;^icien Van Impe:
let ontevreden
3: WILFRIED WESEMAEL:
RONDE VAN ZWITSERLAND
JENNY DE SMET: HET HAD
GOUD KUNNEN ZIJN
William Tackaert: de revelatie
m
PAUL DE BRAUWER EN
WERNER VAN DER FRAENEN
IN DE SPITS
RONNY DE WITTE: RONDE VAN LOMBARDIJE
mm
Sr
TSevöïïrp?sm"W?2f
i renner moei weten wat hij kan. Ook wat buiten zijn
•lijkheden ligt» zegt Wilfried Wesemael: «Je moet niet
ien van een klassieke zege, als je zelfs in een
is koers geen behoorlijk prijs ke kan rijden. Doch
riigen kunnen zich daar niet mee verzoenen, ze willen
hoofdrol vertolken in plaats van werkpaardte
n voor de vedetten».
$0 ied kan veel meer dan sommige kopmannen
If i hij heeft bewust gekozen voor een «job», fietsen is
f hem een middel om geld te verdienen, niet om dag na
'crantekoppen te halen. Raas en Kneteman weten er
over. Vooral «Jan met de bril», de regerende
dkampioen.
ied Wesemael is een ZWITSERLAND
die zelden uit zijn lood Plots komen, door onvoor-
ftÉ|slaan: hij weet wat hij ziene omstandigheden, be-
Idoen om «er te paalde «kleine» renners uit
Sp"- doet wat de baas de schaduw. Zoals Wilfried
^telt en is gelukkig met Wesemael tijdens de jong-
lot. ste ronde van Zwitserland:
hij was mee in een «goeie
ontsnapping». Niet in de
eerste plaats om zichzelf in
het zonnetje te fietsen,
doch veeleer omdat het in
het teamwork paste. Hij
handhaafde zich ook de
volgende dagen. Heel even
kwam zijn zege in het ge
drang. Maar toen ook de
superstars van de ploeg
Post zich als één man ach
ter hun goeie vriend had
den gezet, leek het
bekeken.
«Ik heb nooit last van de
zenuwen, doch naarmate
de finish dichterbij kwam,
begon toch ergens wat te
knagen. Zou ik geen
«klop» krijgen? Zou ik niet
door pech worden terugge
slagen? Ten slotte liep het
allemaal lekker. Ik won.
Mijn eerste grote zege. In
een lastige ronde dan nog
wel. waar ook moeilijke
cols dienden beklauterd».
In Gijzegem werd een
feestje gebouwd: gans het
dorp stond op stelten toen
Wilfried thuis arriveerde.
Hij moest zelfs «Speechen»
en deed dat korten goed.
«Die Zwitserse zege had
ook minder prettige kan
ten: anders laten de journa
listen en de radio- en tee
veemensen je met rust. Ze
hebben werk genoeg met
de vedetten. Doch als je
plots zélf op het podium
vort
;n pn Van Impe heeft in de Tour 1979 nooit de
[e uk gewekt het te kunnen halen. Reeds heel vroeg
yde voor hem negatieve beslissing. Tussen Fleu-
8 en Bgnères de Luchon moesten 228 km afge-
id.
i arriveerde met een achterstand van meer dan
iinuten op ritwinnaar Birtinger en de andere
rieten. Van Impe is een renner die een nogal
e aanloop naar het hooggebergte nodig heeft,
(taal was het reeds onmiddellijk klimmen. Op weg
I Super-Bagnères hield Hinault nog eens «grote
Dat resulteerde voor een aangeslagen Lucien
{Impe in een nieuwe «kloof» van meer dan drie
3ten.
kunnen aanpikken. Voor
de anderen was het liedje
uitgezongen. Criquillion
werd voorbijgereden
door het duo Hinault-Van
Impe. Met een paar nijdi
ge sprongetjes ging Lu
cien op een boogscheut
van de finisch van Hi
nault weg. Het was in de
zak. De eerste klim naar
Alpe D'Huez kwam na de
rustdag. Lucien Van Impe
telde niet mee. 's Ande-
tn Van Impe: ondanks alles een tevreden man.(ar)
liep niet lekkerder in
ace die over de Pey-
ïirde, de Aspin en de
ging. Hinault,
Hinault zwaaide
e voorhamer en
zelfs de sterksten.
sn Van Impe had be
en. Er bleef nog één
-jr-tief: een bergetap-
'innen...
ie «Brusselse tijdrit»
i.^et vee' ^eter: de
Tie» groeide naar
Jvoorbeeldige kondi-
)p de Ballon d'Alsace
J Lucien Van Impe
de «oude»: met Hi-
I. Zoetemelk en de
"'ire tenoren klom hij
/ind naar boven. For-
i deed hij niet: hij
Atte het goede mo-
I af om toe te slaan.
Vilde van de konkur-
fn weggaan, maar
stak Zoetemelk, met
onhandige uitwij-
imaneuver een stok-
s 0oi\ De eerste reële
end was meteen verke-
2n (Hinault, die op dat
-n. lent enkele meters
de anderen uitreed,
niet meer te achter-
Toch eindigde Lu-
in het spoor van de
>en.
Alpen zag de Tour-
taan weer de «ech-
fan Impe.
sen hamer en aambeeld.
Doch het deerde hem
niet: Zoetemelk, zijn fel
ste rivaal, was achterop
geraakt. Hinault bean
twoordde een snijdende
van het Waaltje en
slechts Van Impe had
rendaags wél. Zoetemelk
was er in zijn eentje van
door. Eén keer sprong
Van Impe maar ging niet
door. Ten slotte ging hij
toch op zoek naar de Ne
derlander. Te laat. «Ik
heb me misrekend. Ik
veronderstelde dat Joop
zou plooien, doch dat
deed ie niet. Met Zoete
melk meewippen, was
onmogelijk: ik reed lek,
net voor Joop demar
reerde. Nadien duurde
het een poosje vooraleer
ik weer de goeie kadans
te pakken had. Dat lekke
bandje koste me een
tweede etappezege».
Niet naar het wereld
kampioenschap
Een selektie voor het we
reldkampioenschap stak
er voor Lucien Van Impe
niet in: de selektie ge
beurde weer eens op zijn
«Belgisch». Niet de selek-
tieheren van de BWB we
zen de kandidaten aan,
wel de sponsors. Zij hou
den in België de wielren
nerij overeind en willen
dus hun zegje. Ze kregen
een mannetje mee.
Het is evenwel een flop
geworden. Een dikke
flop. Maar daarover
maakte Van Impe zich
geen zorgen: hij werd
met andere problemen
gekonfronteerd. Kas
hield er mee op, zodat
het zoeken werd naar an
dere «bazen». Geen sim
pele opdracht. Niet om
dat Van Impe schrik heeft
«werkloos» te worden
(hij blijft een veel ge
vraagde vedette), maar
hij moet voor de beste
oplossing opteren. Een
prof rijdt immers niet
voor een boterham met
wat spek.
plecht naar Menuires
)ep| «zijn grote dag». Op
n(j kilometers van de
ieni'v?ren nog tien ren-
pijeen. Doch zo bleef
Tiet. De een na de
r haakte af. Zelfs
.®rjrnelk bleef niet
^aan. Drie renners
op het scherp van
o^es: Lucien Van Im-
ooijijn ploegmaat Clau-
jlojfiquilion en de on-
Je lijdelijke Bernard Hi
ss. De Bretoen zat tus-
Het was tamelijk windstil
op het cyclocrossfront.
Traditiegetrouw kwamen
dezelfde namen op de
voorgrond. Paul De Brau-
wer won met de vingers
in de neusgaten de A-rit
te Bottelare. Na één rond
je volgden nog slechts
Fons Van Parijs en Jos
Pauwels in zijn spoor.
Paul Lauwaert volgde,
samen met enkele ande
re achtervolgers, op en
kele meters. De Brauwer
keek niet achter zich en
bleef maar doorrijden (en
lopen). De konkurrenten
streden voor een verlo
ren zaak. Zonder zich
«dood» te koersen finish
te De Brauwer met een
respektabele voor
sprong.
Werner Van der Fraenen
mikte in de B-cross te
Lubbeek-Pellenberg zeer
hoog. Jammer dat die
sakkerse Duitser Jozef
Meiser er was. Slechts
die man bleek sterker dan
de Aalstenaar die 15 se-
konden achter hem over
de streep bolde. In de A-
wedstrijd te Neder-ver-
Heembeek was Werner
zesde.
We noteerden zesde en
zevende prijzen voor Paul
Lauwaert; telkens bij de
A's: in Bottelare en in
Rijkevorsel.
Patrick Annecour was in
Bottelare tiende en in Ne-
der-over-Heembeek
13de. Voor Gilbert Cattoir
werd het een 12de prijs in
Bottelare en in Neder-
over-Heembeek was hij
.8de.
In Bottelare eindigde
Paul Vergeylen als num
mer 23.
Junior Rudi Van Impe
was twee keer tweede: in
Diegem en te Neder-
over-Heembeek.
Willy De Pauw een man
uit het Leedse Wanzele
won de WAOD-veldrit te
Watervliet.
Jan Bogaert
Amateur Jan Bogaert wordt een grote toekomst als
prof voorspeld. Afwachten natuurlijk. Doch de
Temsenaar heeft bewezen het te kunnen: beste Belg
in het wereldkampioenschap. Tot aan zijn val prima
in de Ronde van de Toekomst, en met Benny Van
Brabant uitstekend in de «kleine Baracchi». Wat wil
je nog meer?
Benny Vermeulen
Benjamin Vermeulen is een renner die het zal moeten
hebben van de klassiekers en serni-klasdekers. De
Klingenaar rijdt immers niet zo vlot bergop. Hij
spurt snel, kan een «gat» toerijden en heeft klare
kijkers in de kop. Als je de beste bent in de Schaal
Schoeters» en in de Sterfinale, moet je wat kunnen.
staat, sleuren ze je van her
naar der. Ik ben niet voor
al die tralala: als ik weet
dat ik mijn werk goed heb
gedaan, volstaat dat. Al die
publiciteit kan me gestolen
worden: daarvoor moeten
ze bij de «groten» zijn.
TOUR DE FRANCE
De Tour de France is voor
Wilfried Wesemael een al
te kort avontuur geworden:
een val haalde hem niet
alleen uit het peloton, doch
er kwam zelfs gips bij te
pas. De genezing liep ech
ter erg vlot. Toen het krite-
rium te Aalst startte,
«stond» Wilfried er reeds.
Maar door de een of ander
over het hoofd gezien, zo
dat Wesemael, als «ingeze
tene» van de fusiestad
Aalst, slechts in extremis
ge kont rak tee rd werd.. Een
«vet» kontrakt werd het
met. Zou het dan toch waar
zijn dat «de poen» slechts
voor de groten is?
Wilfried Wesemael heeft
niet al te veel op de wieler
baan rondgetoerd. Een
Belgié - Nederland te Gent
en een wedstrijd achter
derny's te Antwerpen:
«Het ging verdomd slecht
in de metropool. Ik .had
een paar dagen «gesuk
keld» en geraakte niet
vooruit».
Wilfried trekt nu nog eens
de Moerdijk over voor een
zesdaagse met Willy De
Bosscher als partner. Daar
na gaat het naar «warmere
oorden». Zuid-Frankrijk,
waar voluit getraind en ge
koerst wordt.
Wilfried Wesemael: laureaat Ronde van Zwitserland 1979.(c)
Ronald De Witte? Een
man met een erelijst. En
toch: hij heeft zichzelf
weggecijferd tijdens zijn
profloopbaan. Fietste in
dienst van de groten. Ro
ger De Vlaeminck. En nu
Moser. Het legde hem
geen windeieren. Een be
roepsrenner rijdt om den
brode. Moet het onderste
uit de kan halen. Finan
cieel althans. Het is dus
kiezen of delen. De Witte
heeft gekozen voor een
job die geld opbrengt:
keihard werken voor een
supervedette.
Af en toe treden «luite
nants» eveneens uit de
schaduw. Zoals tijdens
de jongste Ronde van
Lombardije. Ronny was
door «baas» Moser mee
vooruitgestuurd. De «pa
tron» kwam evenwel
niet. Het was zijn dag
niet.
Winnen stak er niet in. plaats puurde de «inge- uit zijn ophefmakende
Maar een dichte ere- weken» Waaslander toch prestatie.
Ronny De Witte:
met talent, in dienst van de supervedetten.(ar)
Petra De Bruin demarreer
de als dol uit het nog om
vangrijke peloton weg. De
«groten» verroerden geen
vin. Zelfs Habetz niet. Toen
ging Jenny De Smet. On
weerstaanbaar. Op zeven-
mijllaarzen. De Bruin weer
de zich wanhopig. Doch het
Hamse meisje reed sneller.
Veel sneller. Ze haalde de
«Hollandse» bij. Met twee
ging het naar de streep...
Toen werd het spurten. Jen
ny stak het «grote mes». Te
groot, bleek aldra. Vinnig
spurtte De Bruin van De
Smet weg. Keek even om en
dacht dat het varkentje ge
wassen was, stak triomfe
rend de handen de hoogte
in, begon reeds na te genie
ten vooraleer ze over de
streep was.
Enkele frakties van sekon-
den te laat besefte Jenny De
Smet dat daar haar grote
kans lag. Ze trok zich weer
op gang, begon aan een
nijdige achtervolging, gooi
de zichzelf en haar fiets in
een uiterste samenballing
van krachten over de streep.
Ze besefte zelf dat ze het
niet liad gehaald, dat de
gouden medaille op een af
stand van enkele centime
ters aan haar voorbij was
gegleden.
Maar ze had nog zilver.
Zilver. De massa leefde mee
met de sensationele strijd.
Een onvoorzichtige ik-weet-
niet-wie stond op een plaats
waar hij beter wegbleef.
Jenny raakte hem in het
voorbijrijden, werd uit haar
evenwicht gebracht doch
bleef als bij wonder over
eind. Eind verder stond een
motorrijder zo maar te
staan. Die kon Jenny De
Smet niet meer ontwijken,
botste er tegen en maakte
een vreselijke salto. Ze hield
aan die fikse duik brand
wonden en andere kwetsu
ren over. Zo blauw als een
rode kool zag ze. De won
den heelden, de pijn geraak
te vergeten. Jenny De Smet
klom nadien weer op de
fiets. En boekte nog ver
scheidene suksessen.
William Tackaert was één
van de revelaties als
neoprof. Vooral in de
voorjaarsklassiekers
kwam hij aan bod. Als hij
dat werkelijk wilde, kon
hij tijdens de Tour de
France wat op adem ko
men: hier een kermis-
koers en ginder een
koerske rond de patat-
frietkramen sprak hem
evenwel niet aan. Wil
liam maakte dus maar
pak en zak en tufte naar
Fleurance.
Hij reed de ronde niet uit,
en toch hield hij er een
tiental kontrakten voor
natourkriteriums aan
over...
«Twee valpartijen heb
ben mijn opgave zeker
sterk in de hand ge
werkt», vertelde William
«in de etappe naar Rou-
baix hield ik er schaaf- en
snijwonden aan over».
Zwaar tilde Tackaert daar
niet aan, erger was de
blijvende hinder aan de
kuitspier waarmee hij uit
Zwitserland was terugge
keerd. Een en ander
mondde ten slotte uit in
een spierscheur. En dat
was er te veel aan: de
pijnen verergerden, de
krachten namen af. 's
Nachts kon hij niet meer
slapen. De tocht over de
Alpen naar Les Menuires
werd de afgang. Tackaert
moest vrij spoedig afha
ken. Over een col van
tweede kategorie klaute
ren was geen onmogelij
ke opdracht. Later liep
een bandje leeg: de ma
teriaalwagen was weg en
Tackaert moest dus op
zijn eentje een andere
«tube» leggen: «Weten
dat het vierkant draait, en
dan eenzaam moeten
voortdoen, duwt je mo
reel naar het vriespunt.
In de bevoorradingskon-
trole stopte hij. Leeggere-
den was William niet: hij
had dagenlang verschei
dene renners als wrakken
zien arriveren. Hijzelf had
nog enige reservekrach
ten over. Maar toch...
In 1980 zal hij zich beter
op de Tour voorbereiden.
Zoals Maas en Schepers:
na de klassiekers even op
adem komen. Een rust
kuur in de bergen bie-
voorbeeld...
Uit die eerste Tour hield
Tackaert heel wat erva
ringen over. Hij teerde er
ook een en ander. Voor
hem moet 1980 «de grote
doorbraak» worden.