EDWARD DIERICKX UIT MOORSEL:
QUIEVRAINTOPPER MET 50 EERSTE PRIJZEN
Kort Sport
mmrHi
DE WIT-
VAN BUNDEREN
ALGEMEEN KAMPIOEN
BIJ FLYING CLUB
ST GILLIS-WAAS
f
Gecounterd
TRANSFERT
SYSTEEM
EEN POTJE!
De blauwe duiver van 1974, die Warre Dierickx van de
Splijtboek te Moorsel op zijn hok heeft, is hoogstwaar
schijnlijk de Belgische Quiévrainprimus. Duiven, die op vijf
seizoenen 50 eerste prijzen vliegen, zijn zo zeldzaam als
witte merels. Normaliter zou het aantal nog veel hoger
gelegen hebben, maar 1979 was voor de sympatieke
voorzitter van de Quiévrainbond een rotjaar en dan voorna
melijk op familiaal vlak. Hij kan zijn gedachten niet bij het
duivenspel houden. Zijn zieke vrouw, die twee maand
geleden overleed, was zijn grote zorg en Ward verloor niet
alleen een echtgenote, maar ook een grote steun by het
beoefenen van zijn hobby: het duivenspel.
Om die reden, kwam er van
spelen niet veel in huis aan
de Splijthoek. Zijn blauwe
kampioen, won nog wel 14
prijzen, maar was slechts
tweemaal eerste. Dit was op
1 en 9 september toen hij op
nest zat en twee jongen
mocht opbrengen samen
met zijn duivin. Want «de
blauwe», eerste prijskaper, is
het best op nest als er twee
jongskens in de schotel
liggen in plaats van één,
zoals dit meestal gebeurt.
Toeval speelt mee
Het is uiteraard zo, dat door
die uitzonderlijke vliegkwa-
liteiten van de blikvanger
van het hok van Warre
Dierickx, de andere duiven
in de schaduw zitten, maar
het betekent niet dat de
kwaliteit minder is. Integen
deel, want bij kampioen
Dierickx, zit één grote fami
lie op zijn zolderhokken.
Dat hij over die eerste-prijs-
vlieger beschikt, daar mag
hij zijn vriend en lokaalhou
der Roger Ruysbergh nog
altijd op zijn blote knieën
voor danken. In 1974 hokte
Ward Dierickx zijn jonge
duivën-mjde kleine mand en
hij kende de tegenslag, zoals
_dit jaarlijks voorvalt,"dat zijn
jonge kereltjes in een klad
duiven geraakten. Grote ver
liezen waren er het gevolg
van. Hij kreeg een duifje
aangemeld dat in Zulte zat
en Ward zou het in die
verzamelplaats gelaten heb
ben, maar Roger Ruysbergh
liet het terugbrengen langs
een vriend om. Daar groeide
dan een echte Quiévrain
topvlieger uit. Hoe een dub
beltje rollen kan, en hoe een
liefhebber op de hitlijst
geraakt.
Na 10 dagen zat het duiver-
tje dan terug bij Ward, maar
het had pokken en geel,
zodat het seizoen ten einde
was vooraleer het in Quié
vrain geraakte, maar toch
nog een 4de prijs vloog en
door de streng ziftende
handen van de meester
geraakte. Daar was het
duifje dankbaar om. Als
jaarling vloog het 16 eerste
prijzen en van dan af was hij
de Quiévrainkoning uit het
Aalsterse. Ondanks het min
dere jaar in 1979, stond hij
op de 4de plaats van de vrije
tijdsbestedingsvlucht te
Aalst. Dat was goed voor de
trofee van de schepen van
sport Monsieur, als eerste
oude duif van Groot-Aalst
tussen 395 konkurrenten.
Kleine maar sterke stam
Edward is ook één van de
melkers, die zweren bij
weinig duiven, maar dan tot
het uiterste geselekteerd.
Zijn basis is beperkt maar
goed. De stamvader is de
origine van Domien Steppé
uit Hekelgem, waaruit hij in
1972 de vader van zijn
kampioen kweekte. Verder
heeft hij de bloedstroming
van wijlen Louis Bosman uit
Moorsel, die toendertijd, een
kruising had Albert De
Wolf-Steppé. Zo zat hij weer
dicht bij het Steppé-ras. Om
zijn sterke stam te vervolle
digen verkreeg hij de origine
van Cyriel De Neef uit
Kerksken.
Ward heeft vier koppel
vliegers en 8 vliegduiven
1980, waarvan vier jaarlin
gen. Er zitten uiteraard
zonen van zijn kampioen bij.
Een tweejaarse en een jaar
ling voor 1980 zullen wel
vaders richting uitgaan.
Toch verwonderde het ons
dat Ward niet meer uit zijn
kampioen op het hok had
zitten. Maar daar wist
vriend Roger wel een ant
woord op: «Hij is te goed en
als iemand hem iets vraagt
kan hij niet neen zeggen,
zonder dat hij financieel
voordeel op het oog heeft.
Edward Dierickx is zo. Hij
helpt graag iemand.»
Ward staat reeds 47 jaar in
de beweging en het is
eigenlijk na zijn huwelijk dat
hij duivenmelker werd. Hij
erfde de kolonie van zijn
schoonvader en vertrokken
was hij, naar een echte
duivencarrière, want in die
47 jaar behoorde hij nooit
tot de verliezers. Hij heeft er
wel wat voor gedaan. Zo
werkte hij jaren in de
gasdienst met de nacht, om
zijn duiven te kunnen ver
zorgen en er nog wat vee en
wat akkerland op na te
houden, kwestie van de
kinderen in de beste omstan
digheden te laten opgroeien.
«Maar», zegt Warre, «de
duiven maakten mij melker.
Indien ik van den begin af
geen goede moest gehad
hebben, had ik het mis
schien ook niet volgehou
den.»
Zolderhokken
Edward Dierickx, heeft de
mogelijkheid om op zolder
zijn duifjes in haast ideale
omstandigheden te laten le
ven. Boven zijn leefkamers,
zijn de hokken gebouwd.
Hygiënisch heeft hij zich de
strengste normen opgelegd,
met daarnaast als grootste
pluspunt de verluchting en
vele kubieke meters zuur
stof. Hij heeft verschillende
hokken, maar met weinig
duiven behuisd.
Als men dan het goede ras
heeft, en men beschikt over
dergelijke akkomodatie, dan
is het voor ons geen raadsel
meer, dat hij reeds jarenlang
hoge toppen scheert. Alle
kondities om te slagen zijn
bij Ward vervuld: hij is een
goede melker, heeft de goede
rassen en beschikt over
goede hokken. Op die ma
nier is hoge poules winnen
een lacheding. Wat niet
betekent, dat Quiévrainist
Dierickx, een geldspeler is.
Bij hem is de liefhebberij
nog belangrijk.
Familie en selektie
Met zijn klein aantal duiven,
zijn beperkte kring van
rassen, is het als vanzelfspre
kend dat er op zijn program
ma familiekweek staat en
daar heeft Ward geen schrik
van, maar hij neemt er als
voorwaarde bij, dat er streng
geselekteerd wordt en alleen
het allerbeste een kans tot
blijven heeft.
Over zijn speelmethode en
zijn wijze van duiven bena
deren, heeft Warre zijn
eigen visie:
«Ik wil in eerste instantie
kraaknette hokken. Mijn
drinkpotten maak ik zelf.
Een lege spuitwaterfles en
een koffietas. Heel gemak
kelijk om rein te houden en
veranderen van fles kan
altijd. Het drinkwater heb ik
in een grote waterketel, met
bovenaan een gaatje in,
altijd voor twee dagen op
zolder staan, dat is voor mij
doping. Ik geef zeker niet de
volle bak en zorg ervoor dat
ik altijd granen genoeg in
voorraad heb. De gespeende
jonge duiven krijgen de
eerste veertien dagen een
supplement tarwe bijgevoe-
derd. Maar voor de rest
geldt de stelregel: rap aan
tafel, is rap genoeg. Bij mij
zullen geen muizen van
duiveneten dik worden. Ver
der zijn mijn geheimen, die
ik aan elkeen vertel: regel
matig een knolletje look in
het drinkwater, wat glucose
tijdens de vluchtperiode en
carberzout voor een zuive
ring en daarmee basta.»
Ward Dierickx heeft in zijn
lange loopbaan reeds alles
gewonnen, behalve een auto.
Hoe hij een duif het liefst
ziet?
«Ik voel graag als ik ze in de
hand heb, dat het een duif
is. Dus ze moet goed ge
vormd zijn, en mag wel iets
aan de lange kant zijn. Ik
heb ze graag met een zware
bek en achteraan uiteraard
gesloten. Ook de ogen moe
ten één goed geheel vormen.
En veel en zoete pluimen
waar de «blom» zo opligt,
met als belangrijkste eigen
schap een soepele vleugel,
waar je als men er de hand
onderlegt a.h.w. piano op
kan spelen.»
Dat Ward Dierickx als een
duivenkenner staat aange
schreven in zijn streek, blijkt
uit het feit dat hij regelmatig
wordt aangezocht om in de
winterperiode te gaan keu
ren, maar bij de sympathie
ke Moorselse kampioen is er
de goede kombinatie van
kennis en kwaliteit, die reeds
jaren naar sterke Quiévrain-
prestaties hebben geleid.
BENO
De nieuwe Fond Flying
Club St-Gillis kende voor
zijn eerste seizoen een
fantastisch succes en niet
meer weg te denken als
medebepaler van het sen
sibiliseren van de lange
afstands vluchten.
En de eerste algemeen van
de Flying Club is een naam
als een klok in het duiven
spel en die moet nog meer
glans geven om in de toe
komst het fondspel in het
Waasland nog meer uit te
breiden.
De uitslagen bij de oude
dyiyen 1De Wit-Van
Bunderen Stekene; 2. Hul-
staert-Van Raemdonck
St-Gillis; 3. Roger Van
Gulck, Melsele; 4. Jozef
De Boey De Klinge;
5. Mevr. Lydia Stroobandt-
De Clercq Kemzeke;
6. Gustaaf Martens Mel
sele; 7. Henri Weemaes
Kallo; 8. Goddaert-
Laureys Verrebroek;
9. Felix Smits Melsele;
10. Anteunis-Van
Goethem De Klinge;
11. Robert Martens Kiel-
drecht; 12. Roger Aerts De
Klinge.
De kampioene bij de jonge
duiven is Lydia Stroobandt-
De Clercq, die het haalde
voor de algemene kam
pioen De Wit-Van Bunde
ren en hiermee de kwaliteit
van het hok Stroobandt-De
Clercq in de verf zette. 3.
Godaert-Laureys; 4.
Comelis en zn Melsele; 5.
Gustaaf Martens; 6. Julien
van Overmeiren Kemzeke;
7. Roger Van Gulck Mel
sele; 8. Edmond Beeldens
Kallo; 9. Jozef De Boey; 10.
Halans Zwijdrecht; 11Paul
Plaquet.
BENO
Oscar Dierickx uit Moorsel met één van zijn stamduiven.(bvw)
De fantastische Quiévrainvlieger van Edward Dierickx uit Moorsel.(bvw)
Aimé De Wit-Van Bunderen uit Stekene: algemeen kampioen
Fond Flying Club te Sint-Gillis-W aas.(bvw)
Elk zijn RechtVrasene huldigde zijn duivenkampioenen.(dw)
-F-. het Schuttershof te Lokeren werden de duivenkampioenen gehuldigd.(dm)
Rudy Haleydtvrienden: 150" lid.
In Gijzegem houden de Rudi Haleydtvrienden
op zaterdag 8 december om 20 uur hun jaar
feest in Caré Royal aan de Stationsstraat. Met
deze vereniging gaat het uitstekendvoortrek
ker Clement Van Mol en zijn vrienden huldi
gen hun 150ste lid. Vna de gelegenheid wordt
gebruik gemaakt om Rudi een trofee te over
handigen. De pret begint om 20 uur. Op zon
dag 9 december gaan de fans hun poulain
aanmoedigen tijdens de wedstrijd RWDM -
Waregem. Wie graag meerijdt met de autocar
kan aat. Vertrek om 13 uur zeer stipt. MM
Oscar De KeyzerDerde
Oscar De Keyzer deed het uitstekend tijdens
de ploegkoers die afgelopen weekeinde in het
sporipaieis te Gent werd gereden. Oscar, die
ook in het buitenland een felgevraagd ama
teur is, finishte met De Raedt als partner als
nummer drie. Ilegems - Van Meel, de natio
nale kampioenen, wonnen, wat de kwaliteit van
het deelnemersveld onderstreept, (mm)
Michel Vaarten
Michel Vaarten heeft zich tijdens de jongste
weken ontpopt tot één van 's lands beste pis-
tiers. Een man met internationale toekomst.
Samen met Stan Tourné, een talent doch nog
niet zo ervaren als Sercu, Pijnen en Fritz, fiet
ste Michel de zesdaagse van Zurich rond. Het
werd een vijfde plaats, (mm)
Eddy D'Herde
In de toekomstzesdaagse te Zurich heeft Eddy
D'Herde de glansverrichting van de eerste dag
niet kunnen doortrekken tot de allerlaatste
etappe. Samen met Hanssens had de Nieuwer-
kerkenaar de eerste rit gewonnen, voor inter
nationaal vermaarde cracks. Het team eindig
de ten slotte als nummer tien. (mm)
Duivenmaatschappij Verbroedering huldigde zijn kampioenen in het Beukenhof te Aalst. Alge-1
meen kampioen werden Frans Cardon en zoon met 248 prijzen.(hugo)
SCHELDEJEUGD
TEMSE -
BBC LOKEREN
82-78
In het verleden is BBC
Lokeren steeds 'n moei
lijke tegenstander geble
ken voor Scheldejeugd.
Ook nu ondervonden de
scheepsbouwers meer
dan last van het team v.
voorzitter Bracke want
gans de eerste helft wa
ren het de Durmejongens
die met De Meerleer-
Verdurmen de leiding op
het bord hadden. Bij de
rust 34-43 zag het er he
lemaal niet rooskleurig
uit voor de jonge thuis
ploeg maar wanneer
Gosselin - Van Lomber-
gen dan toch de goede
opening vonden was het
bekeken. Foutenlast bij
de bezoekers gaf wel
licht de doorslag. Meteen
blijft Lokeren onderaan
de rangschikking hangen
al hebben wij de indruk
dat stilaan een betere
periode voor de ploeg is
aangebroken.
Technisch direkteur Robert Goethals drukte zijn tevre
denheid uit met het behaalde gelijkspel: - Tegen een be
dreigde ploeg die alles of niets speelt en weet dal een
Charleroi verloren heeft is het natuurlijk moeilijk spelen.
Daarenboven hadden we voor de rust een mannetje te
weinig in het middenveld. We hielden drie spitsen voor
aan, maar door de druk van Beringen ontstond er een
kloof tussen verdediging en aanval. Na de rust is daar
duidelijk verbetering in gekomen met de overigens-
gedwongen inbreng van Jan Hoebeeck. We kregen toen
meer ruimte en enkele kansen. Al bij al mogen we toch
tevreden zijn. Ons doel ontsnapte enkele keren aan door
boring en ik vreesde vooral voor een strafschop
Goethals veroordeelde ook het nieuwe transfertsysteem
waardoor klubs tot eind december nog buitenlandse spe
lers mogen aantrekken. Door die maatregel wordt de
kompetitie duidelijk vervalst. Ploegen die legen een Be
ringen zonder Amrath en Bone aantreden waren bevoor-
deligd ten opzichte van ons en anderen. Je krijgt ook van
die extreme gevallen zoals een Peter Ressel die in 3 maand
tijd voor die verschillende klubs aantreedt.' Neen, dan
doen wij het anders: de vele opengevallen plaatsen wer
den telkens door eigen jongeren ingenomen: Truyens,
Hoebeeck, Danny Pfaff. Anderen hopen alsmaar
vreemde spelers bij, ook al kunnen ze die niet opstellen en
kosten ze stukken van mensen.»
Wim Hofkens wees eveneens op de slechte middenveld
bezetting tijdens de eerste helft: - We hebben het taktisch
verkeerd aangepakt en ons in hel steunvlak laten over
rompelen. Met Hoebeeck naast ons ging het beduidend
beter. Bij Beringen vond ik Van Moer niet zo indrukwek
kend. Hij gaat zich wat verstoppen en haalt achteraan de
ballen op.