mnxÉh pikfetof GROENAANDENKEN AAN 150 JAAR BELGIE Groene ruimten 1980 OPEN BRIEF AAN ALLE GENODIGDEN VAN DE 21-JULI-PLECHTIGHEID ENORME BRAND TE LEDE m UB VUUIJJUM -£.1.1. I 3/ 3 - O zo heel veel oudstrijders meer over om erkentelijkheidsbrevetten in In 1980 bestaat het onafhankelijk België welgeteld an derhalve eeuw. Een uitstekende gelegenheid om in elke gemeente iets te doen. Niet gewoon een feest dat zo vlug alweer voorbij is. Wél een blijvende groenrea- lisatie om uw leefgemeenschap meer milieu-minded te maken. kerkwegel ingericht als fiets- of wandelpad, een af- De «Koning Boudewijn- stichting» en de «Vereni ging voor Openbaar Groen» werken immers «Groene Ruimten 1980» uit. Daarbij doen ze beroep op gemeen tebesturen, scholen; ver enigingen, groepen, firma's, partikulieren. In elke gemeente liggen de mogelijkheden tot realisatie van een groenprojekt ge woon voor het grijpen. Zo kan een braakliggend ter rein worden opgefrist en beplant, een in onbruik ge raakt kerkhof aangepast, een oude spoorwegzate of vies te verstrekken, een pro- leggen en de zaak grondig jekt uit te kiezen. In het bekijken gesneden rivierarm of kreek stadsbestuur te Aalst is er zoveel mogelijk mensen uitgerust voor stille rekrea- reeds onder schepen De erbij betrekken Maght de «Groendienst» na de realisatie een blij- die o.a. te Meldert het dorps- plein nieuwe gestalte gaf. Een degelijke aktie in het ka der van «Groene Ruimten 80» vraagt o.a. tie, een dries ingericht als ontmoetingspunt, een oude stortplaats beplant, een in verval geraakt kasteelpark of historische tuin opgenge- steld, een dreef geherwaar- vend onderhoud voorzien Voor verdere informatie kan U terecht bij de «Koning Boudewijnstichting», War- moesberg 57 te Brussel (02-218.45.10, of bij de «Vereniging voor Openbaar Groen», Buiten de Sme- denpoort, 2, Brugge (050- 31.20.71). LH deerd of rond fabrieken beroep doen op vak- kunnen groene zones wor- mensen die behoorlijk kun nen begeleiden een voorbereiding en siste- be- matisch te werk gaan den aangelegd. Per provincie staat groenkonsulent ter schikking om te helpen, ad- eerst stevige kontakten Geachte Mevrouw, Geachte Heer, Het gebeurt zelden dat ik mijn toevlucht neem tot een open brief. Ik geloof immers dat één gram praktijk beter is dan een ton theorie en gepraat In verband met 21 juli moet me echter iets van het hart 21 juli was een bijzonder schitterende plechtigheid met veel meer belangstelling dan we gewend zijn en met een uitstekende sfeer. Hoe kan het ook anders als mevrouw «Pietsier», een Aaisterse dame van 82 jaar, daar uitein delijk een leven van totale overgave en offerzin be kroond ziet met de «Allerhoogste» onderscheiding die een verzetstrijder kan te beurt vallen. Mevrouw Pietsier ontving namelijk het «International Amity Award» uit de handen van een indrukwekkende delegatie van «The American Legion». Het «International Amity Award» is een ereteken waar van er per jaar en per land slechts één kan uitgereikt worden. In België is het slechts de tweede maal dat het ereteken werd uitgereikt Daaruit blijkt overvloedig hoezeer de verdiensten van mevrouw Pietsier ook die van S. Verhulst, P. De Schaepdrijver en G. De Stobbeleir die «merit-medals» ontvingen gekend zijn en gewaardeerd worden. Het bijzonder hartelijk en uitbundig applaus van een menigte van 21-julivierders moet voor de gedecoreerden een ontroerend ogenblik geweest zijn. Ik heb die mo menten intens meebeleefd, ofschoon ik tegelijk geen weg kon met een nochtans onuitgesproken en onge merkte «ontsteltenis» over de afwezigheid van heel wat gemeentemandatarissen, hoogwaardigheidsbekleders en hogere ambtenaren. Bijna alle gemeenteraadsleden deden niet eens de moeite zich te verontschuldigen. De uitzonderingen gaven daarom een des te meer opge merkte en gewaardeerde blijk van dankbaarheid en bur gerzin. Met mijn 21-juli-toespraak heb ik overduidelijk de vin ger op de wonde gelegd. De onzekerheid die zich van de hele wereld meester maakt is de oorzaak van een ver starring van standpunten en van waanzinning kabaal over ideologische details. Ze is blijkbaar ook de oorzaak van een nooit geziene onverschilligheid voor het sociale leven van de stad. Er werd in de gemeenteraad zo dikwijls een vertoon gegeven van ,buitengewone belangstelling voor de «mens», maar WAT GEBEURT ER IN WERKELIJKHEID? De «mensen» van Aalst, om wie het zogezegd allemaal gaat, krijgen nauwelijks belangstelling van hen die zich geroepen voelen om de stad mee te besturen, of van hen die in opdracht werken van de hele gemeenschap. Dat is zonder meer een volstrekt gebrek aan civisme! Het is toch wel kras dat «The American Legion» afgevaar digden stuurde uit de USA, uit Duitsland, uit Frankrijk, terwijl heel wat lokale gezagsdragers niet eens uit hun bed kwam. Er wordt in de gemeenteraad zo dikwijls een grote mond opgezet over besparingen. In verband met plechtigheden werden al besparingen doorgevoerd, door het oorspron kelijk aantal genodigden van bijna 800 terug te brengen tot een 400-tal. Die uitnodigingen zijn gericht tot de gemeenteraadsleden, de O.C.M.W.-leden, de parlemen tairen, provincieraadsleden, allerlei vooraanstaande ambtenaren, de gerechtelijke overheden, de Handels kamer, de militaire overheden, de kerkelijke overheden, de vaderlandse verenigingen en de stadsambtenaren. Bovendien werden er 250 affiches gedrukt Maar behouders de opkomst van de vaderlandslievende verenigingen, de Rijkswacht en militaire overheden, bleven de overige genodigden volledig in gebreke. Slechts 1 parlementair was verontschuldigd. Van de 43 leden van de gemeenteraad waren er slechts 3 aanwe zig, van de 13 O.C.M.W.-leden was er slechts 1 aanwezig. Op de recepties door de stad georganiseerd, tonen de meeste gemeenteraadsleden al evenmin belangstelling voor de verdiensten van de gehuldigden. «Om nu de inspanning van de stad betreffende de orga nisatie van plechtigheden aan te passen aan de reele belangstelling, neem ik de vrijheid u hierbij een ant woordkaart toe te sturen met de vraag of u op plechtig heden en recepties nog wenst uitgenodigd te worden». «Wanneer de belangstelling toch zo gering is, is een eerlijke beslissing tot bezuiniging immers niet onge past». Ik kom nog even terug op de 21 -juli-plechtigheid. Het is dank zij mensen zoals mevrouw Pietsier en de andere gedecoreerden dat «Vlaanderen» vandaag bestaat en dat wij leven als vrije mensen. Wij kunnen hen nooit vergelden wat ze voor ons hebben gedaan. Het is goed heel wat herinneringen uit de oorlogsjaren te vergeten en uit te wissen. Maar wat zo menselijk, bijna bovenmenselijk was, moet in alle omstandigheden wor den onthouden en geërd, niet alleen uit civisme, maar louter uit menselijkheid. 21 juli kan voor velen aan belang verloren hebben. Maar mevrouw Pietsier ook? En de andere gedecoreerden ook? De 80.000 inwoners ook3? Het ging in wezen niet zozeer om 21 juli, niet om vormelijkheid, niet om grootse idealen en holle woorden. Het ging om mensen, zoals dat ook vandaag en morgen ook het geval moet zijn. Het ging om wat burgerzin en wat belangstelling voor het sociale leven. Op een uitzondering na waren ook de persmensen afwe zig. Misschien was de hoogst denkbare onderscheiding voor hen niet «ongewoon» genoeg... Ik hoop alvast dat deze open brief tot nadenken stemt De Burgemeester, L D'HAESELEER Mevrouw Pietsier krijgt het Amerikaans erkentelijkheidsteken opgespeld. (Mark) Ook onze burgemeester kreeg van de Amerikaanse afgevaardigde een plakker aangeboden. Er blijven nemen. Hun voorbeeld strekt eer van alle mensen die Dat zijn nog de e^hte oudstrijders. Mensen die op onze Belgische feestdag wat graag hun vaandel komen dragen. (Mark) Maandagavond, 20 uur 40; de bewoners van de Nieuwe Wijk ruiken letterlijk onraad. Men kijkt toevallig naar buiten. Een enorme pekzwarte rookwolk verduistert de hemel. Het moet ergens in een bomenstraat zijn. Hoeveel telefoontjes de brandweer kreeg, konden we niet uitmaken. Feit is dat de spuitgasten, die op de Dries op oefening waren, via hun autozen der naar de plaats van het onheil werden ge stuurd. Met loeiende sirenes en knipperlichten stoven ze naar de Lln- denstraat... Eén grote vrachtwagen reed verkeerdhij kwam in een doodlopende straat terecht. De bevolking wees vlug de korrekte weg... De 4 brandweerwagens en de twee VW-kamionetten «omsingelden de brand, men maakte alle mate riaal klaar, zocht naar de waterkranen die op de terreinen van Veilig Wo nen met zeer hoog gras en dito distels over groeid waren, (zie de «belangrijke mededeling van de brandweer» in ons vorig nummer!) De bevolking stroomde toe. De huizen van de Vogelwijk en deze van de Bomenwijk liepen leeg. ledereen wou het zien Voornamelijk de gepen sioneerde bewoners van de Lindenstraat liepen ongerust heen en weer. Toen kwam de herademing: het betrof hier geen échte brand, maar een aangestoken hoop autobanden. Wie dit vuur aanstak is niet geweten, maar een brandweerman verzeker de ons dat het om een «onverwachts aange kondigde oefening» ging. Vanop de hoge beweeg bare autoladder werd in enkele minuten tijd schandelijk veel water verloren gespoten. Men bluste zelfs een dood lopen wegje... met on geveer 3000 liter per minuut. Na ongeveer een half uurtje oefen-blussen, werd een show wegge geven: met een sproei- spuit werd een mooi waaiervormig watergor dijn gevormd. Kommen- taar van een toeschou wer: dat mogen ze in mijnen hof ook eens komen zetten. Toen werd eventjes de schuimspuit opengedraaidhet ge heel werd netjes over gespoten tot één grote dampende schuimhoop. Vanop de autoladder werd nog nageblust. De toeschouwers kregen de indruk dat er maar één pompier dierf opkruipen. De spuit werd vanop de grond bediend via een lange kabel. Nodeloos volgde op deze wijze nog enkele duizenden liters water. De doordringende stank zette weer op... de verbrande rubber was niet genietbaar. De be woners zaten er wel mee. Veilig wonen kan echter gerust zijn: door het spuitwerk van de Leedse brandweer, zal het on kruid op hun terrein zeker niet verdrogen. In tegendeel het zal wassen dat ge 't ziet. Of men over veertien dagen de deksels van de water- monden nog zal terug vinden, blijft een open vraag De buurtbewoners waren gerustgesteld. Men hoorde opmerkingen als «Gelukkig is het geen» echte brand, maar ze mogen de mensen wel bij voorbaat verwittigen i 21 juli geloven. (Mark) HE LEIT' ER! 'k Wil zeggen, da spel da ze Skaylap noemdegen, es tèn toch nor beneen gekom- men. Door es 't zoeiveil oever te doeng geweist en naa 'n werd er allensj nimmer oever geklapt. En toch... as ge bepeist da ze ghiel zeikes op gin stikken noor 'n koste zeggen wa dat er oygentlèk zol kenne gebeiren hemmen, 'n was da toch niet vér ghielegans gerést in te zén. Van alles hemme ze verteldj en afgeroepen in den teivei of op de radejoa. Op twie of droy daogen noor 'n kost' z' in begin ni zeggen wannier dat 't gink gebeiren. En tèn wiste ze zeikes da ghiel da spel zol in de sjie gevallen hemmen. Mor van den andere kanst wird er al afgeroepen da z' in 't geval da 't zol oaverecht ooitgevallen hemmen, ze de sirenen zollen doeng blozen hemmen. Zjust gelèk as in den oerlogt. En tèn noding wiste z' aal, as 't hier ba ons zol beneengevallen hemmen, da 't allien mor ba de Wolen kost zèn. 'k Weit zelfs van mensjen die heer kinjeren nor 'n kolonie moste goon geer in die streiken en die ze thoois g'haven hemmen. Echt woor. En tèn kwamp Armaan Pien op den teivei vertellen dammen gerést op ons twie oeiren mochte slaopen, want hier 'n gink er gienen danzjei zèn. Ik direkt dorop oevergedrooid op de Wolsche post, mor door 'n pipten ze der in ginien woerdeken oever. Op Holland klapten ze van den Atlantische ocejoon. Allei, ginne mensj die 't zélfde zoy. Wa moe je tèn op den dier nog gon geloeiven? En tèn stond er in de gazetten fotos van nen teppen van nen ameirekoon die al ne spesjolen kask gemokt hooi ver op anne kop te zetten. En 't eirgste vanaal es dat er geer nog groeier teppes worendieda kochten... 'n Gazet in Ameireka beloefden nen dikke proys on den iesten die meh eh stik Skaylap zol opgekom- men hemmen. Mor as ze zu zeikes woren da 't gink in de zjie vallen? En as 't tèn aai op 'n doeng kwamp, riskeirden da stik tèn toch in Ameireka te vallen. Mor z' hemmen dad agaa nog ne kier loten rondtooimelen of azoei iet en domei is 't tèn toch in de zjie gevallen mor ni allemool. Want 't er zèn toch brokken in Australië terechtgekommen. En da ze geer ba de kangoeroes ni noyg kontent 'n woren... hoe zojje zelf zèn? Want oygentlèk was da toch iet van «Alexander... zuveil rjjeigelèk ver moy, mor de mizeire vér 'n ander!» Mor alia, domei zemmen der na toch vanaf. Vér 'n toyken... Want hoeveil van die klodden drooin der ver de moment ni nog rond onze wererldbol? Der hangt dor nog ienen van de Russen oeik, woor da ze nog meh twie maan in zitten oeik. En die al 't rekord geklopt hemmen van 't langst in azoei eh spel te woeinen. Ze meigen 't hemmen zee va may, 'k zit toch liever op meh gemak thoois of iveranst on nen toeig as 't moe zen.. En hoeveil ander zattelieten 'n drooin der nog ni rond en dedie moeten toch oeik allemol ne kier nor beneen komen. Zolle ze doveir tón oeik de sirenen doeng blozen? Vroeger wird er gezeid as 't er per malheir ne kier iet ghiel goed begeirden: 't es ooit den heimei gevallen. Mor van teigewoerdeg 'n es 't ni allemol goed wa dat er ooit den heimei valt. En 'k zol na toch ne kier wille weeiten wa dat da na foytelèk opgebrocht heit. Zol denne Skajlap en aal die ander klodden der na kenne ver zérgen dammen 't noste wintjer mazoet zeilen hemmen ver ons te verweiremen? Zollen de sikkeleers in de lanne woor dat er gin eiten es of woor da ze zonder woter zitten, domei 'n biet of nen drippel meir hemmen? Zen ze domei al was 't mor eh ghiel klein stapken dichter gekommen ver ziktes gelèk as kanker en zoei te geneizen? Zei Ie ze de snotneizen van vandoag die peizen da 't leven allien bestoot ooit mottosiklétten, veil lawoyt en zuveil meigelèk kapot sloon, domei eh grammeken mier verstand gegeven hemmen? Hoeveil weirkloeizen zollen der domei minder zen? Mor nie, 'k peis dad ons da zjustekes nummendalen opgebrocht 'n hiet. Balven missching on ienegte groeite die toch attoyd en oeveraal heer hannen in wassen. Mor dad 'n zal Armaan Pine ons oeik ni kommen vertellen. Dad 'n zelle z' in den teivei ni lote zing of 'n zelle z' in de radejao ni oever klappen. Da zal wel schoein stillekes g'haven werren en de dikke portemoneis zeilen nog 'n betjen dikker geworre zèn! Mor wie heit er de kosten meigen draogen? Wie riskeirt er van stikken op zennen kop te kroygen? Wie zal der binnen 't kért verom ne kier meigen in zèn gét goon ver nen nieven of nen anderen Skaylap of konsoerten omhoeig te kennen schieten? Dad es attoyd en oeveraal de kleine mensj. Door 'n zal Skaylap of Sojoes of noem mor op, niet on veranderen, 't Profoyt es ver de groeite, de brokstikken zen ver mensjen gelèk as ge goy en DOLF zoals ze vroeger deden, zodat ze niet meer in paniek geraken!» Een kleine bijzonder heid uit één van de twee VW-kamionetten, stapte een fotograaf, met pak en zak beladen. Hij schoot foto's tegen de sterren op. Was het een gewone brandweer oefening, of is men bezig met de brandweer kalender 1980 op te stellen? Over enkele maanden zullen we 't weten. RDV *.s\.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1979 | | pagina 3