Eikevlietenaar
Qois De Buyser
een der beste kaatsers
van België
EVEN PRATEN MET
Anita, Steve en Cois De Buyser: een jong gezin dat in het rustige Eikevliet een gelukkig bestaan leidt
Is het zo dat de kaatssport in Klein-Brabant en het Willebroekse steeds een vrij
grote populariteit geniet, dan kan het toch niet ontkend dat het aantal toe
schouwers gevoelig verminderd is in vergelijking met tien a twintig jaar terug.
Oorzaken van deze verminderde belangstelling? Ja, het feit dat nu zowat
iedereen een wagen bezit en na een week hard werken er de voorkeur aan geeft
met vrouwlief een uitstap naar Zee of de Ardennen te maken, liever dan hier wat
lokale kaatsers te staan aanmoedigen, zit daar natuurlijk voor veel tussen.
Anderen zeggen dat het komt doordat het spelpeil duidelijk lager ligt dan
vroeger, wegens het in de breedte minder intensief opleiden van jongeren.
Hoe men het ook beziet en waar de oorzaak ligt van deze achteruitgang, als
vaststaand moet beschouwd dat de kaatsers die in onze gewesten aan het
werk zijn, moeilijk kunnen optornen tegen hun sportkollega's uit de «Vlaan
ders» of Wallonië. Met één grote uitzondering nochtans daarop. Immers is een
rasechte Kleinbrabander op nationaal kaatsgebied momenteel een echte
crack. De man heet Cois De Buyser, is 31 jaar, vertegenwoordiger van beroep
en woont met vrouwtje Anita en zoontje Steve in de K. Suyckensstraat te
Eikevliet. Dat deze De Buyser, die aantreedt met eersteklasser Meerbeke,
enorme kwaliteiten heeft als kaatser, is algemeen geweten en overal ten lande
wordt zijn spel ten zeerste gewaardeerd. Ook bij Bondsleiders, waarvan we
met een van hen niet zo lang geleden praatten en het even hadden over De
Buyser. Het deed ons, als persoonlijke vriend van Cois, echt goed aan het hart
de man volgende mening te horen verkondigen over de Eikevlietnaar: «De
Buyser? Een der stijlrijkste kaatsers van België en momenteel onmisken
baar de beste kleinmidden in ons land. Bovendien een goed mens en een
uitermate sportief speler.»
Niet zo onlogisch dat na het horen van die lof bij ons de idee opkwam over de
eminente kaatser van het Bornemse gehucht een stukje te schrijven.
In dat verband een kort telefoontje naar Cois, met onmiddellijk de uitnodiging
hem eens een keer te komen bezoeken. Wat we vanzelfsprekend graag gedaan
hebben en waarover we het met de Eikevlietse sporttopf iguur hadden, vindt de
lezer in volgend vraaggesprek.
een degelijke training on
derwerpen. Iets over die op
leiding: velen verwonderen
er zich over dat uit de jonge
spelers in de Vlaanders of
Wallonië vele uitstekende
kaatsers groeien, terwijl hier
in het Kleinbrabantse
slechts sporadisch een jon
gere later een werkelijk
hoog peil bereikt. Maar de
opleiding van die kaats-
jeugd ginder, verschilt he
melsbreed tegenover hier.
Waar men bijv. in de Walen
de jeugdige spelers oefent
op het verkrijgen van kracht
bij leveren en keren, door dit
veelvuldig en tot vervelens
toe te laten doen, dan wordt
U maakt op dit ogenblik
iet uw ploeg, Meerbeke,
more in de hoogste afde-
ng. Als we het echter goed
oorhebben bent U als
aatser bij een Kleinbra-
antse ploeg begonnen,
'lopt dat?»
)e Buyser: «Inderdaad. Ik
vas elf jaar en speelde hier
n Eikevliet als jonge knaap
o wat voor mijn plezier met
jeftijdsgenoten. Tot men in
Ie bestaande kaatsploeg
^en man te kort kwam en ik
nee op het terrein moest.
Jaast mijn vader Désiré, Jef
)e Boeck, Walter Mees en
«landje Caluwaert. Dat was
nijn allereerste optreden in
;ompetitie. Ik ben dan ver-
Ier blijven kaatsen te Eike-
'liet en een van mijn mak-
cers waarmee ik regelmatig
jpeelde was Georgie
Broekman. Toen er een
eugdploeg werd gesticht,
naakte ik daar deel van uit
ïn als 15-jarige had ik mijn
plaats in de 2e ploeg. Kort
daarop kwam mijn over
gang naar Puurs, waar ik
ploeg vormde met Dolf Se-
gers, Jos Schelkens, Julien
Maes en Georgie Broek
man, die iets vroeger als ik
Eikevliet verlaten had.
Vier jaar heb ik te Puurs in
de eerste ploeg gespeeld,
toen ik getransfereerd werd
naar Zele. In het begin
kreeg ik daar als grootmid
den geweldig veel kritiek.
Gelukkig had ik iemand als
Herman Andries aan mijn
zijde, die me met raad en
daad bijstond, geweldig
veel wijze lessen verstrekte
en me mijn moeilijke pe
riode hielp doorspartelen.
Aan Herman heb ik dan ook
enorm veel te danken. Ik
had echter ook ambitie en
heb nooit kunnen verkrop
pen dat men mij als mindere
beschouwde. Niets was me
te veel om het peil van mijn
medemaats te bereiken en
met hard trainen en alle
wijze raadgevingen ter
het buiten alle verwachting
een 3° plaats in de hoogste
harte te nemen, "kreeg ik reeks, waar we thans, als
mijn vaste plaats in de ploeg -
en werd ook door de sup
porters aanvaard. Met Zele
heb ik mooie momenten
doorgemaakt en kon ik mee
de sprong naar Tweede
maken.
Op een gegeven ogenblik
maakte ik de fout de aan
bieding die ik van Meerbeke
kreeg terzijde te leggen en
te bezwijken voor financieel
betere voorstellen van Adec
Baasrode. Toch heb ik drie
jaar van deze ploeg deel
uitgemaakt en werden ei
knappe rezultaten geboekt
Te Meerbeke was men mij
nog niet vergeten en na af
loop van de kompetitie 1976
bekwam ik mijn transfer
naar deze klub. Het eerste
seizoen al was het een
schot in de roos en werden
we in Tweede kampioen.
Het seizoen daarop werd
Cois De Buyser «Hard trainen in de winter: een noodzakelijkheid.» (pasa)
ke, dan opteer ik voor het
laatste. Het zou een fantas
tische zaak zijn indien een
Vlaamse ploeg de landstitel
zou kunnen behalen. Want
het moet wel zeer lang ge
leden zijn dat zulks gebeur
de.»
Hoeveel wedstrijden
speelt U per jaar, Cois?»
De Buyser: «Heel juist
zeggen kan ik dat niet, maar
dat moeten er zo'n 100 a
110 zijn. Daarin begrepen
zijn alle kompetitiewedstrij
den, plus de verplichte
Grote Prijzen en een massa
tornooien, propaganda-
wedstrijden en kermislut-
tes.»
"Weegt zo'n programma
niet te zwaar door?»
De Buyser: «Nee, echt niet,
maar zoals ik zegde moet
men er op voorbereid zijn en
zonder een intense training
in de winter, is het beslist
niet te doen.»
Cois De Buyser en Paul Landuyt speelden samen te Zele, te Baasrode en maken thans mee het mooi weer bij
Meerbeke.
«n foto van ruim tien jaar geleden: de ploeg van Puurs Exc., met boven van links naar rechts: voorzitter
:rans Verhavert, Cois De Buyser, Georgie Broekman en bestuurslid de Prycker, onder: Wim Van Nimmen,
lulien Maes en Gust Van Barel.
Vlaams vaandeldrager, op
de 2® plaats gerangschikt
staan.»
«Wordt men als kaatser ge
boren of kan men het leren
een uitstekend beoefenaar
van de sport van het kleine
balletje te worden?»
De Buyser: «In elke sport is
het zo dat men enige aanleg
moet hebben, maar wan
neer die aanleg er is, komt
het er vooral op aan een
goede opleiding te krijgen
en hard, zeer hard te train
en. Wat mij betreft, ben ik
met een en ander iets te laat
begonnen Daarom ook dat
het zo lang geduurd heeft
voor ik tot de hoogste klasse
kon doordringen.»
«Er is onmiskenbaar een
groot verschil enerzijds
tussen het peil van het
kaatsen alhier en dit in
sommige gewesten van
Oost-V laan deren, Brabant
en Wallonië, anderzijds.
Hebt U daar een verklaring
voor?»
De Buyser: «Zeer zeker en
hetgeen ik nu ga zeggen
sluit aan op het voorgaan
de. Het verschil zit hem in
de opleiding en het zich aan
dit hier in de streek veel te
weinig gedaan en legt men
al te veel de nadruk op het
rezultaat in een wedstrijd.
Waarbij die jongens takti-
sche snufjes bijgebracht
worden waarmee ze mets
geholpen zijn bij het werke
lijk degelijk leren beoefenen
van hun sport.»
«Op het vlak van die trai
ning, Cois. Moet die werke
lijk zó ver doorgedreven
worden om een hoog ni
veau te bereiken en dit te
handhaven?»
De Buyser: «Wees maar
gerust. En vooral in de win
terperiode is het dat de ba-
zis gelegd wordt voor een
goed seizoen. Hoe dit gaat?
Wel, veelal met power-
training en het op de juiste
manier verzorgen en ont
wikkelen van spieren die bij
het kaatsen veel te verdu
ren hebben. Op de juiste
plaatsen kracht kweken dus
en dat geldt vooral voor de
slagarm, maar ook voor de
benen, die bovendien soe
pel moeten zijn. Best gaat
een en ander onder toezicht
van een sportdokter en een
kinezist. Zónder een dege
lijk en uitgekiend oefen
schema tijdens de winter
maanden, wordt het eigen
lijke kaatsseizoen een flop
Wordt er in die zogezegd
stille periode getraind zoals
het hoort, dan hoeft men
voor een zwaar seizoen
geen angst te hebben.
Wedstrijden spelen aan de
lopende band brengt dan
meestal niet de minste hin
der mee Het zijn enkel
kaatsers die in de winter
passief blijven, die last heb
ben met hun spieren in de
zomer en zich al te gemak
kelijk verzeren wanneer ze
enkele dagen na mekaar
moeten
-Hoe is de belangstelling in
de hoogste kaatsreeks?»
De Buyser: «Ja, dit is na
tuurlijk niet te vergelijken
met deze zoals men ze hier
kent. Wij te Meerbeke lok
ken bij een doorsnee kom
petitiematch een 500 600
toeschouwers. Wat kan op
lopen tot 1.000 a 1.200 kij
kers bij belangrijke partijen.
In de Walen is de gemid
delde belangstelling een
tikje minder, maar bij top
pers is er een massale toe
loop Zo tieb ik dit seizoen
wedstrijden meegemaakt
waarvoor tussen 1.500
2.000 man opkwamen.»
"Uw ploeg, Meerbeke,
doet het in de huidige kom
petitie van 1' Nationaal erg
overtuigend. Hebt U een
kans om kampioen te wor
den?»
De Buyser: «Die kans be
staat. Na afloop van de eer
ste ronde staan we 2" ge
rangschikt, zodat we deel
uitmaken van de groep van
zes die de eindpoule be
twist. Uiteraard zullen we
het daarin als enige
Vlaamse vertegenwoordi
ger erg moeilijk hebben,
temeer omdat er sommige
Waalse teams mekaar al
eens cadeautjes durven
doen. Een voordeel is ech
ter dat er tussen enkele van
die Waalse ploegen enige
rivaliteit bestaat. Maar toch,
willen wij het halen, dan zul
len we beslist uitermate
sterk moeten blijven spe
len.»
«Er bestaat zoiets als een
Gouden Handschoen,
Cois. Een onderscheiding
die ieder jaar uitgereikt
wordt aan de beste speler
van België Hoopt U er ooit
eens beslag te kunnen op
leggen?»
De Buyser: «Hopen, dat
wel, maar of het zover zal
komen is wat anders. Er zijn
zovele uitstekende kaatsers
in ons land. Verleden jaar,
toen Tondeur verkozen
werd, hadden mijn ploeg
maat Marc Van Snick en ik
zelf nochtans veel punten
Wie het dit jaar gaat wor
den, is moeilijk te voorspel
len. Opmerkelijk is dat het
spelpeil iets minder hoog
ligt dan verleden seizoen.
Maar dat komt omdat men
de handschoenen heeft
aangepast. Ernstige kandi
daten voor de Gouden
Handschoen zie ik in Miroir
van Nijvel, Dehon Van
Pont-a-Celles en mijn
ploegmaat Marc Van Snick
Al acht ik mijzelf ook niet he
lemaal kansloos. Laat ik U
echter ook dit zeggen:
mocht ik kiezen tussen de
Gouden Handschoen en de
nationale titel met Meerbe-
«Een laatste vraag, Cois.
Zoudt U nog wel eens met
een Kleinbrabantse ploeg
in kompetitie willen uitko
men?»
De Buyser: «Op deze
vraag wil ik met een ja ant
woorden. al voeg ik er graag
wel iets aan toe Momenteel
ben ik er 31Leeftijd waarop
een kaatser nog in zijn volle
bloeiperiode is. Dat geldt
evenzeer voor iemand die in
1® Nationaal speelt. Ik hoop
natuurlijk dat ik me in deze
reeks nog een tijdje op het
voorplan kan houden. Laten
we zeggen, als alles meezit,
tot mijn 35 of 36 jaar. Mis
schien nog een ietsje lan
ger Wat er daarna gaat ge
beuren? Ja, feit is dat het
dan qua prestaties norma
lerwijze geleidelijk zal gaan
verminderen. Maaromdatik
altijd iemand met geweldig
veel ambitie geweest ben,
zal ik me er nooit in schikken
een tweederangsrol te spe
len, Dat is geen kwestie van
pretentie, maar van spor
tieve eerzucht. Er zijn dus
twee mogelijkheden, ofwel
stop ik er op een gegeven
ogenblik mee, ofwel zal ik in
een lagere reeks gaan spe
len. Ik weet echter dat ik het
nooit over mijn hart zal kun
nen krijgen de kaatssport
ineens vaanwei te zeggen
Zodus zit er, eens zover,
niets anders op dan uit te
kijken naar een klub waarin
ik nog best mee kan. Moge
lijk, of laat me zeggen zeer
waarschijnlijk is dat een
ploeg hier uit de streek.
Maar welke? Nee, daar
kan ik nu nog geen ant
woord op geven. Het is zo
dat ik in Klem-Brabant en
het Willebroekse vooral bij
de kaatsers, vele goede
vrienden heb en dat het me
in een later stadium van
mijn sportloopbaan beslist
veel vreugde zou verschaf
fen daarmee nog enkele
jaartjes aan de slag te zijn.»
«Bedankt voor het vraag
gesprek Cois, en dat je als
kaatser nog velesuksessen
moogt behalen
FR. DE SLOOVER