.eedse sociaal-kulturele
aad organiseert
1 juli-viering
e Oordegem
Ue Voorpost - 13 7.1979 - 13
Daelman bracht
t k sekretaris van het
g lid de 11 juli
d raak-(Mark)
roepen wij allen op ons
zelf te zijn als Vlaming,
om een volk te zijn met
ziel en in het besef, van
onze eigenwaarde in het
Europa van morgen.
Lang leve dit Vlaamse
volk!
Een daverend applaus
liet uitschijnen dat de
aanwezigen het hiermee
eens waren. Wij bedan
ken de heer Van Tittel
boom voor zijn spontane
hulp die hij ons ver
strekte bij het schrijven
van dit artikel.
Na de korte pauze, waar
in elkeen een (niet al te
frisse) pint leegde, kre
gen de aanwezigen een
lezing van «Wekroep»
(Richard De Wachter)
door Frieda Daelman. De
Vlamingen werden ver
wittigd ze worden weer
bedrogen! Zijn wij nog
langer tamme slaven?
Moeten wij in dit land,
ook al zijn we sterk, de
leeuwenvlag strijken?
Vlaanderen heeft recht
op zelfbestuur, we heb
ben een geschiedkundig
goed verleden! Ook zon
der België, kan Vlaan
deren zijn toekomst in
Europa en in de wereld
aan!
Uit de lezing van «De
Voogden» (René De
Clercq) onthielden we
«Vlaanderen is groot en
oud genoeg, weg met de
voogden! Zelfbestuur!
Vlamingenwordt wak
ker en los: slechts hon
den liggen aan de ban
den
Het Oordegems St-Gre-
gorius-zangkoor rondde
de avond af met Vlaamse
liederen. Omdat het hier
de thuisploeg betrof,
brachten de zangers,
onder de leiding van De
Brouwer en met De
Meyer als organist, een
lied meer dan de andere
koren. «Anne-Marieken»
was een fris nummertje,
dat genietbaar gebracht
werd door het gemengd
koor. Met het meisje
werd een reisje gemaakt
naar «Waar de dennen
fluisteren». «Wij zijn
mens en met elkander»
beklemtoonde dat de
wereld eigenlijk een
kleine straat is, waar alle
mensen samen gaan.
Wat de groten ook be
slissen, geen kan de
kleine (man) missen!
Een daverend applaus
beloonde dit optreden.
Tenslotte werd «Up with
people» gezongen. Het
werd een ode aan de
Vlamingje ziet ze, waar
je ook gaat en 't is het
beste volk op aard.
Tot slot van de avond
werden de vrienden van
de drie zangkoren sa-
mengevraagd op het po
dium, waar ze «Roosma-
rijntje», «Op de purpre
hei» en«De Vlaamse
Leeuw» brachten.
Het werd een
prachtige uitvoering on
der de leiding van de
heer De Brouwer. Vooral
het tweede lied, van A.
Preud'homme, bleek een
hit te zijn, want alle
aanwezigen zongen uit
volle borst mee. Inleider
Van Kerkhoven onder
streepte deze enorme
geestdrift, waarop zelfs
Antwerpen jaloers zou
zijn en vroeg alle regis
ters open te trekken voor
het laatste lied. Zoals bij
de Brabangonne stonden
de aanwezigen recht en
men zong luid mee! De
mensen waren echt ge
ëngageerd. Een vrouw
vertelde dat «indien hat
nog zo laat niet was, ze
per velo naar Diksmuide
zou rijden». Natuurlijk
ging het hier om ee
zwanske, dat zijn uitlo
pers vond in het volgen
de gezellig samenzijn...
RDV
!t
n ip zaterdag 7 juli werd de Vlaamse Nationale
eestdag gevierd te Oordegem. Het is de eerste
e laai dat dergelijke viering in een deelgemeente
g erd georganiseerd. Om acht uur zat de zaal «Levet
n cone» goed vol. Toch noteerden we slechts een
- iatig sukses: als men de zangkoren van Impe,
it Inetiede en Oordegem uit de zaal verwijderde,
leven er niet veel deelnemers meer over!
vatte toespraken. Wij
kunnen dus spreken van
een «neutrale 11 juli-
viering», die kalm en
waardig gehouden werd,
mét het engagement van
de aanwezigen.
Schepen Hendrickx
opende de vieringsavond
met een welkomswoord
aan de heren pastoors en
zijn «beste» Vlamingen.
Hij benadrukte dat deze
avond voor de gemeente
Lede, de inzet was van
de 11 juli-viering, de
Nationaal Vlaamse
Feestdag, die honderden
jaren werd miskend,
maar toch afgedwongen
werd, tot algemeen ge
noegen van de Vlamin
gen. Hij dankte verder de
drie deelnemende zang
koren voor hun samen
werking, die eigenlijk
gegroeid is in het jaar
van het Dorp, maar die
iedereen verheugt.
Tenslotte dankte hij de
omdat zij de viering
verplaatst hadden naar
een deelgemeente, wat
bestempeld werd als een
degelijk initiatief. Vol
gend jaar komt wellicht
Wanzele, Smetlede of
Papegem aan de beurt...
De schepen vroeg de
aanwezigen de volgende
dag te willen aanwezig
zijn op de gewestelijke
viering te Impe.
Met zijn dank aan allen
die de schone avond
hielpen verwezenlijken
en de uitnodiging om op
zondag te willen vlag
gen, besloot de schepen
zijn toespraak met elk
een een aangename
Vlaamse Nationale
Feestdag te wensen. W.
Van Kerkhoven, de inlei
der, dankte de schepen
van kuituur voor zijn
aanwezigheid en zijn me
dewerking. Hij leidde
even het koor Sint-Veerle
uit Smetlede in. Deze
et Van Tittelboom, geweste-
k sekretaris van het A.C.V.,
ïld de 11 juli toe-
ït werd echter een
hte viering. Bij het
nnenkomen kregen we
n n politiek pamflet in
)- hand gedrukt. Hierin
11 erd gevraagd zich mee
e j verzetten tegen het
izalige plan Van Den
'n eeynants. De eis
Jr ©en» drieledige ge-
n istvorming, maar echt
n Ifbestuur door tweele-
i) gfederalisme» werd ge-
e BidMaar onze vrees
d or een politieke avond
eJ bleef ongegrond:
i, och schepen Hen-
e rickx, noch gastspreker
)- an Titelboom hamerde
d een Vlaams-nationa-
Stische instelling. Het
eef een waardige her-
g inking van 11 juli 1302.
e en bevestigde een-
r- 'udig het Vlaming zijn
I- i het Vlaming blijven,
e et typische liederen en
J «te, maar goed opge-
n iel belangstelling voor deze 11 juli-viering? Wanneer de
>f ensen van de drie koren moesten rechtstaan en weglopen,
i- in zou er niet veel volk meer overblijven. Hebben er dan
e 'erkelijkzo weinig mensen nog gevoel voor het Vlaamse
s olk en zijn roemrijk guldensporenverleden? (Mark)
13 zangers tellende ver
eniging presenteerde on
der de leiding van de
heer De Winne drie
Vlaamse liederen:
«Schoon Vaderland»,
«De Kempen» en «De
Vlaamse Ardennen» (van
Antoon Van Wilderode).
Wij noteerden een mooi
refreintje, dat elkeen zou
moeten kennen«O
land, waar ik geboren
ben: gij zijt het
schoonste dat ik ken!»
Inleider Van Kerkhoven
tapte daarop een Vlaams
mopke. Hij stelde de
vraag of de onbekende
soldaat, die te Brussel
rust, een Vlaming of een
Waal is. Het antwoord
bleek eenvoudig: het is
100% een Vlaming, want
moest het een Waal zijn,
dan zou men spreken van
de onbekende officier!
Ernstiger vervolgde hij:
Door de slag der Gulden
Sporen, werd verdere
inlijving bij Frankrijk
voorkomen. De graaf
was zelfs verplicht de
gewone man te erkennen
en op te nemen in zijn
bestuur. Hierop gaf
Frieda Daelman een
sfeervolle lezing van de
Ballade der zes Ridders
(door A. Van Wilderode).
Hieruit leerden we dat
velen zich opofferden
voor de Vlaamse belan
gen, zonder statie te
voeren en zonder eigen
waan. «Zij liggen te
zaaien, een dubbel kruis,
zover van huis, in een
wereld van leed en puin!
Hier liggen hun lijken als
zaden in het zand...»
De voordracht werd erg
gewaardeerd door de
muisstille toebehoor-
ders. Het optreden van
de bariton, Luc De Mot,
moest spijtig genoeg
vervallen. Men had niet
de nodige technische
begeleiding kunnen
voorzien. A. Mertens gaf
openlijk toe dat dit een
fout was van de organi
satoren en bood zijn
verontschuldigingen
aan. Voor het verder
verloop van de avond
moest men schepen
Hendrickx verontschul
digen: hij had familiale
verplichtingen na te ko
men. Het zangkoor van
Impe. bracht onder de
kundige leiding van de
heer Van Der Eecken een
canonachtige, meer
stemmige uitvoering van
«Als de brem bloeit»,
waardoor de kleuren
pracht van ons land
bezongen werd. Het vol
gende lied «Nachtegaal»
bleek door een prachtige
uitvoering kortweg ont
roerend te noemen.
De inleider schiep hierna
een nieuwe sfeer door
een Walenmopje: een
Waal was op reis in
Zwitserland en verwon
derde er zich over dat de
Het zangkoor Sint Veerle uit Smetlede. (Mark)
Het optreden van het zangkoor uit Impe. (Mark)
gast-j
-zangkoor bracht het koor van Oordegem 4 i.p.v. 3 liederen. (Mark)
Vlaamse poëzie naar voor op
de 11 juli-viering van de
socio-kulturele raad van
Groot Lede. (Mark)
Zwitsers een ministerie
van Zeevaart hadden,
hoewel het land nergens
aan een zee grenst. De
Zwitser gaf echter een
gevat antwoord: ik vind
het nog veel eigenaar
diger dat jullie een mi
nisterie van Waalse kui
tuur hebben!
Het zangkoor van Impe
bracht hierop «Dorp van
mijn hart», een melan
cholische melodie van
een ander lied, waarop
men een andere tekst
had gezet om aan te
tonen hoezeer Impe aan
het hart van zijn bewo
ners ligt. Hoogtepunt
van de avond werd wel
de toespraak door de
heer Piet van tittelboom,
gewestelijk sekretaris
van het A.C.V.
Hij betuigde vooraf zijn
dank, omdat hij als
vertegenwoordiger van
een niet onbelangrijke
vakbeweging in Vlaan
deren, de gelegenheid
kreeg het woord te ne
men op deze 11 juli-
viering. Voor hem bleek
dit een aanwijzing van
het streven naar een tot
op heden weinig bena
drukte dimensie die
moest ingevoerd worden
in de Vlaamse strijd.
Volgens de spreker kan
men aan de herdenking
van 11 juli 1302 inder
daad twee be
tekenissen geven: men
kan zich beperken tot
een vlucht in het ver
leden, tot een roman
tisch herbeleven van een
wapenfeit dat op zich
genomen eerder een his
torische niemendal is
geweest. Maar, zo ver
volgde de spreker, de
guldensporenslag moet
gesitueerd worden in wat
hij was: een gevecht om
ekonomische zelfstan
digheid van de poorters
tegenover de Franse
overheersers. Vanuit dit
verbindingsteken kan
men de dinamiek van
toen doortrekken naar de
aktualiteit van heden. In
deze laatste betekenis
ligt de krachtlijn die van
een Vlaamse strijd een
sociale geschiedenis
maakt. De aanwezigen
verdienden een hulde,
omdat ze deze oproep
jaarlijks stijlvol her
nieuwen ten overstaan
van ons Vlaamse Volk.
Het bewustzijn van onze
problemen, moet inder
daad in alle scherpte
worden aangebracht,
want een viertal kenmer
ken zijn nog steeds
dominanten van het
Vlaamse volk. Vooreerst
is er ondanks de
Vlaamse kwantitatieve
meerderheid nog steeds
het probleem van kwa
litatieve minderheid. In
dit land, aldus de spre
ker, zijn de Vlamingen
beperkt aanwezig in de
publieke opinie. Er be
staat een duidelijke
Franstalig dominantie in
buitenlandse zaken, in
internationale organisa
ties, in Sabena, in het
leger, zelfs de Vlaamse
kunst wordt in het bui
tenland voorgesteld als
«Belgische» kunst! Ten
tweede meent de spreker
dat men nog steeds
worstelt met een eng
provincialisme doordat
de trant van de knusse
huiselijkheid ons erg
ligt, door de gesloten
heid, die ten onrechte en
teveel wordt opgehe
meld als geborgenheid
en door de oprichting in
Vlaanderen van vijf
C.O.M.'s.
Als derde punt besprak
de heer Van Tittelboom
de Vlaamse gerichtheid
op het verleden, waar wij
onze eigen waarde
zoeken in een emotio
nele bewogenheid, maar
zonder visie op de toe
komst. Bezie hoe wij
politiek, sindikaal,
sociaal en ekonomisch
een voorzichtig pragu-
rotisme belijden. Ten
slotte meende de spreker
dat wij als Vlamingen
een al te veel negatief
zelfbeeld hebben. Wat
blijft er over en hoelang
duurt de eigenheid van
de Vlamingen die in
Brussel gaan werken of
wonen?
Vlamingen alleen schij
nen in staat te zijn
zichzelf zó te vernietigen
tot zij frankiljon wor
den! Hoe groot is ons
minderwaardigheidsge
voel? De Vlaams Natio
nale Feestdag doet ons
de vraag stellen: wat
verstaan wij onder
Vlaams bewustzijn?
Gaat het om de taal of
om de kuituur of om de
ganse sociaal-ekono-
mische problematiek van
het Vlaamse Volk?
Op zijn stuk zijn wij, nog
steeds volgens de heer
Van Tittelboom, niet
zonder zorgen. Onmis
kenbaar hebben de men
sen van de letteren zich
vrij beperkend tot het
eerste gericht, met als
gevolg dat de Vlaamse
ontvoogdingsstrijd te
veel weg heeft van een
kulturele beweging. Re
cente voorbeelden zijn er
uitingen van: de Vla
mingen vroegen het kul-
tuurpakt, de Walen
vroegen vooral de ekono
mische regionalisering..
Wij hebben een elite van
geleerden, wij hebben
een kredietbank en het
V.E.V.: een elite van
geld en macht. Maar de
kleine man heeft van het
Vlaams bewustzijn nog
niet veel bemerkt! Het
Vlaams kapitaal heeft
onze problematiek niet
opgelost en «kleine
mensjes zijn steeds in de
meerderheid» schreef
Cyriel Verschaeve... Wij
mogen als Vlamingen,
deze Vlamingen niet ver
geten! Voor ons is het
Vlaams bewustzijn een
kombinatie waard van
kuituur, taal, sociale po
sitie... Niet deze positie
echter, die aan enkelen
het voorrecht verleent
hoog te klimmen op de
ladder, want daarboven
is het veelal niet meer
om er te werken...
Vlaamse kulterele ont
voogding is teveel sino-
niem geweest van elitd*
of folklore. Bij de arbeid
werd de ontvoogding
nooit beschouwd als
waarde. Werklust, vak
manschap, beroepsfier
heid, inzet zonder be
rekening, solidariteit on
der de werknemers, zelfs
stakingen, zijn in Vlaan
deren nooit als kuituur
goederen gezien. Funda
menteel is vandaag voor
het Vlaamse volk, de
grote nood aan een eigen
sociaal-ekonomische
ontwikkeling.
Hoe afhankelijk zijn wij
niet van buitenlandse
ondernemingen en van
multinationals, tot in
ons eigen arrondisse
ment!
Hoe verouderd en aan
vervanging toe, zijn onze
eens zo bloeiende sekto
ren gewordende tek-
stielnijverheid, de tapijt
weverij, de baksteenin
dustrie en de meubel
makerij. Wij missen een
eigen Vlaamse dina
miek: zowel sociaal als
ekonomisch!
De mens ervaart zijn
begrenzing voortdurend,
maar heeft toch een
rusteloos verlangen naar
alles. Het moeten kiezen
en verzaken geeft ons
een innerlijke gespleten
heid, die er de oorzaak
van is dat er zo een grote
onenigheid is in het
sociale leven. De kriste-
lijke vakbeweging is,
nog steeds volgens de
heer Van Tittelboom, be
kommerd om de vraag
wat er het meest groeit
de sociale liefde of het
groepsegoïsme?
Om het klaar te stellen:
sociale vrijheid mag niet
verward worden met het
domineren van anderen
langs individueel of kol-
lektief voordeel. Op eko
nomisch terrein mogen
de Vlamingen evenmin
naief zijnde ekono
mische regionalisering
is een spel zonder gren
zen en het ware volks
bedrog te zeggen dat één
G.I.M. alles zal oplos
sen, evenmin als het
waar is dat de uitbouw
van de vier Vlaamse
groeipolen (Kortrijk, Zee-
brugge, Gent en Ant
werpen) de ongelijkhe
den in gans Vlaanderen
zullen ongedaan maken.
Toch groeit met de re
gionalisering van de Bel
gische Staat (en dat is
een politiek probleem)
ook de vraag toe ekono
mische regionalisering.
Het is noodzakelijk met
twee gewesten en geen
drie, met een eigen
financiële autonomie in
Vlaanderen een zelfstan
dige koers te varen, waar
kleine en grote bedrijven
aan hun trekken komen
en waar het privaat ini
tiatief meer oog heeft
dan in het verleden, voor
een opbouwende sociale
funktie. De werknemers
houden van geen Vlaan
deren naar model van
het V.E.V. Dat is tegen
de ontvoogding van de
Vlaamse arbeider, be
diende en pendelaar ge
richt. De werknemers en
het A.C.V. zijn wel voor
regionalisering om de
sociale evenwichtige uit
bouw en om de ekono
mische bevrijding van
Vlaanderen.
De heer Van Tittelboom
aarzelde niet te zeggen
dat ook binnen het
A.C.V. elkeen gediend is
met een eigen Vlaamse
organisatorische ont
wikkeling van onze
struktuur. De eenheid en
de samenwerking met de
Waalse werknemers
moet in organisato
rische, financiële en filo
sofische duidelijkheid
kunnen gebeuren. Het
gemeenschappelijk doel
van de vakbewegingen
blijft de ganse werkne-
mersgroep en diens
materiële, kulturele en
welzijnsgerichte promo
tie.
In dit kader waar het
ganse volk bij betrokken
is, besloot de spreker.