HEERSER «EERGIERIGHEID DOE Exclusief interview met Alois De Rijcker Een reportage van Daniël Michiels (foto's) en Jean-Pierre De Lamper (tekst) 32 - 2-11-1979 - De Voorpost «Wroeten in de buik van Koning Voetbal» zou je het kunnen noemen. Of nog: «Naar zaken achter het voetbainet vissen». Of «Voetbal intra muros». Jan Publiek, in Nederland de laatste tijd Jan Modaal genaamd, wil ook wel eens wat meer over het voetbal weten. Hij ziet een of meerdere keren per week de lederen bal over de groene grasmat rollen. Met daarachter twee keer elf spelers die hollen alsof hun leven ervan afhangt Maar wat rolt er met die bal mee? Wat doet mensen naar hun tweede adem zoeken? Weet jij het? Ik denk dat je er gewoon het gissen naar hebt Okee, 't kan sportiviteit zijn, of eerzucht of het verdienen van een boterham met liefst iets erbij. Een reportageploeg van «De Voorpost» ging kijken achter de schermen van Sporting Lokeren, de ploeg die tot nog toe aan de leiding van 's lands erevoetbalklasse staat Maar niet écht achter de schermen. Neen. Op een blauwe namiddag hadden zij een uitgebreid en met Antwerpse kwinkslagen doorspekt gesprek met Aloïs De Rijcker. Het brein. De Big Brother van Sporting. Waarover gepraat werd? Over voetbal natuurlijk. Maar ook over het internationale manageraat volgens De Rijcker een vergif in het voetbal. Over internationale prospektie, het kopen en verkopen van voetbaltalent in casu jonge mensen. Lato, «de Pool die op zich laat wachten» kwam ook al ter sprake, alsmede de eergierigheid die wonderen kan doen. Sporting Lokeren doet het erg goed dit seizoen. Eén neder laag, tegen Club Brugge, een gelijkspel tegen RWDM. Ver der alleen aan de leiding van de nationale voetbalkompeti tie. Dat is dan de sportieve kant van de zaak. Er is ook een zakelijke zijde aan het prof voetbal. Aan het hoofd van dat zakelijke zit in Lokeren de Antwerpenaar Alois De Rij cker, ex-handelsreiziger in dameskleding, ex- Beerschot-manager ook. Mo menteel manager van de lei- dersploeg. Maar wel soort job is dat? In België stelt de manager de ploeg niet mee op, zoals bij voorbeeld in Engeland. Ik denk dat de manager hier hoofdzake lijk instaat voor de begeleiding van de spelers. Persoonlijk tracht ik al de noden en zorgen van de spelers op te lossen. Verdere meen ik ook dat de manager moet zorgen voor de nationale en internationale prospektie met de kontaktbe- sprekingen die daaraan vooraf gaan. Verder organizeer ik ook de vriendenwedstrijden. Kor tom, ik hou me bezig met al wat rond de spelers en de ploeg leeft. Dat lijkt nogal vlug gezegd maar het is nu niet dat ik mezelf beklaag het is een zeer omvangrijke bezigheid. De spelers hebben bijvoorbeeld al lemaal hun eigen probleempjes en ik meen dat die niet over het hoofd mogen gezien worden. Er zijn voorbeelden genoeg te vinden van jongens die geen begeleiding hebben en daar door nogal eens durven mislo pen. Het is niet makkelijk te gaan voetballen en een vedette te worden als ge daar mentaal niet op voorbereid zijt. Dan gaan sommigen zaken doen die niet erg door de beugel kunnen. is ook een jongeman met een gezonde ambitie die er mag zijn. Maar wanneer ge die jon gens niet goed opvangt, valt dat negatief uit, dan denken ze dat ze er niet meer bij horen. Ik ondervind dat nu bijvoorbeeld met Velckeneers. Dat is een jongen die de ploeg geweldige diensten heeft bewezen. Hij dweept met onze suksessen, maar toch. Johny is gekwetst geweest en vraagt zich nu af wat het later gaat worden. Met zo'n jongen moet ge aktief be zig zijn. De spelers als mens behande len dus? Ja, ik hecht daar veel belang aan. Als ze mij Inghels noe men, of ze noemen Lubanski, dan is dat voor mij net het zelfde. Ik hecht aan beiden evenveel waarde. Als de spelers privé- problemen hebben in hun gezin of zodan kan dat zijn gevolgen hebben op het voet balplein. Kunnen die jongens over zo'n problemen ook met u komen piten? Dat is inderdaad ook al ge beurd. Ik heb dat al meerdere keren meegemaakt, niet alleen hier, maar ook in het Ant werpse vroeger. Dan heb ik wel liever dat ze bij mij komen dan dat er bepaalde geruchten de ronde doen die overtrokken zijn, of overtrokken worden. Ik wil daar tussen haakjes iets aan toevoegen: Hoogenboom en Larsen hebben de naam dat ze de moeilijke zijn in Lokeren. Maar luister eens hier: ik geloof niet in het woord moeilijk, en moesten er geen moeilijken zijn... Hoogenboom en Larsen gedra gen zich een beetje anders dan de andere spelers. Urbain Braems zei me vorig jaar dik wijls dat hij met Larsen niks diplomatie wel vlug af als ge niet op uw 'beide benen blijft staan. Ik denk dat ik veel ge leerd heb doordat ik vijftien jaar als handelsreiziger gewerkt heb. De ene klant moest ge toen ook anders dan de andere aanpakken. Toch meen ik te mogen zeggen mijn meeste er varing opgedaan te hebben in de oud-spelersmiddens, in de liefhebbersmiddens waarin ik nog gewerkt heb. Zeker leerde ik veel door de evolutie mee te maken van kleine jongens van tien tot volwassen voetballers. Ik ben jaren jeugdvoorzitter geweest en dat is mijn schoon ste herinnering uit het voetbal leven. Als ik denk aan die kleine gasten die ik mee naar de brug hielp komen en hen daar ook poogde over te zetten. Samen met anderen natuurlijk want al leen kunt ge zoiets niet. Maar dat helpen vind ik formidabel. Ik zie nu ook dat die jongens dat waarderen. Ik heb zo vroeger Lozano gekend. Ik heb daar geen zaken meer mee maar als ik lees dat die veertien dagen te laat op het trainingskamp komt dan denk ik: «die godverdom- mese snotneus». Ik heb niets meer met hem te maken want ik heb afscheid genomen van het verleden, maar ik heb het hier over het feit zelf, zie je. Ik denk dat dat allemaal niet zou gebeu ren indien de spelers goed zou den begeleid worden. Begeleiding is één zaak. Maar er zijn er ook nog andere. Een manager kan geen ploeg lei den als hij niet weet hoe dat moet Of ais hij niet op de hoogte is van allerhande reg lementen die soms wel eens durven wijzigen. Van De Rij cker is geweten dat hij een wandelende voetbaiencycio- pedie is. Of poogt te zijn Vandaag de dag is het zeer gekocht en verkochtHoe gaat prospektie in binnen- en buitenland nu eigenlijk in zijn werk? Ik ben vooral een tegenstander van internationaal manageraat. Dat wil zeggen dat er mees tal buitenlandse maar nu ook al Belgische mensen zijn die zich bezighouden met het ver kopen en kopen van spelers. Zij zijn «bemiddelaar» in die trans- akties. Ik ben daar volledig tegen gekant. Ik vind het erg als ik lees dat een speler van klub X naar klub Y wordt verkocht door bemiddeling van een ma nager. Dat vind ik beestig. Ik meen dat wij in die zaken einde lijk eens volwassen moeten worden. Als er een frank moet verdiend worden dan is het door de speler en als er een zaak moet afgesloten worden dan moet dat tussen de klubs onderling gebeuren. Ik kan een voorbeeld aanhalen. Vorig jaar kwam ik op Anderlecht en vroeg aan kollega Armand Schelfout waar zijn transferlijst beginnen bezighouden met een ploeg die samengesteld was uit oud-internationalen en oud- ereklassers. Ik denk dat daar de basis gelegd is van mijn entoe- siasme om me met een ploeg bezig te houden. Daar heb ik ook veel geleerd. Al die gasten hadden indertijd al veel geld verdiend in de voetballerij, maar die kwamen toch nog graag gratis shotten voor hun plezier. Ik deed daar veel on dervinding op. Oudspelers- voetbal en jeugdvoetbal. Ik kon dat alles kombineren en dan ben ik gevraagd geworden. Sinds wanneer bent u nu full time manager? Ik ben voltijds manager sinds 1971. Ik was drie jaar bij Beer schot en begin nu mijn zesde jaar in Lokeren. Toen ik bij Beerschot begon zegden ze tegen me de job aan te nemen omdat ik ze tot mijn 65 of langer zou kunnen uitoefenen. Maar na drie jaar was er daar in Beer schot iemand op mij uitgeke ken. Dat was notaris burgemeester- senator De Groot van Aartselaar. Die vroeg me wat ik bij Beerschot kwam doen. Maar die man wist niet eens de ingang van de kleine tribune. Ik heb die van ant woord gediend en heb ook voor de beheerraad mijn mening ge zegd. Ik moest me dan veront schuldigen tegenover De Groot, wat ik niet gedaan heb. Dan heb ik mijn biezen gepakt bij Beerschot. Ik zie het zo: als ge een verantwoorde mening Hoe moet een profploeg ge leid worden? Ten opzichte van de spelers? Wel luister, dat is hier mis schien een innovatie. Ge hebt hier mogelijkheden. Qua toe schouwers zijt ge hier wel aan een bepaalde traditie onderhe vig. Lokeren is een ploeg die gegroeid is. Ge kunt hier zo maar geen mensen opzij zetten Deze ploeg moet ge anders lei den dan dat ge in Anderlecht, Brugge of Luik zou kunnen doen. Daar kunt ge zeggen we pakken die en die en zetten de andere opzij. Dat kunt ge in een kleinere ploeg echter niet. Daar moet ge respekt hebben en blij ven hebben voor de mensen die die ploeg groot gemaakt heb ben. Het gaat niet zonder een bepaalde struktuur. Dat wil zeggen dat ge uur en tijd moet bepalen voor zekere afspraken. Natuurlijk hebt ge dan de moei lijkheid met mensen die geen of weinig vrije tijd hebben. Wat me hier geweldig aanstaat is dat wanneer een speler zijn kontrakt bijvoorbeeld ten einde is dat die speler dan bij mij komt. Dan bespreken wij de toestand en ben ik wel gewa pend en gedokumenteerd over zijn prestaties gedurende de laatste jaren. Ik reken het zelfs uit in percentages. Hoeveel wedstrijden gespeeld..., tegen hoeveel procent, dit en dat, goed gespeeld, minder goed gepresteerd enzoverder. Wij bespreken die toestand samen en bepalen dan een cij fer. Dan toets ik dat een beetje 'Bij Beerschot was er een uitgekeken op jeugdvoetbal en jeugdrekru- tering. Hoe staat hij echter tegenover het feit dat er ener zijds mensen uit eigen rangen opgeleid worden maar dat de ploegen uit ereklasse alle maal buitenlanders aantrek ken die op de plaatsen van eigen spelers komen? Ge moogt niet alles veralgeme nen. Ge kunt dat probleem tweeërlei stellen. Ik werkte aan het Kiel als jeugdvoorzitter Daar kwamen spontaan twee honderdvijftig miniemen en tweehonderd kadetten iedere woensdag en iedere zaterdag trainen. Die kwamen niet uit- dicht bijeen. Verder mom a bijvoorbeeld ook reken oke houden dat Hamme vroeger konkurrentenfige van Lokeren. Die heb nes men in derde en vie ers> speeld. En in hun acht tpe€ speelde de idee dat zij o ige den wat wij konden. Dm v bleven de spelers honk Wei hun ploegen. Dat is nu het veranderen. Maar tussen waren wij ook e« n z tering begonnen in de hij cie. Rekrutering die haa ten reeds afgeworpe s, m. Ook voor de eerste wij mensen moeten g: ld! was. Die was daar zeer ver wonderd over Maar waarom kunnen wij onderling geen kon- takt zoeken? Waarom moeten er honderdduizenden aan de vingers blijven plakken van mensen die niets anders doen dan een telefoontoestel hante ren? Ik weet wel dat die mensen mij niet zo genegen zijn. Ik zeg niet dat ge niet eens een tip kunt krijgen. Maar een tip moet met met honderdduizenden franken gehonoreerd worden. Het is mijn taak op de hoogte te zijn van het internationale voetbal. Ik vind het een vergif in het voetbal dat er mensen zijn die zich verrijken op kosten van de hebt dan moet ge daarvoor uit komen. Als ge als manager de mouw veegt of ge durft met in de bres te springen voor uw spelers, dan zijt ge niet be kwaam voor uw taak. Na enkele weken ben ik dan door Lokeren benaderd en ben ik met volle overtuiging naar hier gekomen. Het waren de heren Keppens en Laureys die me op zekere avond een bezoek brachten en met wie ik vlug akkoord kwam. Ondertussen was ik ook ge vraagd om tot bij iemand van Klub Brugge te gaan, maar daar is uiteindelijk niets uit voortge komen. aan de werkelijkheid. Met deze gegevens verdedig ik dan de be langen van de speler zo goed mogelijk ten opzichte van de di- rektie. Dan komen we tot een besluit en ga ik terug naar de spelers. Het kontrakt wordt dan al dan niet afgesloten. Ik meen dat dat de juiste handelswijze is. Mijn taak bestaat er in de rechten van de spelers te verdedigen maar ook te eisen dat de spelers hun plicht doen. Alois De Rijcker beleefde een mooie tijd als voorzitter van jeugdploegen. Hij is een ge weldig voorstander van sluitend uit Antwerpen, maar ook van Hemiksem, Wilrijk en de ganse omgeving in een straal van tien kilometer. Wai me geweldig opviel toen ik hier kwam ik spreek nu van vijf jaar terug was dat wanneer ik de ledenlijst nakeek ik zag dat al de spelertjes van Sporting uit Lokeren zelf kwamen. Dat is een achterstand die Lokeren heeft moeten goedmaken en dat ging niet zo vlug als de op gang van de eerste ploeg. Nu zie ik wel dat er spontaan jon gens komen die verder af wo nen. Van Eksaarde, Wachte- bekeen zo, het ligt hier allemaal 'Eergierigheid doet een ploeg draaien-(dm) Is het dan zo met de spelers gesteld dat ze echt een hechte begeleiding nodig hebben? Ik ben ervan overtuigd dat een begeleiding noodzakelijk is. Ik heb bijvoorbeeld heel veel spe lers van mijn vroegere klub die mij nu nog altijd om raad ko men vragen. Ik zal die nooit slechte raad geven, want als ge in de sport slechte raad geeft dan heeft dat een boemerang- effekt Een bepaalde ploeg een slechte dienst bewijzen door iemand slechte raad te ge venneen, dat is niet goed, dat wreekt zich. Wat die bege leiding betreft, dat is makkelijk voor iemand die kontent is, die heeft geen begeleiding nodig. De elf jongens die op het plein staan zijn doorgaans tevreden. Maar wat doet ge met die twaalfde, die vijftiende vooral die zich miskend voelt omdat hij er niet bij is in de ploeg. Dat kon aanvangen en dat ik maar met die speler moest praten. Maar mensen toch, het is onze taak te trachten die jongen te veranderen, van de scherpe hoeken af te ronden. Als ge die gaat kopen dan zijn dat spelers met formidabele kwaliteiten. De meeste mensen zien ge makkelijker de slechte dan de goeie kanten van een speler, maar iemand heeft meer goede dan slechte kanten. Toen ben ik begonnen als manager, zei André Deckers, de oud voorzitter van Beerschot, en wat mij betreft een formidabele dirigent: Alois, ge moet die taak als handelsreiziger in dames kleding stoppen en full-time in het voetbal komen. Ik vroeg toen wat daar voor nodig was en toen zei Deckers me: diplo matie, mensenkennis, organi satietalent en dynamisme Ge moet wel oppassen, want in de keiharde profsport leert ge de voornaam de reglementeringen te volgen. Ge wordt regelmatig gekonfronteerd met feiten die zich voordoen. Met klubleiders en klubsekretarissen bv., die fouten maken t.o.v. de lijsten die moeten gemaakt worden. Dat is des te gevaarlijker omdat het reglement dienaangaande kan geïnterpreteerd worden. Ge moet dus altijd up to date zijn, die wijzigingen volgen en dat is niet altijd zo heel gemak kelijk. Dat is iets dat ge met volle overtuiging moet doen maar de kwestie is de interpre tatie van de reglementen uit de weg te gaan. Ge moet daar da gelijks mee bezig zijn, ieder ge val kan immers verschillend benaderd worden. Eerder in het gesprek had De Rijcker het over prospektie. Nu is dat een woord dat me steevast aan een koehandel doet denken. Spelers worden Wat de spelers zelf betreft is Aloïs De Rijcker naar eigen zeggen geen «partizaan van het volledig professionalisme». Hij is altijd zeer tevreden te horen dat spelers een nevenaktiviteit hebben. «Kijk maar naar Dal- ving,» zegt hij. «die is direktie- sekretaris aan de Katolieke Ho geschool in Antwerpen. Of naar Rony Somers, die een zeer ge waardeerd bankbediende is. Roland Inghels werkt in een firma langs het kanaal van Ter- neuzen.» Volgens De Rijcker verhindert een bijberoep dat de spelers eens ze naar de dertig gaan zich afvragen hoe het ver der moet. Dus ben ik voorstan der van semi-professionalisme in België. Wat die jongens tij dens de week doen? Ze komen op dinsdag en donderdag de morgentraining volgen. Ik vind toch wel dat een beroepsvoet baller teveel tijd heeft, mis schien vervelen ze zich wel De Rijcker is niet als voetbal manager geboren, in zijn pre- voetbalmanagementsleven was hij handelsreiziger in da meskleding. Damesonder goed, stelde ik eerst maar De Rijcker verbetert dit door te zeggen dat hij zover niet durfde te gaan. Dan komt Beerschot-voorzitter Deckers Alois vragen full-time mana ger te worden. Maar als ie mand die vraag stelt weet hij toch dat de gevraagde met voetbal bezig is Ik was geweldig met voetbal bezig, ik heb zelf voetbal ge speeld bij Beerschot. Oude-* God Sport en in Zele. In Schilde hebben ze mijn been gebroken. Ik ben moeten stoppen na mijn dertiende zwaar ongeval, dat kan al tellen denk ik. Ik was Big Brother bij Sporting Lokeren,(ds) toen 29 jaar. Daarna ben ik me ken. evenals voor onz ge elftallen. Wat nu die buiteman: an Iers betreft, ach ja, lui is wel zo dat spelen mi >bt landers attraktiever is. j Vi doet eraan mee, waa wel dan niet? Wij hebben laa tracht buitenlands I te; gaan zoeken dat waa11 Niet zomaar kopen om V; dus. En ik denk dat Op totnogtoe in geslaagd op hebben zeer goede zi irer daan die men niet kan i di nen. Bijvoorbeeld n de banski, Bob Hoogt n v James Bett, Gudjohnst ja, wij reuzezaken. Wannt Hei België talent moet gaao in tweede of derde afdt j h staat ge met verplichi er l gangen die ook al heelde ten Hier staat wel te i k dat wij eveneens goe «j deden m de provincie, hi Mark Verbruggen, R hoi Mommens en Roland rr indertijd. Dat zijn spt s zich altijd met sportieve ie, len verzet hebben tt ki, konkurrentie die er kwa zij der denk ik toch dat ur beelden mogen steil kar onze jeugdopleiding, laai beelden die er nu uitkon hac trachten dat een beetje ad- pelen, eigen talent f Tv prospektie in het buiten! vin Hoe ga je nu in feite i Ier kopen in het buiti -oc Krijg je een tip? in in van Bett en Gudj Qr bv Kijk, wat IJsland betrC iets zeer eigenaardig.] landse jeugdploeg hf drie jaar terug gespee was daar een speler bij] België gecharmeerd w jongen vroeg ons of hl studies terug met onsl mocht zoeken. Dat is) ons altijd bijgebieven. ogenblik schreef die joij een brief. Die heb il onmiddellijk beantwod dat IJsland toch direkt' ekspeditieis. Maar dari een tip van een schei) die ergens een hele gfl lander had zien spelen" de beloftenwedstrijdf IJsland. Ik weet nietif mensen van Loken maar dat gaat dan altij ja jong, als gij denkt 1 iets in zit, moet ge erl gaan. Als ze nu tegen j gen: «ge moet daar nj dan betekent dat ik tv

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1979 | | pagina 32