hier enkele voorbeelden. In de vroegere spoorwegbedding aan de Moorselbaan kan je gerust je hele uitzet bij elkaar zoeken. Matrassen, stoelen, zetels, andere huisraad en huisvuil liggen er broederlijk naast de beruchte papieren huisvuilniszak. Aan de Affligemdreef ligt praktisch om de 10 meter een stedelijke vuilniszak. Door het in gebruik nemen van deze zakken is het sluikstorten er niet op verbeterd. Het teveel aan afval wordt in een «stedelijke zak» gestopt en «proper» langs de kant van de weg gedropt De politie heeft de handen vol met het opsporen van de daders, doch is dit bijna onbegonnen werk. Mocht je dus op een of andere manier informatie kunnen verstrekken om trent sluikstorten, aarzel dan niet en verwittig de politie. Dit als je tenminste niet wil dat Aalst binnenkort één grote papieren vuilniszak wordt! (EDV) Voor de huidige stadssekretaris is het projekt dat van 1973 tot 1976 liep. en een evolutie in het organiseren van de stadsad ministratie inhield de grootste realisatie van de toenmalige bestuurders. Met de hulp van een bijgeroepen deskundige, in casu Prof. Dr. R. Van Hooland, heeft men eind 1973 getracht de stedelijke diensten«a jour»te zetten. Men ervaarde immers dat de coör dinatie van een aantal kleine organisatorische eenheden zoek was. en dat de taakstellingen op het stadhuis onduidelijk gewor den waren. Volgens de heer Willems was er bij de start geen duidelijke aanleiding om met het projekt van start te gaan. Er was alleen het inzicht en de wil van de bestuurders om er mee te beginnen. Men mag niet verge ten dat de stad een bedrijf was met ruim 1000 werknemers. Probleemervaring Nog niet zo heel lang geleden was het besturen van een gemeente te herleiden tot het beheer van een reeks beperkte en ongekompliceerde taken, die grosso-modo betrekking hadden op burgerlijke stand, wegenaan leg en onderhoud en ordehand having. «Maar de verzorgende taak van de gemeenten groeide gaande weg en snel» zo gaat onze stadssekretaris verder in zijn artikel. Het gemeentebestuur diende zich te gaan bezighouden, mei ruimtelijke ordening, grondbe leid. bescherming van het leef milieu. werkverschaffing, kul- tuurbeleid en sport en sociaal beleid. De voorganger van de heer Willems kon aldus nog de ganse administratieve taakuitvoering op het stadhuis koncipiëren en kontroleren. Maar vlug diende hij uit te kijken naar medewer kers, die een gespecialiseerde taak van het beleid voor hun rekening zouden nemen. Bij gebrek aan strukturele aanpassing gingen de gehele stedelijke organisatie en haar algemene leiding nogal ondoor zichtig opereren. Er was immers geen centraal geleide organisa tie, maar veeleer een compleet systeem van chefs. En bovenal stond, volgens de heer Willems, de algemene drang van de politici primair van altijd meer dienstverlening, zonder rekening te houden met de beschikbare middelen en met de realiteit. Er waren wel gespecialiseerde diensten en funktionarissen op het stadhuis, maar deze waren weinig geintegreerd. Voor de ambtenaren waren er ook te beperkte relaties tussen politiek en beheer. Ook het vertrouwen ontbrak, vaak tussen de amb tenaren onderling. Ook andere knelpunten werden ontdekt, zoals flauwe verhoudingen tus sen de afdelingen onderling, en tussen het stadhuis en andere diensten; aan de informatie van het personeel liep ook wat mank. wat soms leidde tot persoonlijke konflikten. De huidige stadssekretaris is zelfs van mening dat er bij sommige funktionarissen een skepticisme heerste, en dat de meesten niet erg fier waren op hun werk. Verloop van de reorganisatie Dit alles betekent niet dat de toestand in Aalst slechter of beter was dan elders. Maar het bestuur voelde wel aan dat men de zieke plaatsen diende te genezen. Daarom startte men aan een reorganisatietaak, die zowat 7 jaar duurde. Op een algemene vergadering dd. 20 februari 1974 van leidinggevende ambtenaren en de toenmalige burgemeester en Schepen voor Personeel werd de opdrachtsomschrijving vastge legd. Eerst diende men te komen tot een grondige diagnose. Deze duurde van maart tot juli 1974 op basis van studie van doku- menten en op 34 individuele vertrouwelijke gesprekken. In juli 1974 kwam dan een verslag klaar, dat diende als rapportering voor het kollege van burgemeester en schepenen. Het personeel werd hiervan ingelicht via een informatienota, die verscheen in november 1974. Ook aan de gemeenteraad werd mondeling rapport uitgebracht. Naar de wens van het kollege van burgemeester en schepenen van 12 februari 1976 diende de nieuwe struktuur opgesplist te worden in een stuk intern beheer en een stuk extern beheer. Onder het eerste verstaat men stadhuisdiensten, die praktisch uitsluitend zorgen voor een perfekt onderhoud van het gemeenteapparaat, zoals per soneel, financiën en organisatie. Onder het tweede verstaat men diensten, die werken ten voorde le van de bevolking. «De sektor Intern Beheer moesi eerst starten» zo gaat de stadssekretaris verder in zijn artikel. Dit gebeurde op 24 juni 1976, na analysewerk in kleine groepen. De sektor extern be heer zou volgen op 1 januari 1977, bij het begin van de fusie. Hierbij wordt de lezer van het artikel er wel attent opgemaakt dat het reorganisatieprojekt startte in 1973-1974 los van de fusiegedachte. Het is slechts een gelukkig toeval dat de reorga nisatie gekoppeld werd aan de fusie. Nadat stadssekretaris Chris Willems erop gewezen heeft dat men alles heeft willen doen op een zeer behoedzame wijze, vermeldt hij dat alles gebeurde met zo weinig mogelijk papier. De nieuwe ontwikkeling in het personeel gebeurde trou wens via veel en geduldig overleg. Toen men naar het einde toe, in verband met de fusie, genoopt was vlugger te werk te gaan dan gewenst, dreigde er wel overhit- ti'ng. humeurigheid en bepaalde vormen van weerstand. De zevende en laatste stap van het projekt betrof de opvolging van het hele projekt. Men kan volgens de heer Willems het geheel dan besten digen door eigen organisatiedes kundigen onder het stadsperso- neel te laten opereren. Met dat doel werd op 26 juni 1976. een stedelijke «dienst Organisatie» opgericht. In het kort geeft de schrijver dan een opsomming van een aantal selektieve wekelijks*initiatieven. Aldus grepen seidert december 1974 weer stafvergaderingen plaats. Ook de diensthoofden van de sektor intern beheer overleggen wekelijks sinds 26 juni 1976, na de zittingen van het Schepenkollege, over de manier yan goede en vlugge uitwerking van de beslissingen van dit kollege. Naast vier interne vormings- en onthaalcyclussen (in totaal 13 halve dagen van december 1975 tot juni 1976) werd op ruime schaal deelgenomen aan externe vormingscyclussen. Tegen einde 1975 boog men zich op het stadhuis over de ambte lijke voorbereiding van de fusie op 1 januari 1977, en dit gebeurde in drie fasen. Eerst was er de inventarisatie van alles wat in de deelgemeenten aanwezig was. Daarna werd door 8 werkgroepen werkrapporten gemaakt ten behoeve van het toekomstig bestuur. En tenslotte werd een rondgang gemaakt in de 9 gemeenten van nieuw Aalst. Tenslotte wordt vermeldt dat men op onderzoek uitging naar Brugge, Leiden, Zaandam e.a. gemeenten. Resultaten Op 1 januari 1977 kwam als resultaat de algehele herstruk- turering van het ambtelijk apparaat. Ondertussen waren er een reeks kleine wijzigingen aan de orga- nisatiestruktuur aangebracht die steunden op principes als specialisatie, integratie, koördi- natie en service aan de bevol king. Aldus hadden o.m. volgende wijzigingen plaats: de dienst verkiezingen ging van sekre- tariaat naar de bevolking; de vergunningsplichtige inrichtin gen gingen van sekretariaat naar urbanisatie; de grafkoncessies gingen van sekretariaat naar burgerlijke stand; de rubriek krankzinnigen gingen van sekretariaat naar sociale dienst; militie ging van sekretariaat naar de bevolking; de dienst organisatie kreeg ondermeer: pers- en stadsberichten, druk kerij, telefoondienst, chauf feurs, bodes persknipsels, jaar verslag. fotocopiecentrale, wet telijk depot, inventaris vakli teratuur, en verzendingen. Ook nog andere interne verschuivin gen worden door de heer Willems in zijn artikel aange haald. Andere resultaten zijn nog het heraanknopen van de stafverga deringen, regelmatig overleg in de sektor intern beheer, aan dacht voor beginnend perso neelsbeheer. een goede aanpak van het basiskader, de ambtelij ke fusievoorbereiding en het verrijkend onderzoek van de toestanden buiten Aalst. Als andere winstpunten worden o.m. nog opgesomd: het funk- tioneel overleg binnen de admi nistratie. het onbevreesd optre den van de topambtenaren, en het ten dele wegwerken van scepticisme, moedeloosheid, enz. De heer Willems meent dan ook dat het sinds 1973 lopende reorganisatieprojekt en de resul taten ervan, niet meer weg te denken zijn uit het Aalsters stadhuis. Hij ziet de stadsadmi nistratie niet meer werken zonder de dienst «Organisatie». Ook de fusie heeft volgens hem voordeel gehaald uit het projekt. «Wie zal het onbetwistbare nut meten van de onthaalnamidda- gen, van het verhoogd arbeids- genot dank zij duidelijke afspra ken en beter afgebakende be voegdheden onder het personeel en de diensten zo gaat de stadssekretaris verder. De schrijver besluit zijn artikel nds met erop te wijzen dat de ondervonden moeilijkheden dienen om ze te overwinnen, igeri Aalst is volgens hem echter een gewone, flinke stad, die niet uitstijgt boven de andere en er ook niet onder ligt. Volgens hem is echter voor alles een professionele aanpak nodig in steeds meer domeinen van de stadsadministratie. Het natuur lijk leiderschap moet dan ook omgevormd worden tot een methodisch leiderschap. Hij besluit zijn 5 grote pagina's tellend artikel met de bewering: «Het getuigt van eerlijke moed wanneer gemeentebesturen, zonder valse schaamte, voor zichzelf willen uitmaken dat hun gemeenteadministraties bere kend zijn op hun taken en desnoods bereid zijn er wat aan te doen.» Besluit Als buitenstaander kan men niet ontkennen dat er de jongste jaren heel wat positiefs gebeurde intern in de stedelijke admi nistratie. Heel wat ervan greep in stilte plaats. Stadssekretaris Chris Willems geeft ons in het bovenvermeld artikel heel wat achtergrondinformatie over de doelstellingen, die aan de basis van de reorganisatie lagen en over de praktische uitwerking hiervan. Daarvoor alleen reeds is het belangrijk. Maar toch kan men zich niet van ||J de indruk ontdoen dat er, ill ondanks de invoering van een herstrukturering, wijzigingen in de struktuur, stafvergaderingen en overleg nog heel wat mank loopt op het Aalsters stadhuis. Zijn de stadsdiensten, dank zij de wijzigingen, gemakkelijker bereikbaar geworden voor de burger? Werd de Dienst Organisatie niet opgericht om een aantal diensten te ontlasten en nieuw personeel te kunnen "enr aanwerven? pCh Bestaat er inderdaad een dege lijke coördinatie tussen alle diensten? Is er inderdaad eer verhoogd arbeidsgenot aanwe zig dank zij duidelijke afspra ken? Zijn de bevoegdheden onder het personeel beter afge bakend? Vergeten wij bij dit alles nog dat er. sinds de fusie, heel wat diensten onder de bevoegdheid van een andere Schepen terecht kwamen, dit ondermeer door de steeds wisselende samenstelling van het Schepenkollege. VEHE BUI aan

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1979 | | pagina 6