BIJ DE MANNEN VAN DEN TIR... ZIJN DE LACHSALVO'S NIET VAN DE LUCHT on De Tir zoals het vroeger was... en nu! E 11 Oscar werkt dag en nacht V FAN EII i 10 - 1.6.1979 - De Voorpost Danny Denayer, voorzitter en medestichter van de p «Prentkaartenklub Aalst», bezorgde ons deze unieke prent- Epll |l|Qf f)|||1 briefkaarten van de Aalsterse Tir. 1-011 ,,WIÜIMI jonge vereniging van verzamelaars van oude prent- aarten telt tans reeds veertig leden. "i •- De laatste zondag van iedere maand houden ze hun verga dering in de filateliezaal, Kat- testraat 33 te Aalst en op 9 de cember van dit jaar houden ze hun internationale ruildag in de Sint Annazaal, Roklijfstraat Aalst, van 9 tot 17 uur. Dat duurt dus nog een tijdje, maar het lijdt geen twijfel dat deze verzamelvereniging tegen het einde van dit jaar heel wat belangstellende kollektioneurs zal hebben aangelokt. In elk geval zijn we Danny De nayer bijzonder dankbaar voor deze historische dokumenten, die ons een duidelijk beeld ge ven van wat Aalst vroeger was en wat er tans van overblijft. Historische gebouwen worden zonder boe of ba van de kaart geveegd en slechts de leegte De Schietbaan of «den Tir». De gemeenteraad aanvaardt op 14 maart 1904 het aanbod van M.F. De Schietbaan aan de Tir in 1906. De inrichting van de Schietbaan is voltrokken. Het leger, de blijft ons over. de la Kethulle de Ryhove, grondeigenaar, om uit zijn eigendom aan de Brusselse steenweg de militie, de burgerwacht houden er schietoefeningen. Op de voorgrond Emiel Van Huffelaire, Veel ruimte misschien, om hui gronden, nodig voor het oprichten van een schietbaan, aan de stad af te staan voor de prijs van bekende haarkapper van de Hopmarkt zen op te bouwen. 6.000 fr per hektare. Huizenblokken of woonka mers, die men in onze eeuw flatgebouwen noemt, maar waar het niet zo prettig is om wonen! C.A.T. Wie meer inlichtingen wil over de Prentkaartenklub Aalst kan terecht bij Danny Denayer, Moyersoenpark 12, 9300 Aalst. Tel.: 21.79.87. en nu! (Erik) De naam van het hondje was waarschijnlijk Bijou, maar dat kan niemand van de Schietbaan met zekeilieid zeggen, zelfs Anna niet Het hondje is al jaren dood en Anna was de vrouw van zijn baasje. Ze is een goedlachse, charmante Limburgse met nog steeds het onmiskenbaar zangerig aksent van deze provincie. In Aalst was ze gehuwd met Pol Merckx, een man die in de vijftiger jaren als één der eersten van België een zware hartoperatie onderging en daardoor volledig werkon bekwaam werd. De Schietbaan, in de volksmond heel wat beter gekend als den Tir is, helaas, één van de weinige tipische volksbuurten die onze stad nog resten. volksleven. De molen van onze welvaarts wereld maalt onverbiddellijk de volksziel stuk. Mensen leven Kakaioin met ^spei en al. Aan het Vroeger bedachten de mensen treurende gevolg van de lijk- er voor elkaar heel andere na- stoet werden doodsprentjes uit- men dan deze die in de regis- gereikt, op bierkaartjes we- ters van de burgerlijke stand liswaar, maar toch autentieke achter hun gevel van klater- opgetekend staan prentjes... goud, ieder heeft een imago Zo noemde men de eigenaar p0i zat opnieuw te wenen en hoog te houden. Een schaars- van het hondje Bijou Polleke toen de stoet zich in beweging gevulde koelkast in een kast Kakajom en de man was nau- zette weigerde hij mee te gaan van een huis en een glanzende welijks anders bekend. naar de begraafplaats achter kanjer van een wagen ervoor, Terwijl vrouw Anna uit werken zijn huis. de jaarlijkse reis-op-krediet was en de drie kinderen naar Daar werd zijn hondje door een naar verre landen waar men het school was Pol alle dagen ontroerende massa met pas- leven van vreemde volken met reeds vroeg op post in kafee send eerbetoon «begraven», open mond gaat bekijken Hekelgem met zijn kleine Dob- Met een echte kroon op zijn terwijl men in eigen land steeds berman. grafje. meer van elkaar vervreemd Hij hield veel van het diertje, dat Van de prei in het hofje was raakt... spijtig genoeg voortijdig aan achteraf echter nog weinig te Of men het betreurt of niet, er het einde van zijn hondenbe- bespeuren. verdwijnen steeds meer staan kwam. Het was een onge- Het gezelschap bezocht vrouw volkskafees. De echte bruine luk, het beestje kwam in Erem- Anna en Eerwaarde Heer Stant kafeetjes van vroeger, waar bodegem onder een auto te- Meert sprak tot haar: «Anna, recht en was morsdood. Hoe- wij hebben je hondje een wel er van opzet helemaal geen schone begrafenis gegeven, de sprake was, bleef Polleke de buren zijn allemaal echt sjiek hele tijd denken dat er iets niet geweest, nu mogen we zeker pluis was met de dood van zijn toch wel een pintje voor jou geliefd huisdier. drinken?». Hij was ontroostbaar en kon Anna stemde volmondig toe. maar niet zwijgen over het Zelf kwam ze nooit op kafee, hondje. Hoewel iedereen maar de boodschap werd aan poogde de brave Kakajoin te Polleke overgebracht en er troosten, blééf hij hete tranen werden die dag nog ettelijke storten over Bijou en dat ging glaasjes gedronken, zoals het zelfs op de zenuwen van zijn bij een echte begrafenis past. beste vrienden werken Polleke overleed in 1973, maar Men besloot dat er wat aan ge- heeft nooit meer één traan ge daan moest worden en piengd om zijn hondje, dat op tenslotte had men er wat op een deftige manier ter aarde gevonden ook. was besteld. Aan de «gebeurtenis» gingen De mannen van den Tir hadden acht dagen van zorgvuldige op hun eigen, originele manier voorbereiding vooraf. Op de iemand gelukkig gemaakt, dag zelf zat Pol in zijn stamka- s Avonds van dezelfde dag fee in zijn vertrouwde hoekje «trouwde» Kakajointje nog met vóór de toog, dat hij als zijn jodokus Cornand, beter ge- eenvoudige mensen bij- ten we echt in slechte papieren eenkwamen om er met elkaar Toppunt van miserie was dat de te praten, ze bestaan niet meer. deurwaarder bijna al onze Aan den Tir bestaan ze nog. meubelen kwam halen, ook die Daar wonen nog mensen van van 't kafee. Dat is geen pret- vlees en bloed, die leven op tige belevenis. Maar een uur hun eigen manier. Misschien later stonden tafels, stoelen, kijven ze gemakkelijk als ze een meubels en een salon terug pintje gedronken hebben, maar Geen afgedankte spullen, maar ze hebben het hart op de juiste dingen in goede staat. Allemaal plaats zitten en laten iemand in bij elkaar gebracht door de bu- nood nooit in de steek; het leed ren van een ongelukkige vriend of Dót is den Tir, waar solidariteit van een buurman laat hen nooit geen modewoord is en naas- onverschillig. tenliefde een woord dat nog Ze komen uit de vroegere krot- betekenis heeft, tenwijken van onze stad, die Men vertelt er anekdotes aan de werden opgedoekt en waar lopende band en de grote pe- gelukkig nieuwe wijken voor in zige Stant Meert met een on- de plaats kwamen Met sociale deugende tinteling in de ogen woningen. Den Tir is zo'n wijk zou er een boek kunnen over en le mensen kunnen er uren- schrijven zoals dat van Pee la: vertellen over de geschie- Klak. «Die tien jaar zijn er dertig denis van hun buurt. waard» zegt hij. Zelf is hij ook al Stant, de waard van kafee He- eens begraven en hij wil het kelgem, woont er nu tien jaar graag voor ons nog eens over- en weet er alles van. In't begin doen. We spreken af en de weende Tine, zijn vrouw, hete grappen zijn verder niet van de tranen. Het paar wilde er twee lucht, keerverhuizen, maar bleef. Nu Willy Deckmyn, een Tir-enaar willen ze voor geen geld van de van de jongere generatie, is wereld nog weg. «Op zekere niet op zijn mondje gevallen en dag»vertelt Stant oprecht «en dient «patron» Stant met radde dat mag gerust in de gazet, za- tong van antwoord. hoogsteigen bezit schouwde. Als toevallig iemand daar had plaatsgenomen, liep hij als een gewond dier rond, loerend tot zijn plekje vrij kwam. kend als de Sjokken, die in au gustus 1970 overleed. Folklore verdwijnt De Sjokken, Polleke Kakajoin, Miel den Eirtekasser: mannen Rond het middaguur stopte een met klinkende namen. Ze zijn droeve stoet, een begrafe- allemaal dood en met hen ver- nisstoet kompleet met lijkwa- dween onherroepelijk een gen en kroon, twee priesters stukje ouderwets, levensecht Aan het einde van de Schietbaan woont Oscar alleen met zijn moedertje. Bij het ochtendkrieken is hij al bedrijvig en hij houdt er slechts mee op wanneer het duister hem belet om voort te werken. Stant klaagt: «Ik ben hier als ne sukkelaar gekomen en ik zal al tijd ne sukkelaar blijven. Mij zien ze niet zitten omdat ik het opschrijf als ze nog een pint moeten betalen. Maar ons Tinne daar zie, die durft dat al eens vergeten en daarom zien ze haar liever...» Waarop Willy verwijtend antwoordt: «Je eigen schuld: jij hebt ons toch leren drinken!» «Dat klopt,» replikeert Stant «maar als ik hier kwam wonen was er hier niks van bescha ving, nu hebben ze hier toch al met manieren leren drinken! Maar a propos, ik heb nog driehonderd frank van jou te goed...» Waarop Willy droogweg: «Da was ekkik allank vergeten!» Vergeet niet te lachen! Lachen hebben ze nog niet verleerd en als ze vertellen over hun vrolijke belevenissen zijn de lachsalvo's aan den Tir niet uit de lucht. Zo gingen ze eens naar Parijs, ze bezochten er de basiliek terwijl de mis bezig was Het was er muisstil. Dikke Roeze, waarschijnlijk door het goede eten en drinken die dagliet een knetterende wind vliegen. Een hoogst ongewoon geluid in het huis van God en Roeze keek dan ook met goedgespeelde woede om, waarop Philemon Ruyssinck verbaasd tot de buschauffeur zei: «Potver- dekke, ik peisden da ge mê den bus tot in de keirk gereeën wortj!». En dan de weddenschap tussen Bruine Fong en Jean-Pierre? Jean-Pierre Van der Meersch moest op een uur tijd een bak export leeg drinken. Op 16 mi nuten tijd goot hij de inhoud van die bak door dat kloeke keelgat van hem. De laatste drie minuten verdwenen zelfs niet minder dan zeven van die biertjes tussen de lippen van Jean-Pierre. Met stijgende ver bazing en ook niet al te gerust in het zaakje had Stant de prestatie van zijn klant gevolgd Want wie zou dat betalen? Hij viel echter haast achterover toen Jean-Pierre eens keihard boerde, zijn lippen aflikte en aan de toog kwam staan: «Kom, Stant, vooër, 'kern nog nen export van aa te goed. Al lee, gietj em oit, want 'k em dest Luc Meert op de auto i|n hel lijkstoet de eerwaarde tajen Cle Dissen Cornand met hely Dec kruis. Op een kermiszondag stapte een netgeklede heer het kafee binnen en begon al spoedig te dansen. Er verspreidde zich een kwalijke geur in de herberg en iedereen begon zich af te vragen waar die toch vandaan kon komen. Tot iemand merkte, dat op de tip van de schoen van de opgewekte dan ser een behoorlijk hoopje niet nader te omschrijven bestand delen zaten, ledereen in het overvolle kafeetje keek met spanning toe en vroeg zich af wanneer het onwelriekend goedje van de schoen zou val len, maar dat gebeurde niet en de stank verdween pas toen de nietsvermoedende man een ti jdje later buitenstapte... Maar 't moet niet altijd lachen zijn Maar er wordt niet alleen maar gelachen aan den Tir. Men praat er ook over de dood. De dood van het hondje Diane we hebben pas véél later vernomen dat het zo heette en de onvergetelijke begrafenis die het te beurt viel. De «begrafenis» van Stant en de wedersamenstelling ervan. De mens drijft de spot met de dood om zijn onzekerheid te verbergen. Niemand ontsnapt eraan. Als Stant vertelt over zijn pete kind Paul, is zijn ondeugend lachje verdwenen en krijgen zijn ogen een vochtige glans. Paul, een simpele jongen, die soms een halfuur lang bewe gingloos door het venster van het kafee naar buiten staarde zonder één woord te zeggen Paul, die soms 's morgens bij Stant en Tinne arriveerde met een thermos koffie, melk, sui ker en ook tassen en een bor reltje erbij, om hen eens te trakteren... «Je komt toch nooit bij mij,» placht hij dan te zeggen «dus kom ik maar bij jullie!» Paul was net een zoon voor Stant: hij hield bijzonder veel van de jongeman en deze van hem Op een dag stierf Paul in tragis che omstandigheden en hoe wel door verdriet overmand, weigerde Stant naar de jongen te gaan kijken. Men vond het een schande en slingerde Stant zelfs verwijten naar het hoofd. Doch Stant hield voet bij stek: hij wilde het beeld van Pauleke Warken en Willy JacobsHjk ov Philemon Ruyssinck mep twiji sprong, achter hem de Ipt mei rechts Staafken De MoL Een massa volk op de N Warken weent: het is vei Fotograaf van het hele slen De «Panorama», zijn vrouw Pd ze c af voor publikatie. We k danl medewerking. C.A.T.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1979 | | pagina 10