RONALD EN ANNE-MARIE DE WITTE: EEN WAAS WIELERGEZIN i J 1 38 - 2-11-1979 - De Voorpost Knecht tot Een mensenleven, mijn vriend, gaat niet steeds over rozen. Tijden van geluk en plezier wisselen met het ritme van een klok periodes van verdriet af. Moeilijke zaken ruimen baan voor dingen die je zo, maar in de schoot komen vallen. Voor een beroepsrenner kunnen we de semafoor van de beginiijn toetsen aan de realiteit. Een koereur stuurt zijn fiets niet steeds over gladde, brede wegen. Hij trotseert ook kasseikronkels en hoge bergtoppen waar je auto soms in tweede nog weigert. Na die top komt dan nog de soms levensgevaarlijke afdaling met haarspeldbochten naast diepe ravijnen, waarbij de renner op twee dunne bandjes rakelings naast de afgrond raast. En dat alles voor... ja... waarvoor? Wat ligt er achter de meet? Welke duivelse macht laat mensen zwoegen om toch maar als eerste over een kalklijn te bollen en hun fiets aan de mekanieker te kunnen geven? De bloemen? Ik geloof er geen fluit van. Eerzucht? Het kan. Prestigedrang?Mogelijk. De noodzaak om toch op één manier je boterham te verdienen? Waarschijnlijk. De wielrenners, soms benijd ik ze. Een karrevracht kleurige truien, als een reklamerups over de weg. Waarbij dikwijls één of een paar dragers van één of diverse Mevrouw De Witte vertelt de heer en mevrouw De Witte. verder dat zij tijdens het stille Zij: Als doping gebruikt seizoen, met andere woorden wordt, dan zal dat zeker en tijdens de wintermaanden, vast ook wel een invloed heb- haar grote kuis doet. Wel slim ben op het gezinsleven. Dat is bekeken. Ronald is dan im- normaal. Maar voor de rest mers thuis en kan dan een wordt er veel over gepraat en handje toesteken. het is eigenlijk alleen maar bij «Tijdens de winter doet Ro- de wielrenners dat ze het over nald gewoonlijk ook wel wat doping hebben. In andere spor- aan veldrijden. Verder gaan ten hoor je er bijna niet over wij gewoonlijk in novem- praten, ber met vakantie. Tijdens Ronald: Zij hebben één keer de zomer zit dat er voor ons een onderzoek uitgevoerd bij natuurlijk niet in. We moeten het voetbal. Toen waren er met ook van het dode seizoen profi- de slag drie spelers positief be teren om onze vrienden een vonden. Ook bij de atletiek bezoekje te brengen, wij kun- vonden ze bij een onderzoek nen die in het wielerseizoen positieven. Bij de wielrenners eigenlijk nooit tevreden stel- zijn al duizenden onderzoeken len». Mevrouw Anne-Marie uitgevoerd en het percentage De Witte moet tijdens het sei- positieven is er één of twee. zoen ook op alle mogelijke Dat is heel weinig. Ik denk dat uren van de dag achter het for- er wel in alle sporten geslikt nuis. Eten klaarmaken. Ro- wordt. Met dat verschil dat de nald eet drie uur voor de wed- onderzoeken bij de wielren- strijd. Of hij eet daarna, en dat ners uitgevoerd worden en dat kan op de meest onmogelijk andere sporttakken met rust Ronald De Witte: Ik bel mijn vrouw elke dag op, ook als ik in Italië rijd(dm) uren van de dag en de nacht worden gelaten. Er wordt zijn. Zijn vrouw heeft het er overdreven met die onderzoe- Wanneer Ronald De Witte in sen dan naar mij komen kij- vanger. Hier komt ook bij dat echter dubbel en dik voor ken. Ik heb hier tabletjes staan minder goede konditie ver- ken? Zelden, inderdaad. Ik het publiek in België wat het over. van mijn zoontje, die hij, een keert, hoe vang jij dat dan op? heb die mensen echter hartelijk wielrennen betreft een beetje jongen van acht jaar wél mag Mevrouw De Witte: Dan ben ik bedankt en zelf voorgesteld verzadigd is. De mensen zien Heeft het bekend worden van jnnemen) maar ik niet. Want best dat ik veel zwijg, want als om de klub te ontbinden. Het hier zo*n driehonderd maal per je man een andere levenswijze ais jk ze neem ben ik positief, ik dan al eens iets zeg is het was ook niet meer nodig, ik jaar beroepsrenners. Waarom met zich gebracht? Dat is belachelijk. Ik, en de toch nooit goed. Maar dat is bedoel financieel en zo. Wij zouden ze dan inkom gaan be- Mevrouw De Witte: Een an- profsporters allemaal denk ik, toch normaal? Ik zeg dan wel zijn beroepsmensen, wij wor- talen voor een kriterium als ze dere levenswijze? Niet echt ben voorstander van kontrole dat alles wel terug beter zal der betaald voor ons werk en een paar dagen later op twee neen. Maar het is wel een eer- op amfitamines en dergelijks. gaan en dat hij er weer zal door komen. Maar op die momen ten is dat praten boter aan de galg. Eens dat ze dan zelf voe len dat ze beter beginnen rijden geloven ze er wel terug in. Maar anders is het best niet teveel te zeggen». Negen jaar zijn Ronald en Anne-Marie De Witte nu ge trouwd. Maar ze kennen me kaar al heel wat langer. Ronald De Witte vertelt dat het bij renners de gewoonte is heel vroeg verkering te hebben. «Kijk maar naar anderen, Ro ger De Vlaminck bijvoor beeld. Een renner moet zich heel goed oppassen, hij gaat niet uit en gaat vroeg naar bed. Je tracht dan wel naar iemand. Ik heb mijn vrouw eigenlijk le ren kennen via haar vader. Ik was nog beginneling toen ik hier in Kruibeke koersen kwam rijden. De vader van Anne-Marie was een supporter van mij. Na de wedstrijd ging ik dan eens met hem babbelen over de koers en zo. En dan zag ik de dochter. Op den duur kwam ik natuurlijk meer voor de dochter dan voor de vader. Veertien jaar was Anne-Marie toen ze met mij begon te verke ren. Zij heeft nooit iemand an- als we dan eens ziek zijn, dan zijn we nog altijd verzekerd ook. Ware het te herdoen, zoudt u dan dezelfde weg bewandelen? Zij: Ja, zeker. Ronald is nu 33 jaar en binnen een paar jaar zal het wel gedaan zijn met de wielrennerij. Maar dat zal voor mij erg eigenaardig aanko men. Ik denk dat ik het niet gewoon zal worden. Ik ben gewend altijd maar mensen rondom mij te hebben. Dat zal allemaal gedaan zijn. Ge kunt dan achteraf nog wel eens naar de koers gaan kijken, maar dat is toch niet meer hetzelfde». Hij: Er zijn toch ook nog an dere belangrijke mensen en zaken in het leven. Zij: Jamaar toch, dat zal ergens pijn doen en het zal een se rieuze aanpassing vergen. Hij: Dat de populariteit zal verminderen, daar zit ik abso luut niet mee in. Maar het zal wel zeer doen omdat ik af scheid zal moeten nemen van een beroep dat mijn hobby ge weest is. En als ge dat bereikt hebt in het leven, dan zijt ge geslaagd, dat is prachtig. Ik zou met niemand willen ver wisselen. Met geen enkel be- Ik denk dat het pijn zal doen als Ronald niet meer rijdt (dm) ders gekend». Indertijd, toen De Witte nog geen beroepsrenner was, had hij een supportersklub Men sen waarop hij kon rekenen. Nu nog zijn dat allemaal trouwe supporters, maar de klub, die is ter ziele gegaan. De Witte: «een supportersklub heb je in feite enkel nodig als junior en als liefhebber. Die mensen hebben zeer veel voor mij gedaan en ik ben ze daar erg dankbaar om. Maar toen ik beroepsrenner werd werden de verplaatsingen ook voor die mensen direkt veel groter. Ik zat dan ook nog van bij het begin in een Italiaanse ploeg. Hoeveel keer kunnen die men- roep. Ik rijd en reed graag en voor wat ik met mijn kapacitei- ten kon beogen ben ik, denk. ik, volledig geslaagd. Vooraleer het over De Witte zelf te hebben, laten we de renner aan het woord over de algemeenheid van de wielren nerij. De Witte: De populariteit van het wielrennen gaat in België blijkbaar een beetje bergaf. Dit misschien omdat er vroeger Merckx was. Eddy was voor mij de grootste die er ooit is geweest. Hij heeft met andere woorden het publiek een beetje verwend en nu Merckx er niet meer is, wil het volk een ver kilometer van hun deur de zelfde renners gratis kunnen zien rijden in een kermiskoers. In Nederland en Italië bijvoor beeld liggen de zaken heel an ders. Neem nu Nederland. Daar is er per jaar één grote koers, de Amstel Gold Race, en één Ronde van Nederland. Voor de rest heb je er nog veer tig kriteriums. Verder niets. In Italië heb je ook niet veel koer sen. Het is dus niet zo verwon derlijk dat in die landen meer mensen naar een koers komen kijken dan bij ons, waar het wielrennen een alledaagsheid is geworden. Vroeger was het voetballen in Nederland popu lairder dan het wielrennen, nu is het er juist andersom. Door zijn beroep is Ronald De Witte tijdens het seizoen niet veel thuis. Hij verblijft meestal in het buitenland, met een piek voor Italië. Hoe neemt zijn echtgenote, Anne-Marie Ee- fckelaert deze uithuizigheid op? We vroegen het haar. Mevrouw De Witte: Als Ro nald weg is, blijf ik thuis en ik doe gewoon mijn huishouden. Ik heb echter wel geluk dat mijn familie hier allemaal kortbij woont. Mijn ouders wonen hier, mijn schoonzuster en schoonbroer ook. Zij ko men eens naar hier en ik ga eens naar hen toe. Voor de rest neem ik die afwezigheid van Ronald voor wat ze is. Het is nu eenmaal zijn beroep en ik heb me daaraan aangepast. Het is wel een spannend leven. Praktisch elke dag leef je met een betrachting. Welke is zijn uitslag geweest en dergelijke. Ronald De Witte zelf komt ook tussen. «Ik bel mijn vrouw elke dag op», zegt hij,«ook al zit ik in de Ronde van Italië». «Ik denk dat zij het mij een beetje kwalijk zou nemen in dien ik een dag niet zou bel len». «Da's niet waar» pruilt Anne-Marie, waarop Ronald verwonderd: «Is dèt niet waar?!?» Al met al is het geen akkefietje de echtgenote van een be roepsrenner te zijn. Dat beroep brengt extra beslommeringen mee. Neem nu het dieet van Ronald De Witte. Hij mag niets vettigs eten, verse groen ten wel. Maar geen aardappe len, wel rijst en veel vlees. Ronald De Witte: «wij zijn ne gen jaar getrouwd. Voor haar is dat niets nieuws meer, maar ik denk dat het wel speciaal is voor iemand die het niet ge woon is. Leef jij het ganse jaar door op zo'n dieet? Wil ik weten. «Ja», zegt De Witte «in de winter eigenlijk nog meer...» «Hij zit dan niet op de velo en zou te gemakkelijk dikker worden», vpegt zijn echtge note eraan'tóe. Als Ronald in een depressieve bui is, zwijg ik beter (dm) der nerveus leven, het beroep brengt dat mee. Als Ronald nog maar een verkoudheid heeft, dan zijn de prestaties er al niet meer. Dat wordt ge dan wel gewaar, dan zijt ge al on der de indruk. Een koereur mag niets mankeren. Bij een gewone werkman is het dood gewoon als die al eens ziek is en thuis zit. Maar als Ronald iets mankeert laten de presta ties op zich wachten, en die tellen. Als er dan een eind komt aan je beroepsrennersloopbaan, wat ga je dan beginnen? Ronald De Witte: Zolang ik nog renner ben op dit niveau zal ik aan niets beginnen. Ik weet dat niemand zich voor twee zaken tegelijk kan inzet ten. Ik heb voor een en ander wel al verschillende aanbie dingen gehad. Ik zeg niet dat ik honderd procent renner wil blijven, wel dat ik het renner zijn niet met een andere job wil kombineren. Ge moet ofwel het ene doen ofwel het andere en als ik iets doe, dan wil ik het graag goed doen. Momenteel wil ik boven alles nog steeds een goed wielrenner zijn en willen Anne-Marie en ik op dezelfde basis verder gaan. Tot ik op een bepaald moment beslis mijn laatste jaar in te gaan. Ik heb diverse relaties en meen dat het geen probleem zal zijn om mij in het verdere leven, na het wielrennen, ver der op te werken. Het enige probleem zal misschien juist het stoppen zelf zijn. Dat is naar het schijnt hard. Eddy Merckx heeft bijvoorbeeld de eerste paar maanden na zijn af scheid diep in de put gezeten. Als je met een wielrenner aan de praat bent, komt kwasi on vermijdelijk het woord do ping- naar voor. We vroegen over dit begrip de mening van Honderd procent akkoord. Dat mogen ze doen. Dat moét ook gedaan worden. Maar je mag dat niet doortrekken op bela chelijke produkten die je niet eens mag innemen om je van een verkoudheid af te helpen. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen amfitamines en geneesmiddelen. Ik vind dat wat tever gezocht. Een beroepsrenner rijdt voor de centen. Maar rijdt Ronald De Witte voor om het even wie die maar goed betaalt? Gaat hij er met andere woorden op in als iemand hem vraagt mits betaling voor hem de sprint aan te trekken? Neen, absoluut niet. Als ie mand me niet aanstaat, dan mag die me een huis beloven, dan zal ik daar niet voor rijden. Het moet iemand zijn waar ik respekt voor heb. Ik zal nu maar namen noemen. Een Merckx bijvoorbeeld die zou ik wel een dienst bewezen hebben. Omdat ik er respekt voor had. Eddy vatte zijn be roep ernstig op, zoals ook ik dat wil doen... Wat de ploeg betreft is dat nog wat anders. Wij zijn goede vrienden van de familie Merckx. Maar ik heb nooit in zijn ploeg gereden omdat de ambiance me daar niet aanstond. De ploeggeest was niet je dat. En ik wil mijn beroep met volle goesting uit oefenen. Voor wie rijd jij dan eigenlijk het liefste? Voor De Vlaminck of voor Moser? De witte Momenteel voor Moser. Ik blijf volgend jaar bij die ploeg. Moser is een eerlijk man voor zijn beroep en voor zijn knechten. Voor alles... Roger De Vlaminck reed de laatste jaren zowat voor zich zelf alleen. Hij waardeert niet zijn en groot blijven. De Vla minck geeft zelf toe dat hij zijn knechten nodig heeft. Als ge daar dan geen waardering kunt voor opbrengen brengt dat moeilijkheden met zich. Mo ser is naar mijn mening vol- wassener dan Roger De Vla minck. De Vlaminck is meer een groot kind. Die zit tegen U onnozelheden uit te halen, maar als het er op aankomt heeft hij het besef niet van wat ge allemaal voor hem doet. Moser is een ander typeDie is korrekter. De Vlaminck kan u op een bepaald ogenblik meer toegeven dan Moser. Maar Moser blijft u altijd als grote mensen bekijken. Hij is ook korrekter in zijn beslissingen. Pas op, ik zeg niet dat die altijd even goed zijn. Als ge bij Mo ser eens niet gedaan hebt wat verwacht werd, dan krijgt ge daar meer onder uw voeten dan bij Roger. Maar dat heb ik er voor over. Moser draait niet om de pot. Hij is rechtaf. Dat derde je ook dicht. Je kon bij Walter met al je problemen te recht, ook buiten het wielren nen. Wordt Ronald speciaal ver goed als de kopman wint? vraag ik mevrouw De Witte. Zij antwoordt eerder aarze lend: Ja, als de kopman wint krijgt hij wel, zoals de hele ploeg, een speciale premie van de firma. En als de kopman verliest? Val len er dan geen harde woor den? Ronald De Witte: Als het de kopman zijn eigen schuld is dan zal er natuurlijk niet veel over gezegd worden. Maar als het aan de knechten ligt, dan wordt er over geklapt. Het ge beurt echter zelden of nooit dat de kopman een wedstrijd ver liest door de schuld van de knechten... In de grote ploe gen zijn de knechten allemaal zelf waardevolle renners die als het moet kunnen winnen. Ik kan eigenlijk niet zeggen dat wij al verloren hebben door de schuld vaneen van de jongens. Door mezelf of de anderen. De koersen die wij al verloren hebben zijn ofwel door Moser nu zelf verloren of vroeger door De Vlaminck die bij voorbeeld in de sprint tekort schoot of een taktisch maneu ver verkeerd deed. Maar er wordt wel over gediskussieerd als iemand bijvoorbeeld in het begin van de koers zijn werk niet gedaan heeft. Maar daar zijn wij grote mensen voor. Wij worden betaald om ons werk te doen. Bij ons heeft ie dereen zijn taak. De enen wer ken de eerste honderd kilome ter en de anderen de volgende. Je moet dan de kopman uit de wind zetten, hem opwachten als hij lek rijdt of zo. Ik doe gewoonlijk dat werk naar de einde van de wedstrijd toe om dat ik dan nog reserves heb. het einde niet fit genoeg, wordt die persoon op het geroepen en is er een verj ring. Maar dat gebeui veel... Herinneringen Een van de schoonste hei de ringen is mijn overwinnijlp de Ronde van Italië, ik k M de koninginnerit mee. n toen ik over de meet k m( viel ik. Eigenlijk een goc een slechte herinnering s bh dus. Ik stond op elf seki van de leider en iedere r 2 Italië dacht dat ik de R kon winnen. Een paar et ar later moest ik opgeven ©t was in een bergrit. Ik ha W lelijke wond aan mijn tx n auto's en moto's wierpel omhoog. Ik was door I r lekke band achterop gei IC Mijn oog raakte helemaa stoken en ik zag maar ui W oog. Dan kon ik geen al den schatten en zo. Ik be 9® twee keer gevallen. De keer ben ik rechtgestaa1,11 met Merckx meegef Merckx reed dan door c was misschien mijn ge 1 slag: ik zag niemand me de ben dan terug gevallen. vond ik het sop de kool meer waard en heb ik op ai ven. Nog een schone her ml ring is toen ik op de Cl een van de steilste berg Dt Italië alle groten van di j reld, Merckx, Gimondit ,n deren, uit het wiel reed nog kondigen zij me in 161 aan als de «overwinnaar v Choco» Het gezin De Witte 2 koersen. Maar ook v<xe Mevrouw De Witte is e« vig supporter van Bev Zoon Yoeri van Been Daardoor kan het wel spannen als het over v< gaat. Maar daarover gal niet erg veel. Koers is koi c YV[°9< Ronald De Witte, geslaagd als renner, met een zoon die meer van voetbal houdt (dm) merken vooruitrijdt. En de reklame aldus beter doet opvallen. Soms echter zou ik voor de dood het leven vi beroepsrenner niet willen hebben, zwoegend op de pedalen in weer en tegenwind. Maar het is in elk beroep al eens iel zou warempel nog vergeten te vertellen over wie we het ditmaal gaan hebben. We waren te gast in het kleine gezinnetje ma en zoon Yoeri) van de Kruibeekse beroepsrenner Ronald De Witte, betaalde knecht en hij verkiest deze lange funktie van waterdragende opwachter en sprintaantrekker voor een loopbaan als kopman, waarna steevast degraderen volgt. Ronald De Witte rijdt onder het goedkeurend gemompel bazen, wiens merk hij propageert. Elf seizoenen evolueert De Witte al in de beroepsrennerspeletons, het bracht hem totnogtoe drieënvijftig overwinnin) Goed, voor een renner wiens eerste opdracht niet «winnen» is maar er voor te zorgen dat de kopman de behaalt. Het is niet makkelijk de vrouw van een beroepsrenner te zijn (dm) meer wat iemand voor hem doet. Ge rijdt voor hem, daar gaat het niet om, maar ze mo gen toch een beetje begrip hebben en weten dat ze door hun knechten groot geworden vind ik beter. De meest mense- Maar als er iemand in <j lijke renner waar ik, ooit voor ginfase zijn werk niet I gereden heb was echter Walter moet ik inspringen. Dat Godefroot. Dat was effenaf ik ook al een eens reklai een schoon mens. Die kon je en zeggen: ik heb moetd dicht benaderen en hij bena- springen en daarom was il jjZ HÉ

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1979 | | pagina 38