D) Of bent u een ander mening toegedaan? wbsm°OBSBROEK 's Winters meer parkeergelegenheid op de markt? TOOKOLIE: BEVOORRA INGSPROBLEMEN? AANWERVING EN BEHOUD OSBROECK NOOIT BRENGT EEN park TEUNVERLENING AAN EKSTIELSEKTOR ue voorposi - z-n-iy/y - a i 20 oktober 1979, 20 uur. |rdan 1.000 toeschouwers voor het massaspektakel «Nooit jt een oorlog vrede» door de Elfnovembergroep, 70 ama- n uit het Heuvelland, West-Vlaanderen. shijnt onafwendbaar dat elke generatie zijn eigen oorlog jt gehad en hebben moet Ook nu weer zijn er duidelijke ien die niet veel goeds voorspellen. Toenemende agres- Jverbewapening. Het nagenoeg straffeloze opereren van milities en neo-fascistische organizaties. Uitbuiting, en tie op alle niveaus Doorgaans slijten de :n wel, maar soms blijft it hangen. Onze eigen eek geneest maar lang- Dagelijks worden de in er gekonfronteerd met iringen. Immense mili- begraafplaatsen, het lurend stoten op schroot it in het minst, de eigen ijders, die het trauma de «grote oorlog» niet al- op 11 november telkens opnieuw beleven. Het is ook niet verwonderlijk dat es uit deze streek het k ief kwam om de wapenstil- i nu eens niet op de klas manier te herdenken.In- lad «het is een groot volk Ijn helden herdenkt», doch ;een veel groter volk dat er zorgt dat er geen helden in herdacht te worden. >ze optiek moeten we dan Ireven van de Elfnovem- oep plaatsen, het zinloze navelstaren onze heldhaftigheid, doch erlijke poging om de vrede jwaren, de mensen voor :te sensibiliseren. Een be- ijk zware opdracht. Bo en gaat dit initiatief uit van mensen, die meestal zelf ervaring hebben met de ig in het algemeen en die 14-18 in het biezonder, i wel de waanzin als oor- en gevolg konden onder- I. èiden. Het kwam dus vooral rofiformatie aan. Met recor- pen en papier trokken di- a e mensen op zoek naar de rm lars geworden getuigen, eens niet om een precieze mstruktie te maken van troepenbewegingen, oorlogs strategie of technische ken merken der wapens maar om het kleine nieuws, de kroniek der bangerikken, de sukke laars, achterblijvers, soldaten- tegen- wil-en- dank en de mise rie te schrijven. Geen heldene pos dus. Wel een volkse verta ling van de ellende die zo'n waanzin met zich brengt. Het verzameld materiaal werd eerst gebundeld tot een boek dat als titel «Van de grote oorlog» kreeg. Naast talrijke foto's staat het vol autentieke verhalen van mensen die het kunnen weten. Naderhand werden alle teksten op speelbaarheid en scenische kwaliteit gesorteerd, zodat men uiteindelijk een aantal momen ten en situaties bijeenhad, waarrond een stuk kon gewe ven worden. Tot hier toe zijn het in de eerste plaats Jan Har deman, Marieke Demeester en Stefaan Dehollander die de koördinatie in handen hebben en samen een basistekst maken voor een totaalspektakel. Hoe wel inzet en entousiasme een niet te onderschatten gegeven zijn om een dergelijk opzet te laten slagen, moest men toch gaan uitkijken naar beroeps mensen om het, intussen gi gantische projekt tot een goed einde te brengen. Voor de mu ziek werd Wannes van de Velde aangesproken, de regie werd toevertrouwd aan Frangois Beukelaers en Lea Daan ver zorgde de koreografie. Je zou het een volmaakte hattrick kun nen noemen, ware het niet dat het uiteindelijk resultaat in zijn diverse onderdelen niet altijd even homogeen is gebleken. Men brengt het verhaal niet, zols het hoort, van begin tot einde, maar in omgekeerd chronologische volgorde. Wat op het eerste gezicht een mooie vondst lijkt, bewijst al vlug het doorzicht van de makers. Zo is de eerste frappante ontdekking dat de uitbundige sfeer die op wapenstilstanddag overal heerst, nagenoeg identiek blijkt te zijn aan de sfeer die bij de mobilisa tie overal aanwezig is. Alleen de tegenwoordigheid van kreupe len en verminkten, naar vorm een minieme nuance, naar in houd een monumentaal ver schil, vormt een kontrast dat tot denken aanzet. Door van dat ene feest naar het andere te zei len over een zee van vuur en tranen, wordt de toeschouwer tot niet-meer-bergen gedreven om waarschijnlijk te besluiten met het overbekende: «Wir ha- ben es nicht gewust». Een terechte(?) opmerking; doch een onvolledige konklu- sie. De woorden van het prach tige slotlied zijn dan ook heel direct: wat er ook wordt geschreven, beslist uiteindelijk over eigen daden. maar zinneloze nijd. Laat ons hier dus verwensen de haat onder de mensen, de leugen van het glorierijke wapenfeit. Met op de achtergrond een heuse dorpsfanfare en een scene vol kleuren en gewemel, zit je als toeschouwer vanaf het eerste moment in de sfeer. Vanuit die kermis groeit dan de proloog, die in duidelijke ter men het opzet kenbaar maakt. Op heldere wijze en met een goede feeling voor de tekst, zij het misschien iets te nadrukke lijk, brengt één van de 70 spe lers de aktie op gang. Van dan af gaat de machine aan het rol len. Het eerste wat dadelijk is de zeer goede, theaterge- schikte muziek en zang. Het spel wordt een aantal keren geïllustreerd met liederen die naar vorm en inhoud tot het beste behoren wat in dit genre tot nog toe werd gepresteerd. Wannes van de Velde bewerkte hiervoor enkele oude volkslie deren, zodat die geschikt wer den voor meerstemmige sa menzang en maakte anderzijds een aantal nieuwe liederen die stuk voor stuk getuigen van zijn inzicht in de volksmuziek en zijn vakmanschap. Niet alleen componeerde en bewerkte hij de liederen, hij heeft ze ook nog aangeleerd. Zeker niet het makkelijkste deel van de op dracht. Toch brengt hij deze mensen, die zingen grootdeels van het wijsje bij de vaat of het grasmaaien hebben, tot een meeslepende en intrigerende prestatie die af is en boeit van begin tot einde. En hier kom je dan tot het reeds eerder vermelde gebrek aan homogeniteit. De dialogen. Na de sterke indrukken die je aan de zang overhoudt, wordt je bijna telkens uit de roes ge haald, door een gebrek aan zeggingskracht. Het is alsof de meesten een taal hanteren die ze niet helemaal meester zijn. Verre van wie dan ook, wat dan ook te verwijten, zou ik toch de bedenking willen maken dat men wellicht ook voor dit gedeelte van het spel beter een beroepskracht had gecontacteerd. Zoniet, was een doordacht gebruik van dialect een betere oplossing geweest. Financiële problemen en een streven naar optimale versprei ding zullen natuurlijk wel mee de oorzaak zijn van dit euvel. Er komt echter bij dat twaalf mo nologen op twee uur tijd, wel wat van het goede teveel zijn. Laat het hoofdaccent dan op bezinning liggen, het wordt te zwaar en daar kan zelfs een goede regie weinig aan verhel pen als er geen gevormde ak- teurs voorhanden zijn. Enkele gemiste kansen niet te na ge sproken, was de regie van Frangois Beukelaers inderdaad erg goed. Je bent op één avond werkelijk in een lazaret ge weest, je hebt aan tafel gezeten bijwijlen hardhandig fysisch kontakt. Omwille van het uni versele karakter van de bood schap koos de regisseur voor zelfgemaakte uniformen voor de soldaten. Zonder een be paalde nationaliteit krijg je op die manier inderdaad een goed werkende metafoor voor haat en geweld, waar ook ter we reld. De overige kostumes wa- En moet je kiezen, kies dan voor het leven dat is voor ons de inzet van de strijd. En wil de wet je dwingen toe te geven, weet dan dat oorlog nooit de vrede brengen kan... Hoe zeer ook wordt geleden, nooit brengt een oorlog vrede. >r de inwoners, de tuiniers, de bedrijven enzovoort, moeilijkheden ondervinden bij de levering van ga- j moeilijkheden ondervinden bij de levering van gas je of stookolie, is het stadsbestuur van Aalst bereid e dienst van het stadhuis. ze ekonomische dienst u helpen een klachten- - sier samen te stellen dat volgende inlichtingen it bevatten: laam, volledig adres en •n van de aanvrager, •rt brandstof die u likt. irvoor gebruikt u ze? veel hebt u nog in uw raad? iveel verbruikt u per laam, volledig adres en ion van de leverancier, loeveel brandstof hebt ingekocht in 1978? loeveel brandstof werd geleverd vanaf een mei 1979? De ekonomische dienst zal dan uw klacht overmaken aan de «OLIEPOT», een dienst van het ministerie van Ekonomische zaken, die kontakt zal opnemen met uw leverancier of zal le veren uit de genoemde oliepot. Ook de leveranciers die problemen hebben met hun bevoorrading, kunnen op de zelfde wijze beroep doen op de ekonomische dienst. Men dient echter rekening te houden met het feit dat het Ministerieel besluit van 24 april 1979 een be perking ingevoerd heeft toepasselijk op de levering van: gasolie, lichte stook olie, halfzware stookolie, zware stookolie en zeer zware stookolie. De leveringen aan verbrui kers en de leveringen aan tussenpersonen van vloei bare brandstoffen zoals hiervoor genoemd zijn be perkt tot een percentage van de hoeveelheden gele verd gedurende het jaar 1978 en dit voor een pe riode van 12 maanden gaande van één mei 1979 tot 30 april 1980 Dit percentage aan verbrui ker: leveringen aan verbrui ker: a. gasolie 80% b. lichte stookolie 80% c. halfzware stookolie 90% d. zware stookolie 90% e. zeer zware stook- met drinkende soldaten, de markt bezocht, aan het front geweest en samen met de an deren heb je de helden wegge wuifd en triomfantelijk weer binnen gehaald. Het lijf-aan-lijf gevecht van een tiental solda ten was echter beter tot zijn recht gekomen met een andere belichting. Het voetlicht mag dan al in onbruik geraakt zijn, toch bewijst het in sommige gevallen goede dienst. Zo had ook de scene met een zwakzin nige vrouw aan kracht gewon nen in het scherpomlijnende licht van een volgspot. Een geï soleerde medaillon in het druk kende zwart van de scene- mond. Op het ogenblik dat en kele soldaten een dronken vriend, die een anti-oorlogslied zingt, de mond willen snoeren wordt het bepaald ongeloof waardig dat ieder om beurt, vooraleer de scene te verlaten, de man gaat porren terwijl deze ongestoord verderzingt, zon der de minste reactie op het ren getrouwe weergeven van de werkelijkheid en deels authen tiek materiaal uit grootmoe ders koffer. Heel mooi. Ook moet je van goeden huize zijn om een massa op een zo na tuurlijke manier op een scene te laten evolueren, dat je zonder de storende elementen, inhe rent aan zo'n onderneming, ook werkelijk de indruk van bewe ging krijgt. Lea Daan was meer dan alleen maar een goeie gok. Het opzet was en bleef een massaspektakel met eigen mensen en beperkte middelen. Een volksspel met terugblik naar het fronttoneel en het Vlaamse Volkstoneel. Een to taalspektakel met muziek en beweging. Een aanklacht tegen de oorlog en een pleidooi voor de vrede. Er was een flinke do sis slechte wil nodig om de boodschap te missen en even veel apathie om je niet te laten overtuigen. Je krijgt niet elke dag de kans mensen met zoveel bezieling en idealisme een zaak te zien verdedigen. Nog vier keer wordt die kans geboden, mis ze niet. Het meest geschikt lijkt me de voorstelling in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel op 4 november.Verder kan je ook nog terecht op 18 november in de zaal Elkerlijk te Antwerpen en in De Warande te Turnhout op 17 november. Voor wie helaas niet aanwezig kan zijn op één der voorstellin gen geef ik tot slot nog de tekst van het mooie lied van de solda- tenbruid: «Ik draag nu een kind, mijn ei gen kind dat me d'ooriog doet vergeten maar als 't in d'ooriog geboren wordt of dat goed is, wie kan dat nu al weten. Ze zeiden, ze zeiden: mijn lief was veel te jong om in 'L huwelijk te treden; maar om te moorden was hij wel oud genoeg dat heeft niemand ooit bestre den. Mijn kind, mijn kind, wie in oor logstijden leeft kan van 't leven niet genieten, en doe ik je dood, ben ik 'n moordenares maar je vader moet bloed ver gieten. Laat deze voorstelling een waarschuwing zijn en geen pro fetie. Jan Dhondt olie 90% aan tussen personen: 85% 85% 95% 95% 95% 95% Niettemin moeten de leve ringen aan de prioritaire ver bruikers waarvan de lijst te vinden is in het zelfde be sluit, verzekerd worden tot 100%. G.D.B. ertegenwoordiger Willy Van Renterghem stelde op oktober In het parlement een mondelinge vraag aan minis- tClaes om de vermoedelijke datum te vernemen waarom de liten zullen gekend zijn van de studie van de tekstielsek- waar ruim 65.000 arbeidsplaatsen verloren gingen, icbting van deze besluiten verklaarde de regering in het plan-Claes, in 1977 vastgelegd, zou doorzetten, afregelen ten gunste van de tekstielsektor werden daarbij igekondigd. hadden voorzien tegen de rege ring. Deze procedure werd dan in april stopgezet op uitdrukke lijke voorwaarde dat België nooit meer dergelijke maatregel zou treffen. Qua bijkomende financiële middelen ter bevordering van de eksport en het wetenschap pelijk en technisch beleid, on derzoekt een speciaal opge richte werkgroep deze proble matiek. Zo worden b.v. be paalde projekten voor 80 pro cent betoelaagd. Eksportbevordering valt onder de bevoegdheid van minister Outers, zegt Claes, doch voor tekstiel en konfektie werd een speciale cel toegevoegd aan de dienst voor bevordering van de handel. Uit enquêtes bleek dat de aan koop van tekstiel door provin ciën, steden en O.C.M.W.'s eerder gering is. De minister kan niet tussenbeide komen zo hij geen toelagen verleent Voor wat betreft de som te voorzien op de begroting voor 1980 voor het tekstielpian, werd voor het sociaal ge deelte ervan een werkgroep opgericht onder voorzitter schap van minister De Wolf. LH. g itraktueel zou deze studie i i «ten afgesloten zijn einde tv 79. zei de minister. Een da- jr vooropstellen is de minis- i echter onmogelijk daar on- llii tussen een begeleidings- n nitee werd opgericht waarin isa sociale gesprekspartners, vi öedrijfsraad kleding en kon- j i tie en de betrokken depar- gk( tenten hun woord te zeggen g? toen. Dit komitee vergadert ei1 de drie weken, doch de vi kundigheid waarmede de Irai kernen worden behandeld jv/i tot de studiebureau's tot 5,e nauwkeurigheid. Het do rijwaringsplan» werd op de m tede rondetafel voor tekstiel -ad konfektie op 9 juni II. geak- iajj Jiseerd en de beslissingen nffl <an bekrachtigd op 21 juni. nd 't betreft de terugbetaling igü i het in 1977 toegekende ei teloos voorschot van du 000 fr. per tewerkgestelde ria »oordde de minister dat ■riji voor zes maanden werd ert Jeschort en dit vanaf de ol t mestriële terugbeta- n. n t 'vernieuwing van dergelijke li "keten kan niet in het voor- W *ht worden gesteld, zegde minister, vermits de EEG- Di briteiten een procedure Door enkele mensen, meestal ouden van dagen, werd de vraag gesteld of het niet meer mogelijk zou zijn stadsbussen langs de Grote Markt te laten komen en er halt te houden. Ze wijzen daarbij op energieschaar- ste en op het feit dat toch niet iedereen over eigen vervoer beschikt. De kortstbijgelegen halteplaatsen zijn dan ook de Molendries, de Graanmarkt, het Stations plein, het Vredeplein, de apotheek aan de Gentse straat en het Kanunnik Colinetplein. In dit verband hadden we een onderhoud met burge meester D'haeseleer die in derdaad begrip toonde voor de suggestie bussen de Grote Markt te laten berei ken. De vraag «stadslijn nr. 1» langs de Grote Markt te la ten komen werd door de burgemeester reeds ge steld aan de Nationale Maatschappij van Buurt spoorwegen op 24 oktober 1977 samen trouwens met een reeks andere proble> men. Waar een aantal er van weerhouden werden voor verder onderzoek en gevolg kwam op de vraag over de bussen langs de Markt dadelijk een niet mis te verstaan «njet». Gezien de verkeersmoeilijkheden die het openbaar vervoer in het centrum van Aalst tref fen was er geen sprake van dat op dat verzoek zou kun nen worden ingegaan. A for tiori dan nu de Grote Markt verkeersvrij of verkeersarm maken stelt steeds men die niet altijd zo maar op te lossen zijn al heeft het stadsbestuur wel begrip van reële noden. In het kader van de ver keersvrije markt opteert de burgemeester wel, alleszins tijdens de winterperiode, voor enkele supplementaire parkeergelegenheden op de Markt Niet alleen 's avonds maar ook overdag zodat gelegenheid wordt geboden in het Centrum aangekochte waren in de eigen wagen te bergen. Met bussen rijden door de Kattestraat waar reeds aan parkeermeters langs een kant alles staat volgepar- keerd ziet de burgemeester nog niet zo gauw realiseer baar. LH Natuurliefhebbers, milieuvrienden en groene jongens, ecologisten en wetenschapslui willen het behoud van de Natuur. Deze laatste groep heeft op het hoogste niveau die noodzaak aangetoond en bewezen, hun bevindingen en richtlijnen zijn vastgelegd in manifest van Rome. Deze opvatting is nu algemeen aangenomen, er is een ruime belang stelling voorde natuur, en iedereen wil er van genieten. Het is de taak van de overheid in de eerste plaats en de genoemde groepen, elk op hun eigen niveau, er voor te zorgen die natuur te behouden en te bescher men. Op het strikt lokale vlak ijvert de Werkgroep Bomen Park/Osbroeck (W.B.P./O.) waar nodig bijgestaan door een 5-tal organisaties, voor het Osbroeck te Aalst, omdat het bijzonder belangrijk is. Dat willen wij bewijzen door de studie ervan, suggesties voor beheer, bestem ming en gebruik (Dossier), en het tonen en uitleggen. Voorlichting (ant. pers), geleide wandeling infor matie promoter. Dit eenerzijds t.o.v. de politici die de verantwoordelijkheid dragen en ge machtigd zijn het te verwerven en te beheren ten voordele van de ge meenschap. En anderzijds t.o.v. die gemeen schap het publiek voor hetwelk dat terrein dan beschikbaar gesteld, uitgelegd en genietbaar kan worden. Tot daar zal dat publiek wel akkoord gaan met het opzet. Doch het moet ook kunnen overtuigd worden van het nut ervan en bereid zijn de finantieie inspanning en tucnt te aanvaarden. Want de politici moeten kunnen rekenen op de instemming van hen die hen aansteleden voor bestedingen voor aankoop, inrich ting en onderhoud. Eenmaal boven, als zij de politieke beslissing van Verwerving genomen hebben, is het onontbeerlijk dat ook het publiek mede voor bescherming en instand houding zorg wil dragen. Wij zouden moeten leren eerbied te hebben voor dat mooie dat van ons allen is, en dat wij samen mogen gebruiken, elkaar aanspeuren en steunen om te verhinderen wat bvb in het Park gebeurt. Afslaan van de nummerplaatjes op de bomen, uit rukken van planten, afknappen van jonge bomen, vernieling van de fitometeruitrusting, wegwerping van verpakkingen, enz... Akkoord, het is een heel kleine minderheid die zo verminkt, wij moeten hen uitleggen dat je er verkeerd aan doet, en desnoods durven tussenbeide ko men als we zien dat er wat misbeurt. Waar er hier sprake is van behoud, dan houden wij er toch aan voor eerst te stellen dat niet bedoeld is het Osbroek voor ons, de stad aan te kopen, en het zo dadelijk, volledig open te gooien om het enKeie jaren volledig te laten platlopen, totaal verwoest. Neen, integendeel, het ware beter het aan de huidige eigenaar(s) te laten die het toch al generaties verzorgde of op zijn minst, ongemoeid lieten. Bedoeld is: behoud op lange termijn. Én dat houdt in: beperking van en nuancering in— het gebruik, de aanwending ervan zodat het blijvend behouden blijft tot genot van de vele komende generaties. Daarover verder W.B.P./O. Daar moet een meerderheid over akkoord gaan, of anders (of een gemandateerde minderheid) hebben verder inspanningen minder zin. In 1973 is een onteigeningspian (voor deel Osbroek voorheen van Erembodegem) opgemaakt, zodat de stad Aalst een optie heeft, geldig voor 10 jaar, om het op te kopen.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1979 | | pagina 9