HERSTRUKTURERINGSPLAN N.M.B.S. OOK PERRONS VAN AALSTERS STATION WORDEN VERNIEUWD 8 - 21.12.1979 - De Voorpost Op 29 juni 1979 heeft de direktie van de N.M.B.S. aan de Raad van Beheer een dossier voorgelegd voor een spoorwegherstrukturering die zou moeten leiden tot: een vermindering van de bedragen van de staatstussenkomsten (in onderhavig geval 4,797 miljard fr.); een vermeerdering van het aantal reizigers met 9% en van het goederenverkeer met 5%; een verbetering van de diensten aan de gemeenschap op het vlak van de snelheid, de veiligheid, de frekwentie, de regelmatigheid en het komfort. In werkelijkheid zouden deze 4,797 miljard fr. bereikt worden door afschaffingsmaatregelen (volgens de ramingen van de auteurs van het plan 3,844 miljard fr.) en door vermeerdering van de ontvangsten uit het verkeer (953 miljoen fr.). Het gaat om massale afschaffingen, en wel om: 343 reizigersstations en stopplaatsen op 820; 240 goederenstations op 500; 6 vormingsstations op 13; 650 km. goederenlijnen op 4.000 km. 333 punten die open zijn voor stukgoedzendingen op 424. 6.132 betrekkingen op 55.570 die tot de exploitatierekening behoren (11 a 12% van het huidige effectief). Het is duidelijk dat een plan met dergelijke inzet een diepgaande weer slag heeft op de globale tewerkstelling, op het spoorwegpersoneel en op de bevolking in haar geheel wegens de rol van de spoorwegen in het so- ciaal-ekonomisch leven van het land en de weer slag ervan op de welvaart en het welzijn van de ge meenschap. Een beleid dat zou inspe len op dit plan zou trou wens regelrecht ingaan tegen de sedert jaren in elke regeringsverklaring ingeschreven bevorde ring van het openbaar gemeenschappelijk vervoer. Rekening houdend met deze beschouwingen heeft de Raad van Beheer beslist: het advies in te win nen van de regionaal- ekonomische instanties en van de parlementaire commissies van verkeer; zich pas in november uit te spreken over de grond van de zaak; dat, in afwachting van deze beslissing, geen maatregelen, noch ge heel, noch gedeeltelijk, in toepassing mogen ge bracht worden. Op hun beurt hebben de erkende vakbonden beslist: hun militanten en leden omstandig voor te lichten langs vergaderin gen, omzendbrieven, vakbladen, met het oog op de ruimst mogelijke raadpleging van hun re gionale en nationale in stanties. Daartoe werd een eerste vergadering van hun nationale comi tés belegd op 13 septem ber jl. met informatief ka rakter; een vakbondsalterna tief uit te werken dat op de nationale comités van 11 oktober zal worden besproken, aangepast en definitief vastgelegd; de publieke opinie voor te lichten tijdens een persconferentie op 24 oktober a.s. AANLEIDING tot het HERSTRUKTURERINGS PLAN De aanleiding voor de di rektie van de N.M.B.S. om dit herstrukturerings- plan uit te werken is de vaststelling dat: a) het verschil tussen de uitgaven van de N.M.B.S. en haar eigen ontvang sten op onrustwekkende wijze groeit. b) het verschil tussen de eigen ontvangsten en de uitgaven van de N.M.B.S. grotendeels het bedrag vertegenwoordigt dat de gemeenschap betaalt om over een systeem van vervoer per spoor te be schikken. In 1967 be droeg de staatstussen- komst 9,9 miljard fr. en in 1978 is deze aangegroeid tot 40,3 miljard fr. Verder bepaalt de beslis sing van 20 mei 1975 (75/ 327/EEG) van de Raad der Europese Gemeen schappen, betreffende de sanering van de financi ële toestand der spoor wegondernemingen en de harmonisering van de regels die gelden voor de financiële betrekkingen tussen die ondernemin gen en de Staten, dat de Staat, op voorstel van en in overleg met het spoor wegnet voor de onderne ming een activiteitspro gramma moet opmaken dat er moet op gericht zijn bij die onderneming het financieel evenwicht tot stand te brengen en andere oogmerken inza ke technisch, commer cieel en financieel beleid te bereiken, waarbij bo vendien de middelen in uitzicht zouden gesteld worden om die oogmer ken te bereiken. Hierbij dient opgemerkt dat in januari 1977 reeds een eerste voorstel aan de beheersinstanties van de N.M.B.S. werd voor gelegd waarbij het spoor wegnet moest opgedeeld worden in rendabele en niet-rendabele lijnen, met dien verstande dat de gevolgen van het in dienst houden van deze laatste ten laste van de Staat zou komen. Dit voorstel werd afge wezen en het probleem zou verder uitgediept worden. in verband met de hier- voren aangehaalde eer ste reden, moeten wij doen opmerken dat het hier gaat om de betaling door de Staat enerzijds van door hem opgelegde verplichtingen inzake ex ploitatie, vervoer en ta rieven en anderzijds van kompensaties voor onge lijke behandeling vanwe ge de Staat van de spoor- Uit een ministrieel antwoord op een parlementaire vraag van volksvertegenwoordiger Uyttendaele, verschenen op 27 november 1979, blijkt dat volgend jaar niet alleen hard zal gewerkt aan de binnenruimte van het Aalsters station, maar dat ook de perrons op het vernieuwingsprogramma ingeschreven zijn. ledereen, die de perrons van Aalst-Noord reeds zag of gebruikte, kan met de vraagsteller akkoord gaan dat deze totaal verwaarloosd zijn. De banken voor de reizigers zijn praktisch onbruikbaar wegens verregaande vervuiling. Minister Chabert antwoordde dat het in orde brengen van luifels voorzien was samen met de bouw van het nieuw station. Alle onderhoudswerken werden echter naar een latere datum verschoven omdat er lange tijd onzekerheid bestaan heeft omtrent het vernieuwen of behouden van het huidig station. Nu het bestaande gebouw geklasseerd werd als monument, plande de NMBS een grondig onderhoud van het station. De voorkeur wordt hierbij gegeven aan werken, die noodzakelijk zijn voor de veiligheid van het publiek. Het totale onderhoud van de perrons is dan ook voorzien voor 1980. Rekening houdende met de andere werken, die men wenst uit te voeren in de loop van het volgende jaar, en die wij bespraken in de editie van dit weekblad van 30 november jl., ziet het er naar uit dat het Aalsters station binnenkort een ware gedaantewisseling zal ondergaan. Voorde duizenden pendelaars, die van dit gebouw dagelijks gebruik maken, zal het zeker geen dag te laat zijn. Het verouderde perron. (Rik) wegen t.a.v. de andere vervoertakken (bv. aanre kening van infrastruk- tuurkosten, sociale en fis- kale lasten, enz.). Het gaat er dus in geen geval om het verlies van de spoorweg te dekken, maar om de betaling van opgelegde prestaties, die in feite zouden moeten worden geboekt niet op de rekening van de spoorwegen, maar op de rekening van de betrok kenen, met name van de sektoren of departemen ten, die ze ten goede ko men of door wie ze opge legd worden. De groeiende omvang van deze betalingen, die voor een belangrijk deel ook te wijten is aan de inflatie van de jongste ja ren, doen gelden als re denen voor een inkrim ping van de dienstverle ning door de spoorwe gen, kunnen wij dan ook moeilijk aanvaarden. Indien de Staat redenen heeft om verplichtingen aan de spoorwegen op te leggen of om distorsies te verwekken inzake de mededinging tussen de verschillende vervoertak ken, dan moet de Staat daarvoor de prijs betalen. Als tweede reden voor dit plan beroept de Maat schappij zich op de be slissing van 20.5.1975 van de Raad van Mini sters van de E.E.G., waar bij bepaald werd dat de Staat «in overleg met de spoorweg een aktiviteit- sprogramma moet op maken om het financieel evenwicht tot stand te brengen en andere oog merken inzake technisch, commercieel en finan cieel beleid te bereiken». In bedoelde richtlijn staat evenwel nergens dat dit moet gebeuren door een inkrimping van de dienst verlening door het spoor, wel integendeel, dit kan ook door maatregelen gericht op expansie van het spoorwegverkeer. INHOUD VAN HET PLAN Het plan heeft betrekking op de drie aktiviteitsse- ctoren van de spoorwe gen, het reizigersverkeer, het vervoer bij wagenla dingen en de stukgoed zendingen. De krachtlijnen ervan kunnen als volgt om schreven worden: REIZIGERSVERKEER Het reizigersverkeer zou vier luiken omvatten: 1. Intercity-net (interste delijke treinen), dat 85 stations zou bedienen, met een commerciële snelheid tussen 90 120 km/u., met klokvaste uur regeling, beperkte en welbepaalde treintypes, eenvoudig schema (zelf de stopplaatsen, bestem mingen, samenstelling, enz.). 2. Lokale bedieningen, betrekkelijk kort (15 a 30 km.) geconcentreerd in 14 belangrijke knooppun ten van het Intercitynet, die een reeks sterren vor men, bestaande uit 1 of 8 treindiensten, met klok vaste uurregelingen. 3. Forenzentreinen De samenstelling van In tercity-treinen en van lo- kaaltreinen zou tijdens de piekuren en op bepaalde trajecten versterkt wor den voor het vervoer van pendelaars. In andere ge vallen zouden gespeciali seerde forenzentreinen rijden als volgtreinen van Intercity of lokaaltrei- nen of met bijzondere bediening (bv. «sprong» bij vertrek uit een stad, en daarna nog alleen voor pendeltreinen openge steld worden. 4. Internationale treinen Een deel der verbindin gen is opgenomen in het Intercitynet. Bijzondere aandacht zou worden be steed aan de verbindin gen met Parijs, Basel en Milaan. Praktisch gezien komt dit hierop neer dat 487 sta tions een klokvaste be diening zouden kennen met Intercity-treinen of lokale bedieningen, ter wijl 343 punten hiervoor niet meer in aanmerking zouden komen. Deze laat ste stations vertegen woordigen 4% van het reizigersverkeer of 34.000 reizigers, waarvan er 25.000 pendelaars zijn. Daarom zouden foren zentreinen stoppen in sommige van deze 343 stations dus 's mor gens en 's avonds op de werkdagen voor de rest gesloten voor het treinverkeer. WAGENLADINGEN Hierbij worden volgende krachtlijnen vooropge steld: het goederenvervoer wordt vooral afgestemd op gesloten treinen; maximumleverings termijn dag A/dag B (in 95% van de gevallen); hierdoor zou ook de omloopduur der wagens worden versneld; geïntegreerde dienst van begin- tot eindpunt (intermodaal vervoer, verzekeren van terrrfinale formaliteiten, huis-aan- huisbediening, gespecia liseerd materieel, verbin dingssporen, los- en laadinstallaties, contai- nerterminals, opleggers spoor- en wegvoer tuigen); indien rendabel, spe ciale reiswegen voor dichte stromen van goe derentreinen. Gevolgen in cijfers. Van 527 stations, thans open voor wagenladin gen, zouden er 267 geslo ten worden. Hiertussen: van 68 trieerstations zouden er 43 wegvallen; van 13 grote vor- mingsstations (rangeer stations) zouden er 6 wegvallen; van 4.000 km. spoor zou 650 km. in reserve gesteld en dus niet meer bediend worden. STUKGOED De herstructurering beoogt: huis-aan-huisdienst over gans het grondge bied, met leveringster mijn die de 48 uur niet overschrijdt; indien nodig, voor zendingen met minimum 1 ton, rechtstreeks van de afzender naar de gea dresseerde. Dit zou hoofdzakelijk gebeuren met vrachtwagens in overleg met de N.V. Depaire; eveneens in samen werking met de NV De paire, aanvullende pres taties leveren (opslag, onder douanetoezicht houden, voorraadbeheer, tolformaliteiten, enz.); de expreszendingen beperken tot een klein aantal verbindingen van station tot station. Gevolgen in cijfers OPRICHTING VAN Uniek Centrum voor trië- ren van alle colli; inrichting van 40 ver- deelcentra, van waaruit de bestelling van de colli zou gebeuren; 50 stations (geen ver delingscentrum) zouden geopend blijven voor de aanneming en de kan- toorliggende aflevering van stukgoed; 4.000 uren nachtwerk zouden wegvallen; 337 stations op 425 zou den dus niet meer bij het stukgoedverkeer betrok ken zijn en zouden dus geen colli aannemen of afleveren. GLOBALE BALANS De auteurs van het plan verwachten dat alleen reeds de volgens hen aan het plan verbonden ver betering van de kwaliteit van de produktie, het ver keer zou doen toenemen met 9% voor de reizigers en met 5% voor de goe deren, terwijl er voor het stukgoedverkeer een sta- tus-quo zou zijn. Anderzijds rekenen zij op een vermindering van de staatstussenkomst met 4,8 miljard fr., waarvan dan 3,5 miljard fr. zouden voortvloeien uit perso neelsinkrimping. Het leeuwenaandeel van de besparingen zou dus op de rug van het perso neel gebeuren langs de afschaffing van 6.132 ar beidsplaatsen op 55.570 die ten laste van de ex ploitatierekening zijn. Maar ook voor de bevol king zou dit plan nefaste gevolgen hebben, want naast het verlies aan te werkstelling (binnen en buiten de NMBS) zou de verwezenlijking van dit plan leiden tot een aan zienlijke beperking van de dienstverlening aan de gemeenschap langs het verlies van de helft van de door de spoorweg bediende punten (van 1.070 zouden er nog 549 overblijven). Dit neemt echter niet weg dat er in het plan ook positieve zaken voorko men, zoals de organisatie van een Intercity-net (mits de nodige aanpas singen), de inkorting van de leveringstermijnen, de terugkeer vab de centra Depaire, enz. DE VAKBONDS STELLING Het Nationaal Comité, dat een eerste maal sa mengekomen is op 13 september 1979 heeft het plan van de N.M.B.S. als basis van bespreking ver worpen en heeft ver klaard dat de organisatie zich vast beslist zal ver zetten tegen elke toepas sing, zelfs gedeeltelijke of vermomde, van de over wogen ontmantelings maatregelen want: dit plan past geens zins in een globale visie op het vervoer, omwille van de Waarblijkende on derlinge afhankelijkheid van de problemen die zich stellen in het geheel van deze activiteits sector; het betekent een werkelijke ontmanteling van de N.M.B.S. over een belangrijk gedeelte van het grondgebied; het kan slechts scha delijke gevolgen met zich brengen op ekonomisch, sociaal en ecologisch vlak, voor de gewestelij ke activiteiten, inzake recht op openbare dienst en wat de afhankelijkheid van het land van de ener gie betreft. Wij gaan hierna dieper in op deze kritiek. 1. Ontbreken van een sa menhangend, daadwer kelijk en globaal vervoer beleid. De Congressen hebben zich herhaaldelijk uitge sproken voor een orde ning van de vervoer markt in zijn geheel. Ze stellen vast dat dit glo baal beleid nog altijd vol ledig ontbreekt zowel op nationaal vlak als op dat van de E.E.G. 2. Sociale rentabiliteit Bij de kostprijsbereke ning moet rekening ge houden worden met alle aspecten van elk vervoer middel. Voor het spoor denken wij daarbij aan zijn mi lieuvriendelijkheid, aan ruimtebesparing, veilig heid, energiebesparing, onkosten voor ziekenhui zen, politie, verzekerin gen, enz.... In gans de studie is er echter alleen sprake van zuiver boekhoudkundige rentabiliteit en verbete ring van de bedrijfsreke- ning. 3. Vermindering van dienstverlening Een aanzienlijke afstoting en inkrimping van activi teiten door het afschaffen van stopplaatsen, treinen of lijnen, door het ver waarlozen van zendingen bij afzonderlijke wagenla dingen of het beperken van het stukgoedverkeer tot de commerciële en in dustriële clientèle en dus onaanvaardbaar. Het verschuiven van zui ver boekhoudkundig ge zien niet-rendabele acti viteiten naar andere overheidsdiensten, is geen oplossing voor het vervoerprobleem. Zulks kan immers alleen leiden tot het inschrijven van het negatief saldo van gans de operatie in een andere post van de Rijks begroting. 4. Ontmanteling Door de ontmanteling van de spoorweg in be paalde streken en gewes ten, omwille van zuiver boekhoudkundige gege vens, gaat men goed be- dientie streken nog beter verzorgen en daar waar het reeds slecht gaat, de dienst aan de gemeen schap afschaffen. Alhoewel het hoofdzake lijk de minst-bedeelden zijn die op het openbaar vervoer aangewezen zijn, wordt aldus de rol van dier tverlener tegen de laagste sociale kostprijs volledig over het hoofd gezien. 5. Aktieprogramma voor N.M.B.S. alleen? Een aktieprogramma dat een oplossing zou moe ten brengen voor de moeilijkheden inzake ver voerbeleid, maar dat zich beperkt tot het terrein van de spoorwegen, is gedoemd tot mislukking. De onderlinge afhanke lijkheid van de vervoer takken, het feit dat de ver plichtingen die aan de overheidsdiensten opge legd worden door de ge meenschap moeten ge dragen worden en het to taal gebrek aan samen werking tussen de N.M.B.S. en de N.M.V.B., zoals gebleken is na de overheveling van de ver- vangings- en aanvullen de autobussen naar de N.M.B.S., heeft duidelijk bewezen dat een oplos sing zoeken voor de ge zondmaking van de fi nanciële toestand van de spoorwegen zonder glo baal vervoerbeleid, on mogelijk is en dat een aktieprogramma voor de N.M.B.S. alleen dus geen zin heeft. 6. Tewerkstelling Uit de studie blijkt duide lijk dat de verhoopte ver mindering van de staats tussenkomst hoofdzake lijk zou voortvloeien uit een personeelsinkrim ping: 3,8 miljard fr. op 4,8 miljard fr. Hieromtrent komen er gedetailleerde gegevens voor en zouden er 6.132 arbeidsplaatsen afge schaft worden, die ten laste van de exploitatie rekening komen (reeds meer dan 10% van het personeelsbestand). Elders in de studie vin den wij echter nog een bedrag dat overeenkomt met 440 arbeidsplaat sen die op de Directie diensten zouden verdwij nen. 343 arbeidsplaatsen zouden afgeschaft wor den ingevolge de inkrim ping van het stukgoed verkeer en tenslotte zou later de inplanting en de tewerkstelling in de Cen trale Werkplaatsen en de tractiewerkplaatsen on derzocht worden. De to tale omvang van deze operatie is dus moeilijk te voorspellen, maar zou al leszins een uiterst zware aderlating worden inzake tewerkstelling. Volgens de studie zou dit alles tot geen afdanking leiden, maar verwezen lijkt worden langs een na tuurlijke afvloeiing. Dergelijke redenering lijkt ons onaanvaardbaar in een periode .met een nooit gekende werkloos heid, want zowel afvloei ing als afdanking beteke nen een aanzienlijke in krimping van de tewerk stellingsmogelijkheden. 7. Petroleumkrisis De studie houdt geen of alleszins onvoldoende re kening met de petro leumkrisis die onvermin derd blijft voortduren. Waarschuwingen daar omtrent zijn op wereld vlak niet uit de lucht. Afschaffing of inkrimping van het gemeenschappe lijk openbaar vervoer lijkt ons derhalve op zijn minst onverantwoord. De spoorwegen zijn im mers de kleinste energie verbruiker en hebben bo vendien de mogelijkheid om naar andere energie bronnen over te scha kelen. 8. Regeringsverkla ringen. Het C.V.C. heeft er in deze nota reeds aan herinnerd dat elke regering van de laatste decennia in haar programma de bevordei ing van het gemeer schappelijk openbaa vervoer ingeschreve l heeft. Het afstoten van alles waL niet rechtstreeks en zuip ver boekhoudkundig ren? dabei is lijkt op zijn minst? een eigenaardige praktijd voor een openbar» dienst. D HET VAKBONDSfei ALTERNATIEF ju Op basis van onze coi gresresoluties van jongste jaren, werd i| overleg met de secti Spoor van de A.C.O.' een vakbondsalternati uitgewerkt. Dit belangrijk documei waarvan een exemplai bijgevoegd is, is een onl werp dat definitief z aangepast worden doe ons Nationaal Comii van 11 oktober e.k. In de eerste plaats stelle de vakbonden een Nati< nale Vervoerconferent voor met de overheid, c sociale partners, de gi bruikers en de persi neelsvakbonden. De; zou als taak hebben e« volledige inventaris maken van de behoefte en het aanbod, met vo< elke tak de werkeliji kosten die aan het ve voer verbonden zijn. Zulks zou het mogeli maken: dubbel gebruik overbodige invested! gen uit te sluiten; het vervoer toe te ve trouwen aan het mee aangewezen vervoe middel: complementariteit de plaats te stellen v; ruïnerende concurrente gelijke behandelir van alle vervoertakken zake infrastructuur laste en harmonisering van arbeidsvoorwaarden. Op korte termijn zou de werkwijze o.m. moeti leiden tot: Voor de reizigers aantrekkelijk vervol inzake dienstregelir (klokvast) en materia (komfort); werkelijke coördinat van eind tot eind en dai toe fusie van de N.M.B.j en de N.M.V.B.; soepel tariefbelei dat vooral afgestemd op de gezinnen en dat zijn minst zou moetj blijven op het huidig pi aangepaste maati gelen in de vertrek- aankomststations (p< kings, aanvullend indij dueel vervoer, enz..) Voor de goederen I 8 Snel en planvast ve voer van eind tot eind;jrf bevordering van vie voer met containers en gecombineerd vervoer;c uitrusting van de s1a tions of de instelling van de clientèle met vereiste behandeling tuigen; soepel tariefbeleid. Voor het stukgoed Snelle en regelmatig bediening aanvullende dien verlening; wederinvoeren de expresdienst. Op middellange term spreken zij zich uit voo het samenbreng van alle overheidsdit sten die bij het verve :n betrokken zijn onder gezag; de volledige ordeni t van het vervoer op nat >e naai en E.E.G.-vlak lai een globaal en sam#& hangend vervoerbele10 met het oog op een be re dienstverlening aan gemeenschap en waar het vervoer bete ft dienstverlening aan gemeenschap en waar het vervoer zou geril >8' worden naar het vervo !ef middel met de beste ciale rentabiliteit en op basis van een derr cratisch uit te voer planning. (Van den Bossche Geefr ch

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1979 | | pagina 8