«een voor Bornen 1?» «een grandioos fee c srmrmwi97o j toen hlüftsim ylddlll JUBILEUMWANDELAARS, VERENIG U André De Clerck: «We verdienen er geen cent mee!» De laatste jaren Is de vakantieperiode voor de leden van het Bornemse jeugdhuis Kadee synoniem geweest van hard werken. Toen men tien jaar geleden de «gekke» inval kreeg om een dodentocht over honderd keiharde kilometer op touw te zetten, dacht wellicht niemand onder de organisatoren met een «blijver» van wal te steken. Deze Bornemse dodentochten kenden nochtans zulk een geweldig sukses, dat ze in een mum van tijd uitgroeiden tot een klassieker in de internationale wandelsport. Reeds tijdens het tweede jaar waren er talrijke buitenlandse wandelaars op de intekenlijsten terug te vinden. Dit groots sukses was er in die periode dan ook de oorzaak van dat organisator Luk De Rijck en zijn naaste medewerkers wel verplicht waren om met de organisatie van die dodentochten door te gaan. leder jaar weer steeg het aantal inschrijvingen zienderogen, om verleden jaar de piek van de 2.100 deelnemers te overschrijden. Dit alles resulteert in het feit dat de Bornemse «Kadees» dit jaar aan hun tiende (jubileum) - tochten toezijn. Daarbij komt nog het feit dat men ter gelegenheid van deze jubileumdodentochten (die vanavond te 21.000 uur precies op gang wordt gebracht) er iets grandioos wil van maken. Dit jaar wordt de jeugd extra in het zonnetje geplaatst. «Niet omdat we nou eenmaal in het internationaal jaar van het kind zitten, maar omdat we het een leuk idee vonden» zegt huidig medewerker Andre De Clerck. Plezant kan het inderdaad worden, want wie droomt er nou als jongeling niet van om hand in hand met de «dodenwandelaars» de laatste kilometers af te leggen? Dit jaar krijgt de jeugd tot vijftien jaar daartoe de gelegenheid. Dan wordt er immers, naast de traditionele dodentocht over honderd kilometer, ook een wandeling over tien kilometer aan het dodentochtprogramma toegevoegd. Tijdens het tweede gedeelte van deze «mini-wandeling» komen de jeugdige wandelaars op hetzelfde parcours als de dodentochtwandelaars. Volgens de huidige organisatoren is het geenszins de bedoeling om van deze tien kilometerlange wandeling een blijvende organisatie te maken. «Het blijft bij dit ene jaar om onze jubileumuitgave van de dodentocht nog meer luister bij te zetten» aldus Bornemnaar Dre De Clerck, met-wie we het, samen met huidig Kadee-voorzitter Lutgard Van Lent, hadden over de organisatie van deze tiende jubileumtocht. Met die andere Bornemnaar Luk De Rijck, zowat de vader van deze Bornemse dodentocht, gingen we grasduinen doorheen de voorbije tien jaar, waarin die Kadee - organisatie uitgegroeid is tot een klapper van formaat. De allereerf. Echte verbroedering Toen de leden van het Bor- nems jeugdhuis Kadee nu negen jaar geleden voor de eerste maal met dergelijke tocht over honderd kilome ter uitpakten, liet eigenlijk niets vermoeden dat alles zo'n geweldige vaart zou kennen. Luk De Rijck, een der voornaamste initiatief nemers en door de Klein- Brabanders en de deelne mende wandelaars aanzien als de vader van de Bor nemse dodentocht, aanzag die eersteling als een soort verbroedering tussen de toenmalige jeugdhuizen uit de ganse streek. Luk De Rijck hierover: «Het is altijd onze bedoeling geweest om de verbroedering onder de toen bestaande jeugdhui zen uit de streek te bevorde ren. Dat gebeurde toen reeds wel, maar dan vooral op muzikaal vlak. Daar wil den wij wat verandering in brengen. Wij zagen die ver broedering meer als resul taat van een sportieve or ganisatie. De koppen wer den bij mekaar gestoken. Toen kwamen we met de idee op de proppen om een wandeltocht over honderd kilometer op touw te zetten. Wij hadden toen toch reeds enige ervaring op dat ge bied, omdat ik toen met en kele andere Bornemse wandelfans reeds had deelgenomen aan de inter nationale vierdaagse van Nijmegen. We vonden die vierdaagse tocht niet do dend genoeg. We wilden iets op touw zetten waar voor een zwaardere in spanning nodig was om de opdracht tot een goed eind te brengen. We wilden een tocht organiseren die in één adem moest worden afge legd. We hadden er toen weet van dat er in Neder land een «Kennedymars» werd georganiseerd over zowat tachtig kilometer. Daarmee was onze doden tocht geboren, want om be ter te doen moesten we wel overschakelen op die hon derd kilometerlange wan deltocht. Tweede bedoeling van onze organisatie was de verschillende Kadee- klubs dichter bij mekaar te brengen. Inderdaad, toen- dertijd kon jeugdhuis Ka dee op zowat 31 verschil lende hobbyklubs prat gaan. Elk van die klubs kookte toen zowat zijn eigen potje. We wensten met het op touw zetten van die be wuste dodentocht even eens een band te smeden tussen die verschillende hobbyklubs die Kadee op dat moment rijk was De voorbereidingsperiode was een zoeken en tasten: nie mand had zich voor ons in ons land aan zulk een grootse wandelorganisatie gewaagd. We leverden echt pionierswerk. Onze doden tocht is meteen ook de oor zaak geweest van de popu- larisatie van de wandelsport in Klein-Brabant. Iedere wandelaar eigen gids Dat eerste jaar kreeg men, ondanks de beperkte mid delen, een 67 wandelaars aan de start. De nodige pu bliciteit was gemaakt tijdens de deelname aan de vier daagse van Nijmegen. Een twintigtal wandelaars zeg den toen reeds hun deel name toe. Luk De Maeyer en Danny Van de Moorter stippelden toen het par cours uit. Als basis hier/oor werd het parcours van de reeds bestaande oktober- marsen genomen. Men startte dus met een tocht doorheen Klein-Brabant, om nadien zo naar Aalst en Dendermonde te trekken. Aalst betekende het keer punt in de tocht. De kontro- leposten werden zorgvuldig geselekteerd. Men pro beerde die in de eerste plaats in een jeugdhuis on der te brengen, gewoon om die bewuste band te sme den Het jeugdhuis van de ajuinenstad toonde zich echter niet bereid mee te werken. Op die manier kwam men dan in het plaat selijk klooster terecht. De voorbereiding van die eer ste dodentocht verliep na tuurlijk niet zonder moeilijk heden. Vooral de bevoorra ding en het vervoer zorgden voor de nodige problemen. Op het vlak van de bevoor rading was men immers nog volkomen onwetend. Luk De Rijck: «Toch kwam alles netjes op zijn poten terecht. In elke kontrolepost was er voor de wandelaars iets speciaals aanwezig: ieder een van ons had voor een hartige hap gezorgd: warme soep, fruit, een hardgekookt ei en dergelijke zaken meer. De wandelaars werden in de watten gelegd. Toch liep die bevoorrading al spoedig uit de hand. We hadden ook voor de nodige broodjes gezorgd. We hadden zo'n acht stuks per deelnemer voorzien. Groot was onze verbazing, toen we reeds bij onze aankomst in de eerste kontrolepost te Kalfort te ho ren kregen dat men door die voorraad broodjes heen was. In het vooruitzicht van de zware wandelinspannin gen had iedere deelnemer immers zo~ weinig mogelijk gegeten. Dat maakte na tuurlijk dat alle magen reeds na enkele kilometers be gonnen te grommen. Wij dan maar alle beschikbare bakkers uit hun bed ge haald, zodat ze de wande- lijke tocht tot een goed einde te brengen. Een ge ruststelling voor ons, want op die manier konden we iedereen zulk een aanden ken overhandigen!» Deze eerste dodentocht maakte natuurlijk heel wat negatieve kritieken los. Klein-Brabant was toen nog meente in diskrediet bren gen. Een motie om de do dentocht te verbieden werd zelfs ingediend, doch uit eindelijk werd die wegge stemd. Op andere steun moesten we niet rekenen. Voor de begeleiding van de wandelaars moesten we zelf instaan. Het was Danny Meerdaagse wa1 proef De Bornemse doder wagen was op die dus aan het rollen getLj Dankzij het sukses v eerste wandeltocht, Luk De Rijck en zijn medewerkers zoals waren Willy Van iit< laars -toch nog de nodige mondvoorraad ter beschik king konden stellen!» Ook met het aantal medail les die na afloop aan de ge slaagden werden overhan digd. heerste lange tijd on zekerheid. De Rijck: «Voor die allereerste dodentocht hadden we zo'n vijftigtal medailles laten vervaardi gen. Toen er voor die eer steling maar liefst 67 wan delaars verschenen gingen we ons wel eventjes vragen stellen. Wat als we geen voldoende medailles had den? Telkens er een wande laar de gekende pijp aan Maarten gaf, werd dit spoe dig gesignaleerd. Uiteinde lijk slaagden er een 47-tal wandelaars in deze dode- lang niet met de wandel sport vertrouwd, zodat de meesten zich afvroegen hoe gek die wandelaars wel niet moesten zijn om, nadat men in de meeste gevallen honderden kilometers met de wagen had moeten af leggen, aan een wandeling over honderd kilometer deel te nemen. Zelfs het toenma lig gemeentebestuur en de plaatselijke politiediensten stonden erg negatief tegen over deze Kadee organisatie. Organisator Luk De Rijck over dit alles: «Aanvankelijk was er zelfs sprake van dat onze doden tocht niet mocht doorgaan. Volgens verschillende raadsleden zou zulks de goede naam van de ge- Van de Moorter die met een Rijkswachtwagen van Brussel zelf de wandel bende over de nachtelijke wegen moest gidsen!» Het feit dat voor deze eerste dodentocht toch 67 wande laars opdaagden, zorgde ervoor dat iedere deelne mer zijn eigen gids ter be schikking had. Toch werd de bemanning van de ver schillende kontroleposten nog voor schut gezet, toen een der deelnemers het wedstrijdschema aan digge len «wandelde». Alles was immers berekend aan een wandelritme van vijf kilome ter per uur. Een der 67 deel nemers slaagde erin om de afstand in amper... tien uur af te leggen! Firmin lllegems uit Amands, Leo De Sméelv Van Thienen, Luk D oo eyer, Danny Van De ter, Marja Maerevoe^els nique De Rijck en doet al Luk De Rijc verplicht om met de olee satie door te gaan «jtal wending hadden w< verwacht» aldus dez< ste. «Tijdens onze name aan de vierd van Nijmegen, waren immers van overtui< raakt dat we aan gende wandelbehoefL, deden. De belangstelrrJ de wandelaars was ir overweldigend te no De inzet van ons on rend groepje was éfè minder om. Het kon mislopen. Het sukses huidige tochten nog j sennen is een bewijs i iet toen wel degelijk jiste eind hadden (!r Medisch attest eni esperanto L— Jok de tweede \ende bijgevolg eenH- .lerend sukses Mee J,' !00 wandelaars kv Kh laar Bornem afgezal •eele nieuwigheden to gelegenheid van i/veede dodentocht Dodentochtstichter Luk De Rijck wil steeds voor vernieuwing en verbetering zorgen, ook nu hij niet meer tot de organisators van de dodentochten behoort. Ervaring heeft hij echter meer dan gelijk wie om met kennis van zaken over dergelijke reuze-inrichting te praten. Zo trok hij enkele weken geleden, in aanwezigheid van nog zeven andere Klein-Brabantse wandelaars, vier dagen lang door heen het Nederlandse Nijmegen. «Fantastische sfeer» mijmert Luk. Met niets te vergelijken. Door allerlei initiatieven worden de wandelaars ook bij het gebeuren betrokken. Zo is er een vereni ging boven de doopvont gehouden die die wandelaars groepeert die tien maal doorheen Nijmegen zijn gestapt. Waarom zetten de organisators zich niet achter de oprichting van zulke vereniging? Er zijn een tiental wandelaars die dit jaar voor de tiende achtereen volgende maal aan de Bornemse tocht deelnemen. Waarom die niet samenbrengen en samenhouden? Waarom zouden die be trokken wandelaars dan zelf niet het initiatief daartoe nemen? (FA) Lutgard Van Lent: «De inschrijvingen komen binnen. Nu al!» werd er de deelneme vraagd een medisch voor te leggen dat hi dische geschiktheid net deelnemen aan zu ange wandeltocht staven. Nadien s men (tot ergernis van dit punt uit hetinschrij programma. Waarorr ns nu eigenlijk nog niem jzg Op het programmallat werden de deelneme an jaar eveneens verwe jsi in het esperanto! Va en service gesproken! Kwam dan de grote braak in 1973. Volgefjfc De Rijck maar al te verklaren: «Het gej&c sukses van de dode anno 1973 heeft mée, he

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1979 | | pagina 26