De ANDERE match BAMBRUGGE EN HERDERSEM LATEN STEEK VALLEN i Isr^ - - BEZOEKERSMISSEN KANSEN IN SLOTKWARTIER 22 - 28.12.19/9 - De Voorpost Paul De Moor verkleumde op Oudegem - Nieuwerkerken. Het wordt van weekend tot weekend erger. Ik moet nu niet alleen de ingeroeste kever wakker schudden, maar ook mijn rijbewijsbezittende broer dient uit een apperitiefzware droom te worden gehaald. Ik denk er niet aan om in een temperatuur van min drie graden, regen incluis, een paar kilometers te gaan trippelen. Met een oliegrol rukken we voorwaarts. Net achter de bocht, richting Schelleboem, staan twee meisjes met de duim in de hoogte. Prima. Die kunnen mee. Want zo zijn we. Hebben we geen geld, 'we hebben toch veel plezier. Twee meisjes buigen zich in het karretje, ik vraag hen even geduld te hebben daar de achterbank proppensvol ik-weet-niet-wat-allemaal-voor-rommel op haar schouders meent te moeten dragen. Samen met drie gitaren klauteren ze in het vehikel. Mijn broer houdt er soms nogal eigenaardige stuurgewoonten op na, ik heb het vermoeden dat een van de passagiersters om die reden haar tokkelinstrument voor haar oogleden houdt. Meestal schuren de wielen tegen de gehavende spatborden. Toegegeven, het klinkt niet erg muzikaal maar het produceert geluid. Niet iedereen in de wagen blijkt daar mee in zijn sas te zijn. Aan de kerk van Wichelen wil het vrouwelijk gezelschap de (nou ja) wagen verlaten. Met een slepend geknars kraakt de deur open. «Kijk de kerkdeuren staan al open, ze verwachten jullie». Maar ze lopen straal voorbij de dure kerkstal. Misschien gaan ze een gitaar verkopenwij zijn er alvast niet ingetrapt. Pruttelend remmen voor de deur van Marcel. Ik ben er fier op ruim op tijd te kunnen aan bellen. Groots vertoon thuis. Zelfs de poes is op de afspraak verschenen. Soms ben ik jaloers van een honden- of kattenleven. Die liggen zo zalig achter, voor, naast, op of onder een stoere kachel de vriesellende te verslapen, terwijl ik, die behoor tot de werkende massa, op pad moet. Gelukkig zijn degenen die kunnen zeggen dat ze een hondeleven heb ben want ze zullen het warm hebben». Een moedig supporter van Marcel stormt de koer op en smeekt om een door de hand uitgevoerde tekening. Ik schrik er niet van op dat Marcel met veel zwier een leuke krol uit zijn rechterhand schuldt. Je moet het maar doen. Ik vertoon parels zweet als ik driemaal na elkaar mijn handtekening op een strook papier moet toveren. Ik tracht altijd een perfekte weergave van de eerste uit voering op mijn aktief te plaatsen, maar meestal kijkt de eiser met al dan niet uitgesproken verwondering naar mij, arme telk. Ik lach een beetje meewarig terug en haal verontschuldigend mijn schouders uit de kelderverdieping. Met een zucht van raar-maar-waar werkt de man achter het loket de vertoning verder af. Waar Oudegem te situeren valt, is me een raadsel, maar Marcel weet alles, alles. Via een slingerend baantje kruipen we naar onze bestemming. Ergens staat een godverlaten kapel. Vroeger een druk bezocht bedevaartplaatsje. De Lieve Vrouw, een stille bewoonster, werd vroeger door te brave lui naar de kerk over gebracht omdat ze daar meer zou opvallen. Maar daar was het goeie mens het duidelijk oneens met de goedgelovige aardbewoners. Het was pas nacht of ze rende over zware moddervelden naar haar eerste huisje terug. De volgende morgen prijkte ze in haar vertrouwd kapelletje als nooit tevoren. De gelovigen begrepen er natuurlijk geen snars van. Maar de vrouw had iets over het hoofd gezienze vergat op haar kleed de modderspatten weg te borstelen. Dat was de slag in het water. Het verhaal deed vlug de ronde, het roddelvuurtje tastte de gelovigen ver in het rond aan en een bloeiend handelscentrum kon ontstaan. Er lopen hier trouwens nogal wat filozofen rond. De filozoof van Hagem woonde er. Wie is dat toneelwerk reeds vergeten 7 Inderdaad, niemand. Typisch een stukje heimatliteratuur. Titten en Naten, ik ben jullie nog niet ver geten. Hoe het allemaal in elkaar paste weet ik niet meer zo precies, maar ik kan me nog goed herinneren dat de ene niks anders deed dan sparen, oppotten en geen frank uitgeven zonder hem driemaal in zijn hand te hebben omgedraaid om hem uiteindelijk met een ziekelijk gezicht iut te reiken. De andere was de olijke dorpsgek, iemand die met vreemde ogen het gebeuren stond aan te gapen. Mens en dier was zijn vriend, en zolang er geld was was er lol. Later zou hij in het huwelijk treden met een of ander vrouwtje dat rond de tweeënveertig kinderen onder haar hoede had. Als in een film over een bankoverval zwenken we de weide op, iedereen staat aan de kassa te betalen, een veertigtal frankjes, terwijl wij gretig gebruik maken van een vergetelheid van een of andere afgevaardigde die een draad, die dienst doet als poort, vergat te spannen. We zijn net de parking opgedieseld of iemand wipt naar de koord en baricadeert de doorgang, ledereen mag komen kijken, ook die van Nieuwerkerken, maar ze moeten betalen. Geen gezever. Alleman kan zo afkomen. Als er gras op het plein staat moet het toch afgereden worden, hé. En als niemand wil betalen, wie gaat dan het groen kortwieken 7 We laten er geen gras over groeien, reken maar. Terwijl de regen als porcelein uit de hemelkast tuimelt zoeken we de tribune op. Hoewel het broeinest ruim is bevolkt, blijft het er meer dan behoorlijk koud. Oudegem heeft Wat een rotstiel: de enen schoppen de bal naar links, de anderen naar rechts. Waarom niet allemaal aan hetzelfde touw trekken(pdm) «Ik heb mijn werk gedaan: als iedereen één goahje maakt hebben we er elf», (pdm) voor de gelegenheid een witblauwe overall aangepast. De mannen van Nieuwerkerken vertonen zich in rode shirt, zwarte broek en gele kousen. Waar heb ik die kleuren nogal gezien 7 Ja, ik heb hetvroeger, al lang geleden, droegen Belgen ook zo'n doek als het om serieuze zaken ging. Zwart van de ellende, het geel van het vuur, en rood van het bloed. De Oud Belgen zijn allemaal verbruikt. Hier en daar vind je nog wel eens een eksemplaar, maar dan moet je wel naar een museum of een reservaat of zo'n onding. Op de arbiter na, de uitzonderingen bevestigen de regel (hoewel, hoe meer uitzonderingen hoe minder regel), dat is ook nog een lid van de oude garde. Hij tooit zich in een pekzwart pak en heeft een gele en rooie kaart in zijn zakken steken. Als hij beide kaarten op eenzelfde moment in de hoogte duwt hebben we het voorbeeld van de vlag in het jaar 2000. Maar geen slecht van de Oud Belgen, elk volk heeft zijn zwakheden, trouwens ze waren toch de dapperste onder de dapperen (aldus sprak Julius Ceasar, een verwoede teerlingspeler die de teerlingenleuze «de dobbelstenen zijn gedobbeld», alea jacta est, op zijn aktief heeft staan). Nieuwerkerken heeft vorige zondag Standaard Wetteren een pandoering aangeboden, hoor ik ergens vertellen. Ik, als wettelijk erkende inwoner van stad Wetteren, kan daar niet mee lachen, want wie laatst lacht, lacht best, wordt wel eens beweerd. De wijsgeren spelen om te winnen, dat is reeds van in het begin zo helder als water en zo klaar als een klontje geraffineerde suiker. Er komen heel wat doelkansen maar de bal is blijkbaar niet in zijn dagje. Het tuig tracht met ongekende ijver het veld te verlaten. Een normale reaktie, wie is er nu gek op, om gedurende negentig minuten aangetrapt te worden. De arbiter moet dringend zijn verantwoordelijkheid leren nemen en binnen de kortste keren het tij doen keren. Ik maak een ommetje rond het veld. Ik merk op dat hier geen publiciteitsborgen staan, misschien kan ik dat even doorseinen naar de BRT en de Belgische Niets aan te doen: fout is fout. Voetbalbond. Als er nog eens een interland wordt gehouden, kunnen ze zonder meer naar hier komen en kan de BRT rustig filmen zonder al te veel sluikse reklame door te spoelen. Maar luisteren naar de kleine reporter is hun sterkste zijde niet. De keeper van de ploeg die speelt voor het verzamelen van de nodige financiën voor het oprichten van een nieuwe kerk, speelt de deklat van boven zijn hoofd. Drie doelpunten worden niet gescoord omdat hij zijn diploma van «doelwachter» wil ver zilveren. Maar ook de lat die boven zijn hoofd hangt (keepers zouden een valhelm moeten dragen) staat aan zijn zijde, hoewel ze boven zijn hoofd blijft hangen. Het is nogal moeilijk om dat allemaal uit te leggen. Een kanjer van een knal slaat tegen die lat te pletter. Niemand werd gewond. Dan blaast de referee inrukken. In het gelid per twee marcheren de spelers schuin naar de' kleedkamers om er sinaasappelen achter hun tanden te duwen. Appeltjes van Oranje, beweren onze vrijgevige noorderburen. Ditmaal is er voor ons geen receptie voorzien. Wél is er warme koffie, maar ik lust er geen. En geen borreltje ook. Ik val weeral buiten de prijzen. Ik neem toch een Brusselse suikerwafel om mijn kaakspieren op te warmen. Maar we moeten opletten met dat Brussels gedoe, vooral premier Martens. Als het FDF hem een Spaak in zijn wielen duwt, zou hij wel eens zijn pijp aan een andere maarten moeten geven. Ik krijg pas terug wat kleur of we moeten al weer de weide op. Wat een leven, wat een leven. Nauwelijks zakken we met onze twee voeten in het modderparadijs weg of Hagem scoort. Een raar doelpunt. Niet veel later is de bezoekende keeper voor de tweede maal een vogel voor de kat. De bal wordt voorgetrokken, een roodzwarte verdediger slingert zich naar de bal en tikt die met het hoofd feilloos in het hok. De ballenpakker is daar niet erg gelukkig meeDaar moet ge nogal een hoofd voor hebben, om in uw eigen goal te koppen», zegt hij. Terecht. Als ik in zijn plaats zou moeten spelen dan hing ik onmiddellijk mijn handschoenen aan de muur. Dat is toch geen werk. Akkoord, iedereen ziet graag doelpunten, maar daarvoor moet ge toch niet je eigen keeper verschalken Met 21 man tegen 1 keeper is het niet moeilijk om te winnen. Als het zo zit wil ik best meespelen. Ik wil al van schoenen verwisselen, maar Marcel houdt me tegen. Spijtig voor de toeschouwers, anders zouden die nog een en ander hebben kunnen bewonderen. Die van Nieuwerkerken laten echter de moed niet in de voetbalschoenen zakken, nee, ze sleuren hun kousen op en trekken met verkrachte eenden, eh, vereende krachten, ten strijde tegen de gruwelijke uitdager. In de blauwwitte verdediging blijft de bal, niet wetend wat te doen, hangen en paf twee-een. Een Oud Belg loopt keihard de ver dedigers overhoop, glijdt voorbij de keeper en valt. Discussie. Als je op de plaats stond waar de arbiter zich op dat ogenblik bevond, zou je zeggen «fout». Marcel die net voor de gewraakte aktie opgesteld stond, vocht de beslissing aan. Ik, die net naast de boss hing, had niks opgemerkt omdat ik naar de lucht aan het turen was. Twee-twee. De roodzwarten dansen een .vreugdedans die niet lang aansleept. Want aan de overkant zwiept een keihard schot net onder de lat in het net (het scheelde geen haar of het was er door). Even later werd het zelfs vier tegen twee. Deklat binnen. Je kon zo van de gezichten aflezen wie had gezegevierd en wie het onderspit had mosten delven toen de spelers vlak langs mijn neus hun zondags pak gingen aantrekken. Na het balvaardigheidstornooi op het kille modderveld werden we vrien delijk daar dringend uitgenodigd een pintje te gaan drinken. Ik had natuurlijk niks gehoord, en waar Marcel zat dat wist alleen Marcel zelf. Ik ging rustig in de tribune zitten, straks komt hij het veld oplopen, dacht ik. Hij kwam inderdaad uit de kleedkamers, die van de scheids rechter dan nog welWaar die kerel overal zitSamen met de grens rechters en de scheidsrechter, die niet langer de zwarte boeman meer is, drummen we rond de toog. En ik die dacht dat het heilige trio geen biertje lustte en geen sigaretten inhalleerde. Mijn glaasje kon ik nauwe lijks voor de helft in mijn maag pompen of de volgende lading rukte aan. Pure verspilling uiteraard, maar wat wil je. Het is maar éénmaal kerstdag per jaar. Ik kan nog steeds niet begrijpen waarom iemand kost wat kost elke week op zijn kop wil krijgen. Er zijn veel beroepen, maar het buiten- sporigste is toch de arbiterstiel. Nooit of nooit kan die zwarte kerstman iets doen dat goed is. Als hij dan toch in de smaak valt van het publiek is het omdat hij de leeuw van zijn nieuw kostuum haalt en er een aap voor in de plaats naait. Je hebt het of je hebt het niet, denkt onze fluiter hardop. Ik vraag mij af of scheidsrechters op dezelfde manier handelen eenmaal ze het veld hebben verlaten. Hola, mijn vrouw heeft heibel met haar zoon I Fffwieet I Strafschop. Voor wie, speelt geen rol. Maar fout is fout en wie met de arbiter in de clinch wil trekt steeds aan het kortste eind. De referee mag evenwel alles uithalen wat in zijn hoofd opdoemt. Op het veld loopt hij meerdere keren in buitenspelpositie zonder dat de grensrechter met vlag of neusdoek gaat wuiven. Hij alleen mag een speler tegenspreken, uitlachen of vermanen, maar omgekeerd 7 Dat pakt niet I Tegen de Sjah mocht ook niemand zijn smoel vertrekken of het zat er hem ook tegen. Gelukkig zijn er nog geen «voetbal- misdadigers», hoewel er soms jongens bijlopen die verstand hebben van fabriceren van gehakt, américain en andere rotzooi. Regelmatig hoor je bespierde botten kraken onder het dreunend geweld van een aanstormende beenhouwer. Mijn vriending was niet tevreden die avond. Ik kon haar maar niet aan het verstand brengen dat de referee kost wat kost extra-spelen toekende zodat de match uuuuuuren duurde. Daarbij, zei ik, als ik het lokaal zou verlaten hebben zou hij onmiddellijk voor buitenspel fluiten en wat moest ik dan beginnen. Voor éénmaal geloofde ze me. Paul De Moor. KIJK OP VIERDE PROVINCIALE In Vierde G heeft Bambrugge een steek laten vallende leerlingen van Robert Schamp ge raakten niet voorbij het bezoekende en dit seizoen allesbehalve denderend spelende Erondegem. Het werd ten slotte 2-2, wat voor Ede, 1-3 winnaar te Heldergem, deed daar een goeie zaak aan en is naast de koplopers gekomen. Het wordt dus een felle zij aan zij. De andere teams lijken uitgeschakeldErem- bodegem, de nummer drie, ligt reeds zes pun ten achter en zo autoritair is rood-wit nu eigen lijk ook niettegen Smetlede werd het slechts een drawtje. Is Bambrugge ingelopen, toch moet er volle digheidshalve aan toegevoegd, dat Ede één match meer speelde. In Vierde H werd het voor Herdersem een halve nederlaageerst een puntje kwijt te Wichelen, nu van hetzelfde laken een broek, thuis tegen Lutterzele. Voor Berlare, dat aan een vervroegde rustperiode toe was, is dit natuurlijk koren op de molen Rudy Kerre en zijn maats staan één puntje achter, doch heb ben nog een wedstrijd te goed. Opmerkelijk is de come-back van verscheidene ploegen Boonwijk, bievoorbeeld, heeft na 15 matchen 20 punten verzameld en zit de leiders op de hielen. Opstal, dat Baardegem voor eigen fans ging inblikken, is eveneens op komst. Hetzelfde kan gezegd van Sparta Ap pels. Rood-wit won tegen Wichelen. De score liegt er niet om 1-0, zodat Sparta slechts met de hakken over de sloot geraakte, maar het volstaat om in de running te blijven. Het kampioenschap komt slechts na nieuwjaar in zijn beslissende faze. Wie nog uitzicht heeft op de titel, weet dit en tracht zich tegen de man met de hamer» te wapenen. Fysieke weerbaarheid, de wil om tot de laatste snik zijn kansen te verdedigen, en ook de onvoor spelbare kapriolen van de bal, zijn medebe palend. Appels blijft erin geloven, al is men er op de Bevrijdingslaan van overtuigd dat niemand geschenkjes zal uitdelen. Schoonaarde is met hangende oren uit buur gemeente Gijzegem teruggekeerd. Op papier leek dat minitochtje een formaliteit voor Ju- ventus, maar Wilskracht stelde zich zo fel te weer dat het er zelfs een 1-0 overwinning aan overhield. Rapide Lebbeke liep in Opdorp tegen een counter van formaatde rode lan taarn won met 4-1, meteen de eerste seizoen zege van de Buggenhoutse wijkploeg. Haasdonk blijft leider in Vierde I. De «Ster jongens» troefden Eksaarde met 0-3 af. White Boys won ditmaal wél, al werd het slechts 3-2 tegen Verrebroek, een ploegje dat slechts zes puntjes distilleerde uit 15 wedstrijden. Na de jongste weken al eens meer tegen de lamp te zijn gevlogen, moet die overwinning het moreel van de «witte jongens» wat opkale fateren. Sombeke is lang niet uitgeschakeld, al biedt de krappe 0-1 score op het terrein van een zwak Straatje Stekene stof tot nadenken. Eerder verrassend kwam de zware 4-1 neder laag van Heikant Zele te Moerbeke over. Was de thuisploeg zo sterk, of bleven de bezoekers plots onder de maat Twee streekploegen voetballen in de Gentse B-reeks. Sportkring Overmere schoot plots uit zijn sloffen en maakte Rabot met een 9-0 score belachelijk. De Valentino's vierden even eens feestde Overmeerse leerlingen van Paul Van de Velde boekten op Sint Pieters, het zwakke broertje van de reeks, een 2-4 over winning. (mvh) S.K. Lokeren - Kieldrecht 1-1 Dit duel is zelden boven de middelmaat uitge groeid. Alleen het slot- kwartier was boeiend en in deze periode lieten de bezoekers wel de kans liggen om in extremis nog de volle winst te pakken. De akties werden teveel en te snel onderbroken door sto rend balverlies en zwak ke voorzetten. Dat Loke ren op de 31' toch op winst kon klimmen werd in de hand gewerkt door een misverstand in de lokale defensie dat door Marc Van Dam me kor daat werd afgestraft. Lo keren kon uit dit succes evenwel niet de nodige inspiratie puren om meer lijn in de akties te steken terwijl Kieldrecht voor lopig niet bij machte was om afdoend te reageren. De stevige Lokerse de fensie kon ook na de rust de bezoekende aanval lers op afstand houden waarbij de afwezigheid van Van der Aa sterk werd aangevoeld bij Kieldrecht. De gasten stopten wel enorm veel energie in de achter volging maar de samen hang en de punch waren totaal zoek. Tot dan op de 75' een inworp van Conny Goos- sens in de voeten viel van Verplancke die via het been van een Lokerse verdediger scoorde. Een treffer die de gasten blijkbaar enorm stimu leerde want er was nu geen houden meer aan. Kieldrecht kreeg nu kan sen op een rijtje maar zowel Van Puymbroek, Verplancke als Seghers lieten de mogelijkheden onbenut. W.V.L.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1979 | | pagina 22